Woensdag
17 December
Van Houten's
|{ieuwjaarswenscfien
De Strijd oei een fiievenkiean.
No 298
51e Jaargang.
1918.
500.- bij dood door een ongeluk
inn
300.- bij verlies van een hand,
,150.-
Nieuwjaarsgroeten.
GEMEENTEBESTUUR
FEUILLETON
<s>
KAMEROVERZICHT
BINNENLAND
VLISSINGSCHE COURANT
Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij de Uitgevers
Firma F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58.
ADVERTENTIEN van 1—4 regels 0.40. Voor elke regel
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie, wordt de prijs slechts twee maal berekend. Qroote
letters en clichés naar plaatsruimte.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen.
TELEFOONNUMMER 10.
ftbonnemenfs- ftduertentiën op zeer uoordeeiigs voorwaarden.
Wie zich met ingang van 1 Januari
op de „Vlissingsche Courant" abonneert,
ontvangt de tot dien datum verschijnende
nummers GRATIS, ook week-abonné's.
Alle abonné's zi|n vanaf 1 januari GRATIS
tegen ongelukken verzekerd en wel als volgt
t 4AAA bij levenslange ongeschikt-
IUUvi" heid tot werken;
voei of oog;
bij verlies van een duim
t)
1AA bij verlies van een wijs-
IwUi" vinger;
OC bij verlies van eiken ande-
U\Jren vinger.
De uitkeering geschiedt voor ongelukken
zoowel in als buiten het beroep overkomen.
Evenals vorige jaren
zal in het nummer on
zer Courant, dat verschijnen zal
en bij de Abonné's bezorgd wordt
op Oudejaarsavond, de ge
legenheid worden opengesteld tot
het plaatsen van
Deze Advertentiëu worden op
genomen tegen 'verminderd tarief
en wel van 1—5 regels f 0.25
iedere regel meer 5 cent.
Advertentiën kunnen nu reeds
worden ingezonden en worden
uiterlijk ingewacht tot Woensdag
31 December, des middags 12 uur.
LANDWEER.
Nader Onderzoek.
De Burgemeester der gemeente
Vlissingen i
Gezien de aanschrijving van den
Commandant van het Landweerdis
trict Middelburg, van den 6 Decem
ber 1913 No. 346, omtrent het nader
Onderzoek van verlofgangers van de
Landweer
brengen bij deze fer openbare
kennis, dat de verlofgangers
De Wijn, Martinus Jacobus Nico
laas Cornells, lichting 1912 van het
39 Bat. Landweer-Infanterie
Antheunissen, Christiaan Hendrik,
lichting 1913 van het 39 Bat. Land
weer-Infanterie
Last, Roelof, lichting 1913 van de 2e
Compagnie Landweer Pontonniers
Roman van G. H. v. D.
(Nadruk verboden.)
66). o—
Voor het eerst stelde hij zichzelf
de vraag, of hij niet, om nooger ge
luk te veroveren, de eerstgeboorte-
rechten aan Oeorg zou kunnen af
staan en bij de gedachte aan Wally
scheen hem dat gemakkelijk. Hij
voelde zich als veranderd, als nieuw
geboren, als een ander mensch, toen
hij in zijn verbeelding den keten had
verbroken, die hem aan een ver
plichting gesmeed had.
Hij moest lang in het wijnhuis
wachten, voor baron Trost kwam,
maar de tijd ging gauw genoeg voor
bij in deze beschouwing hij merkte
het ook niet, dat zijn kameraad eigen
aardig glimlachte, toen hij eindelijk
kwam. Een onbeschrijfelijk weldadige
innerlijke tevredenheid vervulde hen.
Het was hem zeer welkom dat Trost
over allerlei onverschillige dingen
R0NA Cacao
sC£t<xc<.>-d,'m-cc<Xsi4-'.
0
tot het nader Onderzoek, bedoeld
bij art. 34 der Landweerwet, voor
den Landweer Districtscommandant
moeten verschijnen op Dinsdag den 30
December 1913, des voormiddags te
12 uren te Middelburg, Kazerne
Noordstraat.
De verlofganger verschijnt in uni
form gekleed, en voorzien van de
hem uitgereikte kleeding- en uitrus
tingstukken en van zijn zakboekje
met daarin gehechten verlofpas.
Indien aan deze oproeping niet
wordt voldaan, wordt de nalatige,
krachtens art. 35 van voornoemde
wet, in vverkelijken dienst geroepen
en daarin gedurende ten hoogste drie
maanden gehouden. De duur van
dezen dienst wordt door den Minis
ter van Oorlog bepaald, die tevens
het korps van het leger aanwijst,
waarbij de werkelijke dienst moet
worden vervuld.
Dezelfde straf wordt opgelegd
lo. Indien de verlofganger bij
herhaling kleeding- of uitrustingstuk
ken, aan een ander behoorende, als
de zijne vertoont
2o. wanneer hij, zonder geldige
reden, niet voorzien is van de ver-
eischte voorwerpen-;
3o. wanneer zijne kleeding- en
uitrustingstukken bij dit onderzoek
niet in voldoenden staat worden be
vonden.
Ten slotte wordt den verlofganger
uitdrukkelijk herinnerd, dat hij zich
in geen geval kan beroepen op het
niet-ontvangen eener hoofdelijke op
roeping, maar dat deze openbare
kennisgeving eenig en alleen ais be
wijs geldt, dat de verlofganger be
hoorlijk is opgeroepenterwijl in
geval ziekte de opkomst mocht ver
hinderen, daarvan blijken moet door
overlegging ter Gemeente-Secretarie
(Bureau Militie) van eene Gezegelde
en Gelegaliseerde geneeskundige ver
klaring. Oeldt het verlofgangers, aan
wie wegens onvermogen eene onge-
sprak en het opvallend vermeed, het
onderwerp weer aan te toeren, dat
hem eerst toch zoo levendig geïn
teresseerd had de vraag welke
zaken er Wolfgang van hadden afge
houden, dezen avond naar de opera
te gaan.
HOOFDSTUK XX.
De oude Wildenfels had zijn doch
ter zooals gewoonlijk vergezeld, toen
zij zich naar de zaak van mijnheer
Wolfsohn had begeven. Daar hij ech
ter in de buurt in een dwarsstraat
met een klant van zijn zoon iets
te bespreken had, was hij daarheen
gegaan en Wally zou hem, als zij
haar zaken met Wolfsohn had afge
daan, daar afhalen.
Toen Wally den winkel van Wolf
sohn bevend van opgewondenheid
verliet, merkte zij niet dadelijk, dat
een officier der garde-ulanen, die in
de vestibule van het gebouw was,
haar volgde. Deze keek telkens om,
of Wolfgang ook den winkel niet
verliet. Toen dit echter niet gebeurde
en Wally een zijstraat inging, sprak
hij haar aan.
Wally verhaastte haar schreden,
zegelde verklaring is afgegeven, dan
kan deze aldus, ter verzending aan
wien behoort, ter Gemeente-Secreta
rie worden ingeleverd. Betreft het
verlofgangers, aan wie, in verband
met een vorig onderzoek door den-
zelfden geneeskundige reeds eene
verklaring is uitgereikt, dan kan ook
voor niet-onvermogenden met eene
ongezegelde en niet-geiegaliseerde
verklaring worden volstaan.
Vlissingen, den 15 December 1913.
De Burgemeester voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
Vergadering van Dinsdag.
furidiscli allerlei.
Het was bijna zoo erg als bij wa
terstaat vijftien sprekers hebben hun
wenschen kenbaar gemaakt over de
wetsontwerpen, die zij tot heil van
het land noodzakelijk achtten. En het
merkwaardige was dat zij allen er
van overtuigd waren dat de minister
toch vooral niet te veel te gelijk zou
ondernemen. Toch meende ieder lid
wel een wetje als het meest urgent
te mogen beschouwen en ieder vroeg
den minister zijn lieveling toch vooral
goed te willen behandelen.
De minister bleek ten slotte van
zeer goeden wil en beloofde alles in
overweging te zullen nemen.
Allereerst echter zal hij twee be
langrijke zaken trachten af te doen
Met opzet zeggen wij trachten, want
het laat zich aanzien dat er van al de
mooie plannen in den eersten tijd
niets of niet veel zal komen. Die twee
ontwerpen dan zijn de herziening van
het wetboek van strafvordering en het
ontwerp tot voorwaardelijke strafop
schorting. Het tweede ontwerp berust
reeds lang bij de Kamer, en wij twij
felen er niet aan of het zal voors
hands nog niet in zijn zoete rust
worden gestoord.
zonder antwoord te geven; zij zag
haar vader komen en snelde op hem
toe. De officier bleef achter, toen hij
zag, dat Wally haastig den arm van
den ouden heer nam. Wildenfels zag
de opvallende zenuwachtigheid zijner
dochterhij had ook gezien, dat de
officier haar lastig had gevallen, het
viel hem verder op, dat zij geen pakje
mei nieuw werk in de handen had,
maar op al zijn vragen antwoordde
Wally slechts met bevende stem dat
zij hem thuis wel alles vertellen zou.
Zij trok haarvader met zich mee. Wil
denfels beefde van toorn de uniform
die hij gezien had, was dezelfde, die
graaf Wildenfels droeg. Hij kon het ge
zicht niet herkennen, daar de officier
zich in de verte hield, maar hij merk
te, dat deze hem volgde. Hij twij
felde er stiet aan, dat de Oraaf zijn
dochter beleedigd hadhij was ver
ontwaardigd, dat hij het waagde hen
te volgen. Hij had willen omkeeren
en hem rekenschap vragen. Elke mi
nuut werd zijn opgewondenheid groo-
ter.
Het was eindelijk Wally, die den
ouden man ondersteunen moest. Hij
wankel ie, hij lette niet op de gerust
De oud-minister van Raalte gaf een
wijs advies aan den nieuwen minister
werk maar door, zeide hij, doe af en
maak gereed wat ge kunt. Al wordt
het niet aanstonds door de Kamer
behandeld, ge werkt toch mede aan
de voortduren Ie ontwikkeling van het
recht. Uw opvolger zal uw taak voort
zetten en langzamerhand rijpen de
vruchten, die deze of gene minister
wel zal plukken.
Ten aanzien van de oneerlijke con
currentie zijn de heeren het niet eens.
En zijn er die heil zien in scherpe
slraibepalingen.en er zijn er die daarin
gevaar zien voor chantage.De minister
zal overwegen
Tot een fei debatje gaf aanleiding
de berisping, die de notaris van Dal
sum heeft ontvangen van den Raad
van Toezicht. Een oordeel daarover
wilde de minister zich niet aanmatigen.
Het leek ons dat de discussie eeni-
germate verward was en de minister
meer over de kwestie van berisping
in het algemeen, sommige leden meer
over het speciale geval van Dalsum
spraken. De heer Mendels ziet het
gevaar dreigen dat de Raad van Toe
zicht zich gaat bemoeien met het po
litieke leven van een notaris. Daar
voor zal de minister, zooals hij ten
slotte zeide, waken.
Lijkverbranding is naar het oordeel
van den minister volgens de huidige
begrafeniswet niet geoorloofd. Over
de vraag of hij zich voorstelt, een
wijziging daarvoor in de wet te maken
kon hij zich niet uitlaten, omdat de
begrafeniswet bij binnenlandsche za
ken thuisbehoort.
Er was van verschillende zijden ge
wezen op het groote nadeel dat pre
ventieve hechtenis kan hebben. Men
vroeg beperking tot die gevallen,
waarin alle reden daarvoor bestond en
tevens werd er op aangedrongen, dat
eventueel schadeloosstelling zou
worden gegeven aan den ten onrechte
gevangen-gehoudene. De minister zal
ook deze kwestie ter hand nemen.
Nog een geheele serie wetten zal
de minister weder ter hand nemen
Wij zullen ze maar niet opsommen,
want de eerste jaren hooren wij er
toch niets meer van. Het denkbeeld
van den heer Mendels was nog zoo
kwaad niet: als de minister eens
de fouten in allerlei wetten ging ka
lefateren Zoo iels kan tusschen de
buitjes door.
Een gelukkig verschijnsel was het
dat niemand wilde repliceeren. De
eindspuit komt er dus in, al is er
van gereedkomen voor Kerstmis geen
sprake meer.
Eerste Kamer.
De Eerste Kamer zal 27 dezer
's namiddags halftwee bijeenkomen tot
stellendewoorden zijner dochter. Het
gevoel van onmacht tegenover den
jongen, voornamen en nog boven
dien gewapenden man werkte als
verlammend op de krachtetooze le
dematen.
„Ik kan niet meer" zei hij plot
seling, staan blijvend, toen zij reeds in
de nabijheid hunner woning waren,
„ik moet hem zeggen, dat hij een
schurk is.
„Wat scheelt u, vader!" riep Wal
ly, toen zij nu zag, dat zijn gelaat
doodsbleek was geworden.
Hij wees op den officier, die in de
verte ook was blijven staan.
„Ha," zei hij tandenknarsend, „hij
waagt zich niet dichterbij. Mijnheer
de Graaf is de lafaard."
„Vader, het is de Graaf niet. Om
's Hemels wil, wat scheelt u
„De Graaf niet? Wie dan? [ok
me niet voor, meisje
„Zie dan toch goed, vader, het
is een vreemde. Leun op mij, u is
ziek."
Wildenfels had zich nu kunnen
overtuigen, dat hij zich vergist had.
Baron Trost, wiens nieuwsgierigheid
den ouden heer zoo had opgewon
het onderzoeken in de afdeelingen
van die fnofdstukken der Staalsbe-
groofing, welke 1 fanuari in werking
inoefen treden. Den 26en zou dan
de Indische begrooting voor 1914 in
behandeling komen.
Ambtenaren post en telegrafie.
Aan de leden der Tweede Kamer
is gezonden een afschrift van een
adres aan den minister van water
staat, door de besturen van alle ver-
eenigingen van het hoogere perso-
neel der posterijen en telegrafie. In
dat adres schrijven ambtenaren, dat
zij overtuigd zijn van de dringende
noodzakelijkheid eener algemeene
herziening van de positie der hoogere
ambtenaren, en zich dus wenden tot
den minister met het eerbiedig ver
zoek, alsnog te willen bevorderen,
dat deze herziening worde opgeno
men in de bij de memorie van ant
woord der waterstaatsbegrooting
voor 1914 toegezegde suppletoire be
grooting voor de overige categoriën,
aangezien naar aller overtuiging een
regeling voor het geheele personeel
verre is te verkiezen boven herhaal
de partieele herzieningen.
Oorlogsvoorraden.
Het „Handelsblad" bespreekt in
een uitvoerig artikel, dat bij de arti
kelen 179(i), 181 en 182 der oorlogs-
begrooting min of meer belangrijke
sommen aangevraagd worden voor
het opleggen van oorlogsvoorwaarden
en ter voorbereiding van een eventu-
eele approviandeering der stelling,
in de eerste plaats wordt besproken
de voorraad turf, waar nu ieder jaar
maar bijkomt er. niets afgaat, daar
vroegere afnemers de turf niet meer
wenschten tengevolge van de mindere
verbrandingswaarde. Het blad vraagt
of de opgelegde waarde weer bij
eenvoudige» hamerslag van den Ka
merpresident dit jaar met f 128.000 zal
worden vermeerderd.
Na de drinkwatervoorziening te
hebben besproken komt het blad tot
het onderwerp het bouwen van een
graansilo met meelmolen. De geheele
geschiedenis van de verschillende
commissiën wordt nagegaan, die alle
dit onderwerp hebben bestudeerd en
rappo t uitgebracht, waarbij bleek
dat 11'/a miliioen noodig zou zijn,
waarvan 7'/a miliioen voor de op
richting van een Rijksmeelfabriek.
Het blad besluit zijn beschouwin
gen als volgt: „Het schijnt ons
moeilijk toe bij de behandeling der
oorlogsbegrooiing tijd te vinden om
na te gaan op welke wijze, niet
alleen de approviandering der stel
ling van Amsterdam, maar de kwestie
der oorlogsvoorraden in 't algemeen
tot een bevredigende oplossing zou
zijn te brengen.
Wij zouden er de voorkeur aan
den was kleiner dan de Graaf en de
straatlantaarn bescheen nu zijn ge
laat. Wildenfels liet zich door zijn
dochjer in huis geleiden. Zijn toorn
was wat bedaard, maar de opge
wondenheid toch nog zoo groot, dat
hij vermoeid op de sofa neerviel en
alle ledematen trilden.
Waliy bracht hem een verfrissching,
maar ofschoon zij hem bezwoer, zich
eerst te herstellen en wat kalmer te
worden, wilde hij, dat zij hem zei
wat er gebeurd was.
Wally moest gehoorzamen, maar
hoeveel moeite zij ook deed, het ge
beurde verschoonend te vertellen,
kleurde z ch toch het gelaat van haar
vader donkerrood, toen hij hoorde,
dat de Oraaf in den winkel was ge
weest. Hij lachte bitter, toen zij ver
telde, hoe Wolfgang voor haar was
opgekomen. „Die eerlooze kerel,"
zei nij. „Met zijn mooie trassen heeft
hij jou, argeloos kind, wat voor gelo
gen, om zijn schandelijke daad nog
te verontschuldigen.
(Wordt vervolgd.)