per pond Eerste Blad IlliiiK ten lissen Zaterdag 15 November M ilsuininer bistaat uit 3 bladen literf 1.0.35 IMAN, le Strijd om een Gravenkroon. No. 271 51 e Jaargang. 1913 ta )NEN. 'AANVRAGE! [GEN Rechf op Rusf. litgebreide aag raden te doen. kwaliteit. •s en zoo spoedig trekking. \R: legenhedcn. ILOEMEJL IINGEN. sen. FEUILLETON Brieven uit de Hofstad |n Secretaris, voor van 11 uur tot g no. 10 en voorts en Stadhulze. adigheid, die eeu standigheden van ïebben aangemeld, Voorzitter. AN, Secretaris. VLISSINGSCHE COURANT Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij de Uitgevers Firma F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58. ADVERTENTIËNvan 1—4 regels 0.40. Voor eikeregel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie, wordt de prijs slechts twee maal berekend. Groote letters en clichés naar plaatsruimte. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen. TELEFOONNUMMER 10. fibonnements- ftdoertentiën op zeer uoordeelige voorwaarden. Is, wendt u dan aan ma-Portwijn ad t wij ft, White Port- iterst concurreerende TELEFOON 46. STEENENBEER |[els f 0.35, iedere ant. Zonder rabat, laataen wordt twee* in het vak te worde" DE VELDE JR- ilectrische Drukkef|lj Een droef verschijnsel doet zich in Ijen laatsten tijd in ons land in grooter Bate voor, dan in de voorafgaande iren, althans oogenschijnlijk, het ge tal was. Wij bedoelen wanneer nen alle gevallen te zamen voegt, ie verbazend groote reeks van mis- laden, waardoor het leven van ande en opzettelijk wordt afgesneden naslagen op het leven do h vergifti ging, door geweld of door middel van rapenen. Er kan nauwelijks meer ten week voorbijgaan, of voor een itr rechtbanken in ons land heeft iet een of andere proces plaats, «aarbij de beklaagde, rrieermalen ook ie beklaagden, terecht staan wegens ioodslag. Winstbejag rechtstreeks door roof, jndirect als b.v. bij erfenis of verze- js uitkeering, is veelal de drijf- ter; doch daarnevens treedt in den latsten tijd ook in niet geringe mate tn andere, zoo men wil minder vul- ;aire, maar even doemwaardige drijf veer op den voorgrondde harts- icht. Hetzij de moord begaan werd lil versmade liefde, hetzij uit een il waanzin opgevoerde ontembare iloezie, hetzij ook dat hij oorsprong un uit liefdes-berekeningen, die uit en weg ruimt, wie haar hindert iet is al om het even, dezelfde mensch- nwaardige hartstocht die het dier- ijke niet schroomt te evenaren. Dan zijn wij bij de behandeling lezer moordzaken getuigen van de ïeest intieme bijzonderheden, uit het even dezer misdadigers, wij hooren aarfijn en nauwkeurig in de aan dacht de omstandigheden, de drijf- eeren, de motieven, stuk voor stuk pnoemen en uitpluizen, die den dader de daders er toe gebracht hebben te ten, wat zij deden, en waarmede zij Ie maatschappelijke orde met voeten raden, en zich vergrepen aan het Iostbaarste, dat te ontzien valthet echt op leven van den naaste. Wanneer dan de openbare aanklager lies gezegd heeft, wat hij meende het belang der verstoorde maat- chappelijke orde meende te móéten eggen, en niets bleef den be laagde daarbij gespaard, dan komt ie verdediger nog eens de gansche, likwerf zoo tragisch-sombere daad voren af aan uitvoerig in het Echt stellen, speurt naar alle omstan- igheden die de misdaad begrijpelijk, 8o het kan vergefelijk maken, en Roman van G. H. v. D. (Nadruk verboden.) 9). o— Hij verzekert, dat zijn vader er 'ooit aan gedacht heeft, naar erfrecht «lerzoek te doen of het geldend te "aken. Hij deelde mij echter het 'oogst bevreemdende feit mede, dat "n onbekende zijn vader daartoe had 'Men overhalen. Harley was met verdachten ijver 'S' werk in de bibliotheek begonnen ':ii had dezen middag tegenover Adda •'spelingen gemaakt, die de ernstig- !'e verdenking tegen hem wekten, 'orwijl hij tegenover mij de zaak Mere beoordeelde, heeft hij Adda kennen gegeven, dat mij een zeer J'nstig proces bedreigdehij heeft mogelijkheid geopperd, dat ik het !0u kunnen verliezen en wij dan ge fineerd zouden zijn, hij heeft het ftwaagd middelen tot een vergelijk ,0nt te stellen, waarop slechts iemand wederom zijn wij getuigen van het blootleggen van zoovele innerlijke roerselen van het menschelijk ge moed alles evenwel dan bezien van het standpunt der verdediging. En over en weer klinken dan in de rechtzaal de argumenten, die bewijs kracht moeten brengen, worden er betooggronden aangevoerd, die de voorop gezette stellingschuld en boete, vergeving of vrijspraak, moeten schragenworden geheele bewijs voeringen als het ware opgetrokken en gestut, door aan de logica, aan het menschelijk inzicht en niet minder aan het menschelijk mededoogen ont leende redenen. Geen voorval in het leven der beklaagden zoo klein, geen gebeurtenis zoo nietig, mits het kan bijdragen hetzij tot verzwaren of ont lasten, wordt zoowel door aanklager als verdediger over het hoofd gezien. Nu gebeurt het niet zelden, dat in dit tournooi,waarin rechtswetenschap, menschkundig inzicht en waardigheid in betoogtrant elkander ontmoeten, de grenzen binnen welke de strijders zich te houden hebben, overschreden wordendan vallen de argumenten als wondende zwaarden neder op hen, die daar niet gezeten zijn op de beklaagden-bank. Zijn het levenden, naar wie deze uitvallen gedaan worden, zij zullen zich verweren maar het gebeurt ook, en de aard dezer moordprocessen geeft er aanleiding toe, dat ook de doode niet onbesproken blijft. Dan wordt vaak met een enkel woord een toespeling, een aanduiding, door den beklaagde of door de verdediging, een argument van verweer ontleend aan daden door den verslagene be dreven. Ongetwijfeld, het gaat niet aan immer deze voornaamste, maar voorgoed verstomde getuige buiten het geding te houden, bovendien ontkend mag geenszins worden, dat meestentijds met schroom en voorge schreven gevoelens van kieschheid het leven van het slachtoffer ter sprake komt, maar toch niet altijd. Een zeer recent geval vinden wij in de be kende Haagsche moordzaak, waarbij een ontwikkeld jongman, studeerende aan een onzer Nederiandsche Hooge- scholen, zijn verloofde, zonder eenige duidelijken beweeggrond a bout por- tant met een revolver van het leven beroofde. Deze droevige zaak is te bekend en van te jongen datum om er uitvoerig bij te behoeven stil te staan. Ook bij de handeling van déze moordzaak zien wij de grenzen van het verweer overschreden en het recht op rust, dat de dooden toekomt ge schonden daar werd een motief tot verdediging ontleend aan, geenszins bewezen, tekortkomingen in de allereerste plaats aan eerbied tegen over zich zelve bij de verslagene. komen kan, die de omstandigheden beter kent dan ik, die ook de be langhebbenden en hun eischenkent. Hij heeft dit dus tegenover mij ver heimelijkt, een brutaliteit zonder voor beeld heeft hem er toe gebracht, Ad- da te verschrikken en haar toen over echtelijke verbintenissen te spreken, die alles in het reine konden brengen. „Adda," zoo besloot de Graaf, ter wijl Georg van woede sidderde, „heeft mij verzocht, je deze brutaliteit niet mee te deelen, zij vreest een erbar melijke wraak van den schurk, maar ik denk anders, ik ben van meening, dat verachting de rechte straf is, dat je elke persoonlijke verklaring ver mijdt; Harley is het niet waard, dat je hem uitdaagt, zelfs al zou hij duelleeren, wat ik betwijfel. Een woordenwisseling tusschen jullie beiden moet dus vermeden worden." „Vader „Hoor mij ten einde toe aan. je moogt je niet aan beleedigingen blootstellen en dat zou het eenige resultaat van een woordenwisseling zijn. Maar mijnheer Harley heeft mijn vertrouwen misbruikt, heeft daarmee het gastrecht beleedigd, ik wijs hem Een smet aanwrijven aan die zich nimmer meer verdedigen kunnen, is niet toelaatbaar in een procedure. Zeker, de justitie heeft er recht op de volle waarheid te leeren kennen, maar niet zijn alle middelen geene uitgezonderd daartoe geoorloofd. Daar kunnen er zijn, die de heilige rust der dooden verstoren, wier recht op eindelijken vrede zeker niet min der ontzien mag worden, dan het recht van den misdadiger om gehoord te worden en zijn Beweegredenen aan te geven. Tusschen het recht van den een en dat van den ander het juiste evenwicht te vinden, is de taak van hem, die geroepen is récht te doen. Het, helaas niet zeldzame, ver schijnsel, dat de doode het voor den levende ontgelden moet in een moord zaak-procedure heeft hier terecht bij zonder afkeuring gevondenhet gold toch niet een volkomen vrijspraak van het ten laste gelegde, slechts een weinig meerdere schuld, dan de reeds zoo zwareeen weeriooze, nog wel een geliefde, van het leven te be- roeven. Door de doode van heime lijke ontrouw te betichten, wordt de moord niet ongedaan gemaaktbo vendien het bewijs zou niet dan na een voor de nabestaanden hoogst pijn lijk onderzoek geleverd kunnen wor- den. Dit is niet geschied, maar geschiedt wellicht nóg. Door het par ket is op bevel van hoogerhand ap pèl van het vonnis der rechtbank aangeteekend. De zaak komt dus nog maals in haar geheele droevige ver loop in behandeling; en weder zal het recht op rust dat ;>ok deze ionge doode toekomt, niet worden geacht. En als reden dezer heropening der procedure wordt opgegeven, dat daarbij haar nagedachtenis gezuiverd zal worden van de smet, daarop door den bekiaagde bij zijn verweer ge worpen. Ware het wellicht niet beter ge weest, zich vooraf de vraag te stel len of het slachtoffer zelve, zoo haar oordeel te vragen mogelijk ware, er niet de voorkeur aan zou gegeven hebben, den man, dien zij eenmaal boven alles moet hebben liefgehad, wijl zij zijn verloofde werd, niet nog maals en zeker niet tot mindere straf veroordeeld te zien, en ook aan haar de rust te gunnen, die het hei lig recht der dooden is? Vermaak. Het lijkt alsof er tusschen den zomer en den herfst een nieuwjaar getijde is ingeschoven, dat liefelijker dan de laatste, genietbaar ais de eerste, ons een weersgesteldheid geeft, die wij best voor altijd willen ruilen met den winter. de deur. Ik ben het aan mezelf en mijn familie ook verplicht, mij tegen een gevaarlijk mensch te beschermen. Ik moet aannemen, dat hij, daar zijn oordeel over mijn zaken sedert de zen morgen veranderd is, in mijn bi bliotheek documenten heeft gevon den, die hem de toespelingen, weike hij tegen Adda gemaakt heeft, in den mond hebben gegeven, en daarvan moet hij zijn reken schap geven. Ik mag hem er van verdenken, dat hij zich mogelijk hei melijk van mijn eigendom heeft mees ter gemaakt. Als hij een eerlijk mensch was, dan mocht hij over dingen, die ik hem in vertrouwen heb meege deeld, niet tot Adda spreken. Hij moest, wat hij ontdekt had, aan mij meedeelen. Hij heeft er gebruik van gemaakt, vóór ik er hem toestem ming voor gaf. Wil hij, dat er geen verdenking op hem rust, dan moest hij er zelf om verzoeken, dat men zijn koffers naziet, vóór hij vertrekt ik vergenoeg mij er mee, van hem de uitdrukkelijke verklaring te vor deren, dat hij uit de bibliotheek niets heeft weggenomen of gecopieerd, wat hij mij niet bij deze gelegenheid Als 't ons straks maar niet betaald gezet wordt, moppert de pessimist, beangst dat als het getij gaat keeren, wij in een ander uiterste zullen vallen, dat lang niet malsch is. Laat ons tevreden zijn met hetgeen wij a! vast te pakken hebben, aldus filosifeert de genoegelijke optimist. Wij vorderen al een flink stuk naar den winter, ei kan nog misère genoeg komen. Naar den winterInderdaad de Sint Nicolaas drukte laat zich reeds gevoelen, 't Is 's middags buitenge woon druk in de winkelstraten, het zachte weer lokt uit naar de fraaie etalages, die nu op haar mooist zijn, omdat zij nu het rijkst gesorteerd zijn. Naar den winterMaar waar blijven boa en pels, waar de slobkousen en de cache-nez '1 is grappig de dames voor Sinterklaas te zien winkelen in kleeding, die eer den zomer dan den winter verraadt. Naar den winter! 't Is den 13den November, dat wij dit schrijven, de ramen staan wijd open en een lekker zonnetje schijnt naar binnen. De kachel ziet zwart, extra zwart van nijd, dat zijn diensten nu nog niet noodig zijn. Maar toch maakt alles zich gereed voor den winter. Het zomerseizoen, dat na-seizoent in den anders zoo guren herfst, heeft toch afgedaan. In schouwburg- en concertzaal heerscht avond aan avond de volle winter seizoen drukte. De variété's trekken reeds haar gebouwen tot in den nok vol, alsof er straks geen tijd meer zal zijr. om te genieten, alsof het op een eind loopt, aisof ze straks ge sloten zullen worden. Wat er zoo dagelijks voor gele genheid bestaat om uit te gaan en zich op de meest uiteenloopende wijze te amuseeren in den Haag? Te veel om op te sommen. Het reusachtige gebouw voor kunsten en wetenschap pen, dat voor opera's goed, voor tooneelvoorsteiiingen minder geschikt is, opent iederen avond zijn deuren. Alle tooneeivereenigingen uit Amster dam en Rotterdam, alle opera's en operettes treden er beurtelings voor het voetlicht. En om. de veertien dagen ongeveer komt Willem Mengelberg uit Amster dam met zijn beroemd concertgebouw orkest. Dat is en blijft de groote attractie. Een uur vóór den aanvang is in de omgeving van het gebouw de weg versperd door de onafzienbare file van rijtuigen en auto's, de trams voeren voile wagens aan, en om acht uur is geen plaatsje meer onbezet. En toch is hetgeen daar opgeborgen zit, slecWs een klein gedeelte van het uitgaand publiek. Behalve liet groote variété Scala en een dozijn bioscoop-theaters, die allen laat zien. Is dat uw meening ook niet, Graaf?" Boltenstern boog toestemmend. „En wat zult u doen," vroeg hij, „zoo mijnheer Harley uw rechtmati- gen eisch als een beleediging opvat en afwijst?" „Dan noem ik hem een dief," riep Georg, „dan houdt alle ontzien op." De Graaf, die een oogenblik had nagedacht, schudde het hoofd. „Be toom je drift Georg," zei hij, „anders mag je bij de ontmoeting niet te genwoordig zijn. Wij mogen geen dwang uitoefenen, want afgezien hiervan, dat wij slechts vermoedens, geen bewijzen hebben, zou eemman, die mijn eisch afwijst, een eerlooze zijn en van zulk een is te verwach ten, dat hij het gestolene reeds in veiligheid heeft gebracht. Hij schijnt het slot verlaten te hebben, anders moest hij reeds hier wezen." Georg's gelaat kleurde zich steeds donkerder, zijn toorn vermeerderde naarmate hij inzag, wat hij door zijn lichtvaardig vertrouwen voor kwaad had gedaan. „Een voortvluchtige,"riep hij, „zet men na. Vader, ik rijd naar het station. Gelukkig gaat er geen geheel of bijna uitverkocht zijn, trekt de kleine concertzaal van Diligentia, waar de sterren van allerlei grootte successievelijk haar triomfen komen halen. Het publiek is echter bij af wisseling zeer sterk in getal of zeer zwak, zeer chique of zeer gemengd. Da: houdt niet alleen verband met de reputatie der optredenden, of met de prijzen, maar veel meer met den avond. De Haagsche heer of dame, die het voornaamste op kunstgebied nadraaft, heeft maar éen lichaam en voorgewende verplichting om het éen bij te wonen, houdt hen van het andere af. in de Diiigentiazaai heeft menige groote stem haar of zijn eersten stap gezet op het gevaarlijke pad der kunst. Met kwistige hand werden bij een debuut aan oom en tante, neefjes en nichtjes toegangskaarten uitge deeld in de hoop dat zij zullen komen, zullen juichen en applaudisseeren èn... bloemetjes zullen zenden. De Duit- schers noemen zoo'n concert een „tanten-concert", omdat tantes de dankbaarste bewonderessen schijnen te zijn en het wildst gestemde publiek vormen. Hoe wordt dan gehunkerd naar de recensies in de dagbladen Men moet op het bureau van een dagblad ge zeten hebben, om te weten wat die beteekenen. Is de recensie gunstig, dan verschijnt deze of» gene tante van de gerecenseerde om een inslag van de nummers der krant, waarirt de recensie staat, soms ten getale van wel een vijftig te doen. is de recensie niet gunstig, dan vindt de snoode redacteur al spoedig een nijdig briefje op zijn tafel, dat lang niet zelden eindigt met de opzegging van het abonnement. De journalistiek is een moeilijk bedrijf Sinds korten tijd is een nieuw theater in de residentie geopend en wel een, dat geheel in Haagschen stijl is, d. w. z. chique en mondain. Dit laatste voor zoover het niet te wordt. Eduard Verkade zwaait er de scepter en hij is een man naar het hart der Haagsche dames. Hij is fijn-gedistingueerd, de salon-artist. De inrichting van het gerestaureerde kunstkringzaailje bewijst dat. Alleen in groot tenue worden deze voor stellingen bijgewoond en behalve dat het er wat nauw en bekrompen is, hebben er de tooneelzaal en de foyers iets voornaam-deftigs,naast iets geaffecteerds. De prijzen der plaatsen zijn zeer hoog en het is daarom alleen ai de vraag of Verkade het zal kunnen houden. De groep van bezoeksters en bezoekers perkt hij daardoor zeer in. Wij zouden kunnen voortgaan alle vermakelijkheden en vele oorden der trein voor morgen tien uur. Desnel- trein houdt niet meer stil in Wild- stein, Harley kan niet weg." „Dat weet hij even goed als jij hij is een dief, dus heeft hij reeds lang een schuilplaats voor zijn buit gevonden. Maar ik zeg nog eens, van geweld mag geen sprake zijn. ik zou ook niet graag den schijn op mij laden, alsof ik iets in de biblio theek had, wat niet ieder zou mogen zien. Het zou mij zeer onaangenaam zijn, als iemand, dien ik niet ver trouw, over plichten, die mij druk ken, beter ingelicht was dan ik. Elke minnelijke schikking zou mij daar door afgesneden zijn, verbergen zou ik geen document dat tegen mij ge tuigt. Elke misgreep in deze rich ting zou Harley recht geven, aan mijn eerlijkheid te twijfelen. Georg zag in, dat zijn vader gelijk had, deze bedenking was beslissend. De lakei trad binnen en meldde, dat mijnheer Harley noch in het slot, noch op het terras was te vinden. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1913 | | pagina 1