ANBIEDINGEN
RSOON
Zaterdag
4 October
ffil niiniaer beslat uit 2 bladen
De Sirjjd em esn GravGnkroon.
meisje gevraagd
No 235
51 e Jaargang.
1913.
HUWELIJKSKAABTEN.
STAANVRAGEN
gersknechf.
1111 pnaagd,
LJllFfROUW
IENSTBODE,
STBODE,
HERFSTTINTEN.
GEMEENTEBESTUUR
FEUILLETON
Brieven uit de Hofstad
zoen*Reclanve
en 4 ets. per ons.
\MIN's prima 2ui.
en Room Carattkels
IDDELBUR^
LEFOON
9 0.
8 H.L.
4 H.L.
1 H.L.
9.40
4.70
1.20
11.25
5.62»
1.45
9.60
4.80
1.20
18.40
9 20
2.30
14.40
7.20
1.80
13.60
6 80
1.70
12.40
6.20
1.55
9.60
4.80
1.20
noteering als de Qas-
rwarming.
AN DE VELDE Jr.
ensch vraagt nette
INWONING met vrije
Prijs ongeveer f25 per
'en voor 15 October.
50ER, Zevenbergen.
regels t 0.25, iedere
cent. Zonder rabat,
plaatsen wordt twee-
ma.
oor Colportagewet-K
rdt een ijverig bespraakt
onder goede referentiën
solliciteeren. Brieven
rdienste", bureau dezer
een
1AKKER.
de 16 jaar. Adresbu-
Blad.
liefst bekend met kolo-
Goed kunnende winke-
ubliek omgaan. Brieven
B., bureau van dit Blad.
loon. niet beneden de
eft. S. bureau „Vlissing-
een
de koken. Zonder goede
zich aan te melden.
„Vlissingsche Court."
VAN RAALTE, Bad-
vraagt tegen 1 Novem-
uwelijk der tegenwoor-
ide koken en netjes
melden 's avonds tus-
9 uur.
evraagd een
liEBSTBODE.
voor de huishouding-
shuis. AdresMANSE^
zich aan een ne'
j.Q.) als Hulp in de
Br. no. 340 bureau
Courant."
VLISSINGSCHE
Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij de Uitgevers
Firma F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58.
COURANT
ADVERTENTIËNvan 1—4 regels 0.40. Voor elke regei
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie, wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Groote
letters en clichés naar plaatsruimte.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen. TELEFOONNUMMER 10. flbonnements- flduertentiën op zeer uoordeeüge uooriuaarden
LANDWEER.
De Burgemeester van Vlissingen
brengt ter kennis van de verlof
gangers die op 1 Augustus j.i. naar
de Landweer zijn overgegaan, dat
hunne nieuwe Landweerzakboekjes
aan de Gemeente-Secretarie (Bureau
Militie) kunnen worden afgehaald.
Bij het afhalen moet het juiste
adres (straat en nummer) van den
betrokken verlofganger worden opge
geven en zal deze zich hebben te
overtuigen dat de in het zakboekje
gehechte verlofpas voor „gezien" is
geteekend.
Vlissingen, 4 October 1913.
De Burgemeester voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
BRANDWEER.
Loting voor
de ingeschrevenen
bij de brandweer.
Burgemeester en Wethouders van
Vlissingen
Gelet op de artikelen 409 en 410
der algemeene verordening van poli
tie voor deze gemeente brengen ter
kennis van belanghebbenden
dat de loting der in dit jaar voor
de brandweer ingeschrevenen zal
plaats hebben ten raadhuize op Maan
dag 13 October 1913, des namiddags
ten 2 ure;
dat zij, die verlangen den dienst
niet in persoon waar te nemen een
plaatsvervanger kunnen stellen of hun
dienst kunnen afkoopen, wanneer zij
ingevolge artikel 420 van bovenge
noemde verordening voor den dienst
worden opgeroepen
en dat bewijzen tot het bekomen
van vrijstelling binnen 8 dagen na de
loting ter Secretarie der Gemeente
(Bureau Bevolking) moeten ingeleverd
worden.
Vlissingen, 4 October 1913.
Burg en Weth. voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
De Secretaris,
WITTEVEEN.
indien vergoeding te vinden moge
lijk zij in een schoon najaar, voor
wat de zomer aan onvervuld geble
ven beloften ons tekort deed, dan
voorzeker heeft de Herfstmaand van
dit jaar veel goed gemaakt. Al komen
Roman van G. H. v. D.
(Nadruk verboden.)
3.) o—
Benno zou er misschien goed aan
gedaan hebben, zich bij een der be
roemde meesters als hulp aan te
bieden, maar de jeugd streeft naar
het hoogsteer was hem minder
aan gelegen, dadelijk een zekere
broodwinning te hebben en zich
'ar'gzamerhand een bekenden naam
te maken, dan door een eigen kunst
werk spoedig beroemd te worden.
Gelukte hem dit streven dan was
™i weliswaar in staat, de zijnen van
a"e zorgen te bevrijden, mislukte het
®cbter, dan had hij veie maanden
tevergeefs gewerkt, niets verkregen
eiJ slechts zijn vader geld gekost, in-
Naats van hem te helpen.
wildenfels had slechts weinig ver-
lr°uwen in de trotsche verwachtin-
|tn van zijn zeon, hij bracht de of-
(:ts> die Benno verlangde, richtte de
de metereologen ens verzekeren, dat
om allerlei wetenschappelijke redenen
de negende maand van het jaar er
eene moet zijn van veelal fraai weder,
daar zijn toch tal van September
maanden te over, die zijn komen be
wijzen, hoe vaak ook hier theorie en
praktijk uiteenloopen. Naar eigener
heugenis zullen wij niet ver van de
waarheid af zijn, zo» wij meenen in
de laatste 18 a 20 jaar weinig zoo
egaal-schoone Herfstmaanden gehad
te hebben, als deze.
Daar zijn velen onder ons, die het
voorjaar en den vroeg-zomer de
voorkeur geven boven alle seizoenen
zij worden inzonderheid geboeid door
het ontluikende jonge leven om hen
heen, het als het ware geboren-
worden van bloem en blad en kleu
ren. Vooral na den tijd der kleur-
arme maanden in de natuur, is de
bloeiende Mei, de lichte Junimaand,
hun te meer welkom. Anderen weer
loven voor alles den vollen zomer met
zijn zware pracht van gerijpt natuur
schoon. Zij zijn degenen onder ons,
die minder ophebben met halt-tinten,
schemerige kleuren of wazige scha-
duw-schakeeringen, maar vrij en
frank hun levenslied doen klinken
als alles hoogtij viert in de natuur.
Doch als de zon., gelijk de oude
Homerus het zoo kernachtig zegt,
reeds weder eenigen tijd langere
schaduwen is gaan maken, dan nadert
ook het einde van den zomer de
felle verven gaan als het ware ver
doffen, de bloemen worden schaar-
scher en het blad gaat verkleuren,
om allengs af te vallen. De zon rijst
's morgens later aan de oosterkim,
gaat zooveel vroeger weder onder,
en de avonden en nachten zijn reeds
koud. Dan komt met de zonlooze
dagen een kilheid in de lucht, waar
aan we maanden lang ontwend waren.
Maar toch, daar zijn nog tal van
uren in deze dagen, schooner dan
welke eenig jaargetijde aan te wijzen
heeft. Dat zijn de uren wanneer, op
heldere dagen, de namiddag ten einde
nijgt en het dalende zonlicht zijn
stralen over de aarde schiet. Dan
wordt de oude zomerpracht nog
eens in een gloed van verven gezet
over bosch en beemd ligt dan een
innig warme herfsttint in deze lage
landen, zoo schoon ais nergens ge
zien wordtde felle kleuren van
voorheen zijn tot een gamma van
schakeeringen omgetooverd had eer
tijds het lichtere groen en een har
dere kleurenpracht de overhand, thans
zijn het het bruin en het geel en het
smeltend rood, die in eindelooze
verscheidenheid van tinten heerschen.
Toch heeft het najaarschoon niet het
direct-overweidigende van voorjaars
weide, het heeft ook niet het pra
lende, of zoo men wil, brutale van
de zomerpracht. Het is een schoon,
werkplaats voor hem in,-maar wat
hij gevreesd had, gebeurdeBenno
vond geen afnemers voor zijn beeld-
houwerswerken, en wat zijn vader
nog erger scheen dan deze misluk
king, was, dat Benno ook hierdoor
nog niet genoeg geleerd scheen te
hebben.
Inplaats van zich tenminste nu ge
heel te wijden aan zijn broodwin
ning, bleef Benno bij zijn idéé, zich
door de schepping van een kunst
werk een naam te maken hij ver
waarloosde de klanten, die zijn va
der hem bezorgde, en vormde dik
wijls dagen lang aan het leem, om
gestalte te geven aan een idéé, dat
hem voorzweefde, om dan het ge
vormde model weer te vernietigen.
In dezen tijd was het, dat Wilden-
fels een bezoek kreeg, dat een zon
derlingen indruk achterliet, en waar
op na bijna een jaar een ander volg
de, dat in zeker opzicht aan het eerste
herinnerde, maar toch een ander ka
rakter had.
Een heer, die ongeveer dertig jaar
telde, verscheen bij den ouden Wil
denfels met het verzoek, hem in
lichtingen te geven omtrent zijn ge
dat veeleer gezocht moet worden,
dan het zich opdringt; een schoon
heid, die niet van allemans gading
is, maar juist daarom hem die haar
zoekt te meer schadeloos stelt, naar
mate de moeite grooter is, die hij
zich haar terwiile getroost. Vandaar
ook, dat van het herfst-schoon een
stiller oekoring uitgaat en een
dieper gemoedsstemming in ons wekt,
dan eenig ander jaargetijde. Nog een
maal, maar nu voor het laatst toont
zich de rijkdom der natuur aan onze
oogen, nog eens worden wij herin
nerd aan al den luister van den
voorbijen zomertijd.
Zoo gaat het in de natuurmaar
evenzoo ook in hei menschen-leven.
Na de jeugd met haar onstuimigen
drang, komt de rijpe zomertijd, en
wordt na dezen,de winter aangekondigd
door den stilleren herfst. Maar ook
daar, als in de plantenwereld, is deze
laatste een der schoonste tijdperken
voor hen, die zich den voorafgeganen
tijd niet te beklagen hebben en ge-
noegzamen zin overhielden het luis
terend oor te leenen aan den herfst
zang des levens.
Ziet, de tijd van bloei ligt dan
verre achter ons, ook de zomer heeft
zijn hoogtij gevierd, zijn strijd me
degebracht en heeft hopelijk velen,
na den kamp, het einddoel zien be
reiken. Dan is de tijd der doffere
verven, de tijd van 's levens herfst
tinten daar. De felheid van het be
wogen gemoed is tot zachter aandoe
ningen geluwd het actieve handelen
nijgt meer tot contemplatie, tot be
schouwing en de he/innering doet haar
stillere rechten geiden. Al is er nog
de volle aandacht voor het leven, het
hoogtepunt der levenskrachten is
voorbij.
Maar de tijd van rust is nog niet
geheel gekomen daar zijn nog kortere
of langere perioden, die evenals som
mige warme dagen van Herfstmaand
op eens weder den levenszomer ons
voor oogen tooveren. Dan is het of
bijwijlen de oude kracht nog door
de aderen vaartmaar spoedig nemen
die perioden een einde. Want aan
den herfst des levens past zoomin
als aan het derde jaargetijde, de on
stuimige opgang der jeugd, noch ook
de doortastende kracht van den tot
middaghoogte gerijpten wasdom. Zijn
schoonheid en zijn deugd is niet de
felheid maar de berusting, niet de
brand van helle kleuren, maar de
matte gloed van milde verven weer
spiegelend in den zachten glans der
Herfsttinten.
(Vanaf heden is als schrijver van
de „Brieven uit de Hofstad" opge
treden een journalist, van wien wij
de overtuiging hebben, dat zijn brie-
boorte en zijn ouders, daar het een
erfenis betrof. Walter Wildenfels had
geen geheimen te verbergen, en daar
de vreemdeling er niet naar uitzag,
alsof hij vragen stelde uit nieuwsgie
righeid, deelde hij hem mee, wat hij
van zijn ouders wist.
Het was eigenlijk zeer weinig en
dit weinige had niet eens een dui-
delijken vorm.
Walter was reeds in zijn vroegste
jeugd door zijn vader in een New-
Yorker handelshuis gebracht, hij wist
zich te herinneren, dat zijn ouders
een farm bezeten hadden, dat zij
met bitteren nood hadden gekampt
en,op de farm gestorven waren, men
had hem het bericht gezonden van
overlijden met de geringe opbrengst
hunner goederen.
Hij h rinnerde zich, dat zijn vader
die een Duitscher van geboorte was
geweest, dikwijls van verre reizen
had verteld, dat hij erover gezucht
had, niet de midddelen te bezitten,
zijn familie naar Duitschland te bren
gen, waar hij misschien rijke be
schermers voor hen zou vinden Er
had een druk gelegen op zijn vader,
als hij over Duitschland had gespro
ven wel in den smaak van onze lezers
zullen vallen.
Hij zal schrijven onder het pseu
doniem „Eiber". Red.)
Van weelde, armoede en pensioen.
De residentie is in vele opzichten
een merkwaardige, zelfs een vreemd
soortige stad en de burgers moeten
wel eveneens grillige menschen zijn.
Het is toch maar een feit dat deze
laatste precies twaalf en een halfjaar
met zich hebben laten sollen door de
edelachtbare leden van onzen gemeen
teraad. Dat wij hier het oog hebben
op de befaamde schouwburg-kwestie
zal de vriendelijke lezer wel reeds
begrepen hebben. Immers in alle bla
den van ons land heeft sedert Maan
dag wel eenmaal het meer of minder
in ironischen toon gestelde bericht
uit de hofstad gestaan, dat haar vroed
schap voor de zooveelste maal be
sloten heeft den ouden schouwburg
te heropenen. Sluiten, openen, sluiten,
men kan het op de knoopen van zijn
jas uittellen en iedere knoop telt voor
een beslissing. Het ging er mee als
met een tooneelstuk, dat „pakt", na
de laatste opvoering komt de beslist
laatste en daarna weer de onherroe
pelijk laatste om te besluiten met de
afscheidsvoorstelling.
Indien wij de lijdensgeschiedenis,
de tragi-comedie van de zaak nagin
gen wees niet bang lezer, wij
zullen het niet doen dan zouden
wij menig grappig stukje van regee-
ringsbeleid ontmoeten, zoo grappig
dat Kampen er van blozen zou. Wij
willen er maar éen van noemen. Op
zekeren dag werd door de deskun
digen uitgemaakt, dat de schouwburg
uit een oogpunt van brandgevaar,
levensgevaarlijk was. De kans om
brand te krijgen, was zeer groot en
het voedsel voor het vuur lag als het
ware opgestapeld. De uitgangen waren
zoo nauw en door de vele trappen en
trapjes zoo ongtriefelijk, dat slechts
éen seconde van een paniek voldoende
kan geacht worden, om een moord
dadige slachting te bewerken onder de
aanwezigen.
Wie den schouwburg betrad, waag
de zich op de brandstapel. Griezelig
waren de verhalen, die de rondte
deden over hetgeen gebeuren zou
als er iets gebeurde.
De raad geraakte andermaal onder
den indruk van liet brandgevaar-
rapport en haastte zich het besluit te
nemen, dat de deuren gesloten zouden
worden.
Maar terwijl het leven van de
schouwburgbezoekers feitelijk aan een
zijden draad hing, zou men toch nog
een jaar wachten alvorens het besluit
uit te voeren.
Is er iets meer urgent denkbaar
dan brandgevaar. Noch het rapport
van de brandweer, het bouw- en
ken.
De vreemdeling vroeg Walter, of
hij papieren bezat uit de nalaten
schap van zijn ouders, of hij gedach
tenissen van hen had, waaruit de
afkomst van zijn vader was te be
sluiten.
Walter moest dit ontkennend be
antwoorden hij kon slechts het ver
moeden uitspreken, dat zich mis
schien nog zulke papieren konden
bevinden in het handelshuis, waar
hij zijn jeugd had doorgebracht.
Bij den dood zijner ouders was
hij te jong geweest, om hem moge
lijke documenten te kunnen over
handigen, en later had hij er niet
naar verlangd, daar hij geen papieren
noodig had. Het was echter onwaar
schijnlijk, dat er zich meer papieren
bevonden dan zijn doopacte en mis-
schien| de trouw- en overlijdensacte
zijner ouders, men zou hem anders
in elk geval de papieren hebben
toegezonden, toen hij het handelshuis
verlaten had.
„Ik heb redenen aan te nemen,"
begon de vreemdeling, toen Walter
al zijn vragen had beantwoord, „dat
u en een ander bloedverwant van uw
woningtoezicht, den directeur van
gemeentewerken, noch de hartver
scheurende profetieën in den raad
waren in staat het uitgaande publiek
af te schrikken van het bezoek.
Het jaar van brandgevaar gleed
voorbij en het gevaar bepaalde zich
tot gevaar.
Nog gingen de deuren dicht
En nu zullen ze weer open gaan,
nadat een bedrag van 130.000 gld.
aan het gebouw zal zijn besteed om
het brandgevaar weg te nemen.
Een schouwburg is een levensbe
lang van de residentie-!
Hoeveie malen is in allerlei toon
aarden, vanaf de sentimenteele tot
de boosdreigende toe deze stelling
verdedigd? Wij zijn zoo vrij er niets
van ie gelooven en wij hebben de
ervaring van meer dan een jaar om
dat te kunnen bewijzen. Zou er één
Hagenaar zijn, die durft verklaren
dat hij in zijn uitgaan, zijn vermaak,
zijn artistiek genot is te kort gekomen,
doordat de schouwburg gesloten was
Och kom, laat men toch niet zoo
schromelijk overdrijven. Hef is onte
genzeggelijk heel aangenaam wanneer
het uitgaand publiek in een gezellig,
aangenaam en prettig milieu genieten
kan van het schoons, dat op de plan
ken wordt geboden, maar daar zorgt
heusch het particulier initiatief wel
voor. De ervaring, die den Haag een
halve eeuw lang heeft kunnen dqen
met de exploitatie van het gemeen
telijke theater door een particulier,
is wei van dien aard, dat wij niet
meer naar een dergelijke ongelukkige
combinatie van particulier initiatief
en gemeentelijke onderneming kunnen
verlangen.
De schouwburg gaat weer open 1
Of hij straks misschien weer dicht
gaatLaat ons niet den draak
steken met het vroed beleid van onze
vroede vaderen booze tongen heb
ben wel eens gesproken van concur
rentie, die de raad zou zien in de
comedie
Aan gelegenheid tot vermaak ont
breekt het niet in de residentie. Eenige
dagen geleden werd de agenda van
het gebouw voor Kunsten en Weten
schappen gepubliceerd en daaruit
bleek, dat dit gebouw alle avonden,
incluis de Zaterdagmiddagen, nu reeds
besproken is tot aan den laatsten
April a. s. toe.Naast dit gebouw dat aan
eenige duizenden zitplaats biedt, zijn
tal van zalen, die geschikt zijn voor
de concerten en opera's.
De bioscoop-theaters verrijzen nog
steeds als paddestoelen en het laat
zich niet aanzien dat voorleopig in
het bezoek aan de cinema's de klad
zal komen.
Voorts zullen wij van dezen winter
twee vaste tooneelgezelschappen in
onze stad hebben, die wel eikaars
uitersten zullen zijn. Het eene is het
vader, dien ik vertegenwoordig, aan
spraken kunnen maken op een zeer
rijke erfenis; mijn plan is, daarmee
te beginnen, voor zoover het mijn
cliënt betreft en ik verzoek u om het
vertrouwen, ook m belangen te mogen
voorstaan."
Walter Wildenfels schudde het
hoofd. „Voor een proces," antwoord
de hij, „is geld noodig en dat heb
ik niet. Al had ik er echter ook de
middelen toe, dan zou ik mij toch
driemaal bedenken, mijn geld te wa
gen aan een proces, dat verloren kan
worden. Mijn vader heeft, zooals ik
zei, er wel over gesproken, dat hij
in Duitschland rijke begunstigers zou
kunnen vinden had hij echter wer
kelijk aanspraken kunnen doen gel
den, dan zou hij in Amerika wel ie
mand gevonden hebben, die ze hem
afkocht of voorschot gaf, om ze gel
dend te maken.
Vóór alles moest ik mij echter mijn
papieren verschaffen, dat veroorzaakt
onkosten en bovendien weet ik niet
eens, of zij nog voorhanden zijn of
niet."
(Wordt vervolgd.)