Van Houten's ivragen Woensdag 26 November Sb Itiiji om sen Gravenkraon. |e1d, "kameroverzicht 11 No 280 51e Jaargang. 1913. M. D likeuren. W- iOÏNGEN der, EN lij deze Courant behoort een Bijvoegsel FEUILLETON BINNENLAND ich, prima che WJJn, riles in di« een compleet leven, mits bij >.25, iedere Zonder rabat, wordt twee- 2l Boekhouden, onduren eenig genegen thuis ieven letter K. ;che Courant." er Courant kan Zich in per- leine Markt 58. [-aagt tegen 8 Ir. Zich aan te uur, Boulevard VLISSINGSCHE COURANT Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij de Uitgevers Firma F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58. ADVERTENTlENvan 1—4 regels 0.40. Voor eikeregel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie, wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Qroote letters en clichés naar plaatsruimte. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen. TELEFOONNUMMER 10. ftbonnements- flduertentiën op zeer uoordeelige voorwaarden. Vergadering van Dinsdag. Binti. Bestuurs-Onderwijs. Om te beginnen geen leden genoeg. Daarmede zet de dag dan zoo heerlijk in. 't Is voor den minister en den voorzitter, die al hun best doen om op te schieten, niet aangenaam dat een half uur verknoeid wordt. Eerst wat opiumgeschuif. De hee- ren zijn het over de wijze waarop het gebruik kan worden tegengegaan niet eens. De regeering wil uitbreiding der opiumregie, de heeren Bogaardt en Scheurer inkrimping. De minister zal nog eens onderzoeken. Opleiding Indische bestuurs amb tenaren. Kan beter zijn. De kring waaruit de liefhebbers komen is te klein. Meer reclame maken, zegt de heer Heeres, meer belangstelling wek ken voor lndië. Niet tornen aan de opleiding, aldus de heer Fock. Beter salarissen zegt de heer van Deventer. ik wil alles wat de heeren willen, antwoordt de minister guitig en hij zal alles in ernstig beraad nemen. Dat het aan belangstelling voor ln dië ontbreekt in ons vaderland, is waar. Dagelijks wordt het in de Ka mer bewezen. De Indische speciali teiten voeren het woord voor een klein clubje leden. Een enkele die lndië alleen kent van de kokosnoten en de sauce mangelen, werpt ook wel eens een duit in het zakje. Zeven achtste van de jongelui, die naar ln dië gaan, komt uit den Haag, waar het krioelt van bruine, half-bruine en gebruinde gezichten. in de provincie weet men van ln dië niet veel meer dan hoe warm het is en hoe ver. Bij het onderwijs wordt er ieder jaar en ook in deze vergadering ge schiedde het, op aangedrongen dat er op de scholen wat meer belang stelling zal worden gewekt voor onze koloniën. Met alle kunst- en vlieg werk tracht men mannen te trekken, doch er is altijd een tekort aan lief hebbers. Dat maakt dat er wel naar lndië gaan, die men bij ruimer keuze liever niet koos. Vooral bij het onderwijs sukkelt men met gebrek aan krachten. Er is al van alles geprobeerd, met slechts matig succes. Twee maatregelen worden thans overwogen men wil Indische jongelui met rijkssteun laten studeeren aan de Nederlandsche kweekscholen en men wil speciale vervolgcursussen aan die kweekscholen verbinden, ten einde Nederlandsche jongelui voor te be reiden voor een werkkring in lndië. Roman van G. H. v. D. (Nadruk verbode*.) 48). o— Mijn uitdrukking „argwaan" is niet te sterk, want u hebt van een billijk „vergelijk" gesproken, alsof rechtma tige „eischen" niet mogelijk waren. Of u weet het dus niet, dat een erf genaam uit het eerste huwelijk bestaat, öf u wilt het ignoreeren. „Ik kom op voor de aanspraken van den eerstgeboren zoon van den over leden Graaf Benno. Ik kwam naar het slot Wildenfels met de bedoeling, de familie te ieeren kennen, tegen wie 'k een proces moet voeren, want ik vertrouwde het karakter van uw zoon, die mij zijn vriendschap heeft opge drongen en ik leefde in de hoop, dat een vergelijk het proces overbodig ton maken. Ik zag echter, dat de vriendschap van George de proef niet kon doorstaanuw dochter wees de aanmatiging van een burgerlijke RpNA Cacao siïAéé/. Cspz/,. siceefc tixyken/ -devz/ f-ccn/ sCC^ocsAA^C,, In verschillende troonreden zijn die klaagliederen over den slechten toe stand van het onderwijs in lndië ge zongen. Een oud liedje, dat ieder jaar wordt herhaald. Re behandeling der begrooting schiet matig op. Eerste Kamer. Vergadering van Dinsdag. De Eerste Kamer hield eenige oo- genblikken vergadering, allereerst ter beëediging en installatie van de heeren Edo Bergsma, Henri Polak en J. C. van der Lande. Vervolgens hield de voorzitter een korte rede waarin hij het eeuwfeest onzer onafhankelijkheid herdacht. Na enkele woorden gewijd te hebben aan de nagedachtenis van dr. Vermeulen, verdaagde de voorzitter de vergadering tot Donderdag elf uur. Ouderdomsrente aan behoeftigen. Bij den Raad van State is gisteren aanhangig gemaakt de overweging van het wetsontwerp tot verleening van ouderdomsrenten aan behoeftigen. Dit wetsontwerp houdt o. m. in, dat recht op een ouderdomsrente heeft ieder, die aannemelijk maakt, dat hij a. zeventig jaar is of ouder b. behoeftig is; trotsch terug. Ik zag in de komst van den beeldhouwer Wildenfels de voor bereiding tot een strijd en kreeg bij het vinden der oorkondenportefeuille de overtuiging, dat de strijd gevoerd zou worden met wapens, die elke hoop op een vergelijk buitensloten. De manier, waarop men mij uit de bibliotheek trachtte te verwijderen, gaf aan deze indrukken den karakte ristieken stempel. „Binnen acht dagen zal ik u, Graaf, mijn vorderingen gedetailleerd doen weten." De verontwaardiging, die den ou den Graaf vervulde bij het doorle zen van dit schrijven, was des te grooter, daar er tegelijk een gevoel van onmacht over hem kwam tegen zulke geraffineerde slechtheid. Har- ley had alles zoo weten te draaien, dat bij een proces al vooruit de ver denking moest vallen op de familie van den Graaf. Zij had Harley tot werktuig willen maken van een be drog en dit plan pas opgegeven, toen zij ontdekt had, dat zij zich in hem vergist had. Het was niet te ontken nen, dat men hem plotseling in het werk op de bibliotheek gestoord had. c. niet na het bereiken van den leeftijd van vijf-en-zestig jaar onder stand heeft genoten van een gemeente of van een instelling van weldadig heid. voorkomende op de lijst, in art. 3 der Armenwet bedoeld, en indien hij gehuwd U, d. dat ook zijn echtgenoot behoef tig is zulks behoudens eenige in de wet genoemde uitzonderingen. De rente gaat in op den dag, waarop aanspraak op rente is ver kregen, doch niet vroeger, dan drie maanden vóór den dag, waarop de rente-aanvrage bij het gemeentebe stuur inkwam. Van het recht op ouderdomsrente wordt uitgesloten hij, die: a. na het bereiken van den leeftijd van zestig jaar bij een vonnis, dat onherroepelijk is geworden, is ver oordeeld tot gevangenisstraf of tot plaatsing in een rijkswerkinrichting, een en ander voor een jaar of langer b. misbruik van drank pleegt te maken of op andere wijze een bekend slecht levensgedrag leidt. Mede worden uitgesloten a. Nederlanders of Nederlandsche orderdanen, die niet gedurende de laatste vijf jaren vóór hun rente- aanvrage onafgebroken in Nederland hnn hoofdverblijf hebben gehad b. anderen dan Nederlanders of Nederlandsche onderdanen, die niet gedurende de laatste twintig jaren Hij smeedde uit dit feit het wapen, om de familie een misdadig doel toe te schrijven. Hij kon nu zeggen, dat hij zich niet geleend had tot de dien sten, die Georg's vriendschap van hem gevraagd had. Het proces, waarmee Harley dreig de, mocht uitvallen, zooals het wilde het was een vlek op de eer van den Graaf en zijn familie geworpen, die het niet mogelijk scheen af te wasschen. Zelfs graaf Boltenstern, die zeker de hoogste achting gehad had voor de eerlijkheid van den ou den Graaf keek bedenkelijk. De ver denking lag ai te zeer voor de hand,dat een vader het vermogen zijner kin deren tracht te verdedigen, het groote vertrouwen, dat men Harley geschon ken had, die toch zeker niet den inne mendste» indruk maakte, moest den argwaan versterken, dien Harley zoo driest had uitgesproken. De oude graaf voelde, dat hij zich rechtvaardigen moest. „De brutaliteit van dezen man is zoo groot," zei hij „dat ik bijna zou gelooven, dat hij ervan overtuigd is, dat hij een eer- looze aanvalt. De zaak is zoomijn grootvader was, zooals mijn vader vóór hun rente-aanvrage onafgebroken in Nederland hun hoofdverblijf heb ben gehad. Zij, die gedurende zes maanden onmiddellijk voorafgaande aan den dag van aanvrage van de rente onaf gebroken in Nederland hun hoofdver blijf hadden, worden geacht, geduren de het hiervorenbedoelde tijdvak van vijf, resp. twintig jaren, onafgebroken in Nederland hun hoofdverblijf te hebben gehad, als zij in het tijdvak niet gemiddeld een maand per jaar of langer hun hoofdverblijf buiten Nederland hadden. Voorgesteld wordt het bedrag van de ouderdomsrente te bepalen opf 104 per jaar, doch voor ieder der echt- genooten, aan wie beiden een ouder domsrente is toegekend, f 78 per jaar. De ouderdomsrente wordt gebracht ten laste der gemeente, waar de rechthebbende zijn hoofdverblijf had op het tijdstip van de aanvrage. Kan geen gemeente worden aan gewezen, waar de rechthebbende op het tijdstip van aanvrage van de rente zijn hoofdverblijf heeft of wordt ge acht te hebben, dan komt de rente ten laste van de gemeente, waar hij na het bereiken van den leeftijd van 65 jaar het laatst zijn hoofdverblijf heeft gehad. Kan ook zoodanige ge meente niet worden aangewezen, dan komt de rente ten laste van het rijk. Het rijk verstrekt aan de gemeenten een vergoeding van f 50 per hoofd voor ieder, die op 31 December van het afgeloopen jaar in de gemeente hoofdverblijf had en den leeftijd van 70 jaar had bereikt of overschreden, behoudens eenige uitzonderingen. Aan gemeenten, welker kosten voor de uitvoering van de wet over 't afge loopen kalenderjaar niet worden ge dekt door die vergoeding, kan door de Kroon een toelage uit 's rijks schatkist worden toegekend. De uitbetaling van de rente ge schiedt eenmaal per week. Ingeval de betrokkene in een krank zinnigengesticht, gevangenis of rijks werkinrichting verblijft of zich door vlucht aan de gevolgen van een ver oordeeling heeft onttrokken of zijn hoofdverblijf buitenslands heeft, wordt de rente tijdelijk niet uitbetaald. Voorts worden nog bepalingen voorgesteld omtrent verjaring van de uitbetaling (na 1 jaar), omtrent beroep van de beslissing van het gemeente bestuur over de al of niet uitbetaling bij Ged. Staten en verder bij den Centralen Raad van Beroep, bedoeld in de Beroepswet, enz. De oppositie en het nieuwe Kabinet. Verscheidene katholieke bladen Ia- ten zich naar aanleiding van het ant woord van het Kabinet op het Ka- mersectieversiag nopens de Staatsbe- hem mij geschilderd heeft, een trotsch, streng man, onbuigzaam in zijn prin cipes, in het gevoel voor eer en plicht. Hij had een zeer rijke dame gehuwd, maar hij raakte haar vermogen niet aan, om zijn door oorlog en misge was verarmde goederen te verbeteren, hij liet kapitalen, die zij hem leen de, als hypotheek op een kleine be zitting overschrijven, hij verrekende de renten van het vermogen zijner vrouw alsof zij een vreemde was. Mijn vader besloot hieruit, dat 't gerucht, dat grootvader in zijn eerste huwelijk niet gelukkig was geweest, gegrond was geweest. Graaf Kuno, zoo heette zijn grootvader, heeft er zich nooit over uitgelaten. Hij hield het aandenken zijner vrouw heilig, al hertrouwde hij ook een jaaar na haar dood. Uit het eerste huwelijk mijns groot vaders stamde een zoon, die bij het overlijden zijner moeder 6 jaar telde. Hij was de verwende lieveling zijner moeder geweest en nu haar eenige erfgenaam, daar zij geen anderen naasten bloedverwant had. Grootva der beheerde voor hem het moeder lijk vermogen, zonder eehig voordeel grooting uit over het standpunt, daarin door de Regeering ten aanzien van de herziening van art. 192 (onderwijs) ingenomen en zij betuigen hun ont stemming, dat de Regeering van een herziening daarvan 'tegelijk met het kiesrecht-artikel niet wil weten. De „Tijd" krijgt van de houding der Regeering den indruk van het zich zelf overschattend optimisme, waarvan ook reeds de Troonrede getuigde. Het „Centrum" vraagt of men nu van rechts het initiatief tot herziening van art. 192 zal nemen. Van een ministerie van verzoening zal dus klaarblijkelijk niets komen, schrijft de „Res.-bode" en de „Maas bode" neemt een sterk oppositioneele houding aan. De „Gelderlander" zegt zelfs dat de Regeering thans de Grond wetsherziening ten behoeve van al gemeen kiesrecht onmogelijk heeft ge maakt, en daarvan in deze wetge vende periode dus niets zal komen. De anti-rev. „Rotterdammer" spreekt van onverzoenlijken strijd. „Het Volk" wijst er op, dat de kerkelijke partijen de schoolkwestie hebben gesteld, en daardoor voorde zooveelste maal de tegenstelling tus- schen geloof en ongeloof hebben ge bezigd als middel om den invloed der arbeidersklasse klein te houden. Ds. H. Pierson. Naar „de Ned." verneemt, zal ds. H. Pierson bij het bereiken van zijn 80 jarigen leeftijd, dat is op 10 Juni 1914, als president-directeur der Heldringgestichten aftreden. Deze tijding zal voegt het blad hieraan toe hoe noode men den grijzen strijder dezen post ziet ver laten, met ongeveinsde bewondering worden ontvangen. Tot het 80e levens jaar in volle kracht te mogen staan als kampioen voor al wat rein is, als redder van wat te redden is, is een zeer zeldzaam voorrecht. Over het leven van ds. Pierson zijn Godes zegeningen ontelbaar geweestmogen ze ook in zijn levensavond de rust en voldoening brengen, die dit in 's Heeren dienst geofferd leven afsluit. Het aftreden van ds. Pierson is de voleindiging van een gulden bladzijde in de geschiedenis der dienende lief de, de voltooiing van een levenstem pel, door Gods gunst gewijd. Bioscoopvoorstellingen. Naar aanleiding van het onderzoek, dat door de Commissarissen der Ko ningin ingevolge de circulaire van zijn ambtsvoorganger d.d. 8 Mei j.L, werd ingesteld betreffende uitwassen bij de bioscoopvoorstellingen, heeft de minister van binnenlandsche zaken er de aandacht op gevestigd van de Ged. Staten, dat de Gemeentewet te trekken uit de hem rechtmatig toe komende rente, ofschoon hij dit zeer noodig had, want zijn tweede vrouw bracht weinig mee en de lasten van den oorlogstijd drukten zwaar op alle bezittingen. Het karakter van Benno zoo heette die zoon toonde reeds vroeg gevaarlijke zijden. De knaap was drif tig, eigenzinnig tot alle slechte stre ken bereid. Hij wist het, dat hij de majoraatsheer was, dat hem boven dien een groot vermogen te beurt moest vallen, hij maakte gebruik van de onrust, die inkwartieringen enz. meebrachten, om zich te onttrek ken aan het opzicht van den stren gen vader, en naarmate hij opgroei de, werd hij koppiger, wilder, zede- loozer. Het ongeluk kon niet uitblijven. Hij vatte een hevigen hartstocht op voor de dochter van een molenaar en zette het zich in het hoofd met haar te trouwen. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1913 | | pagina 1