RG.
Vrijdag
13 Juni
51e Jaargang.
1913
No 138
iet.
ram
lenst.
lelde-
BINNENLAND
FEUILLETON
VAH DEH Ml BP BtH UK.
r H. B.S.
orderd is
A A
coulante
A A
:o,
op
»oe«
;de=
>en,
Mid,
4.40a, 4.45a
9.80, 30.40
2.10, 2.50
10, C.f.0, 7 30
|50.
■ngen 7.10g
12.30g, 1.10
0g 5.10, 5.50
11.25c.
I 5.10a, 5.15a
8.55, 9.30g
12.10, 12.30
2.30g, 2.50
4.50, 5.10g,
7.10a, 7.30,
10.15 30.50
werkman 8-
werkdagen
erder dan do
deren alleen
S.S.) 6.22*
111.12*
|uis, de Paul
ia reep. 5,
23, 10.36§,
|15*
aburg6.45,
1.07, 8.40 en
purg5.05*,
3.55 en 9.37,
gen5.05*.
m 9.87*.
open alleen
Mei tot en
gemerkt 5
;en te Mid-
6.20, 6.65
[1.20, 10.40,
1.-, 1.30*,
4.50, 5.20,
|L0, 6.30,
10, 10,30,
!.10, 12.45,
4.10,4.40,
1,8—, 8.30
pndage uit.
ilea 6.35 d)
7.05.
|5.05.
(.35 d) h)
|ertrek van
i rm. 8.50.
l'aaelen en
logste 15,
10.45
kpril tot
COURANT
Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij de Uitgevers
Firma F. VAN DE VELDF. Jr., Kleine Markt 58.
ADVERTENTIËNvan 14 regels 0.40. Voor elke-regel
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie, wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Groote
letters en clichés naar plaatsruimte.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen, j! TELEFOONNUMMER 10. ftbonnements- flduertentiën op zeer uoordeelige voorwaarden
Koninklijk bezoek.
De „N. Tilb. Ct." bericht, dat bij
H. M. de Koningin het voornemen
bestaat omtrent midden Juli de ten
toonstelling te Tilburg te bezoeken.
H.M. zou dan op één dag de ten
toonstelling te 's Hertogenbosch en
die te Tilburg met een bezoek ver
eeren.
H.M. de Koningin zal des morgens
in Den Bosch komen en des namid
dags te 2 uur per automobiel in
Tilburg. Omstreeks 5 uur zal H.M.
Tilburg weer per automobiel verlaten.
Een huldebetuiging aan de
Regeering.
De hoofdbesturen van een aantal
christelijke vak- en werkliedenorga
nisaties, te zamen vertegenwoordigend
meer dan honderd duizend georga
niseerde arbeiders, hebben een adres
gezonden aan den minister van bin-
nenlandsche zaken, waarin zij aan
het eind der zittingperiode van de
Tweede Kamer der Staten-Generaal
hun dank uitspreken „voor den
machtigen socialen arbeid, gedurende
het verschenen 5-tal jaren voorbereid
en tot stand gebracht".
Verkiezingen Prov. Staten.
Gisteren had de stemming plaats
in de provincie Friesland.
Aan de beurt van aftreding waren
van de rechterzijde éen roorasch- ka
tholiek, 5 anti-revolutionairen en 4
christ.-hist. te zamen 10; en van
de linkerzijde 8 liberalen, 1 vrijzin
nig-democraat en 6 sociaaldemocra
ten, te zamen 15.
Zitten blijvende leden waren (tot
1916) van de rechterzijde éenroomsch-
katholiek, 7 anti-revolutionairen en 5
christorischen, te zamen 13; en van
de linkerzijde 9 liberalen en 3 sociaal
democraten, te zamen 12.
De stand vóór de stemming was
dus 23 leden van rechts tegen 27
leden van links.
Er zijn gekozen 10 leden van rechts
en 3 liberalen, zoodat de Staten op
dit oogenblik bestaan uit 23 leden van
de rechter- en 15 van de linkerzijde.
Herstemming moet plaats hebben
voor 12 plaatsen tusschen 8 candi-
daten van rechts en 16 candidaten van
links (5 liberalen en 11 sociaal-de
mocraten).
De kans is zeer groot dat de
sociaal democraten in Leeuwarden 4
zetels zullen winnen.
In dat district zijn de sociaal
democraten sinds 1910 vooruitgegaan
met 1800 stemmen, de kerkelijken
met ongeveer 1000 en de vrijzinni
gen met 4 a 500.
Het district Schoterland geeft een
vermeerdering van de sociaal demo-
Roman uit het leven door O. Elster
56.)
(Naduuk verboden.)
De nevelwolken goifden en golfden.
Het schitterend goud ging over in een
steeds donkerder wordend violet, daar
na in een somber grijs— en in het
duister van den snel dalenden nacht
verdween het lieflijk visioen.
Maar uit Walters hart was het niet
verdwenen. Het vervulde zijn geheele
ziel met een brandend verlangen en
zijn lippen fluisterden Als ik terug
kom, zal ik haar vragen, of ze mij kan
vergeven of ze mijn armoede met
mij wil deelen.
Een koele luchtstroom, gevolg van
den snel neergedaalden nacht, streek
over de vlakte, die voor kort nog in
het stralende zonnegoud had gelegen
Het suisde en ritselde en fluisterde
in de verdroogde grashalmen, alsof
de schrikwekkende geesten van den
aacht daar samen waren en onheil-
craten van 1800 a 1900, van de ker
kelijken van 1100 en van de vrij
zinnigen van 500 tot 900 stemmen.
Pensionneering
gemeenteambtenaren.
Bij het onderzoek van het wets
ontwerp tot pensionneering der ge
meente-ambtenaren in de afdeelingen
der Eerste Kamer, werd vrij alge
meen instemming met de strekking
van 't ontwerp betuigd. Slechts
eenige leden konden zich niet geheel
vereenigen met de redenen, door de
Regeering aangevoerd, om in te
grijpen in deze materie, die op het
gebied van gemeentebemoeiing is
gelegen.
Het Raadhuis te Rotterdam.
Het volledig rapport van de jury
ter beoordeeling der ontwerpen voor
een Raadhuis te Rotterdam, gericht
aan Burg. en Weth., is verschenen.
Behalve de reeds vermelde con
clusie, wordt in het rapport ieder
der ontwerpen afzonderlijk behandeld.
In een bijgaanden staat zijn voor
elk ontwerp samengevat de aange
geven en nagerekende bouwsommen
en de prijzen per M3., alsmede de
kubieke inhouden, de bebouwde, de
open ruimten, de verdiepingshoogte,
de gangbreedte, een en ander ver-
diepingsgewijs gerangschikt, welke
cijfers voor ieder ontwerp een ver
gelijkend overzichtelijk beeld geven
der kosten, in verband met de be
schikbare ruimten, de mogelijkheid
van uitbreiding, den meer of minder
gedrongen aanleg en de toetreding
van licht en lucht.
Volgens dezen staat kan het be
kroonde ontwerp van S. P. Q. R.
van prof. Henri Evers gebouwd wor
den voor f 2.850.000, is de inhoud
168.250 kub. M. Van het sousterrain
wordt bebouwd 7319, van den be-
ganen grond 7179, van de hoofdver
dieping 6965, van de 2e verdieping
4266 en van de derde verdieping
3507 vierk. M. De breedte der hoofd
ingangen is 3.5 M en de hoogte van
alle verdiepingen 5 M.
De begrootingen der overige ont
werpen warenGroen en Wit
f 2.750.000Representatief f 3.975.000
Pro domo Sua f3.350.000; Aquarius
f 3.625.000, JJ t 4.085.000; Rotero-
damt Prospentas f 3.705.000.
Op een warmen zomerdag, zooals
wij er de laatste weken, tusschen
vele gure en natte dagen, al vele
gehad hebben, is het voor velen een
genot een verfrisschenden, verkwik-
kenden drank te gebruikende een
vindt dien in een pot bier, de ander
in een glas limonade of kwast. De
smaken verschillen. De inboorlingen
brengende tooverspreuken mompelden
Walter rilde en hulde zich dichter
in zijn ruitermantel.
Daar kwam een onderofficier met
een ruiter bij hem.
Ruiter Wild zal het eerst wacht
houden, luitenant, meldde hij. Wij
hebben beneden binnen dén steenen
ring een vuur aangemaaktwil de
luitenant zich niet daarbij warmen
De nacht zal zeer koud worden. Een
handvol thee heb ik nog in mijn voe
derzak gevondenmij dunkt, een kop
heete thee zal goed doen.
Ik dank je, Sander, antwoordde
Walter, terwijl hij opstond. Ik neem
je kop thee in dank aan. Pas maar
goed op, Wild, dat we niet door zoo'n
rondzwervende bende Hottentotten
overvallen worden. Ik heb weliswaar
op de vlakte geen verdacht teeken
bespeurd, maar men mag de bruine
keerels niet vertrouwen.
Tot uw dienst, luitenant, zei
ruiter Wild, en betrok zijn post op
den heuvel. In 't midden van den door
de steenen gevormden ring brandde
een vroolijk vuur, dat met verdord
gras en drooge kruiden onderhouden
werd. De ruiters lagen voor een groot
van het eiland Luzon, zoo lezen
wij in een blad drinken met graagte
een hoogst zonderlingen drank, de
„sa-fu-eng" geheeten, welke op de
volgende manier bereid wordt. Men
kookt apart rijst, camoten (een sooit
vrucht), sprinkhanen, varkensvleesch
en men giet deze ingrediënten in een
aarden pot, half gevuld met koud
water, terwijl men er gekookte en
verbrijzelde beenderen bijvoegt. Dit
megelmoes laat men gedurende een
tiental dagen staan en krijgt aldus
een zuren, gistenden drank, waarvan
de lucht een Europeaan op de vlucht
zou jagen. De inboorlingen drinken
dit sprinkhanenbier met grooten smaak
en bij verschillende stammen is het
de eenige drank, die gedurende de
maaltijden gedronken woedt.
De smaken verschillen, zoo zeiden
we. Denk u bijvoorbeeld de vegetariërs
die zich van alle vleeschgebruik spenen
en de bewoners van een streek in
Afrika, waarvan Gouverneur Vergues,
algemeen secretaris van het Fransche
Afrikaansch exploitatie-genootschap,
verhaalt. Die luidjes daar zoo vertelt
ons de Gouverneur houden te veel
van den mensch, Fransche missies
doorkruisen in den laatsten tijd het
land, waarde nieuwe grenzen tusschen
het Fransche en het Duitsche gebied
moeten worden vastgesteld. Bij een
expeditie naar een tot dusver niet
verkende streek werden vier dragers,
die de missie tot aan een dorp
hadden geleid, door de inlanders
gevangen, gedood en opgegeten. Bij
een vroegeren verkenningstocht werd
de luitenant Fricourt drie of vier malen
aangevallen en een "ndermaal was
hij bijna in een hinderlaag gevallen.
Maar met groot beleid ontkwam hij
en wist de zwarten er toe te brengen,
vrede met hem te sluiten. Zij boden
hem een kip aan, maar de kip was
vergiftigd en Fricourt die er van at,
zweefde drie dagen lang tusschen
leven en dood. Het konvooi werd
geplunderd en verscheiden mannen
gewond.
Een dorpshoofd, een echte kannibaal
maar onnoozel en zachtaardig op
zijn manier, merkte toen hij met de
Franschen vrqde gesloten hacU^gsin
hun kamp kwam, drie gevangenen op.
Met oogen, schitterend van begeerte,
vroeg hij„O geef mij er een van.
Ik heb zoolang geen vleesch in den
mond gehad."
De gouverneur gelooft, dat wanneer
men vee in deze streken brengt dat
voor veeteelt geschikt is, de menschen-
jachten spoedig zullen ophouden.
Dan zou zich misschien de smaak
der zwarten kunnen wijzigen. Zooals
in Engeland vooral, de smaak van
vele dames tegenwoordig zich wijzigt
ten opzichte van het rooken, dat zij
niet meer alleen aan de mannen willen
overlaten.
deel in hun dekens gehuld reeds te
slapentwee van hen waren nog
wakker, rookte uit hun korte pijpjes
en staarde ernstig peinzend in de
viammen. Ook zij dachten misschien
aan het verre Duitsche vaderland de
een aan het frissche groene Thiirin-
ger Wald, de ander aan de bloeiende
dalen van Schwaben.
Waltei ging bij hen zitten. De ou
de onderofficier reikte hem den be
ker met heete thee en ging toen ook
bij het vuur zitten. Allen zwegen.
Maar het was geen mokkend zwij
gen het was niet het zwijgen der on
dergeschikten in tegenwoordigheid van
hun superieuren, het was veeleer het
zwijgen van vrienden en kameraden,
die elkander ook zonder woorden
begrijpen, wel wetende, dat de een
op den ander kan bon.ven. Het was
het zwijgen van 't we lerzijdsch ver
trouwen, dat door gemeenschappe
lijke gevaren, gem.enschappelijk lij
den en ontberen, gemeenschappelijke
bloedige gevechten was ontstaan en
versterkt.
Daar was niet een, die niet den
ander het leven gered had in de
woeste kloven en de gevechten. Daar
Het aantal vrouwen, die de ge
woonte van het rooken overnemen,
wordt van jaar tot jaargrooter. Een
Londensch sigarenfabrikant heeft in
een interview gezegd, dat de En-
gelsche vrouwen tegenwoordig meer
dan ooit gewoon zijn om na het
eten een sigaret op te steken. Hij
schreef het toenemen van deze ge
woonte toe aan het veelvuldiger
reizen door het vasteland, aan het
oprichten en bezoeken van dames
clubs en een beetje ook aan de
behoefte aan den nicotine-prikkel.
Tegenwoordig zijn er ook dames die
sigaren in plaats van sigaretten rooken,
omdat het minder schadelijk voor de
gezondheid is. Het zijn natuurlijk zeer
kleine, fijne, elegante sigaartjes, die
tusschen de schoone lippen prijken.
Tot nog toe was het evenwel in
Engeland geen gewoonte voor vrou
wen om in het openbaar te rooken.
Met deze gewoonte schijnen de
Engelsche dames evenwel te willen
breken. Reeds verscheidene malen
heeft men geconstateerd dat jonge
dames op reis in een rook-coupé
stappen en ijverig sigaretten gaan
opdampen. Tegenwoordig is het niet
meer ongewoon om zijn nichtje een
sigaretten-pijpje of sigaretten-étui
cadeau te doen. Wanneer een fiksche
tabakspijp
Zoo brengt onze moderne tijd al
lerlei nieuwe dingen, en geeft veel te
zien, waarover onze overgrootouders
zeker bedenkelijk,. Fret lïffSRF zouden
schudde^ nnv moeten wij ook niet
evenzoo doen, als we bijv. zien hoe
onze jeugd zich gedraagt als ware
zij volwassen, hoe knapen, nauwe
lijks of nog niet eens de kinderschoe
nen ontwassen, de ouderen in alles
naapen. Zoo vertelt Cyriel Buysse
het volgende van „knappe kinderen"
De groote, mooie wagen komt over
den strandboulevard aanrijden een
luxe auto, zeker wel een van dertig
paardenkracht.
Aan het stuurwiel ziteen baby.
Ik noem het een baby, in vergelijking
.met de ernstige verantwoordelijkheid
der taak, die het kind op zich neemt.
Het is een knaap van misschien
twaalf of dertien jaar. Naast hem zit
de chauffeuren achter in den wagen
pa en ma.
Die gansche familie heeft van ge
luk stralende gezichten. Men schept
als 't ware het straatgeluk van het
gezicht der baby af en pa en ma
zitten van ouderlijken trots te glim
men. Alleen de chauffeur ziet er
ernstig en bezorgd uit. Zijn strakke
oogen wijken niet van de hindernis
sen op den weg.
't Gaat alles goed. De baby slaat
er zich vrij handig doorheen. We
twijfelen niet of hij is zonder onge
lukken thuis gekomen.
Maar hoe zal 't morgen, overmor-
was niet een, die niet zijn leven voor
van een ander in de waagschaal had
gesteld en bereid was dal weer te
doenDaar was niet een, die niet
zijn laatste scheepsbeschuit, zijn laat
sten dronk water met den ander ge
deeld zou hebben. Dat wisten ze
en daarom zwegen ze woorden
waren niet noodig.
Oin hen heen de donkere, koude
nacht met zijn windvlagen. Rondom
de zwarte, onbegrensde woestijn
Boven hen de nachtelijke hemel mei
zijn duizenden en nogmaals duizenden
sterren
Diepe stilte heerschte overal. Het
vuur knapte zacht. Soms schudde
een paahd zich in den slaap. Soms
drong uit de verte het heesche ge
blaf van een jakhals of het gegeeuw
van een luipaard, die schuw in een
grooten boog om het vuur heen liep.
Langzamerhand sliepen allen in.
Alleen Walter bleef nog eenigen tijd
wakker, maar eindelijk zakte ook hij
achterover in een diepe slaap omving
zijn zinnen.
Plotseling werd hij wakker en richt
te zich verschrikt op.
Hij verbeeldde zich, dat hij in den
gen, over veertien dagen gaan Hoe
zal 't gaan als er eens plotseling,
geheel onvoorzien, met krachtige
decisie moet gehandeld worden
De hemel beware ons voor knappe
kinderen achter het stuur van een
auto en voor gelukstralende ouders,
die daar trotsch op zijn.
De schrijver heeft gelijk: dat is
een gevaarlijk spelletje, waaraan ver
standige ouders hun kinderen niet
zullen overgeven. De chauffeursplaats
mag niet door een knaap worden
ingenomen.
„Reizen over de woelige baren"
is veetal het bestaan van den vis-
scher. Nu wij in 't schoonst van
het zomerseizoen genieten kunnen
van het heerlijke natuurleven in veld
en bosch, wilden wij nog even onze
gedachten doen gaan naar onze me-
demenschen op het wijde watervlak.
Een ons onbekend dichter wijdde
dezer dagen daaraan deze regelen
visschkrslevj3n.
Als op de velden alles groeit
En geurt en bloeit,
Daar buiten niets dan vreugd te gareu
En langnitliggend op het gras
Op kalmen plas
Al droomend laten spelevaren
Een notedop, die vaartuig heet,
Di« dat zoo' doen raag, oeh, die weet
Wat hem. te doen mag zijn gegeven
Van niets dan van een zonnig leven.
Als op de velien alles groeit
En geurt en bloeit
Dan zwerft de visacheiLMkde baren,
Om dag q&ggijtptRPgrcote net,
Steeds uitgezet,
Het malsche zeebanket te garen
Ten koste van zij ff rust en zweet.
Dié dat zoo doen moet, och, die weet,
Dat, wat hem werd te doen gegeven
Den naam verdient van moeizaam leven,
M® op de velden alles dort,
Als 't winter wordt,
En heel natuur schijnt Weggestorven
Als, wie aan wal bleef, 't kalm beziel'
En nog geniet
Van vreugd, bij zomerdag verworven
Keert van het woelig pekelveld
De visscher weer aan wal, en 't geld,
Dat hem, als loon, nu wordt gegeven
Schaft hem een armTijk winterleven.
O, gij, die aan den wal geniet,
En alles ziet,
Wat zonneschijn en warmte bieden
Op wijde veld en in het bosch,
Op 't mollig mos,
Zelfs nog als zomerdagen vlieden,
Ziet niet zoo gram op vieschers neer,
Als dezen bij het winterweer
Wat vreemd doen. Veel werd u gegeven
0-un.t visschers ook hun visscheisleven 1
Keuvelaar.
Lezing van den heer
Roodhuijzen.
Voor het Centraal Vrijzinnig Pro
paganda Comité op Walcheren trad
gisteravond in de zaal van den heer
Buning op de heer A. Roodhuijzen,
lid der Tweede Kamer met het on
derwerp: „De komende strijd". De
vergadering werd gepresideerd door
den heer J. G. van Niftrik, die met
een enkel woord den spreker inleidde.
In zijn inleiding besprak de heer
slaap een luiden gil had gehoord
hij wilde gaan staan, maar de hand
van den onderofficier drukte hem weer
naar beneden.
Voorzichtig, luitenant, fluisterde
hij, de Hottentotten zijn inde buurt!
Het vuur was bijna geheel uitge
brand alleen een hoopje gloeiende
asch was er overgebleven.
Een ondoordringbare, koude nevel
maakte het onmogelijk verder dan tien
passen van zich af te zien.
De ruiters lagen achter de steenen
met de karabijn in den aanslag.
Wat is er gebeurd vroeg Wal
ter fluisterend, terwijl hij naar zijn
wapenen greep.
De laatste schildwacht bemerkte
eenige sluipende gestalten, rappor
teerde de onderofficier. Hij riep ze
aan een woest gehuil antwoord
de hem; toen schoot hij op hen en
moet een hunner getroffen hebben. De
anderen verdwenen in het hooge gras
Hel schieten was onnoodig.
Het maakte de kerels echter op
merkzaam, dat hier een gewapende
post staat.
(Wordt vervolgd.)