AK de No 285 51 e Jaargang. 1913. ms, Qf Dinsdag 2 December KAMEROVERZICHT Se Strijd en een Gravsnkroen, 'RAGEN thode Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen. j| TELEFOONNUMMER 10. FEUILLETON BINNENLAND fibonnemsnts- Hduerienfiën op zeer uoordeelige uoorioaarden. k VLISSINGSCHE COURANT voor Hö ten. ingen bij Ictisch ge- i, iedere der rabat, •dt twee- E QASFA- bet opne- oekhouding per week, es onnoodig s. een nette te worden DE Jr. Drukkerij Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post l.SO. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij de Uitgevers Firma F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58. ADVERTENT1ËNvan 1—4 regels 0.40. Voor elke regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie, wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Groote letters en clichés naar plaatsruimte. Vergadering van Maandag. Algemeen debat. Niemand van de aanwezige leden scheen lust te hebben het eerste schol af te vuren, toen na herhaald ge roep van den voorzitter, de heer de Savornin Lohman zich uit zijn bank verhief. Hij legde aan en mikte op zijn doelde gelijkstelling van openbaar en bijzonder onderwijs. Van af 1795 werd de geschiedenis opgehaald, hoe uit de Fransche revolu tie de vrijzinnigheid ontstaande, hoe de anti-religieuse strooming aanzwol, waardoor de strijd tusschen openbaar en bijzonder onderwijs werd aange wakkerd. De stelling, die uit de rede van den heer de Savornin Lohman kristalliseerde was deze de vrijzin nigen hebben nimmer hun oude be ginselen om geen geld uit de staats kas toe te staan voor bijzonder on derwijs laten varen. Wel hebben zij nu en dan onder den aandrang eener meerderheid van hun tegenstanders, het hoofd gebogen en toenadering betoond, doch nauwelijks leek het te gaan in de richting van gelijk stelling of hun oude beginselen her leefden en zq riepen het volk op tegen de aanvallen die gericht waren op de alleenheerschappij der open bare school. Het sterkst heeft zich dat gedemonstreerd in 1905 en ook thans bij de jongste verkiezingen diende het voorstel-Heemskerk in zake- de grondwetsherziening als schrikbeeld voor al wat vrijzinnig was. Maar aan den eisch des rechts zal ten slotte voldaan worden en moeten worden. Tijdelijk, maar niet op den duur, kan het recht onderdrukt wor den. Wanneer de nieuwe regeering, aldus besloot de heer de Savornin Lohman zijn rede, wil streven naar een oplossing der schoolkwestie, naar een pacificatie van den altijd weer opvlammenden schoolstrijd, dan zal zij met haar staatscommissie niet verder komen, indien deze de kwestie alleen als een financieele blijft be schouwen. Het hart van de kwestie is er niet een van meer of minder finan- cieelen steun, doch van recht, het recht dat de bijzondere school als de gelijke zal worden beschouwd van de openbare. Terloops waar het te pas kwam, roerde de leider der Christelijk His- torischen de politieke vraagstukken van den laatsten tijd aan. Zeer eigen aardig en opzienbarend was zijn hulde aan de sociaal-democraten, omdat zij hun beginselen niet hadden verzaakt en niet hadden willen zitting nemen naast hun tegenstanders, de mannen van het kapitalisme. En daarbij sprak de heer Lohman deze gedenkwaardige woorden de sociaal-democraten heb Roman van G. H. v. D. (N&drnk ver bode*.) 53). o— „Ja, u hebt de trekken van het ge slacht," herhaalde de houtvester, „de graaf heeft het ook bemerkt. U moet weteneen Wildenfels, een eerstge boren zoon der familie, die het ge slacht schande heeft aangedaan, is ongeveer honderd jaar geleden de wijde wereld ingegaan en verdwe nen. Zijn erfenis is de familie ten deel gevallen, nadat alle navorschingen uitwezen, dat hij geen wettige erf genamen had nagelaten. Hij moet een onwettigen zoon gehad hebben, maar ook die was niet te vinden, anders zou de grafelijke familie het voor haar eereplicht hebben gehou den, hem te ondersteunen. Zoo dacht de vader, zoo dacht de zoon. De graaf vertelde mij nu eenigen tijd geleden, dat men hem een anonie- men dreigbrief had gezonden, dat er ben een ideaai, een heerlijk ideaal en wanneer ik niet zeker wist, dat dit ideaal ook langs den weg van het Christendom was te bereiken, met behoud van ieder's individueele vrij heid, ik zou mij bij de sociaal-demo craten kunnen aansluiten. De overige punten van politieke strekking zullen in den loop dezer dagen nog veel uitvoeringer worden behandeld, dan de heer Lohman deed, zoodat wij daarop nog wel nader zuilen terugkomen. Reeds begon de heer van Wijnber gen aan de uitwerking daarvan. Deze afgevaardigde wilde weten in hoe verre de concentratie was aangemoe digd, gesteund en beheerscht door de Vrijmetselaarsloge. Hij gaf citaten om aan te toonen, dat in de kringen van de loge met groote kracht tegen de coalitie was opgetreden. Vervolgens betoogde hij, dat alvo rens de concentratie den verkiezings strijd aanvaardde, zij kon weten dat de steun en de medewerking der sociaal-democraten voor haar onont beerlijk zou zijn. Dat zij zelfstandig 51 zetels zou weten te bemachtigen, was een onmogelijk optimisme. Zij wist dus vooruit, dat zij in het netelig parket zou geraken, waarin zij ten slotte geraakte. Heden zet de heer van Wijnber gen zijn oppositie-rede voort. Avondvergadering. De belangstelling op de tribunes en in de Kamer zelf gold waar schijnlijk niet de begrooting van buitenlandsehe zaken. Zeer velen waien benieuwd, hoe het we! zou staan, dat de presidentstoel werd in genomen door den leider der soci aal-democraten. Die nieuwsgierigheid was gauw bevredigd. Mr. Troelstra zat er op zijn gemak, als of hij er al jaren de taak had vervuld. Buiten de minder belangrijke pun ten die jaar-in jaar uit om hetzelfde draaien, meer gezantschappen, meer consuls enz., concentreerde de dis cussie zich voornamelijk om het vraagstuk der vredesbeweging. Er zijn optimisten en pessimisten wat betreft de resultaten dezer bewe ging. De nieuwe minister schijnt tot de laatsten te behooren. Van ver schillende zijden werd aandrang ge oefend opdat de regeering meer krachtdadig de beweging zal steu nen. Verwacht de regeering geen heil van deze beweging? Ze zal toch inzien, dat de actie zal moeten kwijnen zonder moreelen en finan- cieelen steun van den staat. Het antwoord van den minister wordt dus alleen met belangstelling tege moet gezien. Een uitvoerig en naargeestig re laas gaf de heer Kleerekoper van de onmenschelijke behandeling waar erfgenamen waren van dien verdwe- nene, die hun vermogen zouden te- rugeischen. Nu had hij wel een bur gerlijke familie ontdekt, die zich Wil denfels noemde, maar deze had het tegen zijn oudsten zoon ontkend, dat zij er aan dacht, aanspraken te doen gelden. Daarop heeft nu de graaf u, mijnheer Wildenfels, hierheen ont boden. Zijn eenige twijfel was, of gij toch niet dien brief geschreven hadt of hadt laten schrijven billijke aanspraken wil hij vervullen, bedrei gingen negeeren. Meer weet ik van de zaak niet, dan dat de graaf mij gisteren nog zei, dat ik moest op letten, of u in betrekking stond tot den vreemdeling op het slot. Dit is alles. Ik weet, dat hij het zeer goed met u meent, daarom zeg ik, wacht af, wat hij van het optreden van zijn zoon zegt." De houtvester had nauwelijks uit gesproken toen deze beslissing ook reeds kwam. Een bediende van het slot bracht een briefje aan Kroneck, waarin een tweede gesloten was aan Benno. Den houtvester werd bericht, dat graaf Wildenfels den beeldhouwer aan de staatkundige gevangenen in Rusiand bioot staan, met de bedoe ling alle partijen op te wekken tot steun aan het protest der sociaal democraten. Het relaas was zoo lang dat de voorzitter htm tot tweemaal toe tot kortheid moest aanmanen. Ten slotte gaf Je heer Limburg een uitvoerige beschouwing van het internationale privaatrecht. Hulaebelooging voor Oud-Minister Talma. De groote zaal van den Gilden bond te Tilburg was Zondag veel te klein, zoodat men gedwongen was slechts een beperkt aantal toegangs bewijzen uit te geven. Van de 10.000 leden der vereenigingen, die aan de huldebetooging deelnamen, konden er slechts ruim 1600 een plaatsje in de zaai bemachtigen- Alles was ech ter uitstekend geregeld, zoodat, toen de heer Th. de Vrieze om circa half zeven de vergadering opende, er de volmaakste orde heerschte. Ais voorzitter der R. K. Handels- reizigers-Vereeniging, van wie het initiatief was uitgegaan, heette de heer de Vrieze allen welkom en dar.kte in het bijzonder mr. dr. Jan van Bést, voor de bereidwilligheid, om het woord te voeren. In het kort zette hij nog even de reden dezer grootsche betooging uiteen, die met een hulde aan oud-minister Talma tevens een protest zou zijn tegen den lagen en bedriegelijken verkie zingsstrijd van di&en zomer. Na medegedeeld te hebben, dat berich ten van verhindering waren ontvan gen van de Kamerleden Arts,Bo- gaardt en Van den Bergh van Heem stede. las hij het volgende telegram voor, dat aan H. M. de Koningin werd verzonden „1600 afgevaardigden der 50 ver eenigingen, tellende 10.000 leden, met vele andere belangstellenden, vergaderd tot huldiging van oud minister Talma, brengen Uwe Majes teit eerbiedige hulde, met .verzeke ring van hun onwankelbare trouw aan Uwe Majesteit, en Uw Door luchtig Huis." De Liedertafel „St. Caecillia" zong vervolgens met koperbegeleiding der N. K. Harmonie het „Bondslied" der Handelsreizigers en daarna het „Do- mine salvam fac regieam nostram", van Giesen. Hierop was het woord aan mr. dr. J. van Best, die onder applaus het podium betrad. Zijn eigenlijke rede aanvangend, somde spreker de districten op, waar rechts op 18 en 25 Juni bij den ver kiezingsstrijd de nederlaag heeft ge- ieden. onthief van zijn opdracht. Benno kreeg een kort, koel beleefd schrij ven, waarin de graaf verklaarde, van zijn werk te moeten afzien. In den brief was een banknoot van vijftig daalder gesloten als „schadeloosstel ling voor gemaakte moeite en ver goeding der reiskosten". Het gelaat van den houtvester toon de groote teleurstelling, maar ook schrik. Hij scheen er berouw over te hebben, dat hij den jongen beeld houwer vertrouwelijke mededeelin- gen had gedaan, maar nog duidelij ker dan bij hem verrieden ook de trekken der houtvestersvrouw twij fel, of de hardheid van den graaf niet onrechtvaardig was. Martha's oogen vulden zich met tranenzij verbleekte, toen Benno verontwaardigd opsprong en de bank noten op tafel wierp, alsof hij vrees de, er zich mee te bezoedelen. „Dat is slecht van den graaf," riep het jonge meisje en nu gloeide haar gelaat weer, „ik zal het hem in zijn gezicht zeggen De houtvester waagde het niet, er mee in te stemmen, maar dat hij i zoowel als zijn vrouw op Benno's Na dit alles breedvoerig overzien te hebben, zegt spreker, staan wij thans voor de hulde van een man, als minister Talma. Hij stelt hem aan de vergadering voor zooais hij zat en zich bewoog in de Kamer, Talma met zijn groote forsche gestalte, die kalm de woorden van hoon en spot en bittere kritiek kon aanhooren en somwijlen met een glimlach om den mond nog toeluisterde als een Duys het al te bont maakte. En als hij dan zelf het woord verkreeg, begon hij steeds kalm en bezadigd. Maar dra volgden de woorden sneller elkander en kwam beweging in hemlangza merhand steeg het bloed en met overtuiging en liefde streed hij dan voor zijn werk. Het was een genot Minister Talma in de Kamer te zien, omdat in hem leefde al het vuur, al de liefde van een Christen, omdat uit hem voortdurend de Christelijke Cbaritas sprak. Talma, zegt spreker, was een man, die den nood van het volk kende hij had gezien, hoe het modern be drijf bezig is een deel der mensch- heid ais mensch terug te dringen tus schen de raderen der machines. Hij voelde, dat er een noodstand was en moedig is hij zijn taak begonnen. Spreker gaat vervolgens de wetten na, die aan Minister Talma zijn te danken. Herhaaldelijk werd de spreker bij zijn rede door spontaan applaus on derbroken en aan het einde was het een ware ovatie. De secretaris las vervolgens de oorkonde voor, die wij reeds mede deelden.-- Nadat door „St. Caecilia" nog en kele nummers waren gezongen, sprak «Ie voorzitter het slotwoard, waarin hij onder overweldigend applaus den heer Passtoers, die eveneens ter ver gadering aanwezig was, huldigde en verder dank bracht aan de besturen van alle vereenigingen, die hadden medegewerkt om den avond zoo schitterend te doen slagen. Hij noo- digde daarbij alien uit, ook deel te nemen aan de meeting, die op 24 Januari zal worden gehouden, bij welke gelegenheid oud-minister Talma zelf het woord zal voeren over de wet op de oneerlijke concurrentie. Gisterenmiddag bracht een deputatie van de Tilburgsche organisaties, de heeren Th. de Vries, S. Broeken en P. Smits, het huldeblijk aan den oud minister Talma. De heer Talma dankte de heeren voor hun komst en erkentelijkheid voor hetgeen hij als minister in jaar heeft mogen doen. Spr. zeide dat toen de voorzitter van de hulde-commissie ten zijnen huize kwam om te vragen of het zijn instemming wegdroeg hem een huldeblijk aan te bieder, hij dit zijde waren, dat verrieden de blik ken, die zij vol verwachting op hen richtten, alsof hij het bewijs moest leveren, dat Martha gelijk had. Benno was onder den indruk van een machtig, onbeschrijfelijk gevoel. Hij zag, dat de houtvester zelf zich vergist had omtrent het karakter van den graaf, dat rr>en hem, Benno, op het slot voor een avonturier en be drieger hield en hem op de brutaal ste manier ook zoo behandelde. Door het besluit, dat de graaf genomen had, stond Benno ook voor de men- schen, die hem vertrouwen en wel willendheid hadden bewezen, als een veroordeelde, die men ontmaskerd had daar toonde een onschuldig wezen, dat zij hem meer vertrouwde dan het ooi deel van den graaf, dat zij aan zijn onschuld geloofde en hij voelde het, dat deze woorden uit een warm hart kwamen. Waarmee had hij dit vertrouwen van het lieve meisje verdiend Hij wist hei niet en juist daarom deed het hem des te weldadiger aan. „Ik dank u," zei hij diep aange daan tot Martha, die nu beschaamd en verward de oogen neersloeg, „u heeft geweigerd. Na overweging was hij tot de slotsom gekomen, dat een dergelijke betooging in de tegen woordige omstandigheden, nuhij geen politieke verantwoordelijkheid draagt, niet op haar plaats was. Dit was ook de reden, dat hij niet tegenwoordig was op de vergadering Zondag te Tiiburg gehouden. Toch is spreker zeer getroffen door deze hulde-butuiging. Hij heeft jaren onder moeilijke omstandigheden ge werkt. Hij werd echter gesteund dooi de overtuiging, dat in breede kringen onder het volk het bewustzijn leefde dat hij werkte voor het volkswelzijn. Wanneer hij dankbaar terugziet op hetgeen hij in het beiang van het volk heeft mogen doen, dan is dat niet uit zelfverheffing, maar om God te danken, voor hetgeen hij tot stand heeft mogen zien komen. Het tegenwoordig Kabinet heeft plannen ten opzichte van arbeids- verzekering, die, hetgeen onder het vorige ministerie tot stand is geko men, kruisen. Hetgeen echter ver kregen werd, kan niet wqrden teniet gedaan, indien geen rekening wordt gehouden met de verkregen rechten. De toekomst, aldus spr., is niet in onze handen of in die van de een of andere meerderheid, maar in han dden van God. De onafhankeiijkheidsfeesten te Scheveningen. H. M. de Koningin en de Z. K. H. de Prins stellen zich voor,Maandag 8 De cember, van het Loo in de residentie aan te komen en zich kort daarna naar. Schevenitiuen te begeven ter bijwoning van het planten van den Oranjeboom en op het strand nabij den gedenknaald plaats te nemen, ten einde getuige te zijn van de landing van Prins Willem. De Koninklijke familie zal deze feestelijkheden in een rijtuig volgen. Ter gelegenheid van de onafhan kelijkheidsfeesten te Scheveningen zullen de schoener (visschersvaartuig) „Dolfijn" en een torpedoboot van de Koninklijke marine bepaaldelijk bij het landingstafereel voor Scheveningen in zee aanwezig zijn. liberate Unie. De agenda van de jaarvergadering van de Liberale Unie, welke op Za terdag 20 December, des morgens te halfelf, in hotei Krasnapolsky te Am sterdam zal worden gehouden, bevat o. m. de volgende punten Verkiezing van twee leden van het hoofdbestuur. Voorstel omtrent de verdere samen werking der vrijzinnige partijen. Het hoofdbestuur stelt de volgende motie voor: „De Liberale Unie, in jaarvergadering bijeen, met groote voldoening terugziende op het feit, gelooft aari mij, zonder mij langer te kennen dan één dag, maar ik zweer u, dat u zich in mij vergist. Houtvester, ik verzoek u, dit geld aan den graaf terug te geven, ik heb het niet verdiend en aalmoezen neem ik niet aan, van hem allerminst. Ik eisch drie thaler als vergoeding voor de onkosten, die ik gehad hebik zou uw heer, hoe arm ik ook ben, ook deze schenken, maar dat zou hem beleedigen en dat is mijn be doeling niet. Maar één ding kunt u hem zeggenik zal van nu af aan er mij aan wijden, de verhoudingen te onderzoeken, die hem aanleiding geven, van mij te veronderstellen, dat ik aanspraken zou kunnen maken op zijn vermogen. Hij zelf draagt er mij letterlijk toe uit. Heb ik rechten, dan zal ik ze doen gelden, heb ik ze niet, dan zal ik hem bewijzen, dat ik nooit mij zou vergrijpen aan het goed van anderen." „Dat zal hij hooren," riep de hout vester. „Maar ik zeg ts nog eens, er steekt een misverstand achter, de graaf is een man van eer." (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1913 | | pagina 1