¥rijda«| 28 November Se Strijd era een EmeÉeie. No 282 51e Jaargang. 1913. "binnenland" KAMEROVERZICHT FEUILLETON VLISSINGSCHE COURANT Prijs per drie maanden 5.30. Franco per post 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij de Uitgevers Firma F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58. ADVERTENT1ËNvan 1—4 regels 0.40. Voor elke regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie, wordt de prijs slechts twee maal berekend. Groote letters en clichés naar plaatsruimte. Verschijn! dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen, TELEFOONNUMMER 10. flbonnemenfs- fiduerfenfiën op zeer uoordeelige ooorivaarden. Vergadering van Donderdag. Djeloetoeng. Langzaam kruipen de uren der be grooting vooruit. Er zit geen verheffing in, geen relief in de discussies, geen seconde van attractie, 't is.alles grauw als de vele theorieën welke verkondigd worden. Alle leden bestormen den nieuwen minister met hun wenschen en hopen, dat hij iets meer dan over weging zal toezeggen. Zelf stak de minister er op dezen dag even den spot mee; voor alle ambtenaren was nu al meer salaris gevraagd, voor alle heeft hij een goed woord gehad en niels beloofd. Doktoren kan men alleen naar indië trekken met meer geld. ingenieurs dito, rechterlijke ambtenaren idem Er mag wel goud vloeien in dikke stroomen, wil dat alles betaald kun nen worden. Maar de minister is een slimme vos. Hij maakt zijn antwoord zoo kort als maar mogelijk is. In stilte denkt hij stelligwie nu veel belooft, heeft het volgend jaar veel te verantwoor den. Met een vriendelijk lachend ge zicht verklaart hij met veel genoegen en met veel belangstelling geluisterd te hebben en hij geeft de verzekering dat hij de raadgevingen in ernstige overweging zal nemenDe geachte afgevaardigde buigt dankbaar. In deze vergadering hadden wij een wat feller discussie verwacht, omdat de heer Marchant, de niet malsehe afgevaardigde van Deventer, het dje- loetoeng-appeltje zou schillen, 't Bleef ecHter bij" een katme zaakrijke discus sie het persoonlijke element tusschen hem en den heer van Heutz liet hij achterwege. Men kent de geschiedenis van de Ned. Indische Boschbouwmaatschap pij, de schijn-maatschappij die op Borneo djeloetoeng tapt, doch in werkelijkheid de bediende is van de Engelsche Rubber-Company. De inboorling wordt in zijn djeloe toeng beroofd tegen het adatrecht in. Zijn de heeren juristen in ons land het al eens over het hedendaagsche recht, hoe veel te meer zullen zij het dan wel zijn over hst gewoonte- en familie-recht in Indië, dat niet be schreven staat. De heer Marchant zegt dat het tappen in strijd met het adatrecht geschiedt, de minister vindt van niet. Zoek maar uit, lezer 1 De minister beroept zich op de autoriteit van een zekeren ambtenaar Luiop, de heer Marchant betoogt dat deze er even veel van af weet als een stovenzet- ster. Vermoedelijk weet dat goeie mensch er niet veel van. De hoofdzaak waar het verder om. gaat is ditIn de concessie voor waarden voor de Ned. Ind. Bosch- Roman van G. H. v. D. (Nadruk verbode*.) 50). o- „Wil ik mijn eer voor elke vlek bewaren, dan mag ik niet meer on derhandelen, moet aan het gerecht de beslissing overlaten en gaat het pro ces verloren, dan zijn wij bedelaars. Rekent eens na, wat rente op rente in honderd jaar beteekenen. Harley weet het, wat hij eischt, daarom kon hij het ook wagen, tot Adda zulke woorden te spreken, zooals hij ge daan heeft." Georg keek plotseling naar de klok. „Het is nog tijd," riep hij op springend. „Den diefstal, waarvan hij het waagt, u te beschuldigen, heeft hij bedreven. Ik ga er heen, hij moet zich laten visiteeren „Halt!" riep de graaf, „je blijft. Wie geweld gebruikt, maakt zich verdacht. Houd je hem voor zoo on voorzichtig, dat hij het gestelene bij bouwmaatschappij is bepaald dat er een fabriek in Indië gesticht zal worden, waar de djeloetoeng zal be werkt worden tot rubber. Nu is er op de Karimon-eilanden inderdaad een fabriek gesticht, echter niet door deze maatschappij, doch door de „moeder"-maatschappij, de Engel sche. De heer Marchant Detoogt nu dat de maatschappij niet aan de concessie-voorwaarden heeft voldaan, de minister meent van wel, omdat de bedoeling was dat in Indië de djeloe toeng zou verwerkt worden. En aan die voorwaarde is voldaanNog maals zoek maar uit, lezer 1 Er wordt geroofd, er wordt ge knoeid, er wordt gesjacherd, dat aiies weet de heer Marchant te vertellen, de vertegenwoordiger der Engelsche maatschappij noemt hij een oplichter Meer niet De Kamer hoort het kalm aan en verkneukelt zich om de gezellige woede van den Deventer afgevaardig de, die het zoo ongezouten zegt. De hoofdoorzaak van al de misère zit 'm hierin, dat de Nederlandsche regeering geen geschoold, technisch personeel heeft, dat concessies kan contröleeren en over de praktijk weet te oordeelen. Dit klopt geheel en al met wat de heeren Albaida en de Muralt aan het slot der vergadering op dezen dag betoogden, nl. dat er een zeer groot tekort is aan ingenieurs in Indië. Een vijfde deel van de inge nieurs bij het binnenlandsch be stuur is al buitenlanders. En dat ter wijl zoovele ingenieurs van de Hoo- geschool te Delft hier te lande zon der betrekking rondloopen of op allerlei beunhazen-baantjes azen. Meer geld, excellentie, veel meer geld Jullie hebt gemakkelijk praten, denkt de minister als je tegelijk maar wilt vertellen waar ik het vandaan moet haien. Maandag begint het groote tour- nooi, het algemeen debat over de staatsbegrooting „De eindspurt." Eerste Kamer. Nogmaals vergaderde de Eerste Kamer heel even. 't Was voornamelijk om het wetje dat het geld beschik baar stelt voor de uitvoering van artikel 369 der Invaliditeitswet goed te keuren. Er valt slechts éen mededeeling van den minister aan te stippen. Op 9 December zal de eerste ouderdoms rente worden uitbetaald. Nog vele aanvragen zijn in onderzoek. Dit ge schiedt zoo nauwkeurig als de be perkte tijd het toelaat. De twijfelachtige gevallen zullen alle worden geaccep teerd, indien die op 9 December niet zijn onderzocht. En van terugbetaling of intrekking kan nimmer sprake zijn. zich draagt? En wat moet hij ge stolen hebben Ik zeg je, er kan niets in de portefeuille geweest zijn wat ten gunste van erfgenamen spreekt, anders zou mijn vader de erfenis niet hebben aangeraakt. Har ley heeft de portefeuille slechts door zocht, om te kunnen zeggen, dat er iets in ontbreekt. De hemel weet, hoe hij dat bewijzen wil. Maar wat hij schrijft, zal hij kun nen waar maken, daarvan ben ik zeker „Dat geloof ik ook," zei Bolten- stern, „hij kan zich papieren heb ben toegeëigend, of ze vernietigd hebben, die tegen zijn aanspraken ge tuigen." „Ha, dat is waarriep Georg. „O, ik ongelukkige, dat ik hem hier heb gebracht." „Misschien heeft hij bij al zijn slimheid zichzelf toch zoo een val bereid," troostte Boltenstern. „Ge- l*kkig ben ik getuige geweest van zijn verdachte houding. Ieder zal zijn eerloos verraad jegens u schandelijk vinden en zijn woorden in twijfel trekken. Verlies den moed niet," zoo wendde hij zich tot den ouden Graaf, Daar werd door den heer Hovy wel een beetje tegen gesputterd, maar er is niets aan te doen. Het staatspensioen is dus in Neder land ingevoerd. Ouderdomsrente. In de gisteren gehouden zitting der Eerste Kamer kwam o. a. aan de orde de aanvulling van het 10de hoofdstuk der Staatsbegrooting voor 1913 (uitvoering van de artikelen 369 en 370 der Invaliditeitswet). Bij dit ontwerp gaf minister Treub eenige inlichtingen. Hij zeide,. niet pertinent te verklaren, dat op 9 December a.s. geen uitkeering zat plaats hebben aan hen, op wier aanvragen nog niet is beslist- De uitvoering dezer zaak is bij de Rijksverzekeringsbank. De minister laat het aan deze bank over, of zij de ontvangen gegevens vol doende acht, om een uitkeering te doen. Uitstel van uitkeering is, vol gens den minister, geen oplossing. „Wij hebben te doen me! oude menschen", aldus zeide hij, „en we moeten zorgen, dat zij, die op 9 December gerechtigd zijn, een uit keering te ontvangen, die ook krij gen. Het gaat niet aan, her bedrag te laten oploopen en dan later uit te keeren, er moet spoed worden be tracht." Het ontwerp werd aangenomen. Het Tweede Kamerlid de Muralt. De heer De Muralt, lid van de Tweede Kamer voqv Oostburg, woon de gisteren voor de eerste maal, na langdurige ongesteldheid, de verga dering der Tweede Kamer bij. Verbindingsweg tusschen Noordbrabant en Zeeland. Ged. Staten van Noordbrabant stellen aan de Provinciale Staten voor geheel voor rekening der provincie Noord-Brabant te doen aanleggen en onderhouden een keiweg loopende vanaf den provincialen weg van Hoo- gerheide naar Bergen-op Zoom over de zoogenaamde Kortevensche baan en den lange weg naar den bestaanden Keiweg naar het station Woensdrecht, onder voorwaarde dat door het Rijk een bijdrage wordt verleend van 50 ten honderd in de kosten van aanleg en éénjarig onderhoud, geraamd op f31455. Weduwenzorg. Naar men ons meldt is de jaarlij k- sche uitkeering aan de weduwen van de leden van bovengenoemde vereeniging voor dit jaar bepaald op f30 per weduwe. Het steeds toenemende aantal uit- keeringen tengevolge van het over- „de Hemel laat het recht zegevieren. De crisis, waarin gij u bevindt, geeft mij den moed, u een hoop te ver raden, die ik reeds lang gekoesterd hebde hoop, u nader te treden, een lid uwer familie te kunnen wor den. Ik heb uw dochter lief, Graaf Ik heb weliswaar nog geen recht, ook op de toestemming van Adda te kunnen rekenen, maar misschien zal zij mij wel liefhebben, als u mij ver gunt, u in dit uur de achting en lief de van een zoon aan te bieden en uw vertrouwen waard te worden." Diep bewogen reikte de Graaf Gui- do zijn hand. In zijn gedrukte stem ming kon hij geen beteren troost krij gen, dan dat een man van eer hem verzocht, een lid zijner familie te mogen worden. Georg drukte ook de hand van den man, die zich ais een werkelijke vriend had getoond. HOOFDSTUK XX. Benno Wiidenfels had den terug weg naar het jachthuis in korten tijd afgelegdhij brandde van ongeduld, het stof af te schudden van het huis, waarin hij de gast was van een rij ken man, die hem om eigen, lage be lijden der leden en als gevolg daar van het minder bijdragen aan con tributie, doch voornamelijk het niet verleenen van een jaariijksche sub sidie door de ministers van oorlog en marine, zijn als oorzaak van deze geringe uitkeering dezer hoogst nut tige instelling te beschouwen. Kermissen. De gemeenteraad te Kampen heeft met 9 tegen 8 stemmen besloten tot afschaffing der kermis. Tegen stem den 7 liberalen en 1 katholiek. Ged. Staten van Friesland heb ben hun goedkeuring gehecht aan het besluit van den Raad der gemeente Franeker tot het weder houden van de kermis op Zondag, waartegen een 4-tai bezwaarschriften waren inge diend met het oog op Zondagsviering of drankbestrijding. Ged. Staten overwogen, dat bij hun college uithoofde van handelsbelan gen tegen het besluit geen bezwaren bestaan. Geen goederentariefboekjes. Bij de Kamer van Koophandel te Dordrecht is andermaal bericht inge komen van de H. IJ. S. M. en de Staatsspoor, dat op het verzoek om invoering van z.g. tariefboekjes, niet kan worden ingegaan. In een der antwoorden wordt ook gevraagd of het niet meer op den weg van het particulier initiatief ligt voor zulke boekjes te zorgen. Dit zal ook, vol gens mededeeling van den voorzitter, vermoedelijk het geval zijn. Faillissementen in Nederland. Volgens mededeeling van Van der Graaf Co.'s bureaux voor den han del zijn over de afgeloopen week in Nederland uitgesproken 28 faillisse menten, tegen 30 in dezelfde week van het vorige jaar. Pensionneeringgemeente- ambtenaren en hunne weduwen en weezen. Door Burg. en Weth. is het vol gende voorstel aan den gemeenteraad gedaan in verband met het in werking treden der Pensioenwet voor de ge meente ambtenaren en der Weduwen- wet voor dc gemeente-ambtenaren. Het in werking treden van de Pen sioenwetten van de gemeente-ambte naren maakt het nemen van enkele beslissingen door den raad noodza kelijk. Niet alleen toch dient te worden uitgemaakt of en zoo ja tot welk bedrag de gemeente van haar recht op verhaal ten opzichte van jaariijksche bijdrage en inkoopsom zal gebruik maken, doch tevens of zij, in verband met de omstandigheid dat er op 1 Mei j.l. een pensioenregeling voor langen door bedrieglijke beloften uit zijn werkplaats had weggelokt. Wat bekommerde de Giaaferzich om, of de arme beeldhouwer tijd en geld had verknoeid, om aan zijn op roeping gevolg te geven. De voor name heer had 't het gemakkelijkst gevonden, hem naar Wiidenfels te laten komen, opdat hij hem persoon lijk zou kunnen zien en spreken. En toen de Graaf intusschen reden had gekregen, het verschijnen van Benno op het slot Wiidenfels niet te wen schen, toen had hij hem naar het jachthuis te Heidebruch gezonden. Veel omslag maken met den kunste naar was niet noodig, hij moest te vreden zijn met het werk, dat men het gewaagd had, in de nabijheid van het slot te komen, waarheen men hem eerst gelokt had, omdat het den jonker niet paste, dat hij sa menkomsten had met derde per sonen, en dat deze personen even goed ais graaf Wiidenfels een on derwerp met hem wilden bespreken dat zijn familiebetrekkingen betrof. Hij kon de terugreis aanvaarden van het bestelde werk, van een schade loosstelling voor een vergeefsche reis gemeente-ambtenaren bestond,gebruik zal maken van de bevoegdheid die in artikel 68 der Pensioenwet wordt verleend, namelijk om zich voor de op genoemden datum in dienst zijnde ambtenaren te onttrekken aan de ver plichting tot betaiing eener inkoop- som en jaariijksche bijdrage, waar tegenover zij dan de verplichting op zich moet nemen om bij later te ver leenen pensioenen de gedeelten, voor den tijd in haar dienst doorgebracht, jaarlijks aan het pensioenfonds uit te keeren. Aangezien de beantwoording dezer laatste vraag verschillende berekenin gen noodig maakte, hebben Burg. en Wetli. zich reeds bijschrijven van 28 juli j.l. gewend tot de vereeniging van Nederlandsche gemeenten,waarbij deze gemeente is aangesloten en die voor de behandeling van pensioenkwesties een uiterst bevoegd deskundige, den heer J. G. Kruis, aan zich heeft ver bonden. Nadat door B. en W. nog andere gegevens waren verstrekt, hebben zij onder dagteekening van 17 October j.i. het gevraagde advies ontvangen, hetwelk reeds in de vorige vergade ring is overgelegd. Dit maakte het noodig om ons te wenden tot den minister van financiën met verzoek om inlichtingen aangaan de enkele punten die uit de wet niet duidelijk bleken. Het antwoord van den minister op 1 dezer ontvangen, leggen B. en W. mede aan den gemeenteraad over. Bovendien brengen B. en W. onder de aandacht van den raad het Pro vinciaal Blad no. 125, waarin de opvatting van Ged. Staten is weerge geven omtrent de norm die zij daar voor hebben vastgesteld, al wordt goedkeuring van afwijkende regelingen niet uitgesloten. Dit Provinciaal blad is vooral van belang omdat de door den raad te nemen besluiten de goedkeuring van Ged. Staten vereischen ingevolge art. 71, 3e lid der wet. De vraag die in de eerste plaats door den raad moet worden beant woord is dezeZal onze Gemeente al dan niet gebruik maken van de bevoegdheid haar gegeven in art. 68, Ie lid der Pensioenwet? Burg. en Weth. zijn van meening dat deze vraag bevestigend moet worden beantwoord. Zeoals bekend zal zijn, aldus mer ken B. en W. op, is dit artikel in de wet opgenomen tengevolge van den aandrang van groote gemeenten die evenals de onze geen pensi oenfonds hadden en die groote finan- tieele lasten voorzagen indien het tegenwoordige z.g.n. „Omslagstelsel" plotseling door het „Premiestelsel" zou worden vervangen. Was het ariikel niet in de wet was geen sprake. Deze willekeurige, eigenmachtige en onaangename behandeling moest Benno des te meer verbitteren, daar hij slechts deze verklaring vond voor de zonderlinge behandeling van zijn persoon, dat de graaf in hem den redder zijner dochter had herkend of plotseling op de een of andere raad selachtige manier gehoord had, dat Benno dezelfde kunstenaar was, dien hij vroeger in Italië met zijn navor- schingen was lastig gevallen. Toen had de rijke graaf de daad van den armen kunstenaar voor zulk een had hij den redder zijner dochter ze ker gehouden met geld willen be- loonen, toen hij den wensch van Ben no, zich aan elke uitdrukking van dankbaarheid te onttrekken, niet ge respecteerd en zijn navorschingen voortgezet, tot de kunstenaar hem een lichte aanwijzing had gegeven, dat hij voor de schoone een warmer gevoel koesterde. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1913 | | pagina 1