"N
AS
S
AANBIEDINGEN
Woensdag
SPRUW.
ELJUFFROUW
ering -Maafscltappq
Sniistyicclit.
15 Ocfober
om een
No 244
51e Jaargang.
1913
AMSTERDAM.
JE
AANDAM
C. 1 VJIN DER EIIK
SCHERM &BLEEKERM
ZOOM"
rivier De Zoom
en-op-Zoom.
PGGDAHB VMS
overtroffen.
STAANVRAGEN
Coisrant behoort een Bij
FEUILLETON
fIS JE-
BINNENLAND
v HUYSER Woens-
die haar wenschen
ipgave van voiledig
te kunnen zenden
neens taillemaat en
naar maat Is
voorzien
arijsche hulzen.
jevonden methode om
rten tijd FRANSCH
SCH te leeren spreken
2.50 per maand
VAN NIEUWKUYK—
Gasille,
ien op verscllillende
oeken en Uitspannings-
rekt Woensdags en
J D E N T I A".
ïSIiiiil ie 1HSIEMU1.
en Kon. goedgekeurd in
happelijk kap. f 100.000,
serve.
G. T. RANDAG Jr.
Spiegelruiten, Spiegels
en enz., tegen het geval
ontstaan door onvoor-
kwaadwilligheid, straat-
tegen lage premiën.
igent voor Zeeland,
enz., worden op aan-
i s verstrekt bij onder-
ASSELBEROS «S Co.
regels I 0.25, iedere
5 cent. Zonder rabat,
plaatsen wordt twee-
gevraagd een
kachelwerk.
MiDT Jzn. Koudenhoek.
nel
VL1SS1NGSCHE
Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij de Uitgevers
Firma F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58.
COURANT
ADVERTENT1ËNvan 1—4 regels 0.40. Voor elke regel
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie, wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Groete
letters en clichés naar plaatsruimte.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen.
Het zuiver en rein houden van den
mond is zeer gewichtig voor het voor
komen van besmetting en ziekten.
Wanneer men dientengevolge der
menschheid aanbeveelt, de geringe
moeite te nemen, om den mond te
verzorgen, dan zou men allicht den
ken, dat deze raad algemeen opge
volgd zou worden, omdat het wer
kelijk zoo doodeenvoudig is. Het
tegendeel blijkt echter. Men kan zich
zelf vergelijken bij een roepende in
de woestijn,met dit verschil echter, dat
er voor dien roepende geen menschen
zijn om hem te hooren, terwijl in ons
geval er vele menschen zijn, die niet
willen hooren. Dit komt vooral uit
bij de verpleging van jonggeborenen.
Immers overal heerscht nog de mee
ning, dat de zuigeling de spruw moet
hebben. En zooals straks zal blijken
is de spruw niets anders dan een be
wijs, dat het kleine wurm slecht ver
zorgd wordt. Hoe jonger de kinderen
zijn, des te vaker lijden zij aan deze
bekende aandoening der mond- en
keelholte, doch ook onder volwas
senen komen zoo nu en dan geval
len voor.
Op het slijmvlies der lippen, van
de tong en de wangen, in 't bijzonder
in de plooien tusschen lippen en
landvleesch en wangen ziet men hier
en daar witte puntjes en vlekken,
welke gemakkelijk met een lepel af
geveegd kunnen worden. Gebeurt dit
onvoorzichtig, dan komt een bloed
droppeltje voor den dag. Er kan ech
ter vergissing plaats hebben, en aan
gezien worden voor spruw, wat iets
heel anders is, n.l. resten van melk,
die hier en daar zijn blijven zitten.
Het onderscheid is echter eenvoudig,
omdat de melkplekjes in 't geheel
niet vast zitten en dus zonder de
minste moeite zijn te verwijderen
Een erger graad bestaat, wanneer
de geheele mond tot in de keel
donkerrood en droog is en er talrijke
witte punten en vlekken van on-
regelmatigen vorm op het slijmvlies
zitten, die tot groote „lappen" kun
nen aangroeien. De mondholte is dan
tevens pijnlijk, want de meeste kin
deren schreeuwen bij 't zuigen, of
willen dit niet doen. De zwaarste
vorm van spruw ziet men bij geheel
uitgeputte kinderen of die heel ernstig
ziek zijn. Dan krijgt het beslag op
tong enz. een meer vuil grijze of
gele tint, terwijl dit veel vaster zit.
De spruw beperkt zich bij verwaar
lozing niet tot de mondholte, maar
dringt ook in de slokdarm en zelfs
in de maag. Ja, in de ingewanden
heeft men spruw aangetroffen en in
de longen. Alleen het neusslijmvlies
voor neite zaak. Eigen
ireven brieven onder n°;
Vlissingsche Courant-
EIJENS vragen een
Roman van G. H. v. D.
(Nadruk verboden.)
12.) -o-
Het was zes uur in den morgen
De stationchef groette den jongst'
der beide reizigers, zoodra hij hen
tag, met een diepe buiging, maa
'dj gaf ook zijn verwondering t
hennen. „Er is geen rijtuig van hit
slot hier," zei hij, „hebt u uw komit
"iet gemeld
«Neen mijnheer Muller," antwoord
de de jonge man, „dat wil zegget,
'h kom vroeger, dan ik mijn oudes
hezegd heb. Wij zullen onze bagaie
hier laten en den weg te voet gaat.
Met deze woorden wees graf
Georg Wildenfels, de tweede zon
'an den eigenaar van het slot Wl-
denfels, op zijn metgezel, van win
de stationchef geen notitie had je-
nnmen. „Mijn vriend mijnheer Hr-
voegde hij er bij, „kentde
week niet en daarom wil ik Jtm
Rbonnemenfs- fiduerferrfiën op zeer uoordeelige uoortuaarden.
schijnt onvatbaar te zijn voor deze
aandoening.
Men vindt deze spruw bij volwas-
'senen, die zwaar ziek zijn, b.v. bij
menschen, die in 't laatste stadium
van tering zijn of lijden aan typhus.
Dergelijke lijders zijn meestal niet
in staat hun mond rein te houden,
terwijl het voedsel niet geheel naar
binnen wordt geslikt en dus in den
mond gelegenheid heeft tot ontbin
ding en rotting over te gaan. De
lucht, di« bij -zulke slecht verpleegde
patiënten uit den mond komt, is dan
ook walgelijk.
Wat nu is de oorzaak der spruw
Legt men een stukje van bet beslag
onder het microscoop, dan krijgt men
een massa schimmeldraden te zien.
Men ziet lange vertakte draden, waarin
korreltjes voorkomen. Dit zijn de
zoogen. sporen, die evenals eitjes
dienen om de schimmel te vermenig
vuldigen. De spruw is dus niets an
ders dan een beslag op het slijm
vlies der mondholte, dat veroorzaakt
wordt door schimmels. Alle andere
verschijnselen, als diarrhee, braken,
die vaak gelijkertijd voorkomen, zijn
niet 't gevolg der spruw, maar meestal
afhankelijk van de eigenlijke ziekte
van het kind.
Waar schimmels voorkomen, weet
wel iedereendaar waar het vochtig
is en gisting of rotting plaats heeft.
In een vuilen mond bestaan dus de
beide momenten, die noodig zijn voor
de ontwikkeling der schimmelim
mers vochtig is de mond do.or het
speeksel en de achterblijvende spijs-
resten gaan spoedig tot gisting en
rotting over. Hierdoor komt het slijm
vlies in een min of meer ziekelijicen
de schoonheid van het slot van de
meest verrassende zijde laten zien."
Mijnheer Muller maakte een bui
ging voor den metgezel van den
jongen Graaf, hij had geoordeeld
naar den uiterlijken indruk en niet
gedacht, dat de vreemdeling de ver
trouwde en gelijke van den Graaf
zou zijn.
De verschijning der beide jonge
mannen was zeer verschillend.
De jonge Graaf was ongeveer mid
den twintigzijn hooge slanke gestalte,
zijn houding, zijn bewegingen, de
volkomen elegance van zijn toilet,
alles verried den rijken, voornamen
edelman, die gewoon is, overal van
beteekenis te zijn en den eerbiedi
gen groet van ondergeschikte per
sonen zonder trots, als iets heel ge
woons aanneemtzijn frisch, open,
vriendelijk gelaat maakte zijn ver
schijning hoogst sympathiek en aan
genaam.
Moritz Harley daarentegen, de met
gezel van den jongen Graaf, had
een kleine, gedrongen gestalte, zeer
korten hals en iets stijfs in zijn hou
ding. Hij was eenige jaren ouder
dan Georg, had zijn flinken knevel
toestand, wat een vruchtbaren bodem
verschaft voor de ontwikkeling van
de schimmels. Hiermee stemt volko
men overeen het feit, dat spruw nog
nooit is waargenomen op een gezond
slijmvlies, dat steeds zuiver gehouden
wordt.
De schimmelsporen komen met de
ingeademde lucht en met het voedsel
in den mond, doch ook in een mvol-
doend gereinigde zuigflesch kan de
oorzaak schuilen.
In het bovenstaan® is al van zelf
aangewezen wat te doen valt ter
voorkoming van de spruw. Men meet
den mond van onze kleinen steeds
zoo rein mogelijk houden, enkele
malen per dag zuiveren, vooral na
een maaltijd. Bestaat de aandoening
reeds, dan dient men het beslag te
verwijderen. Dit moet met de noodige
omzichtigheid gebeuren, opdat het
slijmvlies niet wond gemaakt wordt.
Men moet met den met een zacht
lapje omwikkelden vinger, die met
een slappe bora-oplossing of andere
zwak desinfecteerende middelen) is
bevochtigd,de spruwvlekken afwrijven
en de geheele mondholte uitvegen.
Terwijl de volwassene verstandig
handelt, om ter wille van voorkoming
van ziekten steeds zijn mond rein te
houden is het voor den onbeholpen
zuigeling van niet minder belang,
dat er bij zijn verpleging nauwkeurig
aandacht wordt gewijd aan dat deel
van zijn lichaam. Tevens geeft het
aanwezig zijn van spruw een weinig
gunstig denkbeeld aan omtrent de
reinheid of omtrent de kennis van de
verzorging van kinderen bij moeders
en bakers. Het overal en algemeen
verspreide bakerpraatje, dat iedere
hoog opgedraaid en droeg een bril.
Hij scheen zich een militair voorko
men te willen geven en een zekere
ijdelheid was in zijn geheele optre
den merkbaar, en het ronde hoedje
was met een zekeren zwaar schuim
op het hoofd gedrukt.
„Een wandeling in de morgen
koelte is voor een boekenworm als
ik, een weldaad," zei Moritz Harley
„bovendien zijn we stijf van de lange
spoorreis."
„Er lag iets kernachtigs in den toon
van den man, die zich zelf een boe
kenworm" noemde. De jonge Graaf
zei den stationchef goeden dag en
nadat hij zich met zijn vriend wat
verfrischt had en iets gebruikt, bij
welke gelegenheid mijnheer Hariy
het slaperige buffetjuffertje in de
wangen had geknepen, begaven de
jonge lieden zich op weg, die hen
spoedig in een heerlijk bergdal
voerde.
De geurige lucht der in den mor
gendauw schitterende kruiden en ge
wassen vervulde de frissche berg
lucht en het spel der zonnestralen
met het sappig groen der hellingen
met de als brillanten fonkelende,
zuigeling spruw moet hebben gehad,
behoort zoo diep mogelijk in den
doofpot gestopt te worden, iedere
baker, onder wier verzorging de zui
geling spruw krijgt, is geen knip voor
den neus waard,en toont zich totaal on
geschikt voor de betrekking, welke zij
wil bekleeden. Iedere moeder, wier
kinderen spruw krijgen, moet beden
ken, dat zij de oorzaak is, als haar
kinderen ziek worden. A.
Hst Pantserschip.
Het „Vaderland", het bericht van
de „Tel." omtrent de indiening van
een suppletoire begrooting ten be
hoeve van den pantserschip voor
Indië overnemend, teekent daarbij het
volgende aan Door ons ingewonnen
inlichtingen bevestigen het boven
staande, echter met dien verstande,
dat voor de daarin genoemde sup
pletoire begrootingen Indische sup
pletoire begrootingen gelezen moet
worden. De bedoeling van den mi
nister zou, volgens onze inlichtingen
zijn, een leening ten laste van Indië
te sluiten, wanneer onze eigen mid
delen ontoereikend blijken.
Verder zou een exploitatie-rekening
geopend worden, waarbij onderhouds
kosten enz. tusschen moederland en
Nederl.-lndië verdeeld zouden worden.
Onze Vloot.
Het hoofdbestuur van de vereeni-
ging „Onze Vloot" heeft een brochure
uitgegeven, getiteld ,,'s Lands Wel
vaart in gevaar", een ernstig woord
tot het Nederiandsche voik door de
Ned. vereeniging „Onze Vloot."
In deze brochure worden beschou
wingen gegeven naar aanleiding van
het rapport van de Staatscommissie
voor de verdediging van Ned. Indië
en met klem betoogd dat wij voor
Indië moeten beschikken over een
flinke vloot.
Men mag niet vergeten dat een
eventueel verlies van indië ons zal
komen te staan op een nu nog niet
te overziene nationale armoede.
Om indië te behouden moeten wij
beschikken over een krachtige vloot,
onze tegenwoordige vloot is ten
eenenmale ongeschikt om ons groot
eilandenrijk te beschermen.
Er zijn op 't oogenblik duizenden
Nederlanders, die de overtuiging met
zich ronddragen, dat wij Indië geen
25 jaar meer zullen bezittenAls we
tenminste niet onmiddellijk en zeer
afdoend maatregelen nemen.
Moge het nóg niet te laat zijn
Nederlanders wordt bijtijds wak
ker, drijf de Hollandsche zuinigheid
niet zoover, dat uwe kinderen of
kindskinderen of misschien gijzel-
ven nogdoor de bitterste erva
ringen zullen worden wakker geschud
dauwdruppels der bladeren, het ge
zellig gemurmel van een woudbeek,
het gezang der vogels verhoogden
de bekoring, die de heerlijke berg-
natuur uitoefent op iedereen, vooral
op iemand, wiens oog nooit met
mos en varens bekranst, in bron
water gebaad rotsgesteente aan
schouwde.
„Dat is kostelijk, voorwaarriep
Harley, „hier moet de geest wel
poëtische gedachten krijgen. Wie door
onder dien eik is gelegen, 't zoeken
de oog in de diepte der weten
schap verzonken, dien moet de gees
teskracht viijer dienstbaar zijn, dan
wanneer hem de mist en nevel van
het erbarmelijk stadsleven de hersens
verdooven.
Wat verheft die rots zich in de
wolken en hoe put die berk uit een
handvol aarde haar voedsel en toch
strekt zij zich zoo trotsch en vrij ten
hemel, als wortelde zij niet op kaal
rotsgesteente, maar in een vorstelij-
ken tuinDe kracht getuigt ook
van de waarde en den adel van den
man
Georg luisterde als iemand, wiens
trots het is, dat hij een ander iels
uit den droom van onwetendheid hier,
van lauwheid, ja onverschilligheid
elders, van misdadige tegenwerking
en misleiding bij velen, van „als het
maar niets kost" bijna overal
Noblesse oblige 1 Gij hebt in uw
welbegrepen eigenbelang bovendien
de leuze gestand te doen waar
onder uwe Vaderen geworden zijn
ik zal handhaven
Deze brochure is voor 5 cent ver
krijgbaar gesteld en bevelen wij de
lezing daarvan ten zeerste aan.
Onderwijzers-salarissen.
Het hoofdbestuur van den Bond
van Nederiandsche Onderwijzers heeft
zich met een adres gericht tot H. M.
de Koningin, waarbij verzocht wordt
te willen bevorderen, dat zoo spoe
dig mogelijk aan de Tweede Kamer
ter behandeling worde voorgelegd
een voorstel tot afdoende herziening
van art. 26 der wet op het lager on
derwijs in dien zin, dat aan alle on
derwijzers aan de scholen voor lager
onderwijs een voldoende salaris wordt
gewaarborgd, door
1. de in art. 26 genoemde aan-
vangswedde aanmerkelijk te verhoo-
gen
2. de periodieke verhoogingen te
vergrooten en den duur der perioden
te verkorten
3. lid 8 van genoemd artikel te
doen luiden
„Elk der onderwijzers die het hoofd
der school bijstaan ontvangt een ver
goeding voor huishuur van ten min
ste gulden per jaar"
4. art. 24 in dien zin te wijzigen
dat daarvan het derde lid vervalie, en
5 de wet van 6 Juni 1913 (Staafs-
blad no. 331) tot het verleenen van
tegemoetkoming uit 's rijks kas aan
onderwijzers bij het lager onderwijs
te doen vervallen.
De gronden voor dit verzoek zijn
neergelegd in een bij het adres ge
voegde memorie van toelichting.
Pensioneering gemeente-ambtenaren.
Gedeputeerde Staten der provincie
Friesland hebben de navolgende cir
culaire tot de gemeentebesturen van
dat gewest gericht.
Door een gemeentetebestuur werd
ons.de vraag gedaan of een raadsbe
sluit, waarbij overeenkomstig art. 22
der „Pensioenwet voor de gemeente
ambtenaren 1913" voorloopig zijn
geregeld de pensioensgrondslagen
van ambtenaren, wier belooning door
den raad is geregeld, ingevolge art.
71, derde lid, van die wet, aan de
goedkeuring van ons college is on
derworpen.
Wij vinden hierin en in de omstan
digheid, dat ons reeds een tweetal
dergelijke raadsbesluiten ter goed
keuring werd aangeboden aanleiding
u mede te deelen, dat in de memorie
laat zien, wat hem imponeert „Wacht
maar," zei hij, „hier begint pas het
rotsdal, daar beneden zijn nog heer
andere steenmassa's en zooals hiel
sparren en 'berken zich uit het ge
steente omhoog werken, verheft zich
daar het slot Wildenfels aan den rand
van den afgrond. Dit geheele dal
met zijn wouden behoort reeds tot
onze bezitting, als je een jager waart
zou je den jagerslust in 't gebergte
leeren kennen.
„Het klinkt als een herinnering
aan de wilde tijden van het vuist
recht", antwoordde Harley, „als je
hier in 's hemels natuur over het
mijn en dijn spreekt. Het gevoel
komt er tegen in opstand, te denken,
dat iemand het recht zou hebben,
den wandelaar in dit rotsdal het ge
not der lucht, der bergen, van het
woud te ontnemen, het zijne te noe
men, wat de Hemel voor allen ge
schapen heeft."
(Wordi vervolgd.)