Dinsdag
21 October
It Strijd ooi een Erannkroon.
No 249
51e Jaargang.
1913
BINNENLAND
FEUILLETON
provinciale Staten.
VLISSINGSCHE COURANT
Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij de Uitgevers
Firma F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58.
ADVERTENT1ËNvan 1—4 regels 0.40. Voor elke regel
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie, wordt de prijs slechts /weemaal berekend. Groote
letters en clichés naar plaatsruimte.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen.
TELEFOONNUMMER 10.
Abonnements- Aduertentiën op zeer uoordeelige uooru/aarden.
Verjaardag Victor de Stuers.
Jhr. mr. Victor de Stuers, lid der
Tweede Kamer, vierde gisteren zijn
zeventigsten verjaardag in intiemen,
besloten kring. Immers, zijn genees
heer had hem absolute rust voorge
schreven; hij mocht volstrekt geen
emoties hebben. Vandaar dat hij op
dezen dag geen bezoek ontving. Alleen
zijn broeder, de gezant te Parijs, was
overgekomen ter gelegenheid van dit
jubileum. Overigens lag er in zijn
woning een felicitatie-register ter tee-
kening.
Het sprak vanzelf, dat het den jubi
laris op dezen dag niet ontbrak aan
talrijke blijken van sympathie en van
waardeering van zijn gioote verdien
sten op velerlei gebied, vooral op dat
der kunst. Zijn vrienden schonken
hem een gedenkboek met een twaalf
tal bijdragen, waarin de werkzaamheid
van den heer De Stuers op verschil
lend gebied geschetst wordt.
Het album bevat een geteekende
opdracht in kleuren, met goud ver
hoogd door J. W. H. Berden, luidende
„Aan Jonkheer Meester Victor de
Stuers, den overmoeiden strijder voor
de belangen der Nederlandsche Kunst
en Wetenschap, wordt ter gelegenheid
van zijn 70en verjaardag deze herin
nering aan zijn werkzaamheid aan
geboden door zijn dankbare vrienden."
Verder ontving jhr. De Stuers
schriftelijk mededeeling van zijn be
noeming tot eere-lid van het Schilder
kundig Genootschap „Pulchri Studio"
en van den Oudheidkundigen Bond.
H. M. de Koningin benoemde jhr.
mr. Victor de Stuers tot commandeur
in de orde van den Nederlandschen
Leeuw, waarvan het insigne hem door
den minister vanbinnenlandschezaken,
vergezeld van den minister van bui-
tenlandsche zaken, werd overhandigd.
Jhr. de Stuers betoonde zich met
de hem door H. M. de Koningin
verleende hooge onderscheiding zeer
ingenomen.
De blijken van belangstelling, die
de jubilaris in den loop van den dag
nog ontving, waren overstelpend.
Talrijke maatschappijen, instellingen
vereenigingen, enz., zonden nog geluk-
wenschen.
De Stuwadoorswet.
In verband met loopende geruchten,
dat het in de bedoeling van den
minister van Landbouw zeu liggen de
aanhangige stuwadoorswet in te
trekken, vernemen wij van wel inge
lichte zijde dat een zoodanig voor
nemen bij dezen bewindsman niet
;bestaat.
Wèl zullen eenige punten uit het
aanhangige wetsontwerp worden ge
licht, o.a. de bepaling dat werklieden
Roman van G. H. v. D.
(Nadruk verboden.)
17). —O
Kon het Wildenfels slechts aange
naam zijn, als de man, wien hij om
raad had gevraagd, zoo warm werd
voor zijn belangen, zoo viel hem
toch de levendigheid op, waarmee
Harley dadelijk zijn partij had ge
nomen. Het was hem, alsof hij de
houding, die Harley had aangenomen,
in tegenspraak was met de beschrij
ving, die Georg van zijn karakter ge
geven had. Er was geen andere ver
klaring hiervoor dan deze, dat het
gevoel der vriendschap voor Georg
Harley zoo levendig belang deed
stellen in deze zaak. De Graaf be
sloot, den raad van Harley op te vol
gen, maar hij deed dit met tegenzin
ihet vertrouwen in Harley was niet
sneer zoo volkomen.
HOOFDSTUK VI.
in het bezit moeten zijn van een
werkboekje en de bepaling dat een
vergunning noodig is om zich als
stuwadoor te vestigen.
Vrijz. Dem. Bond.
Voor de algemeene vergadering,
van den Vrijzinnig-democratischen
Bond, 15 en 16 November te Haar
lem te houden, is door de afd. Haar
lem de volgende motie ingediend
„De algemeene vergadering van
den Vrijzinnig-Democratischen Bond
betreurende 't feit, dat de Vrijz. Dem.
Kamerfractie in de laatste crisis een
beslissing heeft genomen, zonder
daarin eenig partijorgaan te kennen
spreekt de wenscheiijkheid uit, dat in
het vervolg in belangrijke politieke
aangelegenheden overleg zal plaats
vinden tusschen hoofdbestuur en
Kamerfractie, en gaat over tot de
orde van den dag."
Najaarszitting.
In de op Dinsdag 4 November te
openen najaarszitting van de Pro
vinciale Staten zal allereerst aan de
orde zijn het onderzoek der geloofs
brieven van de heeren J. A. de
Bruijne, H. R. Struve, W. Melis en
A. van der Weijde.
Onder de ingekomen stukken be
vinden zich behalve een aantal
koninklijke besluiten tot goedkeuring
van in de zomerzitting genomen be
sluiten, het verslag 1912—1913 van
de Vereeniging, „Nehalennia" en
dankbetuiging voor het verleende
subsidie en een kennisgeving door
mevr. de wed. H. P. den Bouw
meester van het overlijden van haar
echtgenoot.
Door Ged. Staten zal mededeeling
worden gedaan omtrent den post,
voorkomende onder hoofdstuk IX der
uitgaven in de Provinciale begroo
tingen voor 1912 en 1913 ter be
strijding van behoeften, welke hare
omschrijving niet vinden in de arti
kelen der begrootingomtrent onder-
handsche aanbestedingenomtrent de
presentielijsten der vergaderingen
van hun College en de samenstelling
daarvan.
Aan de orde zal wordetj gesteld
de benoeming van het lid der Staten,
bedoeld in art. 89 der Provinciale
wet, (buitengewoon lid Ged. Staten
vacature wijlen den heer J. H. C.
Heijse).
Behandeld zullen worden de vol
gende voorstellen van Ged. Staten
Van den gemeenteraad van St.
Philipsland is onder dagteekening
van 11 September een verzoek in
gekomen, om een subsidie voor de
vervanging van de grindbaan op den
weg over den Slaakdam door een
keibestrating.
„Nu," vroeg Georg zijn zuster, die
hij, terwijl Harley zich naar zijn va
der had begeven, op het terras van
het slot gevolgd was, „wat zeg je
van mijn vriend
„Hij bevalt mij zeer goed."
„Dat is een koel, voorzichtig ant
woord. Ik wilde, dat de man, dien je
me eenmaal tot zwager geeft, op
hem geleek, maar onder al je ver
eerders ken ik niemand, die bij hem
vergeleken kan worden."
Een lichte blos kleurde Adda's
wangen, een wolk van misnoegen
bedekte haar helder voorhoofd. „Dwe
perij kan verblinden," antwoordde
zij, „maar je overdrijft. De gesprek
ken van je vriend hebben een bizon-
dere bekoring hierdoor, dat hij in
elk geval een uitgebreide kennis be
zit; zijn uiterlijk en zijn manieren
zijn aangenamer, dan wij na je be
schrijving verwachtten, dat is alles,
wat ik voor het oogenblik van hem
zeggen kan. Als men echter een nieu
wen kennis maakt, dan is de eerste
indruk meestal beslissend, of wij voor
den bewusten persoon sympathie
gevoelen of niet, en nu moet ik je
bekennen, dal ik zelden iemand
Daar blijkens een schrijven van
Burg. en' Weth. nog een nader over
leg over deze zaak gepleegd wordt,
w aarvan de uitslag nog niet bekend
is, geven Ged. Staten in overeen
stemming met het gemeentebestuur
in overweging het verzoek in hunne
handen te stellen, ten einde daarover
in de aanstaande Zomerzitting een
voorstel te doen.
De Tramplannen op
Zuid-Beveland.
In de zomervergadering werd in
handen van Ged. Staten gesteld, ten
einde een nader voorstel te doen,
een adres dd. 1 Juli 1913 van E.
Huijghebaert te Kortrijk, ondertee
kend door mr. P. Dieleman als secre
taris van het Comité van steun voor
de Zuid-Bevelandsche tramplannen.
Met het oog op de bepaling in arti
kel 8 der Grondwet, dat onderteeke-
ning uit naam van anderen alleen kan
geschieden krachtens schriftelijk bij
het verzoek overgelegde volmacht,
zal merken Ged. Staten, dit adres
buiten behandeling moeten blijven,
daar geen volmacht is overgelegd.
Sedert zijn ingekomen
a. Een adres van E. Huijghebaert
om wijziging van het rechtens door
overschrijdng van den termijn van
1 Juli 1913, vervallen besluit van
17 November 1911, waarbij eenren-
teioos voorschot is verleend voor
den aanleg en de exploitatie van
stoomtramwegen op Zuid-Beveland
b. een adres van dr. J. W. Jenny
Weijerman te Utrecht en M. Onnen
te de-Bildt, om in beginsel te beslui
ten tot het verleenen van het vrijge
vallen ïentelebs voorschot voor den
bouw en den aanleg van tramwegen
op Zuid-Beveland door de Maat
schappij tot exploitatie van Staats
spoorwegen.
Daar het plan der Exploitatie-
Maatschappij eerst kan beoordeeld
worden, nadat een volledig ontwerp
met kostenberekeningen van aanleg
en exploitatie zal zijn overgelegd,
meenen Ged. Staten, dat in dit sta
dium der zaak nog geene beslissing
kan genomen worden omtrent de
hoogst belangrijke vraag welk der
beide plannen de voorkeur verdient.
Zij stellen daarom j voor het eerst
bedoelde adres buiten behandeling
te laten en de beide andere in hun
handen te stellen ten einde dienaan
gaande in de Zomerzitting van 1914
een voorstel te doen.
De heer Huijghebaert vraagt in
zijn in het voorstel genoemd adres
een verhooging van het renteloos
voorschot van een maximum van
f 650.000 op een van f 750.000,
zulks wegens wijziging van het eerste
plan en opname van Hoedekens-
kerke ais eindpunt der lijn.
De heeren Jenny Weijerman en
Onnen zeggen in hun adres dat zij
heb leeren kennen, die mij ondanks
andere gunstige indrukken zoo weinig
sympathiek is ais je vriend."
„Omdat hij een burger is, omdat
hij niet met mooie praatjes weet te
vleien
„Je bent prikkelbaar, Georg, je
weet, dat ik niet van vleiers houd
en je zult van mij niet gelooven, dat
ik de waarde van een man taxeer
naar zijn adelbrief."
„Je bent nog nooit met een bur
ger nader in aanraking gekomen, die
te trotsch was, zich in den adelstand
te doen verheffen.
„Ik zal zulk een trots achten, als
ik er aan gelooven kan."
„Je twijfelt, dat Harley zulk een
man zou kunnen zijn Harley, die
er de schouders over ophaalde, dat
de academie hem onderscheiden
heeft
„Ik ken je vriend te weinig, om
een bepaald oordeel te vellen, maar
ik zag, hoe het hem vleide, als een
geestige opmerking ons trof. Hij ver
kondigde paradoxen, hij maakte jacht
op effect. Ik kreeg den indruk, dat
hij ijdel op zichzelf mag zijn, maar
het ook in hooge mate is. Doch
handelen voor de combinatie, bedoeld
in de mededeeling, die door den heer
W. Kakebeeke in de vergadering der
Staten van 2 Juli jl. werd gedaan.
Adressanten wijzen er op dat tot nu
toe alle plannen voor den aanleg van
stoomtramwegen in Zuid Beveland
schipbreuk hebben geleden en zij
meenen dat Zuid Beveland veel beter
nog dan door de vroeger ontworpen
tramwegen, zou zij gebaat door den
aanleg van een spoorweg, waarop
het materieel der groote spoorwegen
onbelemmerd zou kunnen verkeeren
en die geëxploiteerd zou worden door
de maatschappij tot exploitatie der
Staatsspoorwegen. Verder zeggen
adressanten dat de combinatie, voor
welke zij handelen op grond van een
mede overgelegd schrijven van den
directeur der exploitatie maatschappij
meent zoodanigen spoorweg tot stand
te kunnen brengen, wanneer haar
onder meer ook wordt verleend een
renteloos voorschot uit de Provinciale
fondsen en wijzen zij erop dat vanwege
de exploitatie maatschappij thans
onderzoekingen en opmet ingen worden
ingesteld welke, naar berekening,
eerlang gereed zullen kunne» zijn.
Van de commissie voor de grind
wegen in Schouwen en van het be
stuur van het waterschap Schouwen
is een verzoek ingekomen, om in het
reglement op de wegen en voetpaden
een bepaling op te nemen, waarin
voorgeschreven wordt, dat over
kunstwegen, geen kei of klinkerwegen
zijnde, alleen vrachten mogen worden
vervoerd door wagens, voorzien van
vellingen, minstens 9 cM. breed.
Daar het onderzoek daaromtrent
nog niet is afgeloopen, geven Ged.
Staten in overweging het verzoek in
hunne handen te stellen, ten einde
daarover in de aanslaande zomerzit
ting een voorstel te doen.
Bebouwing van buitenwegen.
Door Burg. en Weth. van Vlissin-
gen is een adres ingezonden, waarin
zij de aandacht van de Prov. Staten
vestigen op de moeilijkheden die zich
voordoen bij het streven van grootere
gemeenten om de toegangswegen te
verbreedtn indien de aangrenzende
gemeenten daarmede geen rekening
houden en eene ongewenschte be
bouwing toelaten. Als voorbeeld wij
zen zij op den straatweg van Vlis-
singen naar Koudekerke. Deze weg,
aangelegd in een tijd toen de vei-
keerseischen nog zeer gering waren,
voldeed oorspronkelijk aan de be
hoefte, doch, nu in den latereu tijd
het verkeer in zeer sterke mate is
toegenomen door de rijwielen, auto
mobielen enz., is hij niet meer ge
schikt geworden voor een druk ver
keer tengevolge van te geringe breedte.
Bij het uitbreidingsplan, dat de ge
meente heeft vastgesteld, is zij er op
waarom zouden wij daarover kibbe
len Ik kan mij ook vergissen. Hij is
je vriend, is onze gast, ik zal zoo be
minnelijk tegen hem zijn, dat je te
vreden bent."
„Ik geloof, Adda, dat je nooit de
voorrechten van anderen voldoende
waardeeren zult. Het is je niet ge
geven, je voor iets buitengewoons
te kunnen warm maken, ik geloof,
dat niets je in geestdrift kan brengen."
„Je veronderstelt, dat ik het edel
ste gevoel niet ken, Georg, het ge
voel voor iets hoogers. Je spreekt
dat maar zoo losweg uit, en je weet
toch, dat ik mijn gezonde ledematen
misschien mijn leven te danken heb
aan den heldenmoed van een man,
die te trotsch was, zich voor zijn
daad te laten beloonen, die zich zelfs
onttrok aan de dankbetuigingen der
geredden. Had ik het gevoel, dat jij
niet in me zien wilt, nooit bezeten,
in dat vreeselijk uur zou het mij wel
voor eeuwig ingegrift zijn. Maar
misschien juist, omdat ik zulke ge
weldige indrukken gekregen heb,
kan ik niet zoo gemakkelijk enthou
siast worden over gemaakte, goed-
koope effecten. Het is geen kunst, door
bedacht geweest om rekening te hou
den met de moderne verkeerseischen.
Zij heeft daarom eene belangrijke
verbreeding van den weg ontworpen
en ten koste van aanzienlijke finan-
tieele offers gedeeltelijk ook reeds
tot stand gebracht. Daar de gemeente
evenwel in haar streven beperkt is
tot de territoriale grenzen moet zij
met leede oogen aanzien, dat in de
aangrenzende gemeenten bedorven
wordt wat zij met groote moeite en
kosten tracht te bereiken. Immers juist
over de grens tusschen de gemeë'nten
Vlissingen en Koudekerke zijn thans
reeds enkele woonhuizen verrezen,
die eene voldoende verbreeding van
den weg, zooals deze op het grond
gebied van Vlissingen is ontworpen,
niet meer mogelijk maken. Waar de
wetgevende macht der gemeente in
dezen te kort schiet, vertrouwen B.
en W. dat de Staten steun zullen
willen verschaffen door het opnemen
van een bepaling in het provinciaal
reglement op de wegen of op eene
andere wijze die de Staten dienstig
voorkomt, opdat aan de geschetste
bezwaren zou worden tegemoet ge
komen.
Naar aanleiding van dit adres wij
zen Ged. Staten erop dat in art. 76 van
het reglement op de wegen en voet
paden een verbodsbepaling voorkomt,
om buiten den weg te bouwen op
korter afstand dan 3.5 M. uit de as
van den weg, waaruit volgt, dat des
tijds eene wegsbreedte van 7 M. vol
doende werd geacht; op de drukke
verkeerswegen voldoet echter die
breedte niet meer, nu de omstandig
heden ten gevolge van het rijwiel-,
motor- en autoverkeer zoo zeer zijn
veranderd en nog dagelijks veranderen.
Daar de aangevoerde bezwaren aan
Ged. Staten alzoo gegrond voorkomen,
bestaan er huns inziens termen, om
het verbod van bouwen uit te breiden
geleerdheid en geest voor dilettanten
te schitteren, den burgertrots voor
te wennen, zoolang hij niet ernstig
op de proef is gesteld. De ijdelheid
kan er ook mee spelen, dat zij door
gehuichelde verachting van gewone
zeden en vormen naar den roem
der originaliteitstreeft. Wie blijft er je
borg voor dat je vriend zich niet mor
gen naar de mode schikt, als dejrechte
prijs er hem voer geboden wordt,
dat hij geen komedie speelt, om
voor iets bizonders door te gaan
De woorden van Adda vermeerder
den den twijfel, die reeds gisteren
bij Georg was opgekomen,toen Harley
gezegd had, dat hij een broeder het
bezit van zulk een heerlijkheid als
Wildenfels zou benijden. Hij onder
drukte dit gevoel, om zijn zuster geen
gelijk te moeten geven. „Men moet
Harley nader kennen," zei hij, om
zulk een argwaan bespottelijk te
vinden, die nog voor anderen gelden."
Met deze woorden, die meer op
den toon van prikkelbaarheid dan
der innerlijke overtuiging gesproken
waren, brak hij het gesprek af en
verliet onder een voorwendsel het
terras. (Wordt vervolgd.)