Maandag
ten
1 December
No 284
1913.
1
sr
mè
51e Jaargang.
ii,
BINNENLAND
FEUILLETON
3i Itiijd iin een iravinkrion.
Ijfll
II®
f
'baar bij
m
12
7.20
7.30
7.40
7.59
3.20
3.31
1.42
8.50
9.08
.45
i 33
1.47
VLSSSSNGSCHE
Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij de Uitgevers
Firma F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58.
COURANT
ADVERTENT1ËNvan 1—4 regels 0.40. Voor elke regel
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie, wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Groote
letters en clichés naar plaatsruimte.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op 2on- en Feestdagen. TELEFOONNUMMER 10. j tëbonnements- fidoertentiën op zeer uoordeelige ooorioaarden
Staatsbegrootlng.
Aan de memorie van antwoord op
het voorloopig verslag der Tweede
Kamer betreffende hoofdstuk water
staat is het volgend ontleend
Hoewel de minister met instemming
heeft kennisgenomen van de waar
deering der wijze waarop de direc
teur-generaal der posterijen en tele
grafie zijn functie vervult, welke uit
den aandrang tot verhooging van
diens traktement spreekt, bestaat
daartoe volgens zijn meening geen
aanleiding.
Het voornemen bestaat om voor
waarneming van directies gedurende
langer tijd een belooning toe te ken
nen, en tevens om ook voor de waar
neming van andere functiën, in de
lagere rangen, eenige vergoeding te
verleenen. Dit zal een onderdeel uit
maken van meer algemeene maatre
gelen, waarvan 'de overweging aan
hangig is.
De minister is voornemens de trak
tementsregeling van de klerken, tele
fonisten, adsister.ten, bestellers, kan
toorknechts en postboden, op wier
belangen in het Voorloopig Verslag
werdt gewezen, nevens die van an
dere rangen in nadere overweging te
nemen en de indiening van een sup
pletoirs begrooting te bevorderen om
de fondsen voor de verbeteringen,
welke hem noodig zullen voorkomen,
gezamenlijk aan te vragen.
Achterstelling van de vrouw vindt
in den minister geen voorstander. De
eenige reden om vrouwen in mindere
mate tot de onderscheidene betrek
kingen bij den dienst der posterijen
en telegrafie toe te laten, behoort z.
i. te liggen in de eischen van den
dienst. Vermits er bji den minister
geen bezwaar tegen Wstaat om vrou
welijke ambtenarenaan den nachtdienst
te doen deelnemen, is er ook geen
reden meer om de vrouw uit te sluiten
van het examen voor commies, ook
na den gestelden datum van 1 Januari
1914. In dien zin werden aan he*
hoofdbestuur reeds aanwijzingen
gegeven.
Zoolang uit de overschotten op de
renten der belegde gelden, na beta
ling van alle kosten der spaarbank,
niet een krachtig reservefonds is ge
vormd, kan verhooging van den ren
testandaard voor de inlagen niet in
aanmerking komen, en dit te minder
als gedacht wordt aan de belangrijke
daling van de waarde der fondsen,
waarin de gelden der spaarbank zijn
belegd.
Tegenover de uitvoerige beschou
wingen, welke in het Voorloopig
Verslag zijn gewijd aan de belangen
van het spoor- en tramwegpersoneel,
stelt de minister in het algemeen op
den voorgrond dat zoo kort na zijn
Roman van G. H. v. D.
(Nadruk verkodei.)
9
52). 0—
„Dat is niet afgesloten, maar het
schijnt, dat het niet betreden mag
worden en de zoon van den Graaf
heeft mij dat te kennen gegeven op
een wijze, die mij reden geeft, mijn
koffer te pakken en te vertrekken."
„Jonker Georg Dan gebeurde dit
zeker, omdat die jongen, Frans bij
h was. Hem is het ten strengste ver
boden, in de omgeving van het slot
te komen
„Houtvester, laat uw zoon toch bui
ten spel. Hij was er niet bij, toen de
jonge graaf mij zeer onbeleefd en
ruw gebood, heen te gaan."
„Hij was er niet bij Werkelijk
niet vroeg de houtvester onge-
loovig.
„Neen."
„Dan begrijp ik niet, waarom jonker
Georg u beleedigd heeft. Hij wist in
optreden van hem niet reeds het uit
spreken van vaststaande meeningen
in alle onderdeelen mag worden ge
vergd. Hij is aanstonds begonnen
deze belangrijke aangelegenheden met
zorg te overwegen.
Naar aanleiding van de vraag, of
hij bereid is de verbetering van de
economische positie en van de rechts
positie van het tramwegpersoneel ter
hand te nemen, deelt de minister
mede, dat de daartoe vereischte wij
ziging van de wet van 9 juli 1900
(Staatsblad nr. 118) welke intusschen
niet van eenvoudigen aard kan zijn,
in voorbereiding is genomen. Daar-
nemens wordt door den minister
overwogen, in hoeverre de regeling
van de dienst- en rusttijden, opge
nomen in art. 50 van het Tramweg-
reglement 1902, voor wijziging vat
baar zal blijken te zijn.
Voor den aankoop van terreinen
ten behoeve van de havens voor
diepgaande zeeschepen te Terneuzen
is slechts f 60,000 uitgetrokken, omdat
de onteigeningswet, waarvan het ont
werp 's ministers departement heeft
verlaten, vermoedelijk wel niet vóór
het einde van 1914 tot uitvoering zal
kunnen komen en dus de meeste ter
reinen eerst in het begin van 1915
aan het Rijk in eigendom zullen
overgaan. Als de geldmiddelen dit
toelaten, zullen echter in genoemd
jaar de werken begonnen.
De Coalitie en de Zondag.
De „Nederl." schrijft:
Wij ontvingen een programma van
de groote huldebetooging „van" oud
minister Talma, Zondag 30 Nov. door
een aantal[R.-K. Vereenigingen^.e Til
burg te houden. Met het verzoek
daarbij om tot het meewerken aan
deze betooging aan te sporen.
Wij kunnen aan dat verzoek niet
voldoen. Een dergelijke huldebetoo
ging op den Zondag, ook al is daar
een „hulde-rede" van een rechtsch
Kamerlid (dr. van Best) aan een
rechtsch minister aan verbonden,
heeft onze instemming geenszins.
En wij hebben reden om te twij
felen of zij had men den heer
Talma vooraf eens geraadpleegd
ook zijn instemming wel hebben zou.
Wij gelooven dat de oud-minister te
zeer doordrongen is van het hoog
sociaal belang der Zondagsviering
om van Zondagsheiliging nog maar
te zwijgen dan dat een dergelijke
feestbetooging, hoe goed bedoeld
ook, maar die voor zeer velen iets
anders dan rust op en heiliging van
den Zondag beteekent, zijne instem
ming zou hebben.
Militaire narichten.
Binnenkort zal een nieuwe uitgave
verschijnen van de Instructie voor
Commandeerende Officieren aan boord
geen geval, wie u bent. U moogt
niet vertrekken, de graaf zal het ge
drag van den jonker niet billijken."
„Misschien toch wel, houtvester.
In elk geval vertrek ik, want ik heb
nu de zekere overtuiging, dat men
mij niet heeft geroepen om te wer
ken, maar onugeheel andere dingen."
„Ik laat u niet gaan," antwoordde
Kroneck. „Doe mij het genoegen en
wacht tenminste tot de graat een be
slissing genomen heeft. Hij is een
braaf, rechtvaardig man en meent het
goed met u."
„Misschien naar zijn eigen idee,
misschien ook niet."
„Mijnheer Wildenfels, vertrouw
mijn woord. Ik mag niet spreken
over de geheimen der grafelijke fa
milie, maar sedert ik u gezien heb,
weet ik, waarom de graaf u hierheen
heeft geroepen, ik kan het raden.
Luister naar mijn raad; u zult er
geen berouw van hebben."
Georg glimlachte. „Ook ik," zei
hij, „kan nu het geheim raden. De
graaf heeft er zelf op gezinspeeld."
„U weet
„Ik weet, dat ik op de een of an
dere manier met den graaf verwant
van oorlogschepen, welke instructie
in werking zal treden op 16 December.
Van de voornaamste wijzigingen
te hunnen opzichte is aan de sche
pelingen bekendheid gegeven, opdat
zij doordrongen worden van de ver
plichtingen, welke zij als militair
tegenover den Staat hebben te ver
vullen en die ook in hun belang zijn.
Onder meer zijn nieuwe voorschrif
ten gegeven voor het verleenen van
ontslag en verwijdering of wegjaging
uit den dienst en voor de omschrijvng
van de ontslagreden. Verder zullen
schepelingen, die bij herhaling door
het lijden aan venerische ziekten aan
den dienst worden onttrokken,niet wor
den toegelaten voor reëngagement en
wordt hun gedurende drie maanden
na herstel geen nachtpermissie ver
leend, terwijl zij over dien tijd onder
speciaal geneeskundig toezicht zullen
blijven. Voorts nieuwe voorschriften
omtrent het passagieren in het alge
meen.
De minister van oorlog heeft be
paald, dat in 1914 geen miliciens van
de infanterie zullen worden aange
wezen tot het volgen van een opleiding
tot verlofsofficier, terwijl van de ves
ting-artillerie 20 miliciens zullen
worden aangewezen tot het volgen
van een dergelijke opleiding, c. q.
verminderd met het aantal miliciens,
dat zich vrijwillig voor die opleiding
beschikbaar stelt.
Bij de regimenten infanterie zullen
de lotelingen der najaarsploeg lichting
1913, in het bezit van een bewijs van
voorgeoefendheid, tusschen 1 en 5
Dec. worden ingelijfd.
Mannenbond voor Vrouwenkiesrecht.
De Mannenbond voor Vrouwen
kiesrecht hield Zaterdagnamiddag in
„Hollandais" te 's-Gravenhage zijne
algemeene vergadering, welke ook
deor eenige dames werd bijgewoond.
De voorzitter, de heer W. Mans-
feldt, opende de vergadering met een
opwekkend woord om voor de be
ginselen van den Bond ijverig werk
zaam te zijn. Hij herinnerde er aan,
dat de Bond staat aan den vooravond
van den dag, die misschien kan
brengen datgene, waarnaar hij reeds
geruimen tijd zoo vurig verlangt,
maar dat daarom de strijd nog lang
niet volstreden is. Er moest juist nu,
meende spr., een verhoogde actie
gevoerd worden. Daarom drong hij
bij de leden aan op verhoogde acti
viteit, op belangstelling, zich uitende
in daden. Hij wees op de wensche-
lijkheid dat bijv. de Tariefwet niet
ingevoerd worde zonder medewer
king van de vrouw.
Overtuigd van het beginsel, dat
wetgeving uitsluitend door mannen
in het leven geroepen, onvermijde
lijk eenzijdig moet zijn, betoogde hij
de noodzakelijkheid om het vrou-
ben of zijn moet. Wie echter van mij
vertrouwen verlangt, moet mij dat
ook schenken. Ik heb den heer ont
moet, die op het slot in de biblio
theek gewerkt heeft. Ofschoon dit
toevallig was, tenminste buiten mijn
schuld, heeft de jonge graaf mij be-
leedigingen toegevoegd. Zeg den graaf
dat ik geen pop ben, die met zich
laat spelen."
„Daar komt het al uit!" riep de
houtvester, wiens gelaat rood werd,
„dat heeft Frans gedaan. De jongen
komt bij mij niet weer in huis."
„Houtvester," antwoordde Benno,
die Martha zag verbleeken, „als die
heer mij spreken wilde, dan behoef
de hij niemand om hulp of toestem
ming daartoe te vragen. Uw zoon
heeft dat niet kunnen bewerkstelli
gen of verhinderen. Als u voortdu
rend over een schuld van uw zoon
spreekt, dan moet ik gelooven, dat
hij het beter met mij meent, dan zij,
die mijn vrijheid willen beperken.
Het maakt de „goede bedoelingen"
van den graaf zeer verdacht, als hij
mij hier als een soort gevangene be
handelde wilde. Uit uw heftigheid
merk ik, dat u ook geweten hebt,
wenkiesrechtvraagstuk voorop te stel
len. En daarom moest men de strijd-
genooten, onverschillig welke begin
selen zij overigens zijn toegedaan,
aansporen daarvoor in de eerste
plaats te werken en in ieder geval te
vermijden, dat het van de baan gaat.
Uit het jaarverslag van den secre
taris bleek, dat in het afgeloopen
jaar in verschillende plaatsen des
lands wederom leden toetraden tot
den Bond, evenwel niet in die mate
als men had verwacht. Intusschen
mag de Bond zich verheugen in
steeds meerdere sympathie en invloed.
Blijkens het verslag van den pen
ningmeester heeft de Bond nog een
kleine drie honderd gulden schuld
wegens leeningmet het oog op de
te voeren propaganda werd het niet
wenschelijk geoordeeld veel af te
lossen.
Bond voor Staatspensioneering.
Uit het jaarboekje 1914 van den
Bond voor Staatspensionneering blijkt,
dat in October j.L de bond bestond
uit 451 atdeelingen met 52,825 leden,
voorts 300 algemeene leden, samen
53,125 leden, terwijl aangesloten
waren 118 bonden en vereenigingen,
tellende ongeveer 40,000 leden.
In October 1912 telde de bond 396
afdeelingen met 40,536 leden, 300
algemeene leden, terwijl aangesloten
waren 114 bonden en vereenigingen
met ongeveer 40,000 leden.
Op het oogenblik telt de bond 15
districts-federaties van afdeelingen en
bovendien twee provinciale federaties:
Friesland en Gelderland.
12.000.000 ton.
Bij het binnenkomen van het En-
gelsche stoomschip „Aries" is Zater
dag het getal van 12.000.000 netto
reg. ton inhoud van schepen, voor Rot
terdam bestemd, bereikt en overschre
den. Het juiste cijfer is 12.000.830 ton.
Verleden jaar werd de 12.000.000
ton voor Rotterdam bereikt en over
schreden op 24 December en wel
met het Engelsche stoomschip „Bon-
vilaton".
Het juiste cijfer was toen 12.000.364
ton. („N. R. Ct.")
De eerste vrouwelijke bankier.
Te Lochem is, volgens het „Hbld.",
een bijkantoor geopend van de Gel-
dersche Credietvereeniging. Aan het
hoofd daarvan staat mej. U. IJsel
de Schepper.
RECHTSZAKEN.
Kantongerecht te Middelburg.
Zaterdag zijn veroordeeld wegens
overtr. der IJkwetW. H. Middel
burg tot 10.50 b. s. 1 d. h.het
rijden over klinkerpaden: W. H. de
waarom men mij hierheen voerde en
niet naar het slot, waarheen ik eerst
ontboden was. Dan kan ik uw gast
geen uur langer blijven. Ik verzoek
u, mij mijn koffer te doen geven."
„U zult tech eerst ontbijten U
bent zonder reden boos op mij, mijn
heer Wildenfels
„Ik zal aan het statiën ontbijten."
De oude scheen het met zichzelf
niet eens te zijn, of hij iets zeggen
mocht, wat Benno kalmeerde, of niet.
Daar kwam Martha en in haar mooie,
heldere oogen schitterde roerende
dankbaarheid, „ik heb het ontbijt
klaar gemaakt," zei zij met zachte,
smeekende stem, „krenk er mijn va
der niet mee, dat u in toorn wilt
heengaan. Hij houdt stellig veel van
u, ik heb het immers gehoord, hoe
hij over u gesproken heett, dat hij
niets slechts van u gelooft."
Benno voelde zich door het ver
zoek van het lieve kind wonderbaar
ontroerd. „Waarom zou men ook
kwaad van mij denken?" vroeg hij
glimlachend.
„Ik zal het u zeggen," sprak de
houtvester haastig, „dan moet de
graaf er maar boos ora zijn. Het is
K., Vlissingen, tot teruggave aan
oudersovertr. arbeidswetM. D.
de P., Vlissingen, tot 2 m. f 1 b. s.
,2 m. 1 d. h.het gebruik maken van
gemeentegrondH. M. van B., Mid
delburg, tot f3 b. s. 2d. h.overtr.
Drankwet: A. H., Middelburg, tot
~3 m. f 1 b. s. 3 m. 1 d. h.overtr.
art. 427 Strafwb. Vlissingen, tot f 2
b. s. 2 d. h.overtr. art. 431 Strafwetb.
J. F. B., Vlissingen, tot f 5 b. s. 3
d. h.het met een rijwiel den Oprit
te Vlissingen afrijden P. K., Dord
recht,! F- A. W., 's Bosch, ieder tot
f 0.50 b. s. 1 d. h.
het plaats nemen op een honden
kar J. P. H., Middelburg, tot f 1 b.
s. 1 d. h.het fietsen zonder licht
P. C. J. M., Vlissingen, tot eene be
risping W. G., Serooskerke, tot f 2
b. s. 2 d. h.A. W. K., Grijpskerke,
tot f 1 b. s. 1 d. h.C. F. M.,
Schoondijke, tot f 1 b. s. 1 w. t.
dronkenschapC. D., J. P. van D.,
beiden Vlissingen, W. V., Goes, ieder
tot f 1 b. s. 1 d. h.A. L., M. V.,
huisvr. van A. J. S., C. C. H.,1 allen
Vlissingen, J. M., H. B., J. P., beiden
Middelburg, ieder tot f 2 b. s. 2 d.
h.A. van der P., Middelburg, tot
f3 b. s. 3 d, h.D. W., Vlissingen,
J. H,, Middelburg, ieder tot f5 b. s.
3 d. h.; P. D„ J. B., J. de R., J.B.,
allen Vlissingen, ieder tot f 10 b. s.
3d. h.G. van S., Vlissingen, tot
f 15 b. s. 3d. h.; P. C. B-, Mid
delburg, N. J., J. N. M., beiden Vlis
singen, ieder tot 3 d. h.J. F. B.,
Vlissingen, tot 2 m. 3 d. h.
-SpoRT
VOETBAL.
Zuidelijke le klasse
Breda: „Zesde-Wflhelmina" 1—1.
Zuidelijke 2e Klasse A
Breda: „Veloeitas" 11—„M. V. V. O."
7-1.
Vlissingen „E. M. M,"—„N. A. C"
0-0.
Onder protest: 1—0.
Wat we Zaterdag j.L voorspelden
is gisteren volkomen bewaarheid ge
worden: de roodwitten hebben een
zeer zwaren strijd moeten voeren
tegen „N. A. C." van Breda. De be
zoekers verschenen met hun sterkste
elftal, terwijl ook „E. M. M." „au
grand complet" was.
In plaats van half 3 moest het spel
om kwart over 2 aanvangen, wat
echter niet geschiedde, daar de „E.
M. M." middenvoor ontbrak.
De eerste 10 minuten speelden de
Viissingers met 10 man. Al heel spoe
dig zat er de noodige pit in het spel.
Gevaarlijke oogenblikken voor de
doelen ontstonden er slechts zelden,
door het goede verdedigen van weers
zijden. De „N. A. C." voorhoede com-
beter, dat ik praat, dan dat u in
boosheid scheidt. Ik ben een oude
dienaar van den graaf gekend. Ik
weet, hoe graaf Botho denkt, en de
jonge heeren zijn ook niet uit den
aard geslagen, het moet een misver
stand zijn, dat jonker Georg u de
deur heeft gewezen."
„Kom met mij mee," ging de oude
voort, Benno's arm grijpend, „wees
mijn gast, als u het niet anders wilt."
Benno moest toegeven en kree?
er zijn belooning voorMartha's oo
gen straalden in het reinste geluk
der onschuld, toen zij hem aan de
keurig gedekte tafal kon voeren, waar
zij honing, boter en brood, eieren
en koud vleesch klaar had. De hout
vestersvrouw bracht de koffie.
„Ik kan wel praten, waar de vrou
wen bij zijn," begon de houtvester,
„zij zijn met hart en ziel onze grafe
lijke familie toegedaan en beiden
zijn ook veel van u gaan houden,
omdat u de trekken hebt van het ge
slacht der Wildenfels, en iemand «pen
aanziet, als een eerlijk man."
(Wordt vervolgd.)
i' VjjJ1
MM'*
i -i 1
\-
I