ien Maandag 11 Augustus IBS; OOM km Richting. •OLAK gemeentebestuur 51 e Jaargang. 1913. "aal, ConveJ •spondentiel landweer. BINNENLAND De No. 188 traat 31. IR, Nieuwendjji nde is voornerne-1 1ber een niej nader te bepaJ per maand. bgelsch L. 0. pn verstrekt gaai-J i. taat] ;elsche Taal M.J ndrikweg 1. raat 69. Iers op Bint»! Iche Beurzen, rschotten tegen I aand. en Wissels, coitl Muntspeciën. Courant met rental ^ding. Assurantifil I MIDDELBURGII /iezen worden erstrekt. UIS alhier, worl| a.s. and. Inlichting»! eder van het NGER kang«'| net gezin kamertje. Adrfll |VER, Schuitvlol'l IARKT 43-4S| Hefoon 119. VLISSINGSCHE COURANT Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij de Uitgevers Firma F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58. ADVERTENT1ÊNvan 1—4 regels 0.40. Voor elke regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie, wordt de prijs slechts fweeinaai berekend. Groote letters en clichés naar plaatsruimte. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen. TELEFOONNUMMER 10. do nieuwsl'l maohinet'\ BOEKEN, enz. aandacht of| RT Wl^l ledige pril'! Kok. my park Overgang van het leger naar de Landweer. De Burgemeester der gemeente Vlissingen gezien het 3e lid van art. 12 der landweerinslructie 1 brengt ter kennis van belangheb benden le. de dienstplichtigen bij de militie te land, die in den loop van dit jaar een achtjarigen dienst bij de militie hebben volbracht of alsnog zullen volbrengen, dat zijn in hei algemeen zij, die behooren tot de lichting van 1905, zullen op 1 Augus tus 1913 overgaan naar de landweer, met uitzondering van hen, die a be hooren tot een der bereden korpsen of tot het korps torpedistenb op 31 Juli 1913 in het genot zijn van ontheffing van den werkelijken dienst, om het even of de ontheffing werd verleend als geestelijke enz. dan wel wegens kostwinnerschap of om eenige andere reden van bijzonderen aard; 2e. de dienstplichtigen, die uitstel hebben genoten van eerste oefening of van verblijf onder de wapenen, gaan evenveel jaren later naar de landweer over als het uitstel heeft geduurd; vroeger genoten ontheffing rekent echter mede ais diensttijd en brengt alzoo geen vertraging in den overgang naar de landweer; 3e. zij die overgaan naar de land weer en binnen het rijk eene bepaalde woonplaats hebben, moeten zich voor 31 Augustus in persoon aanmelden bij den burgemeester hunner woonplaats en bij deze aanmelding inleveren hun zakboekje met daarin gehechten verlofpas, terwijl zij, die naar de land weer overgaan en na hunnen over gang daarbij geen bepaalde woon plaats binnen het Rijk hebben of wel buiten het Rijk verblijf houden, zich niet in persoon behoeven aan te mel den, doch alsdan verplicht zijn hun zakboekje met daarin gehechten ver lofpas bij aangeteekenden brief waarin hun adres duidelijk en vol ledig moet worden vermeld toe te zenden aan den Burgemeester hunner laatste woonplaats binnen het Rijk 4o. zij, die op 1 Augustus 1913 naar de Landweer overgaan, zijn van dien datum af onderworpen aan alle voorschriften voor de Landweer ge geven. Vestigt met nadruk de aandacht op de volgende bepaling der Landweer- wet: Artikel 24. De verlofganger van de Landweer meldt zich binnen dertig dagen na den dag van zijn overgang naar de landweer of na dien waarop hem de verlofpas is uitgereikt, bij den Burgemeester zijner woonplaats aan, teneinde deze den verlofpas, hem bij de landweer of laatstelijk bij de militie uitgereikt, voor gezien of op nieuw voor gezien teekene. De ver lofganger van de landweer die buiten bet Rijk woont of verblijf houdt, ot die zich bij zijn vertrek met verlof buiten het Rijk begeeft, kan ter ver vulling van de verplichting in het vorig lid omschreven, binnen den daarin vermelden termijn zijn verlofpas bij aangeteekenden brief ter afteeke- ning toezenden aan den Burg. zijner matste woonplaats binnen het Rijk. Be verlofpas wordt hem door dien Burg. bij aangeteekenden brief toe gezonden. Artikel 25. De verlofganger van de Landweer, die zich in eene andere gemeente gaat vestigen, geeft daarvan kennis aan den Burgemeester zijner woonplaats. Binnen dertig dagen na den dag, waarop hij bedoelde kennis- geving heeft gedaan, meldt hij zich aan bij den Burgemeester der ge- meente, waarin hij zich vestigt, ten e'ude deze Burgemeester zijn verlof- Pas voor gezien teekene. Artikel 27. De verlofganger van de andweer behoeft voor achtereenvol gend verblijf buitenlands van langeren dan een jaar de toestemming q" vanwege onzen Minister van Aan den verlofganger van de Land weer, die njet in verzuim is, wordt deze toestemming, wanneer zij ge vraagd wordt en blijkt noodig te zijn ter zake van uitoefening van of op leiding tot betrekking, beroep, land bouw, handet of nijverheid, of wel tof verdere ontwikkeling en vorming op het gebied van wetenschap of kunst, in gewone tijden niet gewei gerd. Bij de toestemming kan de ver lofganger worden vrijgesteld van de verplichting tot deelneming aan de oefeningen in art. 11 vermeld (her halingsoefeningen) tot het bijwonen van het bij art. 29 voorgeschreven onderzoek en tot het komen in wer kelijken dienst in geval van oorlog, oo logsgevaar of andere buitengewone omstandigheden, dan wel wegens de redenen in artikel liter vermeld (handhaving of herstel der openbare orde of rust enz.) Aan de toestemming kunnen overigens zoodanige voor waarden worden verbonden als in het belang van den dienst noodig wor den geoordeeld. Artikel 28. De verlofganger van de Landweer, die artt. 24, 26 of 27 niet naleeft, wordt in werkelijken dienst geroepen en daarin gedurende ten hoogste een maand gehouden. De duur van dezen dienst wordt bepaald door onzen Minister van Oorlog, die tevens het korps van het leger aan wijst waarbij de werkelijke dienst moet worden vervuld. Zij die familiebetrekkingen heb ben, die in het buitenland verblijf houden en in de termen vallen van overgang naar de Landweer, worden uitgenoodigd belanghebbenden te herinneren aan de bepaling van art. 24 bovengenoemd. Vlissingen, 9 Augustus 1913. De Burgemeester voornoemd, VAN DOORN VAN KOUDEKERKE. Het buitengewone Congres der S. D. A. P. Zaterdagavond werd het buitenge wone congres der S. D. A. P. te Zwolle geopend. De zaal was zeer goed met afge vaardigden gevuldde publieke tri bune was door een overtalrijk publiek bezet. De heer W. H. Vliegen opende het congres en herinnerde er aan, dat in 1894 door 64 menschen te Zwolle de partij opgericht werd in een klein zaaltje. Het buitengewoon congres was het gevolg van de schitterende stembus overwinning. De S. D. A. P. is de eerste socialistische partij, die voor de vraag van het al-of-niet mee- regeeren is geplaatst. Spr. vertrouwde, dat men zich er als partijgeneoten tegenover geplaatst wil zien. Dan zal dit congres voor de partij geen schade zijn. Spr. wees op den groei der partij15667 leden in December, 17431 in Maart en 20612 op 30 Juni jl. Het aantal afdeelingen klom van 284 tot 366. Voor den verderen groei moeten geen struikelblokken gelegd worden. Spr. begroet den heer Anseele, die namens het inter nationaal bureau kwam en eindigde met het vertrouwen uit te spreken, dat alle strijdmakkers zullen zoeken naar de beste oplossing. Anseele zeide, dat in België bij het meeningsverschil over de midde len in den kiesrechtstrijd na de be slissing geen meerderheid en min derheid meer restten, wees op de eendracht, bij de algemeene werk staking en riep uitAls gij de een dracht bewaart, hebt ge niets te vreezen. Na dagverdeeling werd besloten slechts over de portefeuillequaestie te debatteeren. Amsterdam V stelde voor de meer derheidsmotie alléén geldig te ver klaren, als ze met twee derde wordt aangenomen. Het congres zal daar over na afloop der stemming beslissen. Het Kamerlid, de heer Schaper, leidde de meerderheidsresolutie in Met Kautsky is spr. het eens, dat de partij in een moeilijke quaestie ge wikkeld is. Al zeggen sommigen dat er geen quaestie van belang iseen partij die 16 zetels behield, heeft zich er niet met armgezwaai af te maken. De S. D. A. P., die welvaart wil voor de arbeiders, moet ook naar een resultaat jagen en niet bij kris en kras zeggen, dat men nooit por tefeuilles mag aanvaarden. Het loopt over de vraag, of er een uitzonde ringsgeval is. Kautsky slingerde geen banvloek naar de partij en zeide, dat de Nederlandsche soc.-democra- tie zelf had te beslissen. Spr. wraakte de bindende mandaten tegen deel name aan een regeering. De afdeelin gen, die deze mandaten gaven, ach ten dus overieg onnoodig. In het debat met vrijzinnigen heeft de partij gezegdWij zullen zorgen, dat van de concentratie-beloften nog iets terecht komt. Hadden de vrijzinnigen de meerdere zetels gekregen, dan was het alg. kiesrecht en staatspen sioen er gekomen. Men moet nu voe len, welke verplichtingen op de partij rusten. Steeds zit men met den mond vol tanden en juist de oude Kamerleden voelen, dat ze met lamheid geslagen worden. Spreker vreest de gevolgen van het onder controle der partij deelnemen aan de regeering niet en ontkent, dat men den gevangene der liberalen zal zijn. Het kan wel eens anders zijn. Absoluut vrij zullen de ministers niet zijn, doch in het eigen departement hebben ze veel vrijheid en in de algemeene politiek stemden Borgesius en Lely zelfs tegen Pier- son's zin voor de kiesrechtmotie- Troelstra. Socialistisch regeeren kun nen de soc. ministers niet, doch is het stemmen voor de begrooting van oorlog dan socialisme vinden de vrijzinnigen en de socialisten elkaar, dan zal rechts gedwongen worden van koers te veranderen. Vinden rechts en links elkaar tegen de arbeiders klasse, dan zal de oude beproefde tactiek weder gehandteerd worden. Wordt de meerderheidsmotie nu aangenomen, dan zullen de liberalen tot Cort moeten zeggenStaak uw pogingen; het is terecht gekomen. Hoogezand en Rotterdam 1 liepen mis; wordt het voorstel verworpen, dan zal moedeloosheid intreden en het anarchisme gelijk krijgen. Den dag dat de Concentratie haar laatste besluit nam, was Kuyper bij Bos, als de doodbidder bij het lijk om den inventaris over te nemen. Speel niet in de kaart van rechts, waar men weer op de regeering loert. Bij de Bakkerswet gingen de soc. dem. naar rechts. Als het om kies recht en pensioen moet, durft spr. raden desnoods in de regeering te gaan. (Applaus). De heer F. M. Wibaut verdedigde de inzichten der minderheid. De partij heeft 18 pet. der kiezers en slechts 16 zetels. Ze is te zwak om mee te regeeren. Dat is geen conclusie aan een dogma, maar aan de werkelijk heid ontleend. Gradueele geschillen waren er tusschen Pierson en Lely, doch de arbeidersklasse put haar po litiek uit een andere levensbeschou wing. Het kapitalisme eischt kapita listisch regeeren en daarvoor kan de partij nooit verantwoordelijkheid dra gen. De meerderheid wil wel uit de regeering gaan als het mis loopt. Beter is het er heelemaal niet in te gaan. Schaper is homoeopaat en wil de menschen voor goed van hetmi- nisteralisme genezen, want het werkt verdoezelend op het klasseinzicht van de arbeiders. De heer De Roode, redacteur van „Het Volk" verdedigde namens Am sterdam V een nieuwe resolutie, die oproept tot k achiigen strijd en ver klaart, elke regeering te zullen steu nen, die het algemeen kierecht wil geven. In de gisteren voortgezette verga dering van het congres werd het voorstel tot het aanvaarden vart mi- flbonnerrtenfs- ftduerfenfiën op zeer ooordeelige voorwaarden. nister-portefeuilles verworpen met 375 tegen 320 stemmen, 15 stemmen waren in blanco uitgebracht. De groote steden stemden over het algemeen tegen de meerderheids-re solutie (wèl aanvaarden van de por- teieuilles)de kleinere steden daarvoor. De heer Colijn naar China. Naar aanleiding van de in ver schillende bladen voorkomende be richten omtrent een reis van den tegenwoordigen minister van oorlog, den heer Colijn, naar China, kunnen wij mededeelen dat inderdaad bij ge noemden bewindsman het voornemen bestaat een dergelijke reis te onder nemen. De heer Colijn zal deze reis ge deeltelijk voor genoegen en gedeel telijk voor particuliere aangelegenhe den maken. Hij zal vertrekken zeer spoedig na het aftreden van het tegenwoordige Kabinet en de route per Siberischen spoorweg nemen. Na een verblijf van ongeveer 3 maanden te Peking, denkt de heer Colijn dan tegen den winter, dus ongeveer in de maand December, over zee naar het vaderland terug te keeren. Godsdienst-onderwijs in de kampen. De minister van oorlog heeft, naar aanleiding van een verzoek van de Nationale christelijke onderofficierver- eeniging, bepaald dat in de kamp- menten en bergplaatsen kan worden beschikt over een officierstent tot het houden van bijbellezingen of gods dienstoefeningen van huiselijken aard. De dagvorstinne, die weldoenster der menschheid en tevens de on misbare factor bij eene feestviering, gloorde Zaterdag in volle pracht. Als de zon maar schijnt dan is alles als bij tooversiag in de ware feeststemming. Dan toch komen alle versieringen eerst tot haar recht; de frissche kleuren van het geliefd dundoek schijnen helderder; hef groen en de bloemen, waarmede de straten zijn getooid, is vol leven de bonte kleurenmengeling van lampions en alles wat tot versiering is aangebracht, krijgt een verhoogden glans en alles is vol lust en leven en vroolijkheid, in de blijde hoop volop te kunnen genieten van wat het zeer rijke program voor den dag aanbiedt. En als dan de jeugd, ge tooid met Oranje en voorzien van lustig zwaaiende vlaggetjes met vroo- lijk gelaat en benijdbaren levenslust de reeks der nummers opent, dan leeft alles mede, dan is er onge vraagd belangstelling, dan zijn er duizenden kijkers en hoorders, dan is de feestvreugde voor goed be gonnen. Onder de duizenden feestgangers bevonden zich vele honderden van buiten de stad. Uit Middelburg voerden de trams voortdurend stroo men van menschen aan en het plat teland van Walcheren leverde een zeer belangrijk contingent, waarvan velen per stoomtram Walcheren ar riveerden, terwijl ook uit andere deelen van onze provincie velen hierheen waren gekomen. De verwachting dat de feestelijk heden ook buiten onze gemeente belangstelling zouden trekken, is dus ten volle bewaarheid geworden en dat dit overdruk bezoek verschil lenden neringdoenden ten goede is gekomen zal zeker wel worden toe gegeven. Na deze korte inleiding keeren wij terug tot ons Zaterdag afgebroken verslag. Wij deelden reeds in het kort mede dat in de Nieuwe stad door een koor' van 450 kinderen een zanguitvoe ring werd gegeven. Prettig stemmend was daar de aanblik van het groote podium op de Nieuwe Markt, waarop een 500 tal kinderen netjes stonden ge schaard, om onder leiding van den heer H. M. Huibregtsen en gesteund door een flink orkest een zevental toepasselijke liederen te zingen. Na dat de dichter der liederen, de heer p. Landsman en de Eere-voorzitter van het Feest-comité in de Nieuwe stad, de heer R. G. van Nieuwkuyk op het podium hadden plaats ge nomen, wer.d met de uitvoering be gonnen. Dit nummer slaagde naar wensch, zoodat de diringent zijn niet geringe moeite naar waarde zag be loond. Na afloop van de zanguitvoering trad de heer van Nieuwkuyk naar voren en sprak Geachte Feestgenooten Door den energieken voorzitter der Feestcommissie Nieuwe stad" den heer Hubregtse, werd ik aangezocht, hier een woord van hulde te spre ken tot twee onzer stadgenooten, die zoo bereidwillig hun talenten had den beschikbaar gesteld voor de op luistering van dit heuglijk nationaal Jubileum. Volgaarne wilde ik aan dat ver zoek voldoen. Eensdeels uit sympa thie voor de kranige Commissie, die haar veelomvattend feestplan opzette met zooveel geestdrift, en uitvoerde met zooveel kracht en volharding. Anderdeels uit sympathie voor de mannen, wien de hulde geiden zou. Waar een nationaal feest zal ge vierd worden, waar ons dierbaar Oranjehuis, of de helden onzer his torie moeten gehuldigd, daar ver schijnt als hoofdnummer op het pro gramma de zang. De zang, die de liefde en geestdrift, die gloeit in 't eigen hart, aanwakkert en doet uit laaien en doet overslaan ook naar de harten van hen, die zich hebben wijsgemaakt, dat liefde voor het Va derland en liefde voor het Vorsten huis maar ijdele woorden zijn. Ook in onze stad werd steeds die goede gewoonte gevolgd, en werd telkens aan den zang, den kinderzang vooral, een eereplaats ingeruimd. En hier kon men dat doen, zooals in weinig andere plaatsen, omdat Vlissir.gen het voorrecht bezit, on der zijn burgers een man te tellen, die zoo uitnemend de kunst verstaat, om wat er bij zoo'n feest leeft in 't hart van jong en oud, te vertolken in edele dichterlijke taal, en omdat die man steeds bereid gevonden wordt, om de feestcommissie in staat te stellen iets oorspronkelijks en ac tueels ten gehoore te doen brengen. Al sprak ik tot Friezen of Limbur gers, dan nog zou ieder terstond be grijpen, wien ik hier bedoel. Want de dichtwerken van den heer Lands man, zijn heerlijke cantates vooral, zijn bekend over 't geheele land. De Residentie heeft ze toegejuicht. De Koningin en haar Hof hebben ze ge prezen. De heer Landsman bezit een be nijdenswaardig dichterlijk talent en paart daaraan een niet minder benij denswaardig meesterschap over de taal. Maar daarmede is zijn succes als nationaal-feestdichter nog niet te verklaren. Hij beschikt daarbij over drie bronnen, die, vereenigd, maar weinig dichters ten dienste staan zijn liefde voor zijn God, zijn liefde voor Oranje en vooral ook zijn liefde voor het kind. in dat drietal hebben we, naar mijn overtuiging, 't geheim te zoeken van zijn succes. Mijnheer Landsman, het is voor mij, die voor U als ambtgenoot al bijna dertig jaren groote hoogachting en bijzondere sympathie gevoeld heb, een voorrecht en een eer, U hier ten aanzien en ten aanhoore van een groot deel van de Vlissingsche bevolking deze welverdiende hulde te mogen brengen. Maar nog grooter voorrecht acht ik het, U iets te mogen zeggen, wat niet zoo algemeen bekend is. De honderden kinderen op deze tribune hebben uw liederen gelezen sta 1

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1913 | | pagina 1