Dinsdag
27 Mei
Maatschappij
MPEK
(straat.
*ZN.
No. 123
51e Jaargang.
1913
efwef,
RGER
jLAAUW,
iURG,
MN DER EIK
sen
lot niets.
ELDKSKAARTEN.
ibt
IDEM.
>0.
uu ft.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen. 1 TELEFOONNUMMER 10. II ftbonnements- Aduertentiën op zeer uoordeelige uoomaarden
BINNENLAND
FEUILLETON
Kamer van Koophandel ja Middelburg.
op EET-
Bfoohie
'wanen,
tiervet,
ias, ge-
rtiri/en,
neraal-
VR1IDAQ van
lark 14 (boven)
i T I A".
Mh'riDAS,
goedgekeurd in
kap. f 100.000,
BANDAG Jr.
uiten, Spiegels
tegen het geval
door onvoor-
lligheid, straat-
ge premiën.
|r Zeeland,
Erken en prach-
uitstekend ge-
rolieren enz.
OP.
Hen pas eenige
een poosje in
zijn nu zeer
voor hen die
En nieuwe ma-
;en.
TELEF. 106.
)E VELDE IR.
ioor de
[r L. A.
W. L.
fcane b«pa-
rricht do»f
VL1SSINGSCHE COURANT
Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.S0.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij de .Uitgevers
Firma F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58.
ADVERTENT1ËN van 1 —4 regels 0.40. Voor elke regel
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzetfde
advertentie, wordt de prijs slechts twee maal berekend. Qroote
letters en clichés «aar plaatsruimte.
Hofbericht^
H. M. de Koningin heeft Zondag
morgen met 't gevolg de godsdienst
oefening bijgewoond in de Ned. Herv.
Kerk te Apeldoorn, onder het gehoor
van dr. B. van Meer, predikant al
daar, die tot tekst had Joh. XVI14.
Des namiddags tusschen halfvier
en hallzes maakte H.M. de Koningin
met Prinses Juliana een wandelritje
jn een open brick, waarin ook geze
ten waren de kinderen van jhr. F. M.
L. van Geen. De heer en mevrouw van
Geen volgden.
Bij het uitrijden en terugkeeren was
een zeer talrijk publiek voor de Ko
ninklijke villa aanwezig, dat eerbie
dig groette. Bij het uitstappen, waar
na de familie van Geen afscheid nam,
was het publiek er getuige van, dat
het Prinsesje het lang niet prettig
vond, dat haar speelkameraadjes weer
heengingen.
Bas rafenis generaal Van Rappard.
Dat het overlijden van den oud
minister van oorlog, den gepension-
neerden generaal van Rappard, in
breeden kring groote deelneming heeft
verwekt, daarvan kreeg de teraarde
bestelling van het stoffelijk «verschot
van dezen ontslapen opperofficier te
's Gravenhage gisteren ten duidelijkste
het stempel. Tal van mannen op
regeerings- en defensiegebied stonden
rond de groeve geschaard. O. m.
waren alle leden van het Kabinet-
de Meester, waarvan Ridder van
Rappard gedurende circa één jaar
deel uitmaakte, op den doodenakker
aanwezig.
Nadat de kist in de groeve was
neergelaten, trad generaal Staal naar
voren, om mede te deelen dat het
de wensch van den overledene was
dat aan zijn graf niet zou worden
gesproken. Spr. wilde zich daarom
bepalen tot een hartelijk woord van
afscheid tot den man, dien hij heeft
leeren waardeeren wegens zijn nooit
falende, trouwe vriendschap.
De zoon, de kapitein der artillerie
van Rappard, betuigde den dank der
familie voor de betoonde deelneming.
Nationale Bond van Protestantsche
kiezers,
De Nationale Bond van Protestant
sche kiezers heeft een manifest ver
spreid, waarin de redenen worden
uiteengezet die geleid hebben tot
oprichting van den Bond. in dit ma
nifest heet het o. a. dat deze Bond
geen nieuwe politieke partij wil zijn,
maar, zich stellende boven de part j-
en, wil trachten ook bij de komende
verkiezingen met de daad haar be
ginselen ingang te doen vinden en
zooveel mogelijk toe te passen.
Roman uit het leven door O. Elster
(Nadruk verboden.)
41.)
Mary's vroegere vriendinnen uit de
groote wereld waren van haar ver
vreemd. Zij wilde ze niet meer zien,
wijl ze zich schaamde over de om
standigheden, waarin ze thans ver
keerde.
Wera's positie was echter nog veel
onaangenamer; zij leed honger en
kou om toch maar te kannen stu-
deeren. Zij verschafte zich door les
geven een kleine bijverdienste, wijl
haar ouders haar geen geld genoeg
konden zenden. En toch was ze al
tijd even kalm. en geduldig en morde
nooit over haar lot.
Wat wil je toch, Mary zei ze
op zekeren dag met haar ernstige n
glimlachje hebt het immers toch
n*g veel beter dan andere meisjes
vrouwend Je hebt een thuis, je
bent behoed tegen zorgen en gebrek.
Autonomie der gemeenten.
Arme gemeentelijk zelfstandigheid
zet de redactie van „Gemeentebelan
gen" boven een artikel waarin bespro
ken worden de wetsontwerpen op de
pensioneering van gemeente-ambte
naren enz.
Er mag, meent het blad, weieens
worden gevraagd, of de Regeering
met dat alles op den goeden weg is.
Wanneer wij ons veroorloven die
vraag ontkennend te beantwoorden,
dan willen wij daarmee evenwel niet
worden misverstaan.
Het tegenwoordige beginsel der
overheidsbemoeiing is, dat de over
heid overal daar heeft op te treden
waar het algemeen belang geschaad
wordt, zoo aan de aanwezige krach
ten in de maatschappij vrij spel wordt
gelaten.
En dat geldt niet minder tegenover
gemeenten dan tegenover particulie
ren. M. a. w. zoodra het als een al
gemeen belang wordt erkend, dat de
ambtenaren allen worden gepension-
neerd, dat overal een vleeschkeuring
wordt ingericht, dat de geheele be
volking van electrische energie wordt
voorzien, dan is het, indien daarvoor
niet of in strijd met het algemeen
belang wordt gezorgd, voor de regee
ring plicht om in te grijpen.
Evenmin bestaat er bezwaar tegen,
dat daarbij voortgegaan wordt op den
door de Woningwet ingeslagen weg
om bij de wet aan de gemeenten voor
te schrijven bepaalde onderwerpen te
regelen en desnoods de autonomie
der gemeenten op het bedoelde ge
bied te vernietigen. Dikwijls zal dit
bepaald noodig zijn om het doel te
bereiken.
Maar waartegen sterk meet worden
opgekomen, dat is de tegenwoordige
richting, waardoor het Rijk de zaak
geheel tot zich trekt en niet toestaat,
dat de gemeenten, die een zaak reeds
hebben geregeld of haar naar eigen
goedvinden willen regelen, evengoed
als het Rijk het zou doen, alleen maar
anders, dikwijls ook goedkooper,
hierin worden verhinderd.
Bij de pensionneeringsontwerpen
en gedeeltelijk ook bij de vleesch
keuring geschiedt dat ten minste nog
op deze wijze, dat de eigenlijke rege
ling der zaak in de wet zelt wordt
neergelegd, zoodat daarop door de
volksvertegenwoordiging invloed kan
worden geoefend.
Maar erger is het, indien die rege
ling in handen wordt gelegd van de
Koningin of zelfs van den minister
of van een ambtenaar als een inspec
teur van de volksgezondheid, in het
laatste geval toch zijn de gemeenten
geheel overgeleverd aan het goed
vinden van één enkel, waar het hier
meest technische zaken betreft, prac-
tisch onverantwoordelijk persoon, die
maar voorschriften kan maken naar
En toch kan ik dit bestaan niet
langer dragen I riep Mary, terwijl ze
opgewonden in het armoedig gemeu
bileerde kamertje van haar vriendin
heen en weer liep. Het liefst zou ik
de wereld ingaan, alleen maar om
dit ontzettende, eentonige leven te
ontvluchten, om niet meer de klach
ten van mijn vader en het eeuwigdu
rende gelamenteer van juffrouw Rit-
ter te moeten aanhooren.
Jou ontbreekt «en vast doel, zei
Wera ernstig.
Welk doel zou ik toch wel kun
nen hebben?
Je hebt mij immers verteld, dat
je je vroeger met allerlei studiën hebt
bezig gehouden?
Ja alles door elkaar niets
ordelijk niets van de beginselen af,
zooals jij.
Begin dan van voren af en breng
orde in 't geen je weet. Dan zal er
ook wel een doel komen. Of zou je
niet een betrekking als juffrouw van
gezelschap of als gouvernante aanne
men om een taak te hebben.
Mary begon spottend te lachen.
Juffrouw van gezelschap bij een
oude dame, die hoogmoedig op mij
eigen goedvinden,- zonder dat daarop
door de gekozenen uit de burgerij
eenige invloed kan worden geoefend.
Zoo zal de gemeente, wil zij een
abattoir of een electrische centrale
oprichten, daarbij moeten dansen naar
de pijpen der Regeering en waar deze
in den laatsten tijd er op uit schijnt
de gemeenten van alle kanten te
knauwen, daar kan men nagaan hoe
licht het kan geschieden, dat haar
wordt opgelegd geheel noodeloos
groote sommen op te brengen, waar
zij overtuigd zijn zelf met veel kleinere
te kunnen volstaan.
En nog erger wordt het als men
ziet, dat zij niet eens meer worden
gebonden aan een wet alleen, maar
zelfs reeds aan een wetsontwerp,
waarvan de totstandkoming, althans
de ongewijzigde, nog geenszins zeker
is, zooals bij de electriciteitsvoor-
ziening, waar alles wat op het oogen-
blik in voorbereiding is, door de be
paling, dat, waar vóór de indiening
nog niet werd geleverd, een conces
sie noodig is, een concessie, waarvan
niemand den inhoud en dus de ge
volgen kent, ongetwijfeld wordt stop
gezet tot tijd en wijle het der Tweede
en der Eerste Kamer zal behagen het
ontwerp te behandelen.
En dan bedenk te men eens wat het
werden zal als op dezen weg steeds
wordt voortgegaan, als langzamerhand
op elk gebied, waarop zich de over
heid heeft te bewegen, alles centraal
door het Rijk zal worden geregeld,
door middel van onverantwoordelijke
ambtenaren met een groot ambtsge
bied en groote ambtstaak, door het
Rijk, waarvan het bekend is, dat nu
reeds beslissingen slechts met groote
moeite zijn te verkrijgen, zoodat daarop
dikwijls, zelfs voor de eenvoudigste
zaken, maanden en maanden moet
worden gewacht.
Moeten wij dan weder terugkeeren
tot den toestand in de Bataafsche
Republiek met haar onmogelijk ge
bleken entraüsatie en moeten de ge
meenten worden teruggebracht tot
lichamen, die slechts ambtenaren be
noemen en de door het Rijk opgelegde
kosten betalen
Het blad meent, dat op dezen weg
toch niet kan worden voortgegaan.
Waarom zou niet kunnen worden
volstaan met in de wetten zekere
minimum-eischen neer te leggen waar
aan de gemeenten in ieder geval
moeten voldoen en haar dan volkomen
vrijheid te laten binnen die grenzen
de regeling te fnaken zooals zij die,
mede in verband met de plaatselijke
omstandigheden, naar haar meening
het best en het goedkoopst achten,
maar haar bovendien de vrijheid te
geven om ©ok verder te gaan dan de
wet voorschrijft, m. a. w. niet blinde
onderworpenheid der gemeenten te
eischen, maar het zelfbestuur, dat in de
neerziet opvoedster van bandeloo-
ze kinderen, die iemand wanhopig
maken o neen, daarvoor bedank
ik 1 Liever ga ik als pasjuffrouw in
een modemagazijn
Mary, je bent dwaasje hebt
veel geleerd, je hebt een goeden aan
leg waarom maak je daar geen ge
bruik van
Ik heb van alles iets geleerd,
maar niets grondig, antwoordde Mary
neerslachtig.
Haal dan in, wat je verzuimd
hebt 1 Hoor de verlezingen aan de
universiteit, studeer thuis 1 Ik wil je
gaarne behulpzaam zijn. Kies een vak,
waarin je van onderen op wilt be
ginnen.
Ik zou. wel in de medicijnen
willen studeeren, zei Mary bedacht
zaam. Doch daaraan is in Berlijn niet
te denken. Elk oogenblik zou ik vroe
gere kennissen ontnneten hun
nieuwsgierig vragen, hun gehuichelde
deelneming, hun heimelijk spotten
dat zou ik niet kunnen verdragen
Ik wil je een voorstel doen,
Mary. Ik ga in het volgende halfjaar
naar Zurich ga met me mee.
O, het was altijd reeds mijn
plaats komt van de autonomie, een
werkelijk zelfbestuur te moeten blijven?
Botha bij het Krugerstandbeeld.
Zaterdag is te Pretoria een stand
beeld onthuld voor president Kruger,
waar Botha een rede heeft gehouden
waarin hij zeide dat, alle zijn Hol-
landsche medeburgers dien eenvou-
digen patriot van buitengewone be
kwaamheid, dien man met zijn ijze
ren wil en zijn diep geloof, pionier
pe beschaving beschouwden, hun
bloed sneller door de aderen stroom
de. Zijn persoonlijkheid dwong echter
eveneens hun Engelschen medebur
gers eerbied af. Doch de gedachten
van allen gingen dan tevens terug
naar dien anderen grooten man, wiens
naam onuitwischbaar in de geschie
denis van Zuid-Afrika gegrift is, die
sombere figuur op de helling van den
Tafelberg, Rhodes en men dacht na
over de met elkaar strijdige idealen
van de twee rassen, welke in deze
beide mannen werden verpersoonlijkt
en den geweldigen schok toen zij
met elkander in een strijd op leven
en dood gewikkeld werden. De ide
alen van geen dezer beide mannen
zijn in zijn geheel verwezenlijkt. Zij
moesten met elkander in overeen
stemming worden gebracht en in de
liefde van beide rassen voor een ge
meenschappelijk vaderland was het
noodzakelijk verbond gevonden.
In de heden te Middelburg gehou
den vergadering van de Kamer van
Koophandel te Middelburg werd het
verslag over 1912 uitgebracht, waar
aan wij het volgende ontleenen
In het afgeloopen jaar bleef de
toestand van handel en nijverheid
vrijwel stationairaan de vitrite Works
en Houtzagerijen werd uitbreiding ge
geven wat zeker op vooruitgang wijst
ook voor de middenstand was het
jaar 1912 niet ongunstig. Omtrent
den toestand van den landbouw en
veeteelt kan het volgende worden
medegedeeld.
Wat de weergesteldheid betreft,
verviel men van het eene uiterste in
het anderewas er eerst droogte,
waardoor de hooioogst zoo uitstekend
slaagde, reeds spoedig keerde het
geheel om regen en nog eens regen
was het kenmerk van het tweede
halfjaar. De hooioogst was uitstekend,
die van de overige gewassen, vooral
tarwe en haver heeft door de vele
regens heel wat geledende haver
oogst is geheel en al misluktook
verscheidene hectaren erwten hebben
niets of zoo goed als niets opgebracht.
Het vlas was van minder goede
quaiiteit, de suikerbieten overtroffen
de verwachtingen, de aardappelen
liefste wensch naar het buitenland te
gaan, riep Mary op levendigen toon.
Maar hoe zou ik dat mogelijk kun
nen maken Mijn vader kan mij niets
geven daarenboven is hij ziek.
Juffrouw Ritter is voor hem een
betere verpleegster dan jij, antwoord
de Wera glimlachend. En wat de
middelen betreft je hebt mij eens
een cassatie laten zien, die heele-
maal gevuld was met kostbaarheden.
Ja, mijn sieraden van vroeger.
Welnu, alleen van het geld,
dat je voor het collier van paarlen
ontvangt, zou ik een half jaar lang
kunnen leven.
Je bedoelt, dat ik mijn siera
den moet verkoopen Ach, Wera, ze
vormen immers de eenigste herinne
ring aan mijn vroeger leven 1 Het zijn
geschenken van mijn ouders en ik
ben er zo» aan gehecht
Wat helpen je die schitterende
dingen tegenwoordig Dragen kan je
ze toch niet zonder je belachelijk te
maken. Hangt je hart werkelijk nog
aan zulke- nietigheden, dan ben je
nog niet rijp voor den ernst des le
vens.
Nadat ze dit gezegd had, begon
werden door de gevreesde ziekte ge
teisterd.
Betreffende de Binnenlandsche
scheepvaart wordt medegedeeld dat
behalve passagiersbooten en pleizier-
vaartuigen 2902 binnenschepen met
een gezamenlijken inhoud van 276.354
M3 aankwamen.
De Buitenlandsche scheepvaartbe
weging was geringer dan in 1911. In
het geheel kwamen 8 zeeschepen
binnen, waaronder 5 zeilschepen en
3 stoomschepen, met een gezamen
lijke inhoud van 17432 M:1 tot lossing
van balken en gezaagd hout. In het
hoofdstuk „Fabrieken en Trafieken"
vinden wij o, a. de volgende mede-
deelingen.
Het gasverbruik, de straatverlich
ting niet mede gerekend bedroeg
1.749.263 Ms tegen 1.674.755 M' in
1911. Het aantal gasverbruikers over
gewone meters bedroeg 1536 tegen
1494 in 1911, dat over muntmeters
1489 tegen 1254 in 1911. Deze laat
ste verbruikten 305.799 Ms tegen
270.573 in 1911.
Aan kookgas werd in 1912 468.465
Ms verbruikt tegen 432.480 M3 in 1911.
Het aantal aangesloten perceelen
bij de waterleiding bedroeg op 31
December 1912 3069 alzoo plm. 100
meer dan 31 December 1911.
Bij het op 2 November 1912 ge
opend electrisch bedrijf waren op 31
December reeds 55 aangeslotenen.
Beperking arbeidsduur
winkelbedienden.
Naar aanleiding van het om advies
in hare handen gestelde verzoek der
Kamer van Koophandel te Vlissingen
om adhaesie te betuigen aan een
door die Kamer tot den minister van
Landbouw gericht adres inzake be
perking van arbeidsduur van winkel
bedienden heeft eene commissie uit
de Kamer van Koophandel te Mid
delburg aan die Kamer het volgende
opgemerkt
De quaestie van verplichte winkel
sluiting maakte een onderwerp van
beraadslaging uit in de vergadering
van de Kamer van 15 Maart 1910.
De Kamer besloot toen aan B. en W.
te adviseeren geen dwangregeling voor
winkelsluiting in te voeren,
le op grond, dat daarbij van een
algemeen belang geen sprake is
2e op grond, dat daardoor op
hoogst hardhandige en onbillijke wijze
in de persoonlijke vrijheid van een
groot aantal ingezetenen zou worden
ingegrepen, waartoe zij meende dat
de overheid niet het recht heeft.
De commissie is ook thans van
hetzelfde gevoelen omtrent het niet
wenschelijke van verplichte winkel
sluiting.
Nu vraagt de Vlissingsche Kamer
echter in haar adres aan den minis
ter regelen vast te stellen v«or den ar
beidsduur van winkelbedienden, doch
Wera zich weer met haar boeken be
zig te houden,
Mary liet het hoofd hangen, ze
pruilde om de ernstige woorden van
haar vriendin, waarvan ze zich zelf
toch moest bekennen, dat ze waar
heid bevatten. Maar nog was haar
hart te zeer vervuld met een val-
schen trots, dan dat ze een nieuw
leven met een ernstig doel kon be
ginnen.
Ik zal over je woorden naden
ken, Wera, zei ze na een poosje en
verliet het kleine armoedige kamertje
der Russin. Naar de vaderlijke wo
ning wilde ze niet dadelijk terug
keeren. Ze was bang voor het drui
lerige gezicht van juffrouw Ritter en
de klachten van haarvader.
Ze verliet het huis en liep zonder
doel verder, tot zij het drukke ge
deelte der Friedrichstrasse bereikt
had. Verblindend licht golfde om haar
heende menschenstroom passeerde
haar óf droeg haar mee vooruitach
ter de helder verlichte uitstalramen
lokten de tentoongestelde goederen,
schitterden de elegante kledingstuk
ken, fonkelden goud en edelgesteenten.
(Wordt vervolgd.)