24 Juli i Onwrikbaar. Donderdag VER.! II. No. 173 51e Jaargang. 1913. rrand binnenland feuilleton onze merken se Tafel wijnen quet kker- Kok. mypark 8. ekade g spectakel. TER. X ur nam. U X X ie Tram Havendienst WALCHEREN. scourant bjj VUSS1NGSCHE COURANT Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij de Uitgevers Firma F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58. ADVERTENT1ÈNvan 1—4 regels 0.40. Voor elke regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie, wordt de prijs slechts /weemaal berekend. Qroote letters en clichés naar plaatsruimte. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen. TELEFOONNUMMER 10. jj Rbonnements- flduertentiën op zeer ooordeeiige oooru/aarden. en HON- TC LOWNS. IX i ii8)--BHddelI>arf rkStation Versa. 4.45a 6.05bg, 6.40b, 9.30,10.05g, 10.40, 12.10,12.S0g, 12.50, 0, 2.30, 2.60, 3.10e, Og, 4.50, 5.10, f.30, 50, 7.10, 7.30, 7.50, "5, 9.40,10.15, 10.50, larkt): 6.10a, 6.15a, 8,20, 8.55, 9.30g, l-50g, 12.10, 12.30, I 50, 2.10, 2.30g, 2.60, 0, 4.30, 4.50, 6.10g, 0, 6.50, 7.10a, 7.30, 9.40, 10.16 10.50, naar Station 5.I 9.30, 10.10,10.50, iO, 4.25, 5.15, 6.-, 40. Bellamypark5.30, 9.50, 10.S0, 11.10, 50, 4.55, 5.40. 6.40 05c. jluitend werkmana- Heen op werkdagen renise. niet verder dan dt en goederen alleen m. 6.,6.20, 6.55 10.— 10.20, 10.40, 12.30,1.—, 1.30*, 4.30. 4.50,5.20, 40, 8,20. 6.10, 6.30, 9.50, 10.10, 10,30, N,m. 12.10, 12.45, 10*, 8.40,4.10,4.40, 7.10,7.30,8.—, 8.80 ien dea Zondags nit. Station S.S.) 6.22* 8.15, 11.12* Keersluis, de Pan' ladhotel is resp. er. 5.25, 9.23, 10.35§, en 11.15.* aar Domburg: 6.45' .20, 6.07, 8.40 en Middelburg5.05*, 4.15, 6.55 en 9.37. Vlissingen5.05*. 6.55 en 9.37*. ■t loopen allee" van 15 Mei tot en treinen gemerkt? narktdf gen te Mid' Oud-Minister Bergansius. f I Te 's-Gravenhage is gisteren over leden de Minister van Staat, gepen sioneerd luitenant-generaal Bergan sius, oud-minister van oorlog en oud lid van den Raad van State. K Na een veeljarig lijden, dat hem noopte zich uit 's lands dienst terug te trekken, is de heer Bergansius op bijna 77-jarigen leeftijd ontslapen. De heer Bergansius, te Delft ge boren, koos de militaire loopbaan tot levenstaak. De artillerie was zijn uitverkoren wapen en deze keuze sloot zich aan bij den wetenschappe- lljken aanleg, dien hij reeds als cadet aan de Koninklijke Militaire Acade mie te Breda toonde. In April 1887 benoemd tot kolonel en directeur der artillerie-inrichtingen te Delft, nam de heer Bergansius in April 1888 de portefeuille van oorlog in het kabinet-Mackay aan. Tijdens zijn eerste ministerschap (hij vervulde het tweede in het laatst afgetreden Kabinet-Kuyper) verde digde hij met warmte in de Tweede Kamer het beginsel van den per soonlijken dienstplicht tegen het ge voelen van de meerderheid zijner Katholieke geestverwanten, zoowel in als buiten de Kamer. Zijn meestal voor de vuist gespro ken woord, met niet te sterk stem geluid uitgebracht, was vloeiend, vol gloed en overtuiging. Na zijn aftreden ais minister van orlog werd hij als geneiaal-majoor, waartoe hij in 1890 was bevorderd, geroepen tot de vervulling der be trekkingen van commandant der Stel ling van Amsterdam en commandant van de vestingartillerie, en was hij ten slotte van Februari 1894 tot t November 1898 als generaal-majoor en luitenant-generaal inspecteur van het wapen der artillerie. Na den militairen dienst te hebben verlaten en in 1901 eerst gekozen te zijn tot lid der Tweede Kamer in het hoofdkiesdistrict Eist, trad hij met 1 Augustus van hetzelfde jaar op als minister van oorlog in het kabinet Kuyper. Zijn hoofdtaak was toen de uitvoering der Landweerwetten, de invoering van snelvuurgeschut en de herziening van militaire strafwetten en van de bevorderingswetten voor officieren. Na den uitslag der ver kiezingen trad hij 1905 met het ka binet der rechterzijde af, maar eenige maanden later werd hij onder het opgevolgde liberale ministerie weer in staatsdienst geroepen door .zijn benoeming tot lid van den Raad 'van State. Zijn gezondheidstoestand noopte hem dit hooge staatsambt neer te leggen. Zijn naam en verdiensten bleven aan den staatsdienst verbon- Roman door L. Haidheim. (Nadruk verboden.) 24.) En nog maar korten tijd geleden herinnerde ik mij, dat ik altijd jou vroeg, als ik waarheid omtrent iets wenschte te weten. Nu, die zult ge vandaag ook hooren, tante. Ja, ik wil Nils gelegen heid geven om zijn verloofde te zien en een uurtje met haar samen te kun nen wezen. Lotty, heb je een warme, korte japon en een manteltje Op het ijs kun je geen lange kleeren dragen, zei de oude, somber kijkende vreuw in plaats van Jan te antwoorden. ik heb de japon die ik droeg, toen ik hier kwamantwoordde Charlotte op levendigen toon, terwijl ze Jan met een gelukkigen glimlach aanzag. Dat is goed, kind. Ik wil Nils en jeu met van elkaar scheiden, ik den door zijn benoeming in 1903 tot minister van Staat. Tijdens de menige jaren van zijn ambteloos lever, was hij o. a. zeer op zijn plaats als voorzitter der ver- eeniging ter beoefening van de krijgs wetenschap. Herhaalde malen mocht hij zich zoowel door buitenlandsche zendingen als door hooge onder scheidingen in het vertrouwen van vorstin en regeering verheugen. Behalve zijn bevordering tot com mandeur in de orde van den Neder- landschen Leeuw werd generaal Ber gansius bij de troonsbestijging der Koningin in 1898 benoemd tot ad judant i. b. d. van Hare Majesteit, die hem den titel schonk van minis ter van staat. Hij was hoofd der militaire missie, die enkele jaren ge leden namens de Koningin den Duitschen Keizer te Crefeld begroette. Keizer Wilhelm had Bergansius reeds bij zijn bezoek te Amsterdam in 1891 het grootkruis der orde van den Rooden Adelaar verleend. In alle kringen werd hij vereerd wegens zijn vriendelijken, gemoede lijken omgang en zijn aangenaam woord. Wijziging der Gemeentewet. Het verslag der Tweede Kamer is verschenen nopens de voorgestelde wijziging der Gemeentewet, ten doel hebbende de verruiming van het plaatselijk belastinggebied. Aan dit stuk, dat vergezeld gaat van verschillende bijlagen, ontleenen wij, dat vele leden het met de Re geering eens waren, dat door de voorgestelde herzienning voor de ge meenten een hoogst welkome ver lichting kan worden aangebracht. Zij ontveinsden zich niet, dat de aanne ming van het wetsontwerp op den financieëlen toestand der gemeenten een belangrijken invloed zal uitoefe nen en het spreekt vanzelf, dat in grijpende wijziging van de inrichting der plaatselijke belastingen voor een aantal gemeenten bezwaren zal ople veren. Maar die bezwaren behoeven nog geen grond te zijn om de voor gestelde regeling ongewenscht te achten. Dat bij de heffing van in komstenbelasting de inkomens slechts met een laag percentage belast wor den, is bij voorbeeld in onderschei dene gemeenten het gevolg van de onbillijke regeling dier belasting en zulke gemeenten zullen geen goede reden tot klagen hebben, indien zij door toepassing van het voorgestelde beginsel van splitsing van het inko men naar de plaats, waar hel ver worven is, gedwongen worden dat percentage te verhoogen. Wel is waar kunnen er ook gemeenten zijn, die door de voorgestelde regeling in financieele moeilijkheden geraken, maar deze leden meenden, dat afge- wil alleen maar, dat hij zal inzien, dat het woord eener moeder niet tevergeefs is gesproken. Daar hij hier niet mag komen, wil ik hem gelegenheid geven om jou te zien Nu, juffrouw Ehrik, dan haal ik u om twee uur af en om vijf uur breng ik u weer bij tante terug, zei Jan Begemann, die er veel ernstiger uitzag dan tot nu toe, bij het afscheid nemen. Dan drink je thee met ons en een glaasje zul je ook hebbenzei vrouw Jensen ten slotte op veel vriendelijker toon. Jan gevoelde 't zij wilde 't zichzelf niet bekennen, dat zij blij was, haar hardheid wat te kunnen verzachten. Charlotte Ehrik's kleeren waren haar door haar tante toegezonden. Vrouw Jensen had er bij 't uitpakken haar critisch oog over laten gaan. De strenge vrouw kon geen aanmer king van beteekenis maken en had den geruststellenden indruk, dat „Lot ty,, een fatsoenlijke en fijne garde robe bezat, zooals dat voor een jon ge dame uit goede familie past. Aan de positie der menschen in 't leven wacht kan worden, in hoever dit het geval zal zijn en dat een herziening der wet van 1897 kan worden uit gesteld, totdat gebleken zal zijn, hoe de voorgestelde regeling der plaatse lijke belastingen in de practijk werkt. Andere leden wenschten intusschen nader aan de Regeering de vraag on derworpen te zien, of het wel aangaat zich te bepalen tot een herziening van het belastingstelsel, welke gelijk de Regeering erkent, niet voldoende is om in den financieelen nood der ge meenten te voorzien, maar tot een ingrijpende wijziging in de inrichting der plaatselijke belastingen zal leiden. De rijksuitkeeringen zijn in 1897 vast- gesleld in verband met den financieelen toestand der gemeenten en die toestand wordt weder voor een deel beheerscht door de regeling der plaatselijke be lastingen. Maar is het dan niet be denkelijk deze regeling op ingrijpende wijze te veranderen zonder dat te gelijk die der rijksuitkeeringen een daarmede verband houdende wijziging ondergaan In het bijzonder wees men er op, dat een der factoren, die voor den financieelen toestand der gemeenten van groot belang zijn, is het belastbaar inkomen, dat in de plaatselijke inkomstenbelasting kan worden betrokken. Wordt het voorge stelde stelsel van splitsing van het inkomen naar de plaats, waar het ver worven is, ingevoerd, dan zal het belastbaar inkomen voor sommige gemeenten af-, voor andere toenemen en zuilen dus de'thans verleende rijksuitkeeringen voorde eerstbedoelde te hoog kunnen worden. Aanneming van het wetsontwerp zfsu het uitzicht op voldoende verbetering voor ge meenten, die daardoor niet geholpen worden, in belangrijke mate vermin deren. De regeering antwoordde hierop schriftelijk dat, zoowel in de punten van overleg als bij de gehouden be sprekingen, vrij algemeen het stand punt der regeering, dat voor het oogenblik 's lands financiën geen ver hooging der uitkeeringen in de ge meenten toelaat, was geëerbiedigd. De opmerking, dat een wijziging van het stelsel der plaatselijke belastingen tot herziening van de wet van 1897 zou moeten leiden, omdat deze zich op den destijds bestaanden toestand ba seerde, bewees h. i. te veel. Immers in dien toestand is reeds zooveel veranderd, dat, ging het gebezigde argument op, de herziening ook zonder wijziging der wettelijke regels inzake het gemeentelijk belastingstelsel bij uitstek urgent zou zijn. De regeering was bereid gegevens over de vermoedelijke werking der wet zoo spoedig mogelijk te doen volgen. Voorshands meende zij, dat de wet nagenoeg steeds zwaar gedrukten ge meenten zou tegemoet komen, zij het en in haar maatschappelijken kring hechtte de zonderlinge vrouw een buitengewoon groot gewicht. Ze zou het moeilijk hebben kunnen verge ten, als graaf en gravin H. op L. haar bij hun groote nieuwjaarspartij niet hadden genoodigd, en dat baron Gellarstierna Nil's verloofde zoo on voorwaardelijk een fijne jonge dame Jiad genoemd, had haar hart goed gedaan. Toen Lotty nu om twee uur in dezelfde japon, die ze bij haar komst had gedragen, voor haar trad, was ze niet meer de onbekende jon ge vluchtelinge, maar haar groote, schitterende oogen met de lange, donkere wimpers glinsterden, haar wangen gloeiden, en haar teedere teint kwam door de pelsmuts nog beter uit. Jan Begemann kwam precies op tijd. Hij droeg precies zulk een pels- muls als Charlotte. Zijn kort, nauw sluitend jasje was naar de mode van dien tijd met hetzelfde pelswerk om boord. Ik behoefde nu nog alleen maar uw kleeren te dragen, zei hij toen ze elkaar begroetten, en dan zou ik uw getrouwe ridder zijn. Ik zou wel somwijlen ten koste van welvarende. Mocht zich echter onverhoopt het geval voordoen, dat een gemeente, die tot dusver in staat bleek in de kosten harer huiszoeking te voorzien, na het tot stand komen der wet nood lijdend bleek, dan zou- uit den aard der zaak een tegemoetkoming op den daarvoor gebruikelijken voet aange wezen zijn. Daartegenover staat echter, dat allicht sommige thans ondersteunde gemeenten in de toekomst dien steun zouden kunnen ontberen. Jubileumpostzegels 1813-1913 Bij Kon. besluit is vastgesteld, dat dit jaar ter gelegenheid van het eeuw feest van Nederlands herstelde onaf hankelijkheid van rijkswege jubileum postzegels zullen worden uitgegeven. De jubileumzegels zullen de beel tenis dragen van H. M. de Koningin en van de Koningen der Nederlanden, dan wel een aan de herdenking van het eeuwfeest gewijd decoratiefont- werp. Zij zijn, zoolang de voorraad strekt, nevens de gewone postzegels, ver krijgbaar in de waarde van 21/,, 3, 4, 10, 12'/ii, 20, 25, 50 cent en van 1, 2l/s, 5 en 10 gulden. Op de jubileumpostzegels zijn de zelfde bepalingen van toepassing, wel ke gelden voor de gewone postzegels. Provinciale Statenverkiezing. De uitslag voor de verkiezing voor de Provinciale Staten in het district Rotterdam I is als volgtHerstemming moet plaats hebben tusschen de heeren H. W. C. Stolle (soc.-dem.) met 2692 en Jac. Van Vessem (Christ.- hist.) 3862 stemmen. De heer H. J. Lambert (liberaal) kreeg 1464 stem men. (Bij de eerste stemming, de vorige maand, waren ruim 1200 kiezers meer opgekomen. Toen kreeg de heer Van Vessem 3461, de heer Spiekman 3510 en de heer De Bruyn (lib.) 2065. Hij de herstemming werd de heer Spiekman gekozen met 5485 stemmen, tegen 4309 op den heer Van Vessem Pensioneering gemeente-ambtenaren. Art. 3, eerste lid a, der Pensioen wet voor de gemeente-ambtenaren 1913 bepaalt, dat een gemeente-amb tenaar na zijn ontslag recht heeft op pensioen, wanneer hij op het tijdstip en ingang van het ontslag den leef tijd van 65 jaren, of indien hij laatstelijk een of meer der bij alge- meenen maatregel van bestuur aan te wijzen betrekkingen bekleedde en ten minste tien jaren in een of meer dier betrekkingen heeft gediend den leeftijd van 55 jaren heeft bereikt. Voorts dat de betrekkingen hier bedoeld zijn de zoodanige die, met het oog op de eischen die het be- eens willen weten, of onze dappere Friezen van Anno zooveel dit poë tisch gebruik ook hadden Gelooft ge het vroeg Charlotte vroelijk. Eerlijk gezegd, neenMaar die heeren van dien tijd hebben in weer wil van een gebrek aan hoofsche vormen toch bewezen, dat ze trouw konden beminnen. Wij hebben van onze voorvaderen heerlijke sagen en kronieken, die het leed en de smart der liefde vermelden. Daarvan heeft vrouw Jensen mij ook reeds verteld. Zij is er zeer trotsch op, dat ze van een oud vor stengeslacht afstamt, en het is soms, alsof ze nog heden een vorstin zou kunnen voorstellen, wanneer ze in haar zware, zwartzijden japon en haar pelsmantel naar de kerk gaat, zoo rechtop en zoo plechtig lang zaam, dat iedereen naar haar kijkt. Bent u Zondag met haar naar de kerk geweest Ja, vrouw Jensen voelde zich Zondagochtend volstrekt niet wel en ik wilde haar reeds raden om maar niet naar de kerk te gaan, maar ze zeiNaar de kerk moet ik, en jij hoorlijk waarnemen van die ambten stelt, geacht moeten worden in den regel door personen van meer gevor derden leeftijd niet of slechts ten koste van te groote inspanning naar eisch kunnen worden vervuld. Naar aanleiding van deze bepa lingen verzoekt de minister van finan ciën thans aan burgemeester en wet houders van verschillende gemeenten vóór 15 Augustus te willen berichten, aan welke in de gemeente bestaande gemeentelijke betrekkingen naar hun oordeel uitzicht op pensioen op 55- jarigen leeftijd behoort te worden verbonden. („Pr. Gr. Ct.") De minister van oorlog heeft be paald, dat aan alle gehuwde officieren onderofficieren en minderen, benevens aan ongehuwde officieren en onder officieren boven den rang van sergeant majoor een bijslag ©p hun tractement zal worden toegekend, indien zij deel nemen aan oefeningen, waarbij buiten hun garnizoen wordt overnacht en het gebruik van hun middagmaal buiten het garnizoen geschiedt. Het Middenstandscongres. In de gisterenmiddag te Middelburg voortgezette vergadering, welke van begin tot het einde door den Com missaris der Koningin werd bijge woond, had de bespreking plaats van een preadvies en een voorstel inzake de oprichting van Informatie- en In casso Bureaux en de mogelijke samen werking met het bestaande onderlinge bnreau te Haarlem. Na uitgebreide discussie stelde de voorzitter de volgende conclusie voor Het congres gehoord de gehouden besprekingen, spreekt als zijn meening uit dat het van het grootste belang voor den middenstand is, dat in alle plaatsen van Nederland waar midden- standsvereenigingen gevestigd zijn,een informatie en incassobureau wordt opgericht deel uitmakende van de on derlinge organisatie dier bureaux; besluit aan het bestuur van den middenstandsbond op te dragen ge zonde en doeltreffende propaganda te maken voor de oprichting dier bureaux en besluit tevens een commissie te benoemen, bestaande uita4 leden van den middenstandsbond en uit 3 leden van den Haarlemschen bond, die ge zamenlijk een voorzitter kiezen die staat buiten beide bonden aan welke commissie zal worden opgedragen een goede landelijke orga nisatie, zoo noodig door wijziging van de statuten van den Haarlemschen bond, mogelijk te maken. Deze motie werd met algemeene stemmen aangenomen maar een voor stel om betreffende het oprichten van slechts éen bureau in iedere plaats ondervond nog al tegenwerking, maar moet meewant we moeten de men schen dadelijk in 't begin den mond stoppen I Hoe kan men zich toch zoo veel bekommeren om wat de men schen zeggen Oho, juffrouw Ehrik, als u hier een jaar bent, denkt u anders. Ziet u, de menschen, die zoo een zaam en afgezonderd leven, vervelen zichze hooren en zien niets van de wereld en lezen nog minder. Hun blijft dus niets anders over dan de praatjes van hoeve tot hoeve. Als er eens wat gebeurt, dan wordt dat reusachtig uitgesponnenmen wil toch ook wel gaarne eens eenige zenuwprikkeiing hebben. En ziet u, daarom moeten de voorname fami lies dubbel deftig leven en zorgen, dat er ook niet het geringste vlekje op haar naam komt. Charlotte gevoelde, wat hij be doelde, dat men van Dina als van de versmade verloofde zou spreken. En toch koesterde hij geen wrok tegen haar, ofschoon zij er indirect de schuld van was; Hij moest wel een goed, een edel mensch zijn. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1913 | | pagina 1