isten, )EL MAN, Donderdag 28 Augustus Onwrikbaar. rose errand op onze merken No. 203 51e Jaargang. 1913 Is, Veiligbeiös-Slotei sche Tram WALGHEREK. BINNENLAND FEUILLETON te Tafelwijnen ouquet "rtfscourant by bakker— Kok. Slamypartf a, prijs, wendt u dan uns-Portv/ijn aJ 'ermauth merk E, j wijn, Maiam White Pot'.,. uiterst concurreerende! TELEFOON 46. 'EN dbutn)-'9lMMbiii(| ypark—Station 6- Versa. 1.40a, 4.45a fi.OSbg, 6.401J B.55g 9.S0,10.0?g, 0.4'/ [.50, 12.10 12 30g, 12.1 2.10, 2.30, 2.50,3.1" 4.30g, 4.50, 5.10, f 6.5u 7.10. 7.30, 7.50,1 [,9.05, 9.40,10.15,10.50,] ("Markt): 5.10a, i .4% 8,20, 8.55, 9.30?1' 15. 11.50g, 12.10, 12.30, B, 1.50, 2.10, 2.30g, 2.50, 10, 4.30, 4.50, 6.%! 6.30, 6.50, 7.10a, 7.30,1 9.05, 9 40, 10.15 10.50, irk naar Station 6.-,: 8.40, 9.30, 10.10,10.50, '6 10, 4.25, 5.15, 6-,I 11.40. EaVattynark5.M,|i 1,20, 9.60, 10.30, 11.10,j I, 3.59, 4.55, 5.40. 12.05.-. uitsluitend werkmann en alleen op we.-k i de retiiao. len niet verder dan 4« voeren goederen alleeni. Baradienst v.m. 6.,6.20 6.55 .30, 10.— 10.20, lOdJI 12.12.30,1—, 1-3° 3.55, 4.30. 4.50, 5.20, 20, 7 40, 8,20. Elms 6.10, 6.41 10,9.50,10.10, 10,30,1 JO. N.ra. 12.10, 12fA 3.10* 8.40,4.10,4.4°' 50. 7 IP, 7.30.8.—, val'en dei j ("Station S.S.) 6, |b 44 8.15, 11.12* de Keersluis, deT»» [et Badhotel is resp. 1 '^6.25, 9.23, 10.365, 8.10 en 11.15.* ,t( |e naar Domburg: 3.20, 6.07, 8.40 e» VLISSINGSCHE COURANT Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij de Uitgevers Firma F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58. ADVERTENTIÊNvan 1—4 regels 0.40. Voor elke regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie, wordt de prijs slechts twee maal berekend. Groote letters en clichés naar plaatsruimte. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen. TELEFOONNUMMER 10. Het nieuwe kabinet- Het nieuwe Kabinet dat algemeen kiesrecht, en wijziging vandelnvali- diteits-wet-Talma in dien zin zal brengen, dat de kring der pensioen- trekkers (70 jarigen en ouderen) rui mer zal worden genomen komt morgen in de „Staatscourant". Omtrent de loopbaan van als aan staande ministers genoemden kan, als aanvulling van hetgeen wij reeds daar omtrent hebben gemeld, nog het volgende worden meegedeeld Mr. P. W. A. Cort van der Linden, Kabinetsformateur en als zoodanig tijdelijk voorzitter van den ministerraad was in 1870 advokaat te's Hage; ver- vervolgens vele jaren commies-griffier van de Tweede Kamer der Staten- Generaalhoogleeraar in de rechts geleerdheid te Amsterdam en aan 's Rijks universiteit te Groningen van 1897—1901 minister van justitie in het Kabinet-Pierson, Hij is sedert 1902 lid van den Raad van State. Onder zijn bestuur van het depar tement van justitie werden de grond slagen gelegd voor de Kinderwetten onder zijn opvolgers ingevoerd. Dr. C. Lely (minister van water- slaat) treedt voor de derde maal als hoofd van dat departement op. Hij zat 'teerst van 1891—1894 in het Kabinet-Tak van Poortvliet; daarna van 1897—1901 in het ministerie- Pierson, en heeft nu weer dezelfde portefeuille in het Kabinet-Cort van der Linden. Vóór zijn eerste minister schap was hij civiel-ingeneur van Suriname, en nu 't laatst wethouder van den Haag. De gemeente ,'s Gravenhage gaat in hem een hater bekwaamste leden van het dagelijksch bestuur verliezen. Mr. M. W. F. Treub, minister van landbouw, nijverheid en handel, ver wierf na zijn promotie, ook het ra dicaal van candidaat-notaris. Als lid van den Raad en als wet houder van financiën en bedrijven, behartigde hij een reeks van jaren de belangen der gemeente Amsterdam. De overneming van de particuliere bedrijven in handen der gemeente in het algemeen, is zijn werk geweest. Na zijn aftreden is hij niet lang als hoogleeraar aan de universiteit te Amsterdam werkzaam geweest. Als een der vooraanstaande mannen in de vrijzinnig demokratische partij, werd hem weldra een zetel in de Tweede Kamer aangeboden, waar hij tot September a.s. voor het district Assen zitting had. Hij trok zich vrijwillig uit het parlement terug, op grond van zijn van de vrijzinnige concentratie afwijkende meening omtrent het Staats pensioen. Van 1909—1911 was hij lid van aar Middelhui'? 5.05 1.35, 4..15, 6.55 en 9-4 naar Vtisaingen 5. 4.15, 6.55 en 9.37 - aerkt loopen a [vak van 15 Mei t De treinen g«f0®, te marktdagen te Roman door L. Haidheim. (Nadruk verboden.) 53.) Daarop hadden die twee afspraak gemaakt omtrent den tocht en Stahl- berg ging weer naar Nils, die met zijn stok kringen in den doorweekten grond trok. Waarom zijt ge toch niet bin nengegaan, Jensen Wat zet ge een verschrikkelijk gezichtNu, kom maar. Me dankt, Mieke Bley heeft een goed stuk vleesch over 't vuurdat tullen we ons laten smaken. Haar roode wijn is ook goed bij het drinken daarvan zullen we, hoop 'k, beiden in een betere stemming somen. Want weet je, Jensen, niets 's zoo moeilijk, als men denkt, wan- men het maar goed aanpakt. Wat had Nils Jensen beter kunnen '-ben, dan mee in de herberg te gaan en zich na een in den trein door den Gemeenteraad van 's-Gravenhage. Mr. Pleyte, minister van koloniën, vroeger advokaat te Samarang, in as sociatie met het tegenwoordige Kamer- id mr. van Deventer, heeft de repu tatie van een welsprekend pleitbezor ger. Hij is voorzitter van den Raad voor de Scheepvaart en was bij de jongste Juni verkiezingen voor de Tweede Kamer candidaat van de tot de concentratie toegetreden vrijzinnig democratische partij in een der distric ten van Amsterdam. Mr. Treub en het Staatspensioen. Aan een redacteur van het pers bureau Vaz Dias verklaarde mr. Treub het volgende omtrent zijn houding tegenover het staatspensioeneen aanwijzing is mijn stemmen vóór het amendement-Borgesius bij de invali diteitswet tot uitbreiding van het ge tal dergenen, die staatspensioen zou den erlangen, een uitbreiding tot buiten de grens door minister Talma gewenscht en door mij van meet af aan bestreden, der loonarbeiders. Mijn principieele bestrijding kwam hierop neer dat ik meende, dat van staatswege de uitkeering niet tot één klasse der bevolking moest worden beperkt, terwijl men van katholieke zijde als van die der geestverwanten van minister Talma de bedoelde grens niet wilde overschrijden. Dit is deels mijn principieel be zwaar geweest, door mij van 1906 af verdedigd. Financieele bezwaren wogen echter het zwaarst bij mij. In mijn in de Kamer gehouden redevoe ringen liet ik die bezwaren het meest gelden. De kosten voor Staatspen- sionneering gevorderd, schenen mij te drukkend, om de medeverantwoor delijkheid daarvan op mij te nemen in verbar.d met de uitlegging die ik van verschillende kanten aan de be wuste concentratie paragraaf hoorde geven. De heer Treub achtte het ech ter niet onmogelijk aan de financieele bezwaren eenigszins tegemoet te komen. Op een vraag in welk teeken het nieuwe Kabinet betreffende het staatspensioen zou staan, antwoordde mr. Treub, dat het niet anti- en ook niet pro- is. Hoofdzaak voor den heer Treub is, dat de principieele knoop reeds is doorgehakt, nl. bij art. 369 Invaliditeitswet, toen de 70- jarigen staatspensioen hebben gekre gen. Het verdere zou men in de troonrede moeten zoeken. Dat de financieele toestand op het oogenblik niet schitterend is, wie zal het ontkennen?; aldus mr. Treub. Het nieuwe ministerie. Het nieuwe ministerie is, zooels bekend, een extra-parlementair ka binet. De „N. Haart. Ct." neemt het mi nisterie „extra-ordinair marsch uit te rusten en te ver kwikken. Zoo zaten ze nu uren achtereen in Mieke Bley's mooie kamer, ge bruikten het middagmaal en dronken den eenen flesch rooden wijn na den andere, tot de schipper kwam en aan het vertrek herinnerde. Nu, ge weet thans, waar ge aan toé zijt, JensenGe hebt inge zien, dat men in deze gebrekkige wereld niet altijd naar den letter kan handelen. Het is me aangenaam, dat ge aankwaamtwant ik weet, dat ik mij thans meer dan ooit op u ver laten kan. Mocht men daar ginds lucht van de zaak krijgen, laat mij dar. maar begaan ik heb tot dus ver nog altijd gelijk gekregen En nu, vaarwelGe hebt ook geen tijd meer te verliezen, als ge vandaag nog naar die verwenschte brug terug wilt. Dus, nogmaals vaarwel Nils Jensen was blij, dat hij ein delijk in de friasche lucht kwam. De wijn was hem wat naar 't hoofd gestegenhij was geen genotmensch en elk te veel gaf hem een onbe haaglijk gevoel. Let wel, zegt hét Haarlemsche blad, de „overwinning" van de link- sche partijen, die alle met vurige letters voorop in hun program het woord Staatspensioen hadden geschre ven, baart nu de benoeming tot op volger van minister Talma van... mr. Treub den onverzsenlijken, hef- tigen tegenstander van het Staatspen sioen De eenige man van de link- sche parlementariërs, die zoo eerlijk was om te zeggen 't kan niet En die daarom niet met de „Con centratie" wou te maken hebben Hier wreekt zich de ellendige hou ding van links toch wel héél sterk en geweldig op de kiezers, die in Juni zich door de liberalen en socia listen bij den neus lieten nemen Extra-ordinair het woord is niet te sterkHet is werkelijk buitenge woon om na de leuze „staatspensi oen" een liberalen minister te krijgen, die van staatspensioen niets weten wil! In mr. Treub zit de beteekenis van het nieuwe kabinet, want de rest der ministers, waarschijnlijk heel be kwame mannen, gaat niet boven het gewone peil van administrateurs, voor zoover er iets van hun werkzaamheid bekend is. Het spreekt vanzelf dat de a.s. troonrede die het werkprogram van dit ministerie zal geven, ons nader moet inlichten. Doch nu kan zeker reeds gezegd worden dat het nieuwe extra-parle mentaire, extra-ordinaire ministerie dat geen staatspensioen zal brengen omdat het niet kar., geen erg schit terend antwoord is op de hoogge stemde verkiezingsredevoeringen, waarin liberale en socialistische pro pagandisten in juni gouden bergen hebben beloofd aan het nu bedrogen kiezersvolk Zou het ministerie geen lang bestaan te wachten staan Aan het „N.v.h.N." werd de volgende aardig gevonden prognose toegezonden Het nieuwe ministerie is BOSBOOM. PLE1JTE. LELY. ORTT. CORT VAN DER LINDEN. TREUB. RAMBONNET. LOUDON. BERTLING. Carnegie. Sedert gisterenochtend bevinden de heer en mevrouw Carnegie zich bin nen de Residentie. De grondlegger der Carnegie-stichting en zijn echt- genooten vonden aan Hoek van Hol land, plaats hunner aankomst, de automobiel van den Amerikaanschen gezant, Lloyd Bryce, te hunner be schikking en vertrokken daarmede zeker ook oorzaak mee, dat hij zich- zelven moest bekennen te veel ge dronken te hebben. En er kwam nog iets anders bij. Stahlberg's redeneeringen hadden hem hoe langer hoe juister gesche nen. De man bezat een eigenaardige overredingskrachtdeze er. zijn be slist optreden boezemden den toe hoorder vertrouwen in. Zijn heldere, scherpe uiteenzettingen schenen even onbetwistbaar als ze bevredigden. En waar men nu eenmaal niet naar den letter kon handelen, lieve hemel, hoeveel erger dingen zouden er wel in deze beste aller weielden gebeuren i Stahlberg had dus ook den laatsten tegenstand van Nils Jenson weten te overwinnen, en Nils, wien toch nog de woorden van den jongen in genieur ik doe niet mee in de ooren klonken, had verklaard, dat hij 't met zijn compagnon eens was en hem ter wille zou zijn. Terwijl hij nu in zijn hooge wa terlaarzen dapper langs de geheel doorweekte wegen verder liep om zijn trein noe te bereiken weerklonk1" flbonnements- flduertentiën op zeer ooordeelige voorwaarden. naar Den Haag, alwaar zij afstapten aan het hotel der Amerikaansche legatie, ontvangen door hun gastheer, den gezant voornoemd. Van het oogenblik dat de familie Carnegie in het gezantschapsgebouw intrek nam, werd de Amerikaansche vlag ep het dak geheschen en wer den nog twee uit den voorgevel ge hangen. Gisterenmiddag was er een gast maal ter eere van de voorname gas ten, gevolgd door een receptie. De heer en mevr. Carnegie verlaten Zaterdag weer de stad en begeven zich dan naar Brussel. De ontvangavond, welken de Ame rikaansche gezant, de heer Lloyd Bryce en mevr. Lloyd Bryce op den eere maaltijd voor hunne gasten, den heer en mevr. Carnegie, lieten volgen, was een welgeslaagde gelegenheid om den grooten vaderlander uit het Verre Westen in kennis te brenger, met de vele mannen van naam, die uit het buitenland naar Den Haag zijn ge komen voor de plechtigheden der opening van het Vredespaleis, en met de autoriteiten uit die stad. Een voudige grijsaard, klein van gestalte, met het kruis en het groote lint der hooge onderscheiding, der hem pas geschonken Oranje Nassau-orde, blijk baar als een ongewoon versiersel, losjes op en over de borst, was van den aanvang der receptie af druk omringd door de velen, die hem met eenige vriendelijke woorden hun groet of hulde kwamen bieden. Vooral hartelijk was de hernieuwing der kennismaking tusschen minister De Marees van Swinderen en Carne gie, die zich den „minister of foreign affairs" spoedig weer herinnerde. Niet minder aangenaam was de ontmoeting met den minister van binnenlandsche zaken. Hoeveel handdrukken en daarbij passende woorden de held van den avond van diplomaten en vredesvrien- den in ontvangst had te nemen, is moeilijk te berekenen. Zijn hooge ouderdom noopte den gevierden man zich lang voor den afloop der soiée in zijn a~artementen terug te trekken en de verdere con versatie over te laten aan het talrijke gezelschap dames en heeren, dat zich nog tot ongeveer 117uur in de salons van het prachtige huis in het Lange Voorhout bewoog als genoodigden van een gastheer en gastvrouw, die niets verzuimd hadden om aan deze ontmoeringsreunie het cachet van een elegant Amerikaansch feest te geven. De consuls der Unie, zoowel van Den Haag als van Amsterdam en Rotterdam, waren onder de bezoekers. Men vernam, dat de heer en mevrouw Carnegie, alvorens heden op te gaan naar de plechtigheid, waarin hun naam verbonden is, door de Koningin in particuliere audiëntie .zullen worden berg's woorden. Langzamerhand maakte de snelle beweging zijn verhit bloed wat kal mer en 't waren nu maar een paar woorden van Stahlberg, die telkens in zijn gedachtengang terugkeerden. Stahlberg had gezegd „Wat wilt ge eigenlijk? Terug kunt ge niet meerEr zou altijd gezegd worden, dat ge met mij had omgegaan en die vlekken op uw kleed zouden toch niet verdwijnen. Nu kon hij dit: Terug kan ik niet, maar niet weer vergetenbrutaal, zooals Stahlberg het had gesproken, doorkruiste het elke andere gedachte van Nils Jensen. Ten slotte was hij doodmoe en toen hij eindelijk goed en wel in den trein zat viel hij dadelijk in slaap. in de eerste dagen van het voor jaar had men in deze laag gelegen streek langdurige overstroomingen door het rivierwater en de menschen dachten en zeiden met een bezorgd gezicht ontvangen, ten einde aan H. M. te worden voorgesteld. Onderscheidingen. In verband met de opening van het Vredespaleis zijn door H.M. de Ko ningin de volgende onderscheidingen verleend Van Grootkruis der orde van Oran- je-Nassau aan Andrew Carnegie, uit Amerika, zoomede aan den minister van Staat jhr. mr. A. P. C. van Kar- nebeek, voorzitter van het bestuur der Carnegie-stichting te 's Hage van ridder der orde van den NederL Leeuw aan den heer M. van der Steur, ar chitect van het Vredespaleisvan commandeur der orde van Oranje Nassau aan de heeren Cordonnier, den ontwerper-architect van het Vredes paleis, en mr. R. j. H. Patijn, lid, tevens secretaris-penningmeester der Carnegie-stichting. Voorts zijn eenige werklieden bij den bouw van het Paleis be giftigd met een medaille verbonden aan de Oranje-Nassau orde. Pensioenregeling voor het personeel der S. S. en det H. IJ. S. M. Bij de Tweede Kamer is ingediend een wetsontwerp houdende machti ging tot het aangaan van overeen komsten met de Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen en met de Hollandsche Ijzeren Spoor weg-Maatschappij, in zake de pen sioenregeling voor haar personeel. Dit wetsontwerp strekt on eene belangrijke verbetering te brengen in de regeling der pensioenen voor de nagelaten betrekkingen van het per soneel der beide Maatschappijen. Da Ruyter-huldiginq. Nadat gisterenmiddag in de con greszaal van de „Entos" te Amster dam de vergadering had plaats gehad van de vereeniging tot bevordering van het zeevaartkundig onderwijs, hebben, op initiatief van den heer Hoos, oud-directeur van de Zeevaart school te Rotterdam, de aanwezigen ter vergadering een hulde gebracht aan de nagedachtenis van Michiel Adriaanszoon de Ruyter. Bij het touwslagersrad, waaraan de zeeheld als kind heeft gedraaid, en dat in de historische afdeeling van de „Entos" is tentoongesteld, hield de heer L. Roosenburg, directeur van de filiaal-inrichting van het meteoro- gisch instituut te Amsterdam, een toespraak. Toen de Ruyter nog aan dit rad stond, zeide spr., was reeds een groot verlangen naar de zee in hem aanwezig, doch dwang van boven af hield hem nog lang op den wal. Zoodra hij echter aan zijn verlangen kon gevolg geven, ontwikkelde hij zich snel tot den man, dien wij nog steeds met den diepsten eerbied be- Vrouw Jensen had zich langza- zamerhand opnieuw op de Moyen- burg ingeleefd en het bestuur der huishouding in zoover weer op zich genomen, dat Lotty naar haat aanwij zingen thans zooals ze het glim lachend noemde regentesse werd. Met Nils en Dina, die eindelijk met verontschuldigingen voor hun wegblijven gekomen waren, bleef men op gespannen voet. Nils' moeder werd onaangenaam getroffen door den toon, welken hij tegenover haar aansloeg en waarin ze maar al te vaak Stahlbergs blufferij hoorde, en Nils van zijn kant wilde zich niet laten commandeeren door een moe der, aan wie hij, zooals hij met ver beten ergernis zei, niets te danken had. Dina gevoelde zich steeds opnieuw geprikkeld door het kalme en zelf bewuste optreden van Lotty. Het meisje „had niets" en deed toch, alsof ze de echte dochter des huizes was 1 En dan wie weet haar schoon moeder was wellicht in staat Lotty in haar testament te bedenken

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1913 | | pagina 1