Dinsdag
30 December
r1' i -- -
ieuwjaarswenschsn
3e Strijd iid een Stavenktoon.
tiet jaar 1913.
No. 307
51e Jaargang.
1913.
ONZE
Nieuwjaarsgroeten-
^PEÜÏÏÏETON
KAMEROVERZICHT
inge»
,Cor«
de-
raagd
str. 10.
sstraat
tri een
iuwen-
leisje
sgoed
5 uur.
tingen
Bu-
VUSSINGSCHE COURANT
Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij de Uitgevers
Firma F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58.
ADVERTENTIËNvan 1 —4 regels 0.40. Voor elke regel
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie, wordt de prijs slechts twee maal berekend. Qroote
letters en clichés naar plaatsruimte.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op 2on- en Feestdagen. TELEFOONNUMMER 10. Rbonnemertfs- flduerfentiën op zeer uoordeelige uoerioaarden
De abonné's van de „Vlis-
singsche Courant zijn met ingang
van 1 Januari GRATIS ver
zekerd en wel op zeer gunstige
voorwaarden.
Door zich op de „Vlissingsche
Courant" te abonneeren tegen
slechts 10 ct. per week of onge
veer 1V3 ct. per nummer, wordt
de courant dagelijks thuis be
zorgd.
In den tegenwoordigeu tijd, nu
het publieke leven veel meer
wordt meegeleefd dan vroeger,
kan uien niet meer buiten een
DAGBLAD.
Wie dus lederen avond
een courant verlangt en boven
dien gratis tegen het risico van
den arbeid verzekerd wil zijn,
abonneere zich op de „Vlissing
sche Courant", welke alle
werkdagen verschijnt.
DE UITGEVERS.
Evenals vorige jaren
zal in het nummer on
zer Courant, dat verschijnen zal
en bij de Abonné's bezorgd wordt
op Oudejaarsavond, de ge
legenheid worden opengesteld tot
het plaatsen van
Deze Advertentiën worden op
genomen tegen verminderd, tarief,
en wel van 15 regels f 0.25
iedere regel meer 5 cent.
Advertentiën kunnen nu reeds
warden ingezonden en worden
uiterlijk ingewacht tot Woensdag
31 December, des middags 12 uur.
Roman van G. H. v. D.
(Nadruk verboden.)
75). o—
Adda deelde dezen angst niet.
Terwijl haar vader en haar broe
ders Frans als een onverbeterlijken
deugniet beschouwden en de ui
terste strengheid tegenover hem
noodzakelijk achtten, gevoelde zij
deelneming voor den jongen man,
van wien Kathi haar gezegd had, dat
hij in den grond zoo slecht nog niet
was, dat alleen de hardheid zijns
vaders, die kleine misslagen streng
bestrafte, hem verstokt en bitter ge
maakt had. Adda was ook van mee
ning, dat men door achterdocht en
verachting, door hardheid en bedrei
gingen het hem onmogelijk maakte,
goede voornemens op te vatten en
beterschap te toonen.
Zij schrikte daarom niet, toen Frans
Kreneck plotseling uit de struiken te
voorschijn kwam en hier in het woud,
i.
Het leven kent geen stilstand. Van
seconde tot seconde, van minuut tot
minuut, maar ook van jaar tot jaar,
van eeuw tot eeuw gaat het voort met
te doen gebeuren. Er is geen oogen-
blik, dat dit gebeuren ophoudt. En
als in een wonderlijke bioscoop ver
tooning trekken in verwarrende op
eenvolging die taliooze gebeurtenis
sen ons voorbij. Wij kunnen ze niet
vasthouden en noch minder hun be-
teekenis. Wij zien ze alleen en on
dergaan hun invloed, maar ze gaan
voorbij, en we vergeten. Totdat ws
trachten stil te staan op den levens
weg, éen oogenblik maar, te midden
van den stroom van gebeurtenissen,
en achter ons te zien naar wat voor
bijging, ook om ons rekenschap te
geven van den invloed van het ge
beuren op eigen leven en op het leven
der menschheid. Want om dat te
kunnen, moeten we dat gebeuren niet
maar enkel zien in zijn oogenblikke-
lijken vorm, maar moeten we de rij
der gebeurtenissen kunnen overzien,
moeten we die gebeurtenissen kunnen
rangschikken en groepeeren. Dat
doende zien we de voornaamste ge
beurtenissen als de uitspringende
punten op den weg van hetdagelijksch
gebeuren.
Er zijn er, die van algemeene be-
teekenis zijn, er zijn andere, die al
leen of hoofdzakelijk een volk of een
groep van volken raken, er zijn er
ook, die alleen direct van invloed
zijn op het leven van een individu.
Deze laatste zijn wel de meest voor
komende, maar zij liggen niet binnen
den gezichtskring van hem, die het
leven in zijn groote lijnen en alge
meene ontwikkeling en het leven der
natiën over schouwt.
Zoo er éen beweging is, die alleen
aan haar internationalen omvang haar
beteekenis ontleent, dan is het wel
de vredesbeweging. Het is een aloude
droom der menschheid, dat de spie
sen zullen omgeslagen worden tot
sikkelen en een tijd van blijvenden
vrede over de wereld zal gaan lichten
maar een droom, die ook de eeuwen
door tot een vurig streven gedrongen
heeft. Dit streven is meer en meer
tot praktisch beleid geworden. In
onzen tijd hebben we het zich zien
ontwikkelen tot een streven naar ar
bitrage, welke phase wij dit jaar ver
zinnebeeld hebben gezien in de in
wijding van het Vredespaleis te 's-
Gravenhage op 28 Augustus. Voor
ons land had die inwijding, waaraan
een Wereldcongres voor den vrede
voorafging, nog bijzondere beteekenis,
omdat dit met de vestiging van het
Vredespaleis in onze residentie, waar
binnen nu ook het Permanente Hof
van Arbitrage gevestigd blijft, tot een
centrum der vredesbeweging niet al
leen, maar ook tot een centrum van
internationaal leven werd gemaakt.
En voor ons, Nederlanders, heeft im
mers dat wat
Nederland
raakt, dubbel belang, waarom we ook
in ons overschouwen van het jaar,
dat voorbijging, den blik allereerst
richten naar de gebeurtenissen binnen
Nederlandsche grenzen.
Die gebeurtenissen zijn velerlei.
Maar onwillekeurig dringen zich bij
dit terugzien toch vooral twee dingen
naar voren. De feesten ter herinnering
aan het herstel onzer onafhankelijk
heid in 1813 en de algemeene ver
kiezingen voor de Tweede Kamer
schijnen 1913 voor ons te karakteri-
seeren.
Die herinneringsfeesten hadden
overal in den lande en op zeer
verschillende tijden plaats. Te Am
sterdam hadden zc in September
plaats en werden opgeluisterd door
het bezoek van de koninklijke familie
die haar jaarlijksch bezoek in het
voorjaar daartoe tot het najaar ver
schoof. Den Haag had toen in einde
Augustus het jaar 1813 ai herdacht.
En Rotterdam vierde een paar maan
den later in November feest.
Onze gemeente heeft eveneens dit
feit in de eerste helft van Augustus
luisterrijk herdacht.
Ter gelegenheid van deze herin
neringsfeesten hadden op initiatief
van de Centrale Commissie op on
derscheidene plaatsen tentoonstellin
gen plaats, die meerendeels door
Koningin en Prins bezocht werden.
Amsterdam had o.a. zijn Eerste
Nederlandsche Tentoonstelling op
Scheepvaartgebied en de tentoonstel
ling „De Vrouw 1813—1913" en
's Gravenhage zijn Nationale en In
ternationale Landbouwtentoonstelling
en zijn Nationale Tentoonstelling voor
Sport en Toerisme.
Het vreemdelingenverkeer was ten
gevolge dier feesten en tentoonstellin
gen beduidend drukker dan anders,
wat voor ons land direct en indirect
gunstige gevolgen moest hebben en
de goede verhouding tot andere vol
ken, die ook dit jaar bewaard bleef,
bevestigen.
De Koningin richtte ter gelegen
heid van den gedenkdag van het
herstel onzer onafhankelijkheid een
proclamatie tot het volk, waarin de
gebeurtenissen, waarover we dit jaar
feest vierden, en hun invloed op
onze geschiedenis herdacht werden
en op den vernieuwden bloei van
ons land en volk de aandacht geves
tigd. Waar het vorstelijk paar ook
de onderscheidene tentoonstellingen
bezocht, toonde het dus wel deel te
nemen aan het algemeene feest. En
waar hulpgeroep waarschijnlijk niet
gehoord zou worden, haar driest en
brutaal aansprak.
Frans wist niet, dat een ernstige
crisis hem bedreigde. Graaf Georg
Wildenfeis kon er niet aan twijfelen,
dat hij den kunstenaar in de kloof
gebracht had en Frans wist dat de
Graaf, die den kunstenaar ruw had
afgewezen er zeker voor zorgen zou,
dat de gids gestraft werd. Hij had
Harley nog gesproken, toen deze den
weg had genomen naar Wildstein en
van dezen de hernieuwde verzekering
gekregen, dat hij hem en Kathi voor
alles zou schadeloos stellen, wat zi
door hem zouden te kort komen. „Ik
zal graaf Wildenfeis een schuldbe
kentenis onder den neus houden,"
had Harley gezegd, „die zijn hoog
moed zal uitdrijven en hem tam ge
noeg zal maken. Het majoraatsrecht
is hem niet te ontnemen, maar van
de inkomsten zal hij niet zooveel
behouden, om boter op zijn brood
te smeren."
De mensch gelooft niets gemakke
lijker dan dat, wat hij wenscht, en
Frans triumfeerde reeds bij de ge
dachte dat, als de Graaf hem van
daag wegjoeg, hij morgen misschien
door Harley als houtvester geïnstal
leerd zou worden en zijn vader dan
tot hem moest komen, ais hij brood
wilde hebben.
„Uw dienaar, Gravin," zei hij op
een wijze alsof hij Adda reeds als
houtvester begroette, „een mooie
morgen. U gaat zeker naar de hout
vesterij
„Ja. Je schijnt bizonder in je hu
meur te zijn, Frans," antwoordde zij;
onaangenaam getroffen door den
driesten toon. „Ik wil hopen, dat mijn
vader er niets van verneemt, dat je
al weer zijn bod overtreedt. Waarom
doe je dat? Is het niet genoeg, als
je Kathi den dag ziet, dat zij uit
gaat
„Gravin, u meent het goed, naar
een vriendelijk woord zou ik me graag
schikken, maar dwang verdraag ik
niet, er moet dan maar van komen
wat wil. En als ik vandaag van het
landgoed moet, wie zegt mij, dat het
morgen niet anders komt Menig
een denkt, dat hij vast genoeg staat,
en het volgend oogenblik kan hij
vallen. Hij wil den boomwortel, die
hem den weg is met den bijl door-
het volk toonde wederkeerig te dee-
len in de lotgevallen der koninklijke
familie, die de koperen bruiloft
vierde, maar wegens ziekte van den
Prins geruimen tijd in den Taunus
verblijf moest houden.
Naast de herinneringsfeesten waren
het vooral de Tweede Kamerverkie
zingen, die aan 1913 een bijzonder
karakter gaven. De politieke strijd,
die hieraan voorafging was heftig en
bracht geheel ons volk in beroering.
Het ontstaan van een nieuwe partij,
„de Nationale Bond van ProtestaM-
sche Kiezers", was van dien politie-
ken strijd het gevolg. De verkiezin
gen zei ven hadden op de geschiede
nis van ons land een beduidenden
invloed, doordat ze de meerderheid
in de Kamer van rechls naar links
verplaatsten. Na de herstemming was
de verhouding 55 links, waarvan 18
sociaal-democraten, tegen 45 rechts.
Bij nieuwe stemmingen verloor
links nog éen zetel, terwijl de socia
listen er drie verspeelden, zoodat
de verhouding thans is 39 leden be-
hoorende tot de vrijzinnige concen
tratie, 15 sociaal-democraten en 46
leden, behoorende tot de coalitie van
anti-revolutionnairen, christelijk-his -
torischen en roomsch-katholieken.
Tengevolge van dezen uitslag der
verkiezingen vroeg het ministerie-
Heemskerk ontslag en werd de vor
ming van een nieuw ministerie op
gedragen aan dr. Bos. Toen echter
de sociaal-democraten weigerden de
drie aangeboden minister-portefeuil
les te aanvaarden en aldus van de
regeering deel uit te maken, éen
beslissing, die hun te Zwolle op 7
Augustus gehouden congres sanction-
neerde, werd dr. Bos op zijn ver
zoek van de opdracht ontheven en
werd aan mr. Cort van der Linden
opgedragen een extra-parlementair
kabinet te vormen, waarin deze
slaagde. Dit nieuwe ministerie stelde
de eischen, die de vrijzinnigen en
sociaal-democraten voor de verkie
zingen hadden gesteld, als hoofd
punten op zijn program, nl. algemeen
kiesrecht voor mannen en het weg
nemen van de beletselen voor vrou
wenkiesrecht, en staatspensioen, al
werd dit in eenigszins anderen vorm
beloofd, dan de voorstanders het
eischen. Om tot het eerste te komen
werd Grondwetsherziening aange
kondigd en daarnaast o.a. de instel
ling van een staatscommissie, die
betreffende het onderwijsvraagstuk
zal hebben te adviseeren, en droog-
legging van de Zuiderzee.
Met het optreden van dit nieuwe
ministerie raakten de voorstellen tot
Grondwetsherziening, die de door de
vorige regeering ingestelde commis
sie had aangebracht, en het ontwerp
Tariefwet, dat bij de verkiezingen
een groote rol speelde, als van zelf
van de baan. De voornaamste wet
ten nog tijdens de vorige regeeiing
tot stand gekomen waren in dit jaar,
de Invaliditeits- en Ouderdomswet,
de Ziekte- en Radenwet, de wet be
treffende de Kustverdediging, die
den bouw van een fort bij Vlissingen
vaststelde, de wet betreffende den
bijslag voor onderwijzers, de wet
tot oprichting van een rijkskrank
zinnigengesticht te Woensel, de wet
tot pensionneering van gemeente
ambtenaren en hun weduwen en
weezen enz. De Steenhouwerswet
trad met uitzondering van de artt. 2
en 4, die op 1 Mei van kracht
werden, op 1 Maart in werking, in
begin December had de eerste uit-
keering aan 70-jarigen plaats. En de
ingestelde commissie inzake werke
loosheid bracht haar rapport uit.
(Wordt vervolgd.)
hakken en hakt zichzelf in den voet.
„Moeten dat toespellingen op mijn
vader zijn? Is het gepast, zooiets
met mij te bespreken, als men je
werkelijk zooiets gezegd heeft? Ik
wensch je. niets kwaads toe. Ik wilde,
dat je een flink, braaf jager werd,
dat Kathi een gelukkige vrouw wordt.
„Ja, u meent het goedU wensch
ik ook niets kwaads. U wil Ik ook
zeggen, dat de kunstenaar, die in het
jachthuis woonde, vandaag wel niet
den weg naar het slot zou ingesla
gen zijn, als hij niet gedacht had, u
te zien. Om den geleerde zou hij ze
ker niet gekomen zijn."
Een gloeiende blos bedekte Adda's
wangen. Het was haar pijnlijk, juist
tot dezen jongen een vertrouwelijke
vraag te richten, en toch gloeide zij
van verlangen, een verklaring dezer
woorden te krijgen. Wat zou een
vreemde van haar willen, hoe had een
vreemde kunnen verwachten, haar zoo
vroeg in den morgen te zien Weer
ging de gedachte haar door de ziel
dat de kunstenaar toch de redder
van haar leven was geweest en dat
met een geweld, dat elke bedenking
verdween.
Eerste Kamer.
Vergadering van Maandag.
Dankbaar en verheugd.
Er zou geen reden zijn om iets over
deze vergadering, waarin alleen de
beëediging der beide heeren van
Swaaij en van Lanschot plaats had,
te vertellen, indien wij niet de ge
legenheid wilden aangrijpen om uiting
te geven aan onze vreugde en onze
dankbaarheid.
Eenigen tijd geleden is in alle kran
ten met verontwaardiging medegedeeld
hoe stiefmoederlijk de journalisten van
de perstribune in de Kamer, waren
bedacht, hoe weinig overeenkomstig
hun „waardigheid". Zij waren getrac-
teerd bij de verbouwing van de loka
liteiten van ons Hoogerhuis. De Kamer
die ons als wachtkamer was aange
wezen, geleek op nu ja, wij zullen
het maar niet meer zeggen. De onte
vredenheid was alleszins gerechtvaar
digd en zij uitte zich op een wijze
die de huishoudelijke commissie den
schrik om het hart deed slaan. Er
werd gefluisterd van staking, van
negeeren.
Met een spoed, na de bekende
stakingswetjes van 1903 in de Eerste
Kamer, nicht „mehr dagewesen" werd
verbetering toegezegd en aangebracht.
Vol verwachting klopte ons hart
toen wij vanmiddag voor de deur van
de perskamer stonden. Behoedzaam
opende een der collega's ze en wij
allen gaapten van verbazing, gaapten
als een kostschooljongen voor een
biefstuk, als de kinderen om een
schitter lichtenden Kerstboom. Was
al dat moois voor ons Zes eiken
houten lessenaars, alle toegerust met
tinnen inktpot, glazen aschbak en
maagdelijk blank vloeipapier, een
lange vergadertafel met fraai glanzend
rood kleed, afhangend tot den grond,
„Ik begrijp je niet," stotterde zij.
„Wilde hij mij spreken Kent hij me
dan? Had hij een verzoek aan mij
„Gravin," antwoordde Frans, die
zijn besluiten kon trekken uit haar
blozen en haar verwarring, „de beeld
houwer was een zonderling mensch.
Ik hoorde toevallig eenige woorden
die hij met den graaf wisselde. Uw
vader sprak van bloedverwantschap,
dat hij werk en kunstenaarsroem
zocht, geen erfenissen. Toen ik aan
tafel vertelde, dat ik gehoord had,
dat u zich met een voornaam heer
wilde verloven, werd hij heel bleek.
Ik had toen later op mij genomen,
hem tot een rendez-vous met mijn
heer Harley over te halen, zonder de
zen te noemen, maar ik wed, dat de
beeldhouwer gedacht heeft dat u hem
iets had mee te deelen, want hij
vroeg mij uit over een verloving en
wilde omkeeren, toen hij merkte, dat
het een ander betrof.
Adda's zenuwachtigheid werd steeds
grooter.
(Wordt vervolgd.)