iegk, Donderdag 27 November Se Strijd om een Gravenkroon. m m n. nËN DSMAN e- Krij. KAMEROVERZICHT FEUILLETON BINNENLAND Postkantoor dat vanaf vember a.s. raad strekt egels aan jkeerzegels", gesteld- der Pos- Qravenhage gels kunnen datum tegen loket der Idoor de be- afgehaald. 'ember 1913. rnoemd, ROGOEN. No 281 51e Jaargang» i9ia ur -»gen al1913 fcD. elling smber 1913, )STRAAT 34, tot 's avonds BESTUUR. |n WETHOU- oepen sollici- etiekking van |bij het Open- I alhier, werk- hool A (Hoofd N.) aagt: (behou- Gedeputeerde Ina elke 2 jaren aanspraak ver te verheoging maximum van :zit der hoofd- |e met f 150. boven den ftlnieten f 100.— huishuur, iden aan den December a.s. 12 14 A 30 .41 .52 .11 .30 .37 .52 .04 .16 .29 7.20 7.30 7.40 7.59 8.20 8.31 8.42 H3 14 {.22 '.35 '.51 1.03 1.18 1.31 1.50 >.09 (>.19 1.29 n 5.35 5.50 8.45 9.— 8.50 8.47. O i Q, 3.16 3.30 „3A 8.11 3.23 -4A 8.48 9.03 1.25 8.37 8.48 daring aangegavett VL1SSINGSCHE COURAINT Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij de Uitgevers Firma f. van de velde Jr., Kleine Markt 58. ADVERTENT1ÊNvan 1—4 regels 0.40. Voor eikeregel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie, wordt de prijs slechts ftveemaal berekend. Groote letters en clichés naar plaatsruimte. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen. TELEFOONNUMMER 10. fibonnements- fidoertentiën op zeer ooordeeiige voorwaarden. Vergadering van Woensdag. Een motie. Onderwijs. De eerste partijstemming is er. Ge heel ongemerkt sloop ze de Kamer binnen, stil en kalm, zonder het ge wone gedruisch dat anders aan haar komst pleegt vooraf te gaan. Zij was feitelijk al geschied, voor ze duidelijk aan den dag kwam. De zaak zat zoo. Bandoeng is een der voornaamste plaatsen in de Preanger-regentschap- pen. Ze is een centrum van de be volking en van de beschaving, een brandpunt van de geestelijke en eco nomische ontwikkeling van indië. Ai langen tijd heeft in die plaats het verlangen bestaan naar het bezit van een Hoogere Burgerschool. Jaren aan een is op de stichting daarvan aan gedrongen, doch zonder succes. Nu is eenigen tijd geleden het departe ment van oorlog in Indië naar Ban doeng overgebracht. Het gevolg is de vestiging van vele officieren in die stad. Voor hun kinderen vragen die mid delbaar onderwijs. Het geroep om dit onderwijs is in het afgeloopen jaar dus zeer versterkt. De minister ver klaarde zeer sympathiek tegenover de oprichting te staan, maar hij had geen post daarvoor op de begrooting die hij van zijn voorganger ontving, ge vonden. Van uit de rechterzijde, met name van den heer Bogaardt, kwam verzet. Djokja en eenige andere plaat sen hadden evenveel recht op zoo'n school. Door den heer Ter Laan was aan den minister gevraagd of hij ook wist of van particuliere zijde getracht werd een bijzondere, confessioneele school te Bandoeng op te richten. De minister wist het niet. Om de sympathie, die de minister voor het plan van stichting had een steun in den rug te geven, stelde de heer Ter Laan een motie voor, vaarin de wenschelijkheid der oprichting eener H. B. S. te Bandoeng werd uitge sproken. Nu kwam de aap uit den mouw. 't Was de heer Van Bylandt die me dedeelde dat indertijd plannen han gende waren voor den bouw van een 'particuliere H. B. S. Toen sloop de partijstemming de vergaderzaal binnen Met 38 tegen 24 stemmen, rechts tegen links, werd de motie-Ter Laan aangenomen. Het had weinig gescheeld of de tweede partijstemming was er geko men. Op Ambon werd de gouver nementskweekschool leeggepompt. Niettegenstaande het bekend was dat dat jaar de laatste leerlingen hun einddiploma behaald hadden en de school leeg was, kwam de volle post op de nieuwe begrooting voor. Bij Roman van G. H. v. (Nadruk verbodei.) d. 49). o— Op de waarschuwing van zijn va der, dat hij daardoor het recht op het majoraat zou verliezen, lette hij evenmin als op diens bedreiging, dat hij hem nog naar een opvoedings gesticht zou zenden. Hij vluchtte er uit, toen hij daar werkelijk heenge bracht was en sloot broederschap met slechte sujetten, die hem later ook hielpen, uit een verbeteringsge sticht te vluchten, waarheen men hem gebracht had nadat hij weken lang als vagebond had rondgezworven. De molenaar had intusschen op aanhouden van mijn grootvader zijn dochter gedwongen, zich met een zijner knechts, die veel van haar hield, te verloven op zekeren nacht werd bij mijn grootvader in gebroken. Er is geen twijfel aan, dat Binno de dader is geweest. Er werd nota van wijziging heeft de minister dezen later geschrapt. Gebleken is, dat men te Ambjn bezig was de stichting van een kweekschool voor christelijke onderwijzeressen voor te bereiden. De heeren De Meester en Van Deventer maakten zich er zeer warm over, dat deze school was op geheven, was „weggewerkt." Aange zien de minister de zekerheid gaf, dat de school door een andere zal worden vervangen, legde men zich er bij neer. Intusschen blijven scherpe protesten niet uit en sprak de heer Van Deventer zelfs van den „mislei denden" post op de begrooting. Over het algemeen hield de Kamer zich bedaard bij de behandeling der kwestie te Bandoeng en te Ambon. De stemming is in het geheel te loor en het aantal aanwezige leden te klein om eenige drukte te wekken. Van nummer tot nummer boemelt de behandeling voort. Bij de De- langrijkste staan zij even stil en worden wenschen en grieven geuit, en dan sjokt het weer voort, naar geestig en vaak in slaapwekkende eentonigheid. De geneeskundige dienst was het onderwerp waar wij den dag mee sloten. Doktoren schijnen over het algemeen weinig werk te hebben in Indië. De heer Hubrecht gelooft, dat het 'm hierin zit, dat ze daar te weinig verdienen. Dat heeft de mi nister ook reeds begrepen, doch zijn voorstel komt den Amsterdamschen afgevaardigde nog niet voldoende voor. Er is een boekje verschenen van dr. van Gorcom „Ongezond Batavia", waarin een droevig beeld wordt op gehangen van den gezondheidstoe stand in den Oost. Er is in de laatste weken nog al eens veel en vaak gesproken over het wekken van be langstelling voor Indië op de scholen en in de Nederlandsche gezinnen. Zoolang echter de gezondheidstoe stand nog zoo slecht is, zal die be langstelling niet gemakkelijk overslaan in verlangen naar een verblijf in onze koloniën. Hier dient wel in de eerste plaats te worden ingegrepen. De Marine-begrootlng. Bij het onderzoek van de Marine- begrooting in de afdeelingen der Tweede Kamer verklaarden verschei dene leden dat de stijging der uitgaven .hen onaangenaam verrast had, te meer nu aan het vele jaren noodig geachte bedrag van 4.2 millioen voor nieuwen aanbouw niet bleek te zijn vastge houden en voor nieuwen aanbouw zelfs minder werd geraamd dan het vorige jaar, toen de aanvrage reeds onder gemeld bedrag bleef. Uit deze en meerdere berekeningen een aanzienlijke som aan baar geld geroofd en den volgenden dag vond men den verloofde van de mole naarsdochter vermoord in het woud hij had Benno vervolgd, die zijn meis je had ontvoerd. Het gerecht vervolgde den zoon van mijn grootvader als moordenaar en inbreker; wij beleefden echter niet de schande, dat hij gegrepen en als gemeen misdadiger gestraft werd, maar het gelukte hem niet zijn geliefde Europa te verlaten. Zoowel mijn grootvader als mijn va der hebben moeite gedaan, het verblijf van den vluchteling uit te vinden, want de vermogenskwestie moest ge regeld worden mijn grootvader zou Benno, ofschoon hij zich van hem had losgemaakt, het moederlijk erf deel niet onthouden hebben. Volgens de wetten des lands had hij als ge meen misdadiger tóch het recht op het majoraat verloren. Men kwam te weten, dat hij met een Hollandsch schip naar Batavia was gegaan, dat hij zich later van daar naar Australië had begeven en dat hij in Victoria zijn geliefde Elisabeth Faillier, gestorven en onder dezen trok men de conclusie, dat aan het departement van marine niet de noo- dige zuinigheid betracht wordt. Betoogd werd dat tot het nuttig rendement der begrooting geenszins bijdraagt de groote uitgaaf aan her stellingskosten ten behoeve van sche pen, die, hoewel nog niet uit de sterkte afgevoerd, toch voor de de fensie geen waarde bezitten. Sommige leden zouden gaarne thans reeds worden ingelicht omtrent 's ministers standpunt ten aanzien van een militie-marine en omtrent zijn beoordeeling van het inlandsch per soneel. Men merkte daarbij op. dat de afgetreden minister geneigd scheen tot een militie-marine over te gaan, omdat eenerzijds de vloot gezuiverd zou worden van vele in militaire eigenschappen te kort schietende ele menten, en anderzijds tegen een drei gend tekort moest worden gewaakt. Naar men meende had de tegenwoor dige minister zich als een voorstander van dat stelsel doen kennen, en de vraag werd gesteld of voor de be manning van het aangekondigde slag schip reeds op de invoering er van wordt gerekend. Verscheidene leden handhaafden hun bezwaren tegen een militie-mari ne, als een ongewenschte en onnoo- dige nieuwe last van een zeer ver lengden diensttijd. Zeer uitvoerige beschouwingen worden in het verslag weergegeven omtrent den toestand van het per soneel, die ditmaal vooral in tweeër lei opzicht ter sprake kwam: lo- de houding, welke de Regeering tegen over het vereenigingsieven meent te moeten innemen2o. het verlaten van den dienst. Wat het eerste punt betreft drongen verscheiden leden er op aan, dat de minister op het voet spoor van zijn ambtsvoorganger met krachtige hand zou ingrijpen, waar militaire bonden voortgaan op den geest van het personeel een verder- felijken invloed uit te oefenen. Andere leden herinnerden er aan, dat minister Colijn, hoewel militaire vak- en strijdvereenigingen, onver- eenigbaar achtende met militaire tucht, in de gegeven omstandigheden, op "den dienst bij de marine een le vensberoep was geworden ais elk ander, het bestaan dier vereenigingen onvermijdelijk oordeelde, alle gedra gingen in stijd met de discipline gestrengelijk wenschte tegen te gaan, maar tevens aan billijke grieven zoo veel mogelijk wilde tegemoet komen. Deze leden, die erkenden dat de minister voor alles geroepen is de tucht te handhaven, verwachtten in tusschen van den thans opgetreden, tot een vrijzinnig Kabinet behooren den bewindsman, een van meer sym pathie getuigende houding tegenover militaire bonden, en verwezen in dit naam, dus niet als zijn vrouw, be graven was. Van hem zelf was niets anders bekend, dan dat hij met een knaap zich naar de goudvelden had begeven. Ondanks alle navorschin- gen had men later niets meer van hem gehoord. Het gerecht verklaarde Benno toen na verloop van dertig jaar voor ver dwenen, en mijn vader werd als erf genaam van Benno's vader, ook Ben- no's erfgenaam. Daar de moeder van den knaap, dien Benno met zich had genomen, blijkbaar niet zijn wettige vrouw was geweest, had de laatste wettelijk geen erfaanspraken, toch beschouwde mijn vader het vermo gen van Banno slechts als geleend goed, daar toch altijd nog de moge lijkheid bestond, dat zich een erfge- rechtigde zou aanmelden, zonder dat men van den verdwenene of zijn na komelingen iets gehoord had. Nu zijn er spoedig honderd jaar verloopen, sedert Beno Wiidenfels gevlucht is, en nu, terwijl ik langjarig bezit als vast eigendom beschouwd heb, mel den zich nu plotseling de lang te vergeefs gezochte erfgenamen aan. ik wist van geen tweede huwelijk verband naar de verklaring, door het ministerie-de Meester in 1905 hier omtrent afgelegd. Vooral vestigden voorts verschei dene leden de aandacht op de han delwijze van sommige kommandan ten, die in hun ijver, om den bond van minder marinepersoneel te be strijden, zoo ver gaan. dat zij aan schepelingen geadresseerde pakketten en brieven openen, ten einde zich te overtuigen of zich daarin verboden lectuur bevindt. Verscheidene leden betoogden de wenschelijkheid van overbrenging der afd. loodswezen naar het dep. van landbouw, nijverheid en handel. Aangedrongen werd op spoedige lotsverbetering voor het personeel van loodswezen, betonning en ver lichting. Vacature Hooge Raad. In de gisteren gehouden vergadering van de Tweede Kamer werd een voor dracht van drie personen opgemaakt ter aanvulling van de vacature in den Hoogen Raad ontstaan door het over lijden van mr. J. H. van Goor. Eerste candidaat werd jhr. mr. R. Feith, raadsheer in het gerechtshof te 's-Gravenhage, met 56 van de 60 uit gebrachte stemmen. Als tweede candidaat werd aange wezen mr. II. C. Dresselhuys, secre taris-generaal bij het departement van justitie, met 57 van de 67 stemmen. Derde candidaat werd mr. dr. L.E. Visser, vice-president der rechtbank te Rotterdam, met 54 van de 65 stem men. Nationale Bond van Protestanische Kiezers in Nederland. Deze Bond hield gisteren te Am sterdam een vergadering. De voor zitter, de heer Hendr. C. Diferée, herinnerde in zijn openingswoord aan de beteekenis van deze Novem- berweek voor Neerlands onafhanke- kelijkheid en aan de Proclamatie van H. M. de Koningin, en stelde voor allereerst aan H. M. een telegram van hulde te richten. Met applaus werdt dit voorstel be groet en een telegram aan H. M. verzonden. Aan de orde was daarna de be spreking van het Ontwerp-Beginsel- verklaring. De quaestie is allereerst of de Bond zal heeten Nationale Kiezers- bond of Nat. Bond van Protestant- sche Kiezers. De voorzitter stelt in 't licht, dat Nat. Kiezersbond bree der duidtals wij voelen het geluk van heel het vaderland te willen, moet de naam zóó zijn, maar dient tevens bij de omschrijving in de Be ginselverklaring te worden uitgespro ken, dat men overtuigd is, dat in van den verdweneneHarley beweert in zijn brief echter zelfs, dat de eer ste verbintenis van Benno een wet tige geweest is. Mogelijk is het ech- ler ook, dat Benno na den dood der molenaarsdochter twee vrouwen na elkaar heeft gehad. In elk geval was mijn vader in het bezit van een do cument, dat een rechtmatig huwelijk van Benno constateerde. Hij zou an ders nooit op de maaier, waarop hij gedaan heeft, over het vermogen beschikt hebben. Dit verwijt, dat de eer van mijn vader en mij aantast, is des te schandelijker, daar ik Har ley verzocht heb, naar de documen ten te zoeken, maar waarlijk, hij schijnt mij of mijn vader zaliger in s aat te achten, de oorkonden achter te houden. „Ik heb" zoo besloot de Graaf, terwijl Georg en Boltenstern in adem- looze spanning luisterden, „toen ik den eersten anoniemen dreigbrief kreeg, naar den schrijver onderzoek gedaan, ik heb, toen ik de familie Wiidenfels in de residentie ontdekt had, mij dadelijk bereid verklaard, rechtmatige en billijke aanspraken te bevredigen, maar de Wiidenfels heb 't nationale een overwegend protes- tantsch karakter ligt. Na ampele discussie werd beslo ten den ouden naam te handhaven, Art. 1 wordt gelezen De Nat. Bond van Protest Kiezers in Nederland, opgericht 15 April 1913 te Amsterdam, erkent, dat slechts in God de bron ligt van het souverein gezag en wijst dus zoo wel de atheïstische als de ultra- montaansche opvatting in het staats leven terug. Art. 6 wordt gelezen In aansluiting aan het in artt. 1 en 4 genoemde wil de bonda. dat Nederland zal worden bestuurd in overeenstemming met het Protestan tisme als politiek beginsel, met name wat betreft de volstrekte zelfstandig heid van den Staat ten opzichte van de kerkb. dat dan oek iedere con cessie aan en iedere zwakheid tegen over clericalisme en ultramontanisme voor zoover ze juist dat beginsel veroordeelen en aantasten, een einde zal nemen; c. dat iedere benadeeling der volkswelvaart ook die door kerkelijke handels- en nijverheidsin stellingen, in het algemeen belang zal worden tegengegaan. Ten opzichte van het schoolvraag- siuk is de bond van oordeela. dat met handhaving van het beginsel van art. 192 der Grondwet het steeds voortwoekerend separatisme op onder wijsgebied moet worden gestuit en bovendien zijn schadelijke gevolgen moeten worden weggenomen b. dat ook het openbaar onderwijs allereerst door een meer religieuse en harmonische opleiding van het onderwijzend personeel, tevens dienst baar moet worden gemaakt aan de geestelijke vorming der jeugd tot waarlijk godsdienstige menschen met groote toewijding, een ruim hart en een nauwgezet geweten c. dat het bijzonder onderwijs zoowel als het openbare, vooral ter verzekering zijner deugdelijkheid, onder gelijk school toezicht moet worden gebracht met afdoende maatregelen tegen misbruik der van staatswege verstrekte gelden. Bij acclamatie werd de heer Hendr. C. Diferee benoemd tot voorzitter, die deze benoeming aannam en den wensch uitsprak met dezelfde kracht en ijver te mogen voortwerken. Bij acclamatie werden benoemd tot ver dere leden van het hoofdbestuur de voorloopige bestuursleden, met het recht zich medebestuursleden te as- sumeeren tot een getal van 12 of 15. Grondwetsherziening. De „Nieuwe Courant" neeipt de felle houding der rechterzijde tegen over de memorie van antwoord nog niet tragisch op„Men vergete niet dat aan den vooravond van het par lementaire debat over de Staatsbe- ben ontkend, iets van mij te begee- ren. Inplaats van mij uiterlijk met zijn eischen tegemoet te komen, heeft Harley zich hier weten in te dringen en zich nu op zijn slinksche manier de middelen weten te verschaffen, om mijn eerlijkheid verdacht te ma ken. Ik zie nH, waar hij en de Wii denfels heen willen: hun voldoet de overgave van het oorspronkelijke ka pitaal niet, zij willen rente en rente op rente vorderen om zooveel mo gelijk af te persen en om zich een proces te besparen, laten zij mij zien hoe zij mijn eer willen brandmer ken, ais ik mij niet goedwillig schik." De woorden van den ouden heer droegen zoozeer het stempel der waarheid, dat de verontwaardiging der toebehoorders bijna nog grooter was, dan hun deelneming. Zij voelden pas de geheele draag kracht der bedreiging van Harley, toen graaf Wiidenfels op hun ver klaring, dat het goede recht over schurkerij zou zegevieren, met sid derende stem antwoordde: I iiir K "'014 (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1913 | | pagina 1