4 Juli Onwrikbaar. Vrijdag No. 150 51e Jaargang. 1913. VLISSINGSCHE COURANT Prijs per drie maanden i.30. Franco per post 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij aile Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij de Uitgevers Firma F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58. ADVERTENTIËNvan 1-4 regels 0.40. Voor elke regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie, wordt de prijs slechts twee maal berekend. Oroote letters en clichés naar plaatsruimte. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen. TELEFOONNUMMER 10. GEMEENTEBESTUUR BEKENDMAKING. Afgekeurd Vleesch. Burgemeester en Wethouders van Vlissingen maken bekend dat gedurende het 2e kwartaal 1913 door den keurmeester van het slachtvee en vleesch afgekeurd zijn als nadeelig voor de gezondheid: 2 runderen, 1 partij rundvleesch, 1 partij varkens - vleesch, 1 partij kaifsvleesch, 1 partij spek, 1 partij bladreuzel, 1 vat Ar- gentijnsch vleesch, 2 partijen Argen- tijnsch vleesch, 2 partijen zultworst, 4 stel ingewanden, 2 varkenskoppen. Voorts herinneren zij belanghebben den voor zooveel poodig, aan het bepaalde bij artikel 207, 3e lid der algemeene verordening van politie, luidende „Wanneer het herhaaldelijk voor komt, dat bij eenzelfden slager of vleeschverkooper, voor de gezondheid nadeelig vleesch wordt aangetroffen, zonder dat daarvan aangifte is gedaan, zijn burgemeester en wethouders be voegd, zulks met vermelding van de namen der belanghebbenden, ter open bare kennis te brengen. Vlissingen, 3 Juli 1913. Burg. en Weth. voornoemd, VAN DOORN VAN KOUDEKERKE. De Secretaris. WITTEVEEN. BEKENDMAKING. Afgekeurde Visch. De Burgemeester van Vlissingen maakt bekend dat gedurende het 2e kwartaal 1913 door den Keurmeester van visch 1 kist Harderwijkers, 2 manden schol,4 kisten gerookte makreel en 5 manden ge rookte wijting zijn afgekeurd als onge schikt voor voedsel. Vlissingen, 3 Juli 1913. De Burgemeester voornoemd, VAN DOORN VAN KOUDEKERKE. BINNENLAND Mr. Troelstra. Mr. Troelstra heeft, in verband met de uitnoodiging om morgen ter conferentie bij H. M. de Koningin te komen, zijn buitenlandsche reis reeds onderbroken en zal zich dus niet direct uit het buitenland, maar van uit ons land naar Het Loo be geven. Gisteren vertoefde hij tot 's mid dags in zijn woning te Scheveningen maar heeft daarna de stad weer verlaten. Directeur Rijkspostspaarbank. Volgens de „Tel." zou de heer P. P. C. Colette, kolonel-commandant van de 3de brigade infanterie in aan FEUILLETON Roman door L. Haidheim. (Nadruk verboden.) 7.) Maar wees hiervan zeker je heb overeenkomstig mijn wil je woord te houden buig je daarom maar te rechter tijd, zei ze toonloos door ontroering, maar toch zoo beslist, dat hij haar opnieuw verschrikt aan keek. Ik begrijp u niet, moederzei hij op ongeduldigen toon. Eerst wendt ge alle pogingen aan om te maken, dat ik Dina neem, en nu ik het offer heb gebracht van af te zien van mijn verloofde, nu doet ge, alsof ik een gemeene kerel was Je begrijpt me goed genoeg Met woordenzifterij houd ik mij niet op, zei ze kortaf. Moeder, ze heeft geen cent En wat is ten slofte een meisje, dat haar vrijer achterna loopt, die niets wil weten? merking komen voor benoeming tot directeur van de Rijkspostspaarbank. Herstellingsoord Spoorwegpersoneel. Op de algemeene vergadering der vereeniging Herstellingsoord voor Spoorwegpersoneel, die 15 Mei j.l. plaats had in Den Haag, werd een, door het bestuur voorgestelde motie, inzake verpleging van drankzuchtigen, aangenomen met 46 stemmen tegen 20 stemmen en 6 blanco's. Dat zoo'n besluit viel met 49 stemmen van de 7000 leden was aanleiding voor een 50-tal leden om krachtens de statuten een referendum aan te vragen. Door den voorzitter, den heer Arie Willems, zijn nu enkele referendum-aanvragers bemerkt hunne handteekeningen te rug te nemen en juist op het tijd stip, dat de statuaire maand voor in diening van de referendum-aanvrage verstreken is, zoodat meerdere leden, die ook een referendum wenschten, doch een aanvrage daartoe voldoende achtten, nu van hun statuair recht geen gebruik meer kunnen maken. Hoewel formeel tegen deze actie van den voorzitter niets in te brengen is, heeft toch bij 'n groot aantal leden zoo'n ageeren tegen hun bij art. 22 der statuten gegeven recht groote ontstemming gewekt en is er al sprake van dat verschillend leden zullen bedanken, wanneer geen re ferendum plaats heeft. Het einde der Fransciie in Vlissingen. Intusschen was den 23en April een „conventie" tot stand gekomen tusschen het voorloopig bewind in Frankrijk en de geaillieerden, hande lende over de overgave der vestin gen, waarbij in een „additioneel ar tikel" over die, gelegen in de pro vinciën der Vereenigde Nederlanden. Den 29en April ontvangt dan ook Sweerts de Landas nadere instructie's, waarom hij gevraagd had na het bovenvermelde antwoord van Gilly. Tevens ontving hij het nummer van de Ned. Staatscourant d.d. 29 April, waarin de genoemde Conven tie was opgenomen. Hij moest zich „concerteeren met den Eng. admiraal Young alsmede met den Schout-bij- nagt May en kapitein Gobius, beide van wegens het Dep. der Marine voor de objecten, dat Departement regardeerende, naar Walcheren ge zonden." Den Ien Mei bericht Sweerts, dat hij dien dag uit Goes naar den „admiraal Young op de Roompot" zou vertrekken „teneinde mij met zijn Ed. Geb. te concerneeren en vandaar mij te vervoegen naar de Fransche Generaal Gilly". Op den 30en April kwam eindelijk te Vlissingen de Fransche luitenant- Hoe dat in elkaar zit, zal ik morgen zien. Misschien wil je ook alleen maar voor den schijn je ver zetten. Laat dat echter gerust blijven. Alleen een schepsel, dat men doods angsten heeft doen lijden, komt tot een besluit, als zij heeft uitgevoerd. Denk daarover na. En vergeet dit eene niet. Je voorouders hebben waarheid en eer nooit met opzet ver loochend. Dat alles klonk even vastberaden als haar houding was. Thans ging ze de kamer uit en hij keek haar onrustig achterna. Ge zult u tegen morgen ook wel bedenken, moeder, zei hij thans bijna smeekend. Zij deed, alsof ze de woorden niet hoorde. Nog geruimen tijd liep Nils met groote stappen de kamer op en neer, terwijl zijn moeder bleek en met ingevallen wangen in haar kamer zat en de andere brieven las, welke Nils aan Charlotte Ehrik had geschre ven. Zij hoorde zijn regelmatige voet stappen. Ontrouw was zoo vreemd aan haar karakter, dat ze haar zoo n niet begreep en ook niet begrijpen wilde. generaal Baron d'Abboville als ge volmachtigde van het Fransche gou vernement met bevelen ter overgave van de vesting en ter ontruiming van het eiland. Den volgenden dag kwa men de commissarissen van Z. K. H. den Souvereinen Vorst der Vereenigde NederlandenMay, schout bij nacht, Gobius, kapitein ter zee en van Gorkum te Vlissingen. Van Gorkum vermeldt zelf in zijne „Aanteekenin- gen", dat hij, „na door den Prins van Oranje (zijn opperbevelhebber) onder de bevelen te zijn gesteld van generaal Graham, door dezen als chef van een legercorps der Vereenigde groote mogendheden (de geallieerden) naar Vlissingen gezonden werd „om alhier als commissaris van deze Hoóge Geallieerden met den luitenant generaal van het Fransche leger baron d'Abboville, commissaris van Koning Lod. XV1I1 tot de overneming en in bezitneming over ie gaan der eil. van Walcheren en Cadzand" „met alle derzelver vestingen en sterktens, militaire en andere burgerlijke gou- vernements-eigendommen van Frank rijk, mitsgaders van het een derde deel der Fransche vloot, die te Ant werpen en elders op de Schelde of in de Zeeuwsche stroomen gelegen, bij het tractaat tot gemeenschappelijk eigendom van Frankrijk, Engeland en de Nederlanden verklaard was. De heer Lt. Gen baron Sweerts de Landas en de schout bij nachten Gobius en May waren door den ge neraal d'Abboville afgewezen, omdat zij niet van de hooge geallieerden gemachtigd waren cm met hem over de eigendommen enz. te onderhan delen. Na gedurende drie dagen en nach ten met den baron d'Abboville gede batteerd te hebben, hoofdzakelijk over eenige scheepseigendommen, werd onze overeenkomst gesloten en op den volgenden dag het eiland Walcheren onder het opperbevel van den Franschen Divisie-Generaal Gilly van alle de Fransche troepen ontruimd en dit eiland benevens de overige Zeeuwsche eilanden (Zeeuwsch- Vlaanderen) met derzelver vestingen en forten aan den Nederl. luitenant- generaal Baron Sweerts de Landas ter bezetting door zijn onderhebbende troepen en de vloot aan de Heeren Schouten bij Nacht May Gobius over gegeven." Hij had zich van Goes overArne- muiden en Middelburg naar Vlissin gen begeven. „Langs dien weg waren alle huizen in de dorpen en de boe renwoningen met vlaggen getooid en in het bijzonder te Vlissingen zoodat ons daar een blijde en luidruchtige ontvangst ten deel viel". De eerste plaats, die ontruimd moest worden was Veere. „Het garnizoen van Veere voegde Ze was een verstandige scherpzin nige vrouw met goede schoolkennis ze had een bepaald eenvoudig ka rakter. Bij haar hardheid, die bij alle oneenigheden voor den dag kwam, was er slechts keuze tusschen bui gen of breken. Maar ze trachtte steeds eerlijk en rechtvaardig te zijn, en al strafte ze ook onverbiddelijk, ze vond na eenigen tijd toch altijd mid delen en wegen om daar wel te doen, waar men haar hardvochtig had gevoeld. Daarvoor stond ze ook in den ganschen omtrek in aanzien en ge noot ze eed hooge mate van achting. Maar aan dat alles dacht ze he den nietze dacht trouwens nooit veel over haar zelf na. In dezen langen slapeloos doorgebrachten nacht, vroeg ze ziels elkens weer af: Hoe was het moge! jk, dat Nils, haar zoon, haar zoo streng opge voede eenige brieven aan een meisje kan schrijven dat hij voorgaf te be minnen en dat hij tegelijk op zoo eerlooze manier beloog En hoe was dit meisje van aard Uit de brieven vernam ze, dat haar vader overleden was en in bekrom fibonnements- ftduertentiën op zeer uoordeelige uoorwaarden, zich eindelijk op den 3en dag na mijne komst te Vlissingen en na het teekenen van onze conventie (den 4en Mei) bij het garnizoen van Vlis singen, terwijl er een tijd van 7 dagen aan besteed werd om al de garnizoe nen ter sterkte van 7500 man (hier bij matrozen en gendarmes) in te schepen en naar Breskens te doen overbrengen, vanwaar deze troepen verder door Vlaanderen naar Frank rijk afmarcheerden". Reeds van den len Mei af, dus gedurende de onderhandelingen tus schen van Gorkum en d'Abboville (of d'Abouville) hadden de troepen zich ingescheept. Den 5en Mei waren Veere en Mid delburg reeds verlaten, 's avonds van dien datum waren in Vlissingen nog 2200 man over door gebrek aan vaar tuigen, maar volgens een brief van Sweerts aan den souv. vorst stelde men alles in het werk om zoo spoe dig mogelijk scheepsgelegenheid te verschaffen. Men moet zich nog er over verba zen dat de groote troepenmacht zoo gauw is ingescheept, want volgens een rapport van van Gorkum „waren de particuliere vaartuigen ontvlugt en die van de Marine dorst de Fran sche commandeerende officier niet gebruiken, wijl de matrozen, zoodra zij de wal van Breskens bereikten, deserteerden, zooals er reeds honder den gedaan hadden, latende de vaar tuigen drijven." Men meene intusschen niet, dat het vertrek der Franschen maar zoo rus tig in zijn werk 'ging. Zoowel de maire als Van Gorkum zijn het in hun rapporten en aanteekeningen er over eens, dat er een grenzenlooze verwarring en wanorde heerschte. Tusschen het te Vlissingen binnen trekkende garnizoen uit Veere onder generaal Nalêche en dat van Vlissin gen was een slechte verstandhouding, „niet onverklaarbaar uit de slegte compositie van volk dezer beide gar nizoenen" dit gaf aanleiding „tot gevegten waardoor verscheidene sol daten gewond en twee gens d'armes, welke de vegtende wilden separeeren, doodgeschoten wierden." In het algemeen moet men zich zeer beklagen over het gedrag van de Fransche generaal Gilly, als geen de minste zorg dragende voor de discipline der Fransche troupes. De wagten verlieten hun posten, de kruit magazijnen, magazijnen van drank en levensmiddelen aan de roof van het volk overgelaten zijnde, kon en deed werkelijk de grootste wanorde ver oorzaken. Het binnenroepen der Hollandsche troupes zoude noch erger tooneelen hebben voortgebragt. In deeze toe stand bleef mij nieis anders over dan de burgerij in de wapenen te trekken pen omstandigheden geleefd had. Nils troostte Charlotte in deze brieve n en beloofde haar, dat hij haar niet lang als een onwelkome last bij haar bloedverwanten zou laten blijven. Dat klonk alles zoo hartelijk, juist zooals een tnan schrijft, die eerlijk bemint. En toch, leugens louter leugens 1 En telkens gaf hij de schuld aan den wil zijner moeder en haar hulpbehoevende positie 1 Zij hulp behoeven Vrouw Jensen lachte grim mig en richtte zich in volle lengte op. Haar haar alleen behoorde de Moyenburghaar was de heerlijke overoude bezitting als erfenis ten deel gevallen en zij kon daarover vrij beschikken. Geen mensch kon er iets tegen inbrengen. Datzelfde dacht Nils op hetzelfde oogenblik. Zijn moeder zou hem kunnen onterven en ze zou het doen Ha, wat geef ik daarom, als ik Dina's geld en de Siiderplaatz heb siste hij tusschen de tanden door. Maar plotseling scheen hij te schrik ken. Ze zou in staat zijn. om Dina Begemann alles te vertellen en mis en aan dezelve die zooveel belang in de zorg voor het kruid (dat overal op de wallen los verspreid lag) moest stellen de bewaking van deze maga zijnen, zoowel als die van den drank, toe te vertrouwen. Deze maatregel herstelde ook werkelijk de orde. De burgerij deed al wat in hun vermogen was". Dit rapporteerde Van Gorkum aan Z. K. H. In zijn „aanteekeningen" leest men dat de burgerij zich intusschen ook niet onbetuigd liet om lucht te geven aan de lang ingehouden haat tegen de vertrekkende Franschen: „De op gewondenheid der burgerij was zoo groot, dat het tusschen dezen (de Franschen namelijk) en eenige burgers tot hevige vechtpartijen was gekomén, die aan gen. Gilly en d'Abboville aanleiding gaven om zich aan mij daarover te beklagen. De gen. Gilly had zich'te midden der vechtende partijen geworpen en van eenige onderofficieren de sabels ontnomen, terwijl hij zich had genoodzaakt ge zien een paar gendarmes in bewaring te nemen, juist op het oogenblik, dat ik mij bij hen voegde. De oproerige troepen van Veere werden dadelijk ingescheept". In hoofdzaak komt het procesver baal van den maire van Vlissingen met bovenstaande overeen en geeft wat meer bijzonderheden. Toen deze n.l. den 4den Mei gehoord had van eenige ongeregeldheden, die onder de troepen hadden plaats gehad, richtte hij dadelijk ter beveiliging van de inwoners tegen beleedigingen en mishandeling van de zijde der mili tairen, in overleg met de heeren P. A. Nolson en J. 1. Corbelijn, een burgerwacht op, daar de „cohorte urbaine", zooals wij zagen ontslagen was. De heer Nolson werd comman dant; binnen een uur werden 150 goedgezinde inwoners gewapend en belast met het handhaven der goede orde en rust en het waken over de- persoonlijke veiligheid der inwoners en hunne eigendommen het hoofd kwartier der burgerwacht was voor het stadhuis. De nacht van 4 op 5 Mei was buitengewoon onrustig, de soldaten enj marinematrozen ver spreidden zich in de straten, plun derden de oorlogsschepen in de ha ven en het schip Chatham, dat tot oorlogsmagazijn van levensmiddelen diendede burgerpatrouilles joegen hen uiteen, namen enkelen gevan gen en dwongen de overigen de ka zernes en de respectieve schepen, waar zij thuis hoorden, weder te be trekken. Dienzelfden nacht bedreigt de stad een groot gevaar en haar ge- heele ondergang scheen nabij. Wat was namelijk het geval De solda ten en het zeevolk hadden de kruit magazijnen en caissons bestolen en schien dreigt ze haar, dat ze mij zal onterven. Hij kende zijn moeder veel beter dan zij haar zoon ©oit gekend had. Zijn jeugd en zijn kracht waren niet bestand tegen al die gemoedsbewe ging. Hij, de sterkste onder zijn ka meraden, ais men Jan Begemann uit zonderde, voelde zich totaal uitgeput en liet zich op 't bed vallen. Geen twee minuten later lag hij in diepen slaap. Zijn moeder waakte en waakte. Welk soort van meisje was het, dat haar zoon door ijs en sneeuw naliep Een verachtelijke manier van doen, zou ze misschien gisteren nog gezegd hebben. Maar voor dit bleeke, fijne schepseltje, dat ze voor dood van haar drempel had opgenomen, kon ze geen minachting koesteren. Inte gendeel, van 't eerste oogenblik af was er een gevoel van medelijdende sympathie bij haar wakker geworden. Het arme meisje beminde den knap pen, mannelijken Nils en meende door hem in dezelfde mate bemind te wor den -ze meende, dat hij lijdende, on gelukkig was. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1913 | | pagina 1