20 October Maandag De Strijd om een Gravenkroon. 51 e Jaargang. 1913 No 2-48 BINNENLAND FEUILLETON VLISSINGSCHE COURANT Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij de Uitgevers Firma F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58. ADVERTENTfÊNvan 1—4 regels 0.40. Voor elke regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie, wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Groote letters en clichés naar plaatsruimte. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen, TELEFOONNUMMER 10. Abonnemenfs- Aduertentiën op zeer uoordeelige uooru/aarden. Het Staatspensioen. De „N. Crt." brengt in herinnering een artikel, dat het Kamerlid Drion liet vorige jaar schreef over de In validiteitswet. Daarin werd o. m. de toenmalige schatting van prof. Kluyver (de des kundige der regeering), volgens welke 24.300 werklieden aanspraak zouden hebben op het gratis-pensioen voor hen, die bij de invoering van de wet 70-jarig werkman of oud-werkman zouden zijn, zeer willekeurig en veel te laag genoemd. De schatting was gegrond'op de Beroepstelling van 1899, maar verloor volgens den schrijver uit het oog, dat duizenden gewezen werklieden, ook zij, die niet invalide zijn, zich bij die telling als „zonder beroep" zullen hebben op gegeven. In 1909 waren er ruim 212.000 70 jarigen in ons land en dat daarvan slechts It pet. van de voordeelen der wet zouden genieten, was niet aan te nemen, wanneer men het voorbeeld van België in aan merking nam, waar ruim dubbel zoo- velen als door de wiskundige advi seurs der regeering was berekend, voor het gratis-pensioen van frs. 65 dat de wet van 1900 aan 65-jarige arbeiders en oud-arbeiders toekende, in aanmerking bleken te komen. De heer Drion kwam dus tot een cijfer van 80.000 ex. art. 369 te pension- neeren werklieden of ruim driemaal zooveel als prof. Kluyver verwachtte. De schatting van prof. Kluyver voor het jaar 1914 bedraagt 26.400. Naar „de Tijd", zooals men weet, mededeelde, is echter het aantal aan vragen bij de rente-commissies reeds lot 90.000 geklommen. Deze moeien thans (vóór 3 December) nog door de Rijksverzekeringsbank worden be oordeeld en er zullen er dan wel eenige afvallen, maar zelfs als dit in de duizenden loopt kan men tot geen andere conclusie komen dan dat de door prof. Kluyver gemaakte raming van ruim 26.000, juist zooals de heer Drion voorspelde, zal wor den verdriedubbeld. In dat geval komt men, voor een getal van 75 a 80.000 ex. artikel 369 te pensionneeren personen, tot een bedrag van rond 8 millioen gulden, hetwelk op de begrooting van 1914 zal drukken. Op Hoofdstuk X van het 17 September door den minister van financiën aangeboden ontwerp der Staatsbegrooting voor 1914 is voor kosten der overgangsbepaling van artt. 369 en 370 der Invalidi teitswet voor het volgend jaar uitge trokken een bedrag van f 2 750.000. Dit bedrag zou derhalve met meer dan 5 millioen moeten worden ver hoogd en het geraamde tekort op de Staatsbegrooting voor 1914 zou met Roman van G. H. v. D. (Nadruk verboden.) 16.) -o- „Wolfgang, zoo heet mijn oudste zoon, bericht mij nu, dat Wildenfels 2 kinderen heeft. De zoon is beeld houwer, verdient echter niet veel, de dochter verdient met naaien zoo veel, dat zij niet verhongert. Geen van drieën heeft, ofschoon mijn zoon het onderwerp aanroerde, van hoop °P een erfenis gesproken. De oude nan is volgens het getuigenis der politie geheel een man van eer. Van hem kan men dus den anonymen brief niet verwachten. Ik heb," zoo besloot de Graaf, zonder dat hij het merkte, met welke innerlijke onrust Harley luisterde, „den jongen beeld houwer, dien ik voor den schrijver van den brief moet houden, langs mdirecten weg werk hier op 'tslot aangeboden en wil hem dan zelf aithooren. Ik hoop, dat hij zal ke hetzelfde bedrag stijgen. Een aange naam vooruitzicht voor den minister van financiën en voor de belasting betalers is dit niet, merkt het blad op. Voorteekenen. De „Standaard" bevat de volgende driestarReeds nu beginnen de voor teekenen van den komenden strijd een voor het opgetreden Kabinet ver van gunstig karakter te vertoonen. Vrij stellig toch schijnt nu reeds in de afdeelingen der Kamers gebleken te zijn, dat de zestien socialistische Kamerleden er niet aan denken, om inzake oorlog en marine hetKabine te steunen. Het vaste voornemen schijnt te bestaan, om ook dit jaar als éen man den vasten regel van vroeger jaren te volgen, en zijn stem aan de be grootingen voor deze beide departe menten te onthouden. Nu kan de misstand die hieruit geboren wordt, althans tijdelijk nog ondervangen worden, indien de Kamerleden van de drie rechtsche groepen te bewe gen zijn, om het kabinet tegenover zijn eigen vrienden te steunen. Alleen maar, dan staat 't van dat oogenblik af ook vast, dat het kabinet zijn leven alleen rekt bij de gratie der groepen van Rechts. Stel nu, dat het kabinet ai spoedig tot de overtuiging komt, dat dit voor een kabinet van beginselen toch geen positie geelt, dan voelt men terstond welk débacle voor de deur staat. Acht daarentegen het kabinet, dat het zich deze onaangename positie ter wille van het landsbelang moet getroosten, dan treedt een toestand in, die toch niet al te^ lang kan voortduren, omdat 't kabinet dan de slagpen uit zijn regeervleugel kwijt is. Van meetaf wezen wij op dezen misstand, niet omdat wij hoopten hierdoor zoo spoedig mogelijk de kans schoon te krijgen om het kabinet het voetje te lichten. Gelijk men weet, ging hiertegen zelfs onze waarschu wing uit. Maar wel, om te doen uitkomen hoe door het optreden en aanblijven van een kabinet dat een van zijn twee slagpennen kwijt is, de regeering als zoodanig in regeerkracht afneemt, en hierdoor, voor nu en voor de toekomst, de bestuursmacht verzwakt. Dit begon in 1907 reeds duidelijk te worden, eti naar wij zeer ernstig vreezen, staan we voor een herhaling van dezelfde politieke kankerverschijn selen. Een vraag van aanbelang zal 't nu worden, of dit kabinet voor oorlog en marine, zonder exceptie, het pro gram van rechts overneemt, en krach tig het op orde brengen van onze defensie doorzet. Bleek toch het te gendeel, en was het kabinet er op bedacht om 't zoo karig aan te leg men maar wat scheelt u?" Er teekende zich een plotselinge schrik zoo opvallend in de trekken van Harley, dat de Graaf het nu eindelijk bemerkte, hoe levendig zijn mededeelingen den jongen man trof fen. Het bloed schoot Harley naar het gelaat en het gevoel, dat hij zijn innerlijke onrust zou verraden, vermeerderde zijn verwarring. Maar hij had slechts weinige secon den noodig, om voor den Graaf een verklaring te vinden zijner opgewon denheid. „U doet mij schrikken, Graaf," zei hij. „Ik had mij in de positie van uw zoon gedacht. Uw plan schijnt mij meer dan gewaagd, het is een uitdagen van het noodlot. U wekt de hebzucht op, u brengt er een mensch toe, die met armoede strijdt, gehoor te geven aan den lust naar uw vermogen, als u hem den glans van den rijkdom toont en de gedachte bij hem opwekt, dat hij aanspraken kan doen gelden, dat u zich niet geheel zeker voelt in uw bezit. Wie onzekerheid of zwakheid toont, is reeds half verloren en u wilt de in eiken mensch sluimerende hartstochten opwekken gen als 't slechts even kon, dan zou het, zonder het te bedoelen, rechts in een onhoudbare positie dringen en de verantwoordelijkheid der rechtsche partijen in het gedrang brengen. Doet het dit daarentegen niet. Doet 't op het stuk van oorlog en marine in niets voor rechts onder, dan kan rechts 't gaan laten, mits alleen onder scherpe en sterke controle, maar dan komt men weer voor de vraag te staan, hoe de ministers van oorlog en marine dit met hun collega van financiën zullen klaar spelen, en of de keuze van de middelen om zich financieel te redden, een zoodanige zal zijn, dat rechts, zoo de socialisten een goed deel van deze middelen weigeren, ook hierin het kabinet ter wille kan zijn. Zoo gevoelt men, hoe nu reeds de donderkoppen zich aan den horizont vermenigvuldigen. En toch mag zich niet repeteeren, wat sinds 1907 voor kwam dat rechts bij zijn weeroptre- den door de sclïuld van links, heel een reeks van jaren weer aan de mi litaire budgetten en organisatie vast zit, en de behartiging van andere be langen weer zal moeten verschuiven naar een voor aanneming zoo on gunstige, wijl te late, periode, gelijk het nu van 1907 tot 1913 geloopen is. Huldiging jhr. De Stuers. Uit zijn geboorteplaats Maastricht zal het, naar aan „de Tijd" wordt medegedeeld, den heer jhr. mr. V. de Stuers opzijn 70sten verjaardag heden niet ontbreken aan blijken van waardeering. Zoo zal 'het gemeentebestuur den bekenden archeoloog en kunstkenner den heer De Stuers, een paar zeer waardevolle albums aanbieden be vattende een keur van oude gevel- steer.en en merkwaardige gevels der stad. De albums zijn zeer lijvig en voorzien van een opdrachteen meesterstuk van caliigrafie. Van liet plan, om den heer De Stuers de albums aan te bieden door een de putatie van den raad, moest worden afgezien. Het Proviand Oudheidkundig Ge nootschap zal zich aljevenmin onbe tuigd laten; steeds heeft Victor de Stuers het genootschap met raad en daad bijgestaan het zal in het adres zijn hulde brengen aan den grooten gewestgenoot, die zoovele monu menten, dank zij zijn steun en ad vies, heeft weten te behouden. Ook zullen Volksbond en meerdere in stellingen, die groote verplichtingen aan hem hebben, heden van hun verknochtheid en dankbaarheid doen blijken. De kleurlooze Middenstof. Ongeveer een veertigtal personen hadden Zaterdag gevolg gegeven aan „Wat gij daar zegt," antwoordde de Graaf, „vermaant tot ernstige over wegingen aan deze mogelijkheid heb ik niet gedacht. Maar nemen wij aan, dat uw vrees gegrond is, dan roep ik toch slechts een proces in 't leven, dat in het andere geval toch later moet doorgevochten wor den. Er zijn slechts twee mogelijk heden; die menschen loopen óf met plannen rond, die zij nu verbergen omdat hun nog de middelen ontbre ken, hun aanspraken geldend te ma ken, öf zij hebben ingezien, dat zij niets bereiken kunnen. De anonyme brief, dien ik een jaar geleden ont ving, is het bewijs ervoor, dat zij plan hebben gehad, een eisch te stel len. Ik ben besloten, deze zaak met zachtheid of met geweld tot een einde te brengen, ik wil niet in de onrust leven, vroeger of later zulk een proces te moeten voeren. Kunnen die menschen aanspraken doen gelden, dan zal ik rechtmatige eischen inwilligen, onrechtmatige echter met alle energie afwijzen. Hoor ik evenwel, dat die menschen zieh in hun verwachtingen hebben vergist,, dan houd ik het voor een de oproeping tot bijwoning eener bijeenkomst in Krasnapolsky te Am sterdam, waarin zou worden over gegaan tot het stichten eener orga nisatie, welke ten doel heeft„de behartiging van de practische be langen van het geheele Nederland- sche volk". Een ontwerp-program werd be handeld en vastgesteld. Er traden 22 personen tot de nieuwe partij toe. Het comité en eenige personen uit de vergadering werden tot voorloo- pige bestuursleden benoemd. Schoolraad. Naar „de Ned." verneemt, heeft de Schoolraad voor de scholen met den Bijbel zich per adres gewend tot den minister van binnenlandsche zaken, met beleefd verzoek om te voorkomen, dat door de indiening van het wetsontwerp om den datum van 1 Jannari 1914, voorkomende in de wet van 14 juli 1910 (Stbl. no. 202) te wijzigen in 1 Januari 1915, waardoor de beperkende bepalingen nog een jaar langer zullen duren, sommige besturen van M. U. L. O.- scholen, door het in uitzicht stellen van de rijksbijdrage reeds ever 1914 te kunnen ontvangen, ernstige fi- nancieele schade zouden lijden we gens de uitbreiding van personeel aan M. U. L. O.-scholen, die op 1 Januari 1914 aan de wet zouden voldoen. Vrije Artsenkeuze. In de Zaterdag gehouden vergade ring van de Vereeniging tegen de kwakzalverij, werd medegedeeld, dat aan de Tweede Kamer eep adres zal worden gezonden, waarin tegen de vrije artsenkeuze wordt opgekomen en vooral zal men doen uitkomen, dat het onjuist is, dat in Duitschiand de resulaten gunstig zouden zijn. Een gedenkzuil. Te Utrecht heeft zich een com missie gevormd,„welke zich ten doel stelt, gelden te verzamelen voor het oprichten van een gedenkzuil ter herinnering aan de dit jaar gevierde Onafhankelijkheidsfeesten. De be doeling is, een monument op te richten van 2.50 M. hoog en 2 M. breed, terwijl de bronzen, op de zuil aan te brengen, 0.75 bij 1.00 groote, plaquette en relief zal voorstellen den uittocht der Franschen uit de Tolsteegpoort, het veld ruimende bij de nadering der Kozakken, in den nacht van 27 op 28 November 1813. Zoo mogelijk zal de oprichting van het gedenkteeken plaats hebben op den aanstaanden „Kozakkendag". Vereeniging van oud-marinepersoneel. Te 's-Gravenhage is opgericht een eereplicht, de onwettige erfgenamen van een ongelukkigen bloedverwant de helpende hand te reiken. Daar de papieren, welke die zaak betreffen, verlegd zijn, kon ik mij geen oordeel vormen, het lag dus voor de hand, dat ik door het aan- knoopen van persoonlijke betrekkin gen op de hoogte tracht te komen van de plannen dier familie." „Graaf" antwoordde Harley na een pauze, waarin hij peinzend had neer gezeten, „ik bewonder de loyaliteit uwer denkwijze en ben overtuigd, dat een edel besluit in alle kritieke gevallen het beste is, als men mag aan nemen dat het edeie gevoel begrepen, gewaardeerd wordt, daarentegen kan het een grove fout zijn, tegenover laag denkende karakters met groot moedigheid te beginnen. Ik denk de bewuste papieren voor het geval zij werkelijk in de bibliotheek bewaard zijn, spoedig te vinden en zou u den raad willen geven, het aanknoopen van persoonlijke betrekkingen met den beeldhouwer of diens vader te verschuiven, fot de papieren ge vonden zijn en u zekerheid hebt. U kon ook onder een of ander voor- Vereeniging van oud-marinepersoneel, met het doel bij de opening van het nieuwe Marinegebouw te Den Helder, in April a. s., een groot aantal oud leden van den Bond van minder Marinepersoneel te doen vertegen woordigen, en tevens een blijvend aandenken te schenken. Nieuwe reddingsboot. Door den heer D. Kruyff, uil.Zaan- dam, werd aan het „Rott. Nbl." de teekening getoond voor een nieuw systeem reddingsbooten. Het voornaamste van deze nieuwe vinding is, dat de sloepen niet, zoo- als thans in gebruik is, achterelkaar langs stuur- en bakboord geplaatst worden, doch naast elkander over de geheele breedte van het schip. De sloepen kunnen naar beide zijden verplaatst worden, waartoe deze zijn opgehangen aan takels, welke over twee rails loopen. De rails loopen zoowel aan stuurboord- als aan bakboord-zijde, enkele meters naar buiten door, hetgeen noodzakelijk is om de boeten in het water te kun nen aflaten. Zoodra de eerste sloep te water is, rijdt de volgende langs de rails naar buiten, en voigt de voorgaande. Het is mogelijk op deze wijze alle reddingsbooten aan ééne zijde neer te laten, zoo ook de helft aan de ééne zijde en de rest aan de andere. De uitvinding lijkt ons niet van belang ontbloot, voegt het Rotter- damsche blad er aan toe en zal bij toepassing een snellere uitzetting der reddingsbooten mogelijk maken dan tot nu toe mogelijk was. Vlissingen, 20 October. De vereeniging van leerlingen en oud-leerlingen der Openbare Handels school alhier hield Zaterdagavond haar jaarl'iksche algemeene ledenver gadering. Behalve vele leden waren enkele niet-leden tegenwoordig. De voorzitter de heer J. C. Heine, bracht nog een kort woord van dank aan de deelnemers der laatste excursie en sprak de beste wenschen uit voer de eventueele volgende studiereisjes. Bij de periodieke vei kiezing werd zonder stemming het aftredende bestuur her kozen, terwijl tot secretaris werd be noemd de heer B. Crucq. Besloten werd voorts de contributie te ver dubbeien. Benoemd werd een redactie-com missie voor het volgende jaarboekje, waarin zitting namen mejuffrouw Sa. Pa. Loois en de heeren J. C. A. Gabriëlse en J. J. Krijt. Tot biblio thecaris werd benoemd de heer P C. Boutens. Tijdens de vergade ring gaven een 7-tal leerlingen zich als lid op. Uit het financieel verslag bleek, wendsel den beeldhouwer eenige we ken later bestellen. „Ik heb reeds acht dagen geleden geschreven," antwoordde de Graaf, „vóór ik hoorde, weiken aangenamen gast mijn zoon zou meebrengen. Daar ik nog geen antwoord ontvangen heb, kon ik misschien de zaak niet laten doorgaan maar gesteld, dat de jonge man reeds onderweg was en de afbestelling hem niet meer be reikte, dan zou deze later een fatalen indruk maken. Harley glimlachte. „Zou de kun stenaar met weinig bezigheden zoo gevoelig zijn vroeg hij, „Me dunkt, hij kon tevreden wezen, als u hem de onkosten, die hij gemaakt heeft, vergoedt." De toon, waarop Harley deze woorden sprak, vermeerderde den on- gunstigen indruk, dien het op den Graaf maakte, dat iemand, die zich eigenlijk geroepen had moeten voe len, de partij op te nemen van den armen kunstenaar, over een natuur lijke gevoeligheid van hem zoo min achtend sprak. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1913 | | pagina 1