SSE.
geding.
MES
i
MOS
AJtf
IT1MI
MAGAZIJN.
LS EN
J
Zaterdag
6 September
Onwrikbaar.
No. 211
5Je Jaargang.
1911
Seizoen.
J*
P*
ERKEN
STROO.
Incasseerinp.
Vaderlandsliefde.
- Chemische
ïsrij en Ververij
FEUILLETON
Ju militaire en sportkringen was
™'J een steeds gaarne gezien lid. Zijn
Jachtige persoonlijkheid en zijn be
scheidenheid, die hem verbood ooit
aphef te maken van zijn meerderheid
a>P verschillend terrein, waarborgden
algemeene hoogachting en op-
"ta sympathie. En toen assessor
an Bissing hem op een bal lachend
ai Rolandverschijning noemde, ver
fden dan ook verscheiden heeren
..bet gezelschap, dat deze vergelij-
„5. met het ideaal der middeleeuwen
Brieven uit de Hofstad
BINNENLAND
aat de
7V2 ets. per stuk.
21VS cents per pon(j
ts. per stuk.
DDEIvBUB.Q-,
K
K
ïn onder de strengste
euren, Glasdeuren ea
rk, te Vlissingen in
Vraag profielkaarten
nd,
VLISSINGSCHE COURAINT
Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij aiie Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij de Uitgevers
Firma F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58.
ADVERTENT1ËN van 14 regels 0.40. Voor elke regei
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie, wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Qroote
letters en clichés naar plaatsruimte.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen, j TELEFOONNUMMER 10
Abonnements- Adoertenfiën op zeer uoerdeelige uooriuaarden.
eringen tegen BRAND,
RANSPORTEN en op
en k Deposito,
ordiger van diverse
ken voor de uitgifte
IEVEN en bezorging
[EKEN.
lasmarkt, K 146, te Mid-
De residentie vierde, op hare beurt,
deze week, met een spontane opge
wektheid als sedert lang niet voorge
komen is, het feest der herdenking
onzer herwonnen onafhankelijkheid.
Aanstaande week volgt, na de Hofstad,
de Hoofdstad des Rijks en na deze
zullen nog tal van andere steden
volgen of gingen reeds vooraf. Onder
deze laatste behooren wij, die hier
op grootsche wijze uiting gaven aan
rechtmatige gevoelens van vreugde.
Is het wonder, dat de gedachten van
velenindezedagen uitgaan naar samen
komsten in dat eene,maar veel betee-
kenende woord „vaderlandsliefde"?
En al moge omtrent de beste wijze
waarop zij toepassing vindt, zooveel
onderling verschil van meening be
staan, als een land inwoners telt, allen
(och voelen zich éen in het voorwerp
hunner liefde, het vaderland.
Dit gevoelen is zoo oud als de
wereld, de oudste Orieksche dicht
kunst, duizend jaar en meer vóór
onze jaartelling gewaagt er vanen
ook de jongste tijd getuigt er op zijne
wijze van mede. Het is den mensch
eenvoudig ingeboren immers de oude
Vondel zong naar waarheid„de
liefde tot zijn land, is ieder aangebo
ren." Zóó is het.
Een mensch zonder dak,is gelijk aan
een vogel zonder nesteen mensch
ronder vaderland is een zwerver op
aarde zonder tehuis. Hij moet de
lefde en bijgevolg ook het roerend
gevoel van trouw aan het gemeen
schappelijk vaderland ontberen waar
lijk, dezulken er zijn er zoo
behoeft men niet te benijden.
Is dit een op zich zelf reeds leelijke
ontkenning van een overigens natuur-
ke gemoedsaandoening, daar bestaat
een wellicht nog leelijker uiting van
de gevoelens, die met het begrip
„vaderland" verband houden. Waar
deze gevoelens bij de eersten ont
breken, zijn zij bij de laatsten, men
zou haast zeggen, in al te groote
mate aanwezig. Wij bedoelen die
weliswaar geestdriftige, maar daarbij
grenzelooze en ongemotiveerde be
wondering van hen, die al wat tot
bet eigen land behoort hemelhoog
prijzen, en al wat daarbuiten ligt met
kleinachting beschouwen. Dat zijn
de onberedeneerde vreemdelingen
haters, de tnenschen met een klein-
I lige vaderlandsliefde bezield, de
met een vreemd woord alom bekende
chauvinisten- Hun chauvinisme ishet,
dat niet aflaat den vreedzamen geest
van de volken te verstoren, dat de
spanning in de wereld-politiek tot
ean gevaarlijke hoogte weet op te
drijven en het aanzien heeft gegeven
OLHARDING"
S S I N G E N.
SSTE ADEES in Zeeland,
ichting voor uitstoonien
Eigen laboratorium
pruik van onschadelijke
Jieeken zonder Chloor,
i vlugge bediening,
tstoomen en verven
40ES Ir., Walstraat 1
is de voordeelié9'
en de beste van ai
oorten. Iedere
bovenstaand êe
elsmerk. Verkrflg
ïeeste winkeliers-
Roman door L. Haidheim.
(Nadruk verboden.)
61.)
Hij kende den een en den ander,
jing ook wel met hen om, wanneer
da gezelligheid dat eischte, maar
°vet 't geheel lagen zijn belangen op
eea ander gebied.
0mglngi
^juJjriijk kwam het gesprek op
en nog dagelijks geeft aan dien ver
vaarlijken uitwas der beschaving, het
om zich heengrijpend militairisme
Het chauvinisme, gelijk het op dit
oogenblik in de grootste Europeesche
rijken in a! maar hooger stijgende
oorlogsbudgetten tot uiting komt, dient
de hebzucht en eerzuchtigheid zoo
goed van de vorsten als van de
staatslieden, gelijk zij sok met zijn
valsche ieuzen en ijdele kreten de
hartstochten der iagere en laagste
klassen der bevolking prikkelt en dient.
Zijn de „vaderlandsloozen" van
daareven meer beklagenswaardig dan
zij schadelijk zijn, de „chauvinisten"
mogen, waar hun bezieling niet tot
liefde maar tot haat voert, niet min
der beklagenswaard genoemd wor
den in hun holle opwinding en dorre
geestdrift; doch zij zijn er bovendien
nog allergevaarlijkst en zeef scha
delijk bij, voor eiken vooruitgang der
beschaving en voor alle hoogere
aandoeningen in den mensch.
Gelukkig echter, dat er nog een
andere vaderlandsliefde te belijden is,
dan in het geheel geene of een ave-
rechtsche. Het is deze, die in het
ouderhuis zich den grondslag gelegd
weet, door wederzij dsch erkennen
van wat als goed en nobel, ook bij
anderen valt te prijzen die later deze
gevoelens niet tot de leden van het
gezin en daarbuiten beperkt, maar
ook tot de leden eener geheele volks
gemeenschap en eveneens daarbuiten
tot over de grenzen weet uit te strek
ken. Het is het gevoel van een ge
paste zelfbewustheid, van kennis om
trent eigen deugden maar ook eigen
gebreken, die den besten waarborg
oplevert, om naast de gebreken van
anderen, zoo individuen als volkeren,
ook hun deugden te leeren waar-
deeren en ontzien. Zoolang de inensch-
heid in rassen verdeeld blijft en
dit zal wel altijd zoo zijn zoolang
de rassen en stammen zijn onder
scheiden, de stammen op hunne
beurt in volken, zoolang ook zullen
daar diepgaande verschillen van le
venswijze en denkwijze, van aard en
gesteldheid aan, te wijzen zijn. Dat
deze verschillen dikwerf aanleiding
tot botsingen, tot conflicten geven
kunnen, niemand zal het ontkennen.
Doch te beweren, dat het eene volk
(het eigene dan) bezitter is van alle
goede, het andere volk van alle min
derwaardige eigenschappen, is be
krompen en dom redeneeren. De echte
vaderlandsliefde beloont zich dan ook
niet aldus. Zij steekt niet onnoodig
de krijgstrompet, noch laat de vaan
dels uitdagend wapperen, zij lokt niet
steunende op de vermeende voortref
felijkheid van eindelooze legerscharen
conflicten uit of werpt den handschoen
roekeloos in het arena der volken^
maar fier en tevens ingetogen gaat
zij haren weg, en hoewel gereed het
Men zegt, dat lan Begeman
werk maakt van juffrouw Ehrik
maar dat schijnen praatjes misschien
wil ze hem ook niet hebben, zei een
van de heeren.
Wat was natuurlijker, dan dat er
nu meer uitvoerig over Charlotte werd
gesproken en de assessor bijzonder
heden gewaar werd.
Dus, ze had in 't geheel geen geld
Ze was in 't geheel niet verwant met
de oude dame Van alle feiten, waar
mee de assessor door zijn voorzich
tig en bescheiden gestelde vragen of
door de gesprekken van anderen ep
de hoogte kwam, bleven slechts deze
twee, die hem zoozeer teleurstelden,
in zijn ziel hechten.
Hoe geheel anders doen de
menschen zich toch buiten hun ge
wone huiselijke omgeving voor, phi-
losofeerde hij hardop. Noch ik, noch
een der andere pensionsgasten is
ooit op de gedachte gekomen, dat
juffrouw Ehrik bij vrouw Jensen in
een onafhankelijke betrekking was.
Dat is ook niet het gevalEr
is geen sprake van afhankelijkheid
ze staan volkomen vrij tegenover el
kaar, bracht men daartegen in.
al te wagen zoo daar zich een vijan
dige hand uitstrekt naar het vader
land, gevoelt zij £ich vóór alles zus
ter van den Wéreid-vrede, zij, de
ware vaderlandsliefde.
Dat is mij een stel van wat ben
je mij Daar is er een kink in den
kabel gekomen. De historische op
tocht dreigt te mislukken.
Nog weet ik u niets anders te ver
tellen, dan dat de helft der costuums
niet present is, dat de comité-leden
eigenlijk zoo'n beetje met üe handen
in 't haar zitten, dat de deelnemers
elkaar in den weg loopen, dat
Houtrust eigenlijk veel te klein is.
De optocht een dreigende misluk
king, is 't eigenlijk niet treurig! Het
ware kom je eigenlijk niet te weten,
je wordt van 't kastje naar den muur
gezonden, als je inlichtingen hebt te
vragen.
En nu wilde ik u nog wel een be
schrijving van den optocht geven
Ik vrees dan ook, dat ik u weinig
meer zal kunnen vertellen, dan de
bladen u reeds berichtten.
't Is eigenlijk zonde van het werk,
dat de commissie er aan gehad heeft
en nog heeft.
En verloren nu maar de deelnemers
zelf het hoofd niet, viel men de or
ganisatoren nu maar niet lastig met
allerlei angstige vragen, hielp men
maar de menschen die aan 't hoofd
staan, dan zou het nog wel losloopen.
Maar pakjes zijn niet te vinden,
waardoor menig deelnemer, die er
zijn goede geld voor gegeven heeft,
gedupeerd is.
Daar juist komt men mij vertellen,
dat de schuld ligt aan den costumier,
die op 't laatste oogenblik niet aan
zijn verplichtingen kon voldoen.
Massa's costumes zijn nog niet ge
past. Er zullen er onder zijn, die
blijken niet goed te zitten. Dat kan
men met ieder costuum hebben, ook
dus met een maskerade costuum.
Daarbij komt, dat, wat zeer te be
grijpen is, vele deelnemers hun eigen
pakje niet kunnen uitzoeken.
Men heeft er-toch, die op elkaar
gelijken
En heele stapels liggen nog in den
schouwburg
Een andere „strop" is en die zal
wel aan het comité moeten liggen,
dat Houtrust niet geschikt blijkt voor
opstelplaats. De omtrek is te klein,
'zoodat de stoet niet te overzien is.
Ook dit geeft natuurlijk een enorme
verwarring. Zij die gereed zijn, weten
nog niet, waar zij zich hebben aan
te sluitenOok zijn groepen op het
oogenblik nog onvolledig. Dat laatste
is weer te wijten aan de costuums.
Dank zij echter de enorme werk-
Het zij zoo Ik beken, dat ik
mij de beide dames nooit had kun
nen voorstellen in de omgeving,
waarin ze leven, Koestal en woon
huis onder éen dakReeds de in
gang deed mij het hoofd schudden
en dan bij ons ware een jonge
dame eenvtudig ondenkbaar in een
kleedingstuk, dat het meest op een
zak geleek, en werkende als een
dienstmeid.
Onze dames zien er volstrekt
niet tegen op om in huis elk werk
mee aan te pakken, verdedigde een
der jongere regeeringsambtenaren de
gewoonte van de landstreek.
Bissing zweeg verder. De anderen
spraken doorhij hoorde wel uit
hun gesprek, dat men juffrouw Eh
rik weinig kende, maar het zeer
waarschijnlijk achtte, dat vrouw Jen
sen voor haar toekomst zórgde.
Langzamerhand kwam het gesprek
op Nils en Dina. De weelderige in
richting van hun huis, de voortreffe
lijke diners, de kleine eigenaardig
heden van mevrouw Dina werden
aangeroerd. Bissing stelde vooral
belang in de verhouding tusschen
Nils en Siahiberg en in deze laatste
kracht der commissie-leden, wordt
de boel zoo veel mogelijk ontward.
Men gaat inzien, dat 't zoo niet gaat.
Groep voor groep nemen de com
missie leden thans onder handen.
Op 't oogenblik bij kwart voor twee
is men bezig met de eerste groep.
Men is dus thans drie kwartier te
laat. Wat zal dat moeten worden
't Is een geschreeuw en lawaai van
belang. Alles loopt en warrelt door
elkaar. Een enkele maskaradeganger
blijkt zoo verstandig, zich heel kalm
te houden, wel inziende, dat kalmte
alleen de zaak zooveel mogelijk in
orde kan brengen. Deze gecostumeer-
den blijken dan ook zoogoed als het
eerste een plaats te krijgen.
Daar gaat de eerste groep naar
Houtrust en biijft buiten staan. Dat
is vrijwel 't verstandigste. Dan komt
er tenminste daar op 't terrein plaats.
Maar 'k moet weg, de stad zal ook
nog genoeg te zien geven en met het
oog op de post kan ik niet blijven
wachten tot de stoet vertrekt.
Arme comité-leden. Arme deelne
mers, die hun goede geld uitgegeven
hebben
Reeds heel in de vroegte vanmor
gen was 't een en al drukte in onze
residentie. De treinen gooiden ais het
ware heele golven van feestgangers
naar buiten en uit de stations stroom
de het letterlijk menschen.
Ook veel kooplui, die zaken denken
te doen, komen in de stad aan.
Hier is 't een en al leven, een en
ai vroolijkheid, een en al bedrijvig
heid. De zaken zijn, op de consumptie
affaires na, alien gesloten.
Overal zijn de vlaggen uitgestoken
De versieringen zijn gereed.
Plan 1913 zal 't vooral van avond
doen. Evenals bij de geboorte van
Prinses Juliana, zal dit plein van
avond verlicht worden. Dat zal een
succes zijn, daarvan kan men verze
kerd zijn.
Ook de vele particuliere versierin
gen, alsmede die der ministerie's zul
len vanavond prachtig uitkomen.
De Witte Sociëteit is als 't ware in
een lijst van èlectrisch licht gestoken
De koetsiers en auto-bestuurders
zijn in hun nopjes, want zij maken
beste zaken.
Als 't weer maar goed biijft. Di.t
valt nog te betwijfelen, want 't ziet
er druilerig uit. Dixi.
De feestviering te 's-Gravenhage.
De residentie was gisteren in een
schitterend feestkleed gestoken,
schitterend en bekoorlijk, doch frisch
bovenal, omdat met zooveel smaak
ditmaal bij de tallooze versieringen
het groen en de levende bloemen
zeiven.
Hij behoefde nauwelijks te vragen.
De ondernemingen van Stahlberg
vormden en zoo geliefkoosd onder
werp van gesprek dat hij meer dan
genoeg vernam. Overigens geloofde
ook in deze kringen niemand aan
de oneerlijkheden, waarover werd
gemompeld. Dat waren eenvoudig
praatjes. De man, die zonder aanzien
des persoons doorzet, heeft altijd
tegenstanders en vijanden.
Later kwam het gesprek op de
gewoonten en gebruiken des lands,
die al zeer oud en zeer vreemd ge
schilderd werden. Dat menschen en
vee onder éen dak woonden, was
niet meer overal het geval. Doch
slechts zij, die nieuwe huizen moes
ten bouwen, richtten hun stallen
volgens de nieuwe, rationeele me
thode in.
De oude vrouw Jensen zou
zelfs dat misschien niet doen. Zij is
vasthoudend in liefde en haat, in
haar meeningen en gewoonten. Het
grootste is, dat ze juffrouw Ehrik
in huis heeft genomen
En nu kwam ter sprake, wat Lotty
zich nog heden niet meende te kun
domineeren, de residentie vierde
feest
Eigenlijk reeds epn week lang,
maar gisteren de dag van den
historischen optocht, van de alge
meene illuminaties en van het vuur
werk in het bijzonder. En giste
ren droeg het feest, in tegenstelling
met de vorige dagen, toen het meer
verbonden was aan de plechtige in
wijding van het Vredespaleis, een
echt nationaal karakter.
Dat was gisteren in den vroegen
ochtend al duidelijk merkbaar. Zoo
mogelijk was de vlaggentooi nog
algemeener dan vorige dagende
opgewektheid en de prettige feest
stemming van de burgerij zijn zeker
niet geringer.
Heel Den Haag is „op stap". Dui
zenden trekken door de straten met
oranje en de nationale kleuren getooid.
Overal klonken de tonen van de
nationale liederen, door muziekkorp
sen aangeheven. Wie in de ochtend
uren den levendigen aanblik van de
residentie gadesloeg, moest bijna tot
de overtuiging komen, dat straks de
stad te klein zou blijken om zoo
groote menschenmassa's te bergen.
Want het contingent vreemdelin
gen, dat zich bij de Hagenaars kwam
scharen en in hun vreugde deelen, is
niet gering.
Met duizenden en nog eens dui
zenden kwamen de niet-stadgenooten
aan.
Ongeveer dertig oranjevereenigin
gen, waaronder een tweetal zang- en*
zeven muziekvereenigingen, mar
cheerden te negen uur in optocht
van het Lange Voorhout naar het
Huis Ten Bosch, om daar een hui-
debetooging te houden voor de
Koninklijke Familie.
In weerwil van het vrij vroege uur
waren duizenden op de been. Vooral
voor het paleis van H. M. de Konin
gin-Moeder was de menschenmenigte
enorm. Koningin Emma kwam met
twee dames en twee heeren harer
hofhouding op het bordes om het
défilé in oogenschouw te nemen. Een
viertal comité-leden werden bij H. M.
ontboden en ontvingen Hr Ms. dank
voor het keurige défilé, waarmede de
Koningin-Moeder zich zeer ingeno
men betoonde.
Langs den voorgeschreven weg
door het Vorstinne-kwartier werd
naar het Huis Ten Bosch gegaan,
alwaar de marechaussee het ruime
voorplein had vrijgehouden.
De Koningin en de Prins met het
Prinsesje en de hofhouding kwamen
op het bordes en hoorden het gezang
van het „Wilhelmus", „Geloofsver
trouwen" en „Wien Neêrlands Bloed",
begeleid door kopermuziek aan.
Het was een interessant gezicht, die
groote stoet vereenigingen, waarvan
ook knapen in aardige uniformen
nen vergeven, ofschoon het haar
toen het natuurlijkste, het meest van
zelf sprekende had geschenen. As
sessor von Bissing zei er niet veel
vanhij luisterde met verschrikte
oogen en deed zijn best om een
plotseling in hem opkomend gevoel
te onderdrukken want hij zei tot
zichzeiven, dat het driftige protest,
hetwelk hij zoo gaarne had willen
doen hooren, klinklare onzin en een
belachelijkheid was. En bovendien
stond hij zelf verbaasd over zijn
plotselinge ontroering.
Wat raakte juffrouw Ehrik hem
toch Ze had hem toen bij de toe
vallige ontmoeting beter bevallen dan
elke andere, zoodat hij zelfs zijn
zijn verblijf in dezelfde stad en het
zelfde pension verlengde, omdat hem
die zoo zelden aansluiting zocht, de
omgang met de beide dames lief was
geworden.
En toen ze kort daarna afscheid
van hem namen om naar huis te
gaan, dacht hij nog dikwijls aan
haar zonder echter groot leedwezen
te gevoelen over haar vertrek.
(Wordt vervolgd)
k