Vlissinpehe Courant BIJVOEGSEL Gemeenteraad. Donderdag 4 December 1913, No. 281. VAN DE VAN Zitting van Donderdag 4 December, des middags 2 uur. Voorzitter de heer jhr. mr. Van Doorn van Koudekerke. Tegenwoordig 16 leden. Afwezig de heeren Van de Putte en Stuart met kennisgeving. Verder de heer Staverman (die eerst te half vier tegenwoordig kan zijn). De notulen van het verhandelde in de vorige vergadering werden goedgekeurd. Hierna werden verschillende mede- deelingen gedaan, w. o. goedkeuring van genomen raadsbesluiten. Verder een Kon. besluit waarbij aan de gemeente Vlissingen tot 1 September 1918 vrijstelling is ver leend van de verplichting tot oprich ting van een gymnasium. Nog werd medegedeeld dat de minister van binnenlandsche zaken er in berust, dat het onderwijs in de staatsinrichting aan de Hoogere Bur gerschool alhier voor den cursus 1913—1914 wordt opgedragen aan den heer A. Veenstra. Het bestuur der afdeeling Zeeland van den Ned. Bond van gemeente ambtenaren heeft een uitvoerig schrij ven aan den gemeenteraad gezonden, waarin er op gewezen wordt dat hoewel de jaarwedden van genoegzaam alle ambtenaren van rijk, provincie en ook van sommige gemeente-ambte naren in den laatsten tijd niet onbe langrijk zijn verhoogd, dit van de ambtenaren ter secretarie helaas niet altijd kan worden gezegd. In het adres wordt dan het ge wichtige en omvangrijke werk van de secretarie-ambtenaren breedvoe rig uiteengezet en ten slotte de hoop uitgesproken, dat de gemeenteraad overtuigd zal zijn van de groote bil lijkheid, om de jaarwedden van de ambtenaren ter secretarie opnieuw te regelen. Voorts werd nog mededeeling ge daan van een Kon. besluit waarbij aan H. J. Tichelman, ontvanger der invoerrechten en accijnzen en secre taris van den armenraad alhier, tot wederopzeggings machtiging wordt verleend, om tegelijk met vermelde betrekkingen, te bekleeden het ambt van wethouder der gemeente Vlis singen. Door den grafdelver M. Kuzee wordt in een adres medegedeeld dat hij thans f 600 jaarwedde heeft, doch dat hij tengevolge van de steeds toe nemende werkzaamheden voor de gemeente f 1100 tot f 1200 per jaar verdient. Al deze mededeelingen werden voor kennisgeving aangenomen. Onder de ingekomen stukken was het adres van ouders van leerlingen der H. B. School en Handelsschool, waarin de wensch wordt uitgespro ken dat de heer J. Coster nog langen tijd aan het hoofd van deze inrich tingen mag staan. Dit adres hebben wij reeds vroe ger in zijn geheel opgenomen. Daar inmiddels het rapport der raadscommissie is verschenen, werd het adres voor kennisgeving aange nomen. Door K. L. Louwerse is een adres ingediend, waarin hij beleefd verzoekt in aanmerking te mogen komen voor het verrichten van werkzaamheden voor de gemeente, bestaande in het vegen enz. van de schoorsteenen van scholen en andere gemeente-gebou wen. Dit werd gesteld in handen van den gemeerte-bouwmeesterom daar op te letten. Overgelegd werd daarna het rap port der commissie in zake de zaak J. Coster. Dit rapport is elders in ons blad opgenomen. De voorzitter stelde voor het rap port van notificatie aan te nemen en de bijlagen ter visie te leggen voor de raadsleden en de commissie van toezicht op het middelbaar onder wijs. De heer Van Raalte zeide dat de commissie het gelukkig acht dat deze onverkwikkelijke zaak tot een goed eind is gebracht. Hij bracht dank aan Burg. en Weth. voor de wijze waarop zij de taak der commissie gemakkelijk heeft gemaakt door inzage te geven van alle gewenschte stukken en ge gevens. De eommissie heeft daarbij tevens den indruk gekregen, dat de administratie ten stadhuize zoo ac curaat mogelijk in orde is. Verder bracht hij hulde aan den heer Coster die zoo mannelijk is geweest zijn ongelijk te erkennen en bovendien aan den ijverigen secretaris der com missie, den heer mr. 11. J. Bunschoten. De leden gaven blijk van instem ming met deze woorden. De voorzitter bracht onder alge- meene instemming der vergadering dank aan de commissie voor hare veelomvattende werkzaamheden om deze zaak tot een goed einde te brengen. Nog deelde de voorzitter mede dat de wethouder van onderwijs gereed is met zijn rapport op het adres van den Bond van Ned. Onderwijzers inzake kleineie klassen op de open bare scholen. Burg. en Weth. hebben nog geen tijd gehad dit rapport te bestudeeren. Aan den heer A. de Mol werd, overeenkomstig zijn verzoek met in gang van 1 Februari 1914 eervol ontslag verleend als onderwijzer aan de openbare school A. alhier. Tet lid van het Burgerlijk Armbe stuur werd benoemd de heer F. C. Wijsveld met wien was aanbevolen de heer W. Schmidt. Tot lid van de Zeemans- en Vis- schersbeurs werd benoemd de heer A. J. van Ockenburg, aftredend lid. De heer Huson vroeg of het niet wenschelijk was de commissie uitte breiden met een der leden van het fonds. De voorzitter merkte op dat het reglement dit verbiedt, doch dat na tuurlijk een voorstel gedaan kan wor den tot herziening van het reglement. Verder werden benoemd tot regen ten van het Burger weeshuis mevr. A. C. Frijling—van Putten, mede was aanbevolen mevr. J. E. J. de Koning- Dhont en tot regent de heer N. Kamminga, met wien was aanbevolen de heer O. Jurry. Tot regent van het gasthuis werd benoemd de heer M. Laernoes. Nog was aanbevolen de heer R. G. van Nieuwkuyk en tot regentes mevr. J. H. Tahna—Maathuis, terwijl mede was aanbevolen mej. J. Peters. Deze benoemingen betroffen uit sluitend aftredende leden. Door het R. K. Parochiaal Arm- en Weesbestuur alhier is tot den raad het verzoek gericht tot afstand in koop van een perceel grond gelegen aan de Van Dishoeckstraat, ter op pervlakte van 2028 M2., zulks tot uitbreiding van het St. Joseph Zieken huis. Dit terrein is onder meer bij raads besluit van 25 Juni 1909 bestemd tot vestiging daarop van een openbare lagere school. Het wil Burg. en Weth. evenwel voorkomen, dat de grond voor dit doel minder geschikt is wegens de nabijheid van een fabriek, zoodat tegen den verkoop volgens hen geen bezwaren bestaan. Burg. en Weth. stellen derhalve voor het aangevraagde stuk grond tegen f 1.50 per Ml te verkoopen, alzoo voor een som van f 3042, be nevens f 424 voor trottoirkosten, op welk voorstel de commissie voor de financiën gunstig adviseert. Alzoo besloten zonder discussie of hoofdelijke stemming. Het voorstel betreffende pensionee ring van gemeente ambtenaren werd aangehouden tot het eind der zitting, aangezien de heer Staverman een amendement heeft ingediend en hij voor half vier niet in de zitting kan aanwezig zijn. Dit werd goedgevonden. Naar aanleiding van het om prae- advies in handen van Burg. en Weth. gesteld adres van mej. W. S. van de Sande, weduwe van wijlen S. L. Masclee, in leven plantsoenwachter in dienst der gemeente, merken Burg. en Weth. op dat adressante de eeiste is, die van de met 1 October jl. in werking getreden weduwenwet voor de gemeente-ambtenaren zal kunnen profiteeren. Immers haar overleden echtgenoot was op 1 Oct. jl. nog in dienst bij de gemeente. Hoewel met het oog op den lagen pensioensgrondslag van haar overle den echtgenoot het bedrag van het pensioen gering zal zijn en niet vol doende voor haar levensonderhoud, achten Burg. en Weth. het bezwaar lijk om dit vanwege de gemeente aan te vullen, daar het een antecedent voor soortgelijke gevallen in de toe komst zoude opleveren. Burg. en Weth. stellen dus voor aan adressante te kennen te geven, dat zij zich voor het bekomen van pensioen krachtens de weduwenwet voor de gemeente-ambtenaren tot het departement van financiën zal hebben te wenden. Conform dit voorstel werd besloten. Door de onderwijzeressen in de nuttige handwerken, mej. K. E. van den Berge e, a., is het verzoek ge daan om hare jaarwedden in ver band met dienstjaren periodiek te verhoogen, met dien verstande dat het maximum op f40 per wekelijksch lesuur worde bepaald. Dit adres werd in de vorige ver gadering oin prae-advies in handen van Burg. en Weth. gesteld. Omtrent bedoeld adres hebben Burg. en Weth. een schrijven ont vangen van de hoofden, waarbij in williging van het verzoek van adres santen wordt aanbevolen. Ook Burg. en Weth. komt het re quest billijk voor, daar eveneens de andere leerkrachten bij het onderwijs periodieke verhooging wordt toege kend. Burg. en Weth. stellen daarom voor om op het adres gunstig te be schikken en de verhooging te bepa len als volgtbij aanstelling f 25, na 2 jaren dienst f 30, na 4 jaren f 35 en na 6 jaren f40. Indien de raad zich hiermede kan vereenigen, dan achten Burg. en Weth. het wenschelijk de verorde ning op de jaarwedden, zooals die luidt ook in verband met de in de voiige vergadering vastgestelde wijzi gingen opnieuw vast te stellen en ter goekeuring in te zenden aan Ged. Staten. De commissie voor de financiën adviseert om de regeling der perio dieke verhooging ook toe te passen op de klasse-onderwijzeressen die handwerkonderwijs geven buiten de gewone uren. Het voorstel van de commissie voor de financiën wordt door Burg. en Weth. overgenomen. De heer Van Hal zeide dat het hem getroffen heeft, dat het adres door slechts 16 van de 80 onderwijzeres sen is geteekend. Hij is er zeker van dat wanneer eerst was geinformeerd bij de betrokken onderwijzeressen of bij de vakvereeniging zeker andere eischen zouden vernomen zijn. Hij wees op het inspannend en nuttige van het handwerkonderwijs en hij zou gaarne zien dat het minstens ge lijk werd gesteld met de belooning voor herhalingsonderwijs. Hij zou dus voor willen stellen dat het onderwijs in de nuttige hand werken wordt beloond met f 50 per wekelijksch lesuur. De heer Auer zeide dat dit adres niet door alle ondei wijzeressen is ge teekend, omdat velen wisten dat een herziening van de jaarwedden aan de orde zou worden gesteld. Hij wees er op, dat het herhalings-on- derwijs met f 1,50 per wekelijksch lesuur wordt betaald, doch dat is avondwerk. De heer Rottier vroeg of niet in overweging kon worden genomen het handwerkonderwijs op te dragen aan vakonderwijzeressen, evenals dit bij de gymnastiek gebeurt. Het zou allicht het onderwijs ten goede komen. De heer Auer zeide dat het moei lijk zal gaan om aan het verzoek van den heer Rottier te voldoen. Dan zouden te veel vak-onderwij zeressen aangesteld moeten worden. De heer Rottier was door het ant woord van den heer Auer niet be vredigd. De heer Lindeijer wees er op dat de vraag van den heer Rottier eigen lijk geen zin heeft. Alle onderwijze ressen die thans handwerkonderwijs geven, hebben daarvoor bevoegdheid en een andere bevoegdheid is er niet. Het voorstel van den heer Van Hal om de jaarwedde van de handwerk- onderwijzeressen op f 50 per weke lijksch te bepalen werd verworpen met 13 tegen 3 stemmen, die van de heeren Van Hal, Lindeijer endeMeij, waarna het voorstel van Burg. en Weth. zonder hoofdelijke stemming werd aangenomen. In verband met het bij de behan deling der gemeente-begrooting te kennen gegeven verlangen om een vaste regeling te treffen omtrent het aantal verlofdagen dat aan de ge meente werklieden jaarlijks kan wor den toegekend, zeggen Burg. en Weth. dat zij het billijk achten om aan de gemeente-werklieden toe te kennen een 10 tal vrije dagen met behoud van loon, waarvan 6 achter elkaar kunnen worden verleend. Deze laatste moeten 14 dagen te voren worden aangevraagd aan het betrokken hoofd van dienst, opdat een regeling van werkzaamheden kan worden getroffen. Het hoofd van dienst moet in een register hiervan aanteekening houden, terwijl het recht blijft voorbehouden om de aanvrage te weigeren als de belangen van den dienst het verleenen van verlof op een gegeven tijdstip verhinderen. Teneinde deze regeling met 1 Januari a.s. te kunnen laten doorgaan, stellen Burg. en Weth. voor deze bepalingen in een speciaal raadsbe- stuur op te nemen, in afwachting van de totstandkoming van het werklie- denreglement, waar zij eigenaardig thuis behooren. De heerMerckens zeide, nu er voor een groote categorie van personen van het goede voorstel van Burg. en Weth. kunnen genieten, zou hij een dergelijk voorrecht ook willen uit breiden tot een andere categorie, nl. de politiie-agenten. De voorzitter zeide dat de agenten een vrije dag om de S dagen hebben en hij zou het verzoek van den heer Merckens in overweging willen nemen. De heer Manse vroeg wanneer het werklieden-reglement kan worden tegemoet gezien en tevens drong hij aan opeen reglement voor de rechts positie van de gemeente-ambtenaren. De heer Laernoes wees er op dat de heer Staverman in de financieele commissie er op heeft aangedrongen dat er 6 verlofdagen per jaar ach tereen genomen moeten worden, dat acht hij in het belang van de werk lieden. De heer Tichelman achtte dit niet noodig. Voor hem zijn bijv. verlof dagen altijd compagnedagen omdat hij dan meer uitgaat en op zijn ze nuwen en boven zijn krachten leeft. De heer De Meij zeide dat wanneer verlofdagen voor den heer Tichelman campagnedagen zijn, dit pleit voor de gemakkelijke betrekking welke hij heeft. (Gelach.) Voor spreker zijn verlofdagen wel degelijk dagen van ontspanning. Hij voelt dan ook wel iets voor het voorstel van den heer Laernoes, doch in afwachting van een later te maken definitieve regeling zal hij thans geen voorstel doen. Het voorstel van Burg. en Weth. werd daarna goedgekeurd. De politiewacht aan de buitenhaven nabij de overdekte hal verkeert in zeer slechten toestand, hetgeen vooral duidelijk is gebleken toen dit ge bouwtje onlangs moest worden ver plaatst, in verband met de uitbreiding van een der dienstgebouwen van de Staatsspoor, De gelegenheid heeft zich thans aangeboden om een geschikt gebouwtje over te nemen van C. H. M Strack van Schijndel, voorheen alhier woon achtig, hetwelk na eenige noodzake lijke herstellingen zeer goed voor politiewacht te gebruiken zal zijn. Het tegenwoordige gebouwtje aan de Buitenhaven zal dan gesloopt kun nen worden. De gevraagde koopsom van f 100 komt Burg. en Weth. billijk voor, doch bovendien moet worden gerekend op f 140,35 voor reparatiewerken, meu bileering, gasaanleg enz. Burg. en Weth. stellen voor tot dezen aankoop te besluiten en hun een crediet te verleenen tot bovenge noemd bedrag. De commissie voor de financiën adviseert tot aanneming van het voor stel van Burg. en Weth. Alzoo werd besloten. sfc Door Burg. en Weth. wordt voor gesteld tot vaststelling van verorde ningen op de commissie van bijstand voor de groente- en fruitveiling, als mede krachtens art. 114 bis der ge meentewet op het bedrijf der gemeen telijke groente- en fruitveiling en tot vaststelling van een huishoudelijk reglement. Deze verordeningen werden zonder discussie of hoofdelijke stemming goedgekeurd. Overeenkomstig het voorstel van Burg. en Weth. werd besloten de duur der tijdelijke geldleening van f 10.000 ten behoeve der groente-en fruitveiling, welke was aangegaan tot 31 December 1913 te verlengen tot 31 December 1914. De heer Lindeijer vroeg eenige in lichtingen aangaande deze geldlee ning, welke inlichtingen door den voorzitter werden gegeven. De heer Lindeijer was door de ge geven inlichtingen niet bevredigd. Na de nadere toelichting van den heer Kalbfleisch werd het voorstel van Burg. en Weth. aangenomen. Met het oog op de bepalingen van de wet van 20 Juni 1913, bieden B. en W. een voorstel aan tot wijziging der verordening, regelende de open stelling voor het publiek van het Bureau van den Burgerlijken Stand. De bedoeling is om de Zondagsrust van de ambtenaren van den Burger lijken stand zooveel als eenigszins mogelijk is te bevorderen en het bureau op Zon- en feestdagen alleen in zeer bijzondere gevallen open te stellen. Burg. en Weth. stellen voor aan een desbetreffende concept-besluit goed keuring te hechten. Alzoo werd besloten. Zeemans- en Visschersbeurs. Bij besluit van den gemeenteraad van 17 Januari j.l. werd vastgesteld een wijziging der verordening op het beheer van en de deelneming aan het Fonds van de Zeemans- en Vis- schersbeurs, waarbij o.a. aan artikel 5 een 4e lid werd toegevoegd, bepa lende dat onder het kapitaal van het Fonds verstaan werd een bedrag van f 62.302,20, zulks onverminderd de waarde der Zeemanserve. De commissie voor het Fonds heeft aan Burg. en Weth. evenwel mede gedeeld, dat steeds de bedoeling heeft voorgezeten dat in bovengenoemd cijfer ook begrepen zou zijn de waarde der Zeemanserve, aangezien deze een onderdeel uitmaakt van de bezittingen der Beurs, vormende het kapitaal dat in 1858 te boek stond voor f 62.302,20. Burg. en Weth. stellen mitsdien voor, om met wijziging in zooverre van het laadsbesluit van 17 Januari jl. in art. 5 vierde lid (nieuw) in plaats van de woorden „zulks on verminderd de waarde der Zeemans erve" te lezeri„met inbegrip van de waarde der Zeemanserve". Voorts kunnen Burg. en Weth, mededeelen dat, blijkens een schrijven van de commissie voor het Fonds, overeenkomstig de door den heer G. Mannoury gemaakte wiskundige berekeningen, aan de trekkende leden thans 40 pet. zal kunnen worden uitgekeerd. Daar de wijzigingen in het reglement volgens het raadsbesluit van 17 Januari jl. op 1 Januari 1913 gerekend worden te zijn ingegaan, kan aan de trekkers over het laatste kwartaal tevens de verhooging over de drie vorige kwartalen worden uit gekeerd, zoodat zij voor eenmaal 65 pet. ontvangen. Veigende kwartalen zal de uitkeering dan weder 40 pet, bedragen, terwijl in de toekomst ver hooging waarschijnlijk is. Teneinde den financieelen toestand van het Fonds na te gaan, is het wenschelijk, dat om de vijf jaar een wiskundige berekening van den stand van zaken wordt opgemaakt, waartoe de commissie zich voorstelt, alsdan geregeld over te gaan. Dit voorstel werd gunstig geadvi seerd door de commissie voor de. financiën. De heer Merckens zeide dat niet voldaan is aan het verzoek om een vast bedrag te bepalen voor alle trekkers. Als nu iedere vijf jaar een berekening moet worden gemaakt weten de deelnemers nog niet waarop zij kunnen rekenen. Hij zou daarom willen voorstellen het bedrag op 40 pet. vast te stellen en niet om de 5 jaar te gaan rekenen. De heer Heer Auer zeide dat het absoluut onmogelijk is voor dit fonds een vaste som van 40 pet. te be palen. Daarvoor is het aantal deel nemers te gering. Dit zou alleen kunnen als het fonds werd overge dragen aan een levensverzekering. De heer de Meij waarschuwde op het denkbeeld van den heer Merckens in te gaan. Hij zeide dat hij met de re kening van den heer Mannoury aan den veiligen kant is waardoor dus de mogelijkheid bestaat dat later iets meer zal kunnen worden uitge keerd. Het veiligst is dus de conclu sie van het rapport aan te nemen en om de 5 jaar een nieuwe rekening te maken. Door dit rapport te aan vaarden redeneeren wij consequent door op het destijds door den raad genomen besluit. De heer Merckens zeide dat door het rapport van den heer Mannoury niet wordt voldaan aan het besluit van den raad om alle trekkers even wel te geven. Alvorens dus een ongelijke uitkee ring aan de trekkers te geven, zou hij willen vragen aan een soliede le vensverzekering-maatschappij hoe veel uitkeering deze zou willen geven. Dan kan naderhand worden uitge maakt of op dit voorstel zal worden ingegaan. De heer De Meij was er voor de conclusie van het rapport althans voorloopig te aanvaarden. Later kan over het voorstel van den heer Merckens altijd worden ge praat. Thans dienen in de allereerste plaats de trekkers te worden gehol pen, die daarop kunnen rekenen. De heer Merckens wees er op dat hij alleen zou willen besluiten de trekkers 40 pet. te geven en over de herziening der rekening over 5 jaren geen besluit te nemen. De heer Van Raalte kan zich ge heel met het voorstel van Burg. en Weth. vereenigen, vooral na de dui delijke toelichting door den heer De

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1913 | | pagina 1