Eerste Blad
Zaterdag
31 Mei
Bit oaiBmer besteal u'rt 2 bladen
No. 127
51e Jaargang.
1913
In dagen van Strijd.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen.
flbonnements- fldwertentiën op zeer uoordeelige uoorwaarden.
FEUILLETON
Brieven uit de Hofstad
VLISSINGSCHE
Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij de Uitgevers
Firma F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58.
COURANT
ADVERTENT1ËNvan 1—4 regels 0.40. Voor elke regel
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie, wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Groote
letters en clichés naar plaatsruimte.
TELEFOONNUMMER 10.
Nog een slechts tweetal dagen
scheiden ons van het tijdstip waar
op, althans officiéél, de verkiezings
campagne met het stellen der defini
tieve candidaten in de verschillende
kiesdistricten van ons land een aan
vang nemen zal. Dinsdag a. s. zul
len ter verovering van de honderd
zetels, welke voor de volksvertegen
woordigers in de Tweede Kamer ter
Staten-Generaa! bij 's lands wet be
schikbaar gesteld zijn, eenige hon
derden Nederlanders in het krijt
treden.
Verreweg de meerderheid dezer
naar een eervollen zetel op het Haag-
sche Binnenhof dingenden, zullen
derhalve den strijd moeten verliezen.
Hoe groot hun aantal zal zijn is nog
niet te bepalen, doch ver af van de
cijfers der vorige verkiezing zullen
we ook ditmaal niet zijn. Vöór vier
jaren waren er voor de 100 plaatsen
in 's lands vergaderzaal ongeveer 300
candidaten en zijn dus dubbel zoo
veel onbevredigd „huis toe" gegaan
dan er hun intrede deden in dit hoog
college van staat. Of er onder de af
gewezenen nog enkelen waren, die
mogelijk méér dan de gekozenen in
ons parlement op hun plaats waren
geweest, valt niet aan ons te beslis
sen de kiezer heeft geoordeeld,
meer nog véroordeeld en hooger be
roep is niet toegelaten. Ook ditmaal
zullen er ongetwijfeld niet veel min
der in aantal zijn, die na politiek te
zijn gewogen, electoraal te licht be
vonden zullen worden. Maar voor al
len zonderen wij enkele der dis
tricten in de beide zuidelijkst gelegen
provinciën uit voor die allen, zoo
wel eenmaal gekozenen als „geval
lenen" zullen de eerst-komende 14
dagen rechte dagen van strijd blijken.
Van feilen strijdhet land is in
politieken zin scherper dan ooit in
twee kampen verdeeld, rechts staat
tegenover linkscoalitie tegenover
concentratie, en deze beide groote
groepen-schakeeringen, waarbij nog
de zich buiten de burgerlijke partij
en stellenden komen, staan gereed
elkander „to the bitter end* te be
kampen. Het gaat voor de eene
hoofdgroep om het behoud, voor de
andere om de verovering van het
regeeringskasteel. Achter die honder
den candidaten der anti-revolutionaire,
christelijk-historische, roomsche, vrij-
liberale, liberale, vrijzinnig-democra
Roman uit het leven door O. Elster
(Nadruk verboden.)
45.)
En ik verloor alles geld en goed
eer en geluk!— kracht en gezond
heid en thans ben ik een arme,
zieke invalide, die van de genade
van zijn zoon leeft, dien hij bijna
mee in den afgrond gesleurd had.
Hij liet het hoofd op de handen
rusten, die krampachtig de kruk van
den eenen stok omklemden, en een
pijnlijk snikken schokte zijn vermagerd
lichaam.
Brunhilde was diep ontroerd. Ze
kon zich niet van allle schuld vrij
spreken ze was te driftig, te heftig
geweestze had met kalme woorden
den hartstocht van den bejaarden
man in het rechte spoor moeten lei
den ze had rekening moeten hou
den met zijn gemoedsstemming en
niet zoo onmiddellijk in drift van hem
moeten gaan. Zeker, dan was er veel
tische en sociaal-democratische par
tijen, staan honderd-duizenden gelijk
gekleurde kiezers gereed, om al naar
mate hun politieke overtuiging luidt,
hun stem, die de stem is van ons
kiezersvolk, op den man hunner keuze
uit te brengen. En achter die wel
bijna 10 maal honderd-duizend kie
zers, staat ten slotte het geheele
volk om wiens belangen het gaat, in
al zijn schakeeringen en geledingen.
Wél dus staat Nederland thans in het
teeken van den stembusstrijd.
Deze strijd is er een, die na elke
legislatieve periode in omvang, vaak
ook in heftigheid toeneemt. De poli
tieke aandacht is van jaar tot jaar
wassende, de strijd om het bezit van
politieke rechten zoo hier te lande
als elders wordt gaandeweg hevi
ger en het indirecte mede-zegging
schap in 's lands aangelegenheden is
voor millioenen staatsburgers, het
doelwit en de bekroning geworden
van hun burgerschap. Dat alles brengt
in alle landen in de verkiezingsdagen
een heftigheid en strijdlust mede, die
ook met de volgende jaren niet min
der worden zal. Gelukkig zijn wij
hier nog verschoond gebleven van
de tooneelen, welke andere landen,
in die dagen van strijd te aanschou
wen geven. In de wijze nu waarop
een volk ter stembus trekt, komen,
in onbedekten vorm, de meest ken
merkende eigenschappen van zijn
karakter duidelijk uit.
Duitschland, dat zijn kiezerscorps
bij millioenen telt, geeft het voor
beeld aan de geheele wereld van een
ordelijken, bijna zouden wij zeggen
„miiitairistischen" stembusstrijdwan
ordelijke straatbetoogingen zijn er
onbekend en zouden noch door de
ordelievende burgerij, noch door de
overheid met haar sterken steun van
politie en militairen geduld worden.
Gansch anders reeds is het in Frank
rijk in de dagen waarop de Gali-
sche kiezer „koning" is staat heel het
land op stelten. Er woedt dan door
Frankrijk, van de noord-grens tot de
Middellandsche zee toe, een opwin
dende politieke koorts, die gansch
het maatschappelijk leven, dagen lang,
beheerscht. Veelal korter van duur,
maar heftiger nog is deze electorale
koortshitte in de Donau-monarchie,
waar formeele straat-gevechten, bloe
dige tooneelen en arrestaties bij hon
derden, een meermalen onafscheide
lijk onderdeel van de verkiezings
campagne uitmaken. De Hongaarsche
parlements-verkiezingen verheugen
zich in dit opzicht al in zéér ongun
stige reputatie zoo is het ook in
Italië en op het Iberisch Schiereiland
het geval, waar corruptie en dwang
van 'hoogerhand, gewassen zijn, die
welig op den electoralen bodem tie
ren. Engeland echter gelijkt in dier
gelijke omstandigheden in vele op
anders en beter geworden. Ze had
hem moeten leiden en sturen, ze had
kalmeerend op hem kunnen inwer
ken want hij was immers geen slecht
mensch hij was alleen maar zwak
en gaf te veel toe aan zijn harts
tochten.
Maar haar trots, haar zoo licht ge
krenkte trots had haar van hem weg
gedreven, had haar van hem geschei
den zooals hij haar van Walter
gescheiden had. Niet alleen zijn ge
luk had haar trots verwoest, maar
oek haar eigen geluk en misschien
ook dat van Walter.
Hem had zij uit het vaderland, uit
het vaderhuis verdreven, zoodat hij
thans als een vreemdeling onder
vreemden in de groote wereld rond
zwierf.
En Mary Wat werd er van haar
Haar levendige, "onrustige geest had
haar op een gevaarlijken weg gevoerd.
Niemand stond haar ter zijde, die haar
voor deze gevaren waarschuwen
niemand, die haar de behulpzame,
reddende hand bieden kon wanneer
ze in den afgrond dreigden te ver
zinken.
De zucht naar avonturen zat haar
zichten op ons. Ook daar, gelijk
hier, gaat gepaste geestdrift, soms
stijgende tot het bekende verschijnsel
der electorale temperatuur-vei hoo
ging, gelukkig slechts zelden gepaard
met die onstichtelijke tooneelen op
straat of in openbare bijeenkomsten,
welke den stembusstrijd in zoo menig
der hiervoor genoemde landen ont
sieren. Meen nochtans niet, dat deze
kalme houding aan gene en deze
zijde der Noordzee bestaande, ook een
totaal gemis aan politieke sentimen
ten beteekent. Juist komt de latente
maar taaie volhardendheid in het stre
ven naar uitzetting van de grenzen
dei kiesbevoegdheid nergens duide
lijker tot uiting dan in deze noorde
lijke landen.
Doch hoe ook onderling uiteen
loopend de karakter-eigenschappen
der verschillende cultuur-volken waar
van door hen in den verkiezingstijd
blijk gegeven wordt, mogen zijn, in
één kenmerk stemmen allen overeen,
n.l. in het al te vaak geheel mis
kennen van wat er goeds mag zijn
in de drijfveeren bij den politieken
tegenstander. Ook te onzent kan men
thans in verschillende vergaderingen,
vooral in de groote steden van ons
land, maar ook in de provincie, ar
gumenten hooren aanvoeren, die beter
achterwege dienden fe blijven. Deze
bijeenkomsten, gelijk van zelf spreekt,
doen slechts den weerklank hooren
van hetgeen daarbuiten, in den boe
zem van het kiezersvolk wordt ge
streden en beleden, geloofd en gezegd,
waarbij dan den tegenstander veler
lei onedele motieven, ja onvader
landslievende, zoo ni&t erger, worden
toegedicht. Al wie, geen rekenschap
houdend met het bijzonder tijdstip
waarop dergelijke verguizingen geuit
worden, dat alles voetstoots als de
loutere waarheid aanvaarden, zou
waarlijk kunnen meenen, dat geen
land reden tot roemen heeft, dat in
zulk een groot aantal, dergelijke in
dividuen onder zijn burgers, zelfs
onder zijn volksvertegenwoordigers,
ja onder de leden zijner regeering telt.
De tijd die ons nu nog scheidt van
den dag waarop de beslissing vallen
moet, zal ongetwijfeld getuige zijn
van menig woord dat beter ongeuit
gebleven ware, van menig verwijt dat
onverdiend is, van menige afstraffing,
die ten onrechte gegeven wordt, In
de hitte van den strijd dringt ver
dachtmaking, mistrouwen en achter
docht op den voorgrond en wijkt de
erkenning maar ai te zeer naar achter,
dat ook een gulden eerlijkheid en
een innige overtuiging drijfveeren
van den strijd zijn. Voor niet-poiitiek
aangelegde naturen is zulk een tijd
een reden te meer om hun afkeer
van „al dat politiek gedoe" sterker
te doen worden. En toch, noodza
kelijk is dit geenszins; eerder het
immers in 't bloed. En het verlangen
om in de wereld te komen, te ont
snappen aan het benauwende van
een bekrompen burgerlijk leven.
En de zin voor glans en overvloed
Brunhilde wist dat wel en ze maakte
zich bezorgd voor de toekomst van
Mary.
De tranen kwamen haar in de oogen,
als ze aan dat alles dacht, als ze zich
het uur herinnerde, waarin ze, ver
leid door haar trots, haar eigen geluk
van al de anderen had vernield.
Vergeef mij, beste oom, smeekte
ze zacht en legde feeder haar arm
om zijn schouders
Hij keek tot haar op.
Ik jou vergeven, vroeg hij ver
baasd.
Moet ik jou niet om vergiffenis
vragen, dat mijn dwaasheid je onbe
schermd de wereld in heeft gejaagd
Waar ben je. tegenwoordig Hoe is
het je al dien tijd gegaan?
Over mij behoef je je geen zorg
te maken, oom. Ik woon bij Chris-
toph Wackernagei en verdien met mijn
schilderwerk genoeg om onbezorgd te
kunnen leven.
Je hebt je aan de kunst gewijd
tegendeel. Elke strijd toch eert zich
door de wijze waarop hij gevoerd
wordt.
Voor de schijnstooten der floret is
het nu de tijd niet meer in de poli
tieke arena. Thans dient terdeeg de
degen gehanteerd; doch deugdelijk
en eerlijk. En nimmer zij deze, ook
straks niet bij het algemeen handge
meen, verwisseld veor den zooveel
rtiweren houwdegen, erger nog voor
de bijl der vulgariteit. Zoo goed toch
als het een volk siert met eerlijke
middelen zijn bestaansstrijd te voeren,
zoo zeer ook komt het thans voor
alle partijen, zonder onderscheid, er
óp aan, te zorgen dat zij zich straks
de overwinning niet té schamen heb
ben, als zijnde verkregen met wapenen
waarnaar zelfs in deze dagen van
strijd, voor hen zelf, in de eerste
plaats niet ongestraft gegrepen kan
worden.
Het voorjaarsfeest in den dierentuin
heeft niet minder dan drie en zestig
duizend betalende bezoekers gehad.
Dat is niet minder dan de luttele som
van vijftien duizend gulden en nog
iets meer. Voeg daarbij het kapitaaltje,
dat de instelling van de diverse ten
ten ais pacht heeft ontvangen, dan
komen wij tot een bedrag, dat ik
haast niet in éen adem uitspreken
kan. Natuurlijk gaat er een aardig
bedrag af voor onkosten en repara-
tie's aan diverse vernielde en bescha
digde tuin-eigendommen, maar men
kan gerust aannemen, dat dat alles
met elkaar nog niet is een tiende
gedeelte, van wat er ontvangen is.
Als wij zoo deze cijfers, die eigen
lijk slechts benaderingen zijn, eens
nagaan, dan komen wij tot de con
clusie, dat het voorjaarsfeest, alias
de kermis, een best zaakje voor het
genootschap is. Het geld vloeit een
voudig in de kas, het genootschap
behoeft niet dank je wel te spelen,
en de leden krijgen een feest, dat
hun, zooals het deftig heet, wordt
aangeboden door de directie, of door
het bestuur. Maar de leden vergeten,
of liever, zij vergeten het niet, want
zij hebben er waarschijnlijk nooit bij
gedacht, dat de directie of het be
stuur niets aanbiedt, doch dat het
wat aangeboden krijgt, in den vorm
van entreegelden en pachten van de
verschillende inrichtingen van ver
maak. En zoo komen wij dan tot de
overtuiging dat Het Koninklijk Zoölo
gisch Botanisch Genootschap langza
merhand poogt te worden eenfinan-
cieele instelling, een handelszaak. En
nu zal iedereen wel begrijpen, dat de
zaak niet ineens winst kan opbren
gen, en zegt dus het feit, indien het
tenminste zoo is, dat er nog niets is
uitgekeerd, absoluut niets Men is op
Als je mijn werk kunst wilt
noemen ja. Ik kleur photografieën.
We maken thans heel mooie, levens-
groote portretten, die zeer veel gelij
ken op portretten in olieverf. Ze wor
den goed betaald.
Ja, ik heb ervan gelezen. Je bent
in een atelier
Vroeger ja, maar thans werk ik
voor mij zelf.
Zoo geeft de kunst haar beoe
fenaar toch nog brood, zei Hildebrandt
met een flauw glimlachje. Maar nu
moet ik naar huis, mijn beste kind.
Ik voel, dat het koel wordt.
Hij siond met moeite op.
Ik dank je voor dit uur. Het is
het eerste genot, dat ik in langen tijd
smaakte ik dank je.
Ze schoof haar hand onderzijn lin
kerarm om hem te steunen.
Als je 'tmij toestaat, oom, zei
ze, vergezel ik je naar huis. Ik zou
gaarne willen weten, waar en hoe je
woont. Misschien kan ik je op de
eene of andere manier van dienst zijn.
Je bent zeer vriendelijk, Brun
hilde. Ik neem je geleide in dank aan.
Langzaam liepen ze door het park,
dat van lentelucht geurde. Hildebrandt
den goeden weg, indien men tenminste
het „goed" noemt, dat een Dierentuin
op alle mogelijke wijzen geld bijeen-
haalt. Maar men is nog niet uitge
praat. De volgende maand bestaat
hel Genootschap 50 jaar en zal dit feit,
dit jubileum feestelijk vieren. En 't pro
gramma is er. Ziedaar, wat de feest
commissie besloten heeft, te doen
plaats hebben.
Zaterdag 7 Juni, des middags van
2'/j tot 4'/2 uur, kinderfeesten. Muziek
van de Jagerkapel, 's Avonds in den
feestelijk verlichten tuin buitengewoon
concert van de Koninklijke militaire
kapel, directeur, luitenant Bouwman.
Daarna heeft een groot bal plaats
met gelegenheid tot söupeeren (na
tuurlijk voor eigen kosten.) In de
pauze van het concert aanbieding van
het feestgeschenk aan het bestuur.
Zondag 8 Juni,des middags receptie,
gevolgd door een feestmaaltijd van
het bestuur met officieele genoodigden,
's Avonds groot concert, te geven
door een Belgisch gezelschap. In de
pauze van het concert een vuurwerk.
Maandag laatste feestdag, tentoon
stelling van bloemwerken, 's Avonds
zelfs twee concerten en gelegenheid
tot dansen. Tot slot fakkeloptochten
taptoe.
't Ziet er zoo wel aardig uit, maar
och, ik ken mijn „pappenheimers", ik
zou daarom wedden, dat op de een
of andere manier nog wel een enkel
guldentje, bij wijze van entree-geld,
in de kas vloeit.
En dan ten slotte hebben wij dit
jaar de tentoonstelling van sport en
toerisme. En de Dierentuin heeft als
goed handelaar een deel verpacht aan
het tentoonstellingscomité, voor, ik
geloof haast vijf duizend gulden 1 Dat
zet aan, zou ik zoo denken, 't Ver
wondert mij alleen, dat met al die
buitengewone inkomsten, de dieren-
collectie zoo buitengewoon klein,
nietig blijft. Maar enfin, wij zullen
eens afwachten,misschien vergoedt het
cadeau aan het bestuur wel een heele
massa.
Men heeft anders in Den Haag een
bijzonder rare, om niet te zeggen,
onhebbelijke manier van feestvieren.
Zoo heb je bijvoorbeeld de tooneel-'
vereeniging „Jong Holland", welbe
kend uit eenige vroegere brieven.
Deze vereeniging bestaat 10 jaren en
zal dat heugelijk feit feestelijk her
denken. Wat doet zij nu, zij geeft
een uitvoering in „Diligentia", een
zaal die absoluut niet geschikt is
voor tooneelspelen en voegt er bij een
eouper, in een der zalen van het
Zuid. De vereeniging laat de jonge
dames in avondtoilet loopen van de
eene zijde van de stad naar de andere.
Het souper moet door de leden zelf
betaald worden. En ziedaar, heffeest
is daar! Uit goede bron verneem ik
nog, dat aan de uitvoering meege-
kon niet vlug loopenhij sleepte de
beenen met moeite mee, maar was
toch weer zooveel vooruit gegaan,
dat hij, steunende op zijn stokken,
alleen uit kon gaan, al moest hij dan
ook de drukke straten mijden.
Zijn spraakvermogen had hij bijna
geheel teruggekregennu en dan lis
pelde hij nog een weinig of moest
hij naar een woord zoeken. Hij was
volkomen correct gekleed, al was het
dan ook lang zoo elegant niet meer
als vroeger.
Na een poosje bereikten zij den
Sigismundshof, een mooie straat met
boomen aan weerszijden en tuinen voor
de huizen.
Ze traden een huis binnen, dat op
een villa geleek, en Hildebrandt drukte
op den knop eener electrische bel bij
de gangdeur van het parterre.
Sloffende schreden klonken in de
gang. Daarna werd de deur geopend
en een schelle stem vroeg
Komt u eindelijk, meneer de
handelsraad Ik wacht al een uur op u
Het was juffrouw Ritter.
(Wordt vervtljd.)