las 1ST Eerste Blad Zaterdag 24 Mei efwet. *GER No. 121 51e Jaargang. 1913 JEN. 0 0 ing Te Kuur IGE&Ge. flit Bummer hestaatuitZ bladen De macht van het kleine. EE] K iPHM a genheden. lEMEfl. even. lUT&Co. FEUILLETON Brieven uit de Hofstad t A A t A A X A A 4. AVEN. Gulden li li 99 99 >teroam. DELBURG. - ;ht op sEm> si, Gly= ra, Va» alden, s,Mes- onden» ISTEENENBEER itEN. 1HAGE. •fe IOOVi pCf. ng 100V, pCf. |de Heeren jtkomende aan het BOVENWO- liwstraat. Adres |voordeeligste beste van alle Iedere knot is Istaand gedepo- |erk. Verkriig- i'inkeliers. Hypotheek' heeft steeds elk |als Ie hypot' tar. Agenten VLISSINGSCHE COURANT Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij de Uitgevers Firma F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58. ADVERTENTlf.Nvan 1—4 regels 0.40. Voor eikeregel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie, wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Groote letters en clichés naar plaatsruimte. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen. TELEFOONNUMMER 10. Abonnements- Aduertentiën op zeer ooordeelige uoorwaarden. Toen het geslacht, wiens kinderen thans reeds volwassen zijn, zelf nog in de kinderschoenen stond, waren de kinder-boeken gansch andere dan thans. Ook in de kinderlectuur heeft de ontwikkeling van den modernen tijd niet minder dan een revolutie teweeggebracht. Wat tóén als schier onvolprezen gold, wordt thans niet meer genoemd zelfs, en de keur van kunstenaars, die thans bij het samen stellen van kinderboeken te pas komt, bleef toendertijd van zulk een arbeid verre. In heel veel opzichten is ook hierbij de latere tijd aanmerkelijk vooruit op den vroegerehet denk beeld, waarvan bij alles wat het kind geldt, uitgegaan moet worden, dat het beste juist goed genoeg is, heeft ook op de kinderkamer een geheele ommekeer teweeg gebracht, een ommekeer echter waarbij niet altijd de juiste maat gehouden is. Daarover echter wellicht een andere maal. In die kinderjaren van vroeger dan, nam onder de meest verspreide en ook meest voor kinderen aantrekkelijke boeken, een werk van den Engel- schen schrijver Jonathan Swift een bevoorrechte plaats in. Onder de in verschillende talen overgezette ver taling van zijn „Travels of Gulliver", bevond zich ook een zeer verdienste lijk berijmde vertaling in het Neder- landsch. Ook thans nog zijn „Gullivers Reizen" verkrijgbaar, doch als eerste plaats in de kinderlectuur is het werkje door zooveel anders grooten- deels verdrongen. Swift schreef nl. zijn „Travels" niet voor kinderen, zoomin als onze Frederik van Eden zijn „kleine Johannes". Doch over kleine menschen, aanschouwelijk van aardige prenten voorzien en berijmd, was het toen een uniek geliefd kin derboek, en is het ook nu nog onder de lectuur der jongeren een gaarne gezien boekwerk. Swift was vóór alles een scherp opmerker en philosoof; vandaar dat zijn vertellingen een diepen zin heb ben. Een dezer behelst, dat Gulliver zich in een onbewaakt oogenblik door de kleine mannen van Lilliput zoodanig voelt gekneveld, dat hij zich een gevangen man geworden ziet. Al wie nu even verder dan de grenzen van het kinderboek wil zien, zal ontwaren hoe diep de beteekenis dezer simpele vertelling is. Immers, het is de druppel die den steen uit hollen kan zoo is ook het kleine, mits het op het juiste oogenblik zich Roman uit het leven door O. Elster (Nadruk verboden.) 39.) Hij deed zich geweld aan om haar te verachten hij meende haar te ver achten en toch moest hij zichzelven bekennen,, 'dat hij nooit zou ophou den haar te beminnen. Daarom was hij uit de zaak van zijn vader gegaan dat was ge schied, toen hij op Norderney ver toefde. Hij ging naar 't buitenland, nadat zijn vader hem een kapitaal had uitgekeerd, van welks interest hij kon leven. En eenigen tijd later moest hij hooren dat Brunhilde zijn vader had verlaten Toen vlamde zijn liefde in volle kracht weer op. Hij wist Mary te bewegen om aan Brunhilde te schrijven, maar haar koel, trotsch antwoord krenkte hem opnieuw en heed hem voor 't vervolg zwijgen. Hij meende, dat hij niet bemind werd doet gelden, maar al te zeer in staat het grootere in boeien te slaan en zijn kracht te verlammen. Wij zien het in het dagelijksch leven om ons heen, hoe tal van oogen- schijnlijk onbeduidende oorzaken een waarlijk grootsch plan kunnen doen mislukken, zoo goed in particuliere zaken, als in aangelegenheden van algemeen belang. Juist die kleine, in den aanvang niet getelde, maar daar door aangroeiende moeilijkheidjes en futiele bezwaren, belemmeren de groeikracht van het grootere. Wie kan het aantal tellen der bij het begin toch wel goed en overdacht opge zette plannen, die ten slotte averechts zijn uitgekomen, omdat er te weinig gelet is op kleine, maar ten slotte machtig gebleken bijkomstigheden. Hoeveei menschenlevens zijn niet tegenstaande een uitnemenden aanleg mislukt, omdat de vele kleine neigin gen ten slotte den baas bleven over de enkele grootsche eigenschappen hoeveel handels- en industrieele za ken zijn juist daarom niet tot wasdom kunnen komen De macht van het kleine, waar schuilt zij niet 1 ls niet de allerjongste wereldgeschiedenis wederom getuige van haar ontzaggelijke uitwerkingen Sinds zeven lange maanden is de geheele Europeesche staatkunde ver lamd, door een oorlog die zijn invloed tot in alle kabinetten der groote mogendheden doet voelen. En niet alleen déarook de handelswereld van geheel West-Europa heeft reden tot klagen, over de belemmering welke zij uit dien hoofde ondervindt de beurzen hebben dagen van paniek gekend en zijn nog geenszins van de slagen bekomenhet koerspeil van tallooze fondsen is aanmerkelijk lager gedaald, en de finantieele schade van hen, die met den krijg ginds niets uit te staan gehad hebben, is aanzienlijk. Al bloedt West-Europa niet aan dezelfde wonden als de Balkan, het heeft in niet geringe mate zijn deel in het leed. Het Panslavis- me, dat den kop opsteekt, van Noord- Rusland tot aan de Adriatische Zee toe, noodzaakt Duitschland zich aan de oostgrens krachtiger te wapenen en zijn geheele legermacht te ver sterken. Frankiijk ziet zich door dit laatste op zijn beurt gedwongen tot een alweder sterkere weermacht over te gaande Donau-monarchie voelt zich aan de zuid-oostgrens niet meer veilig en trekt er groote legerscharen samen, Italië houdt zich voor de komende gebeurtenissen gereed. En de geheele ontzaggelijke constellatie der Europeesche rijken en hun machts verhoudingen, schijnt zijn evenwicht te zullen verliezen een geheel wereld deel voelt zich beklemd, gebonden als Gulliver, door de macht van het kleine. en trok zich trots terug. Thans stond ze weer voor hem, smartelijk ontroerd thans bemerkte hij, dat er in haar hart een inniger gevoel voor hem leefde thans kon en mocht hij geen toenadering zeeken. Hij was immers een bedelaar en ging een onzekere toekomst tegemoet want het kapitaal, dat zijn vader hem eenigen tijd geleden had gege ven, had hij opgeofferd om een in menging der justitie te vermijden. Hij bezat niets meer. Je medelijden doet mij goed, Brunhilde, antwoordde hij op zachten toon, maar helpen kun je ons niet. ik wil je geen pijn doen; ik dank je, dat je gekomen bent, maar onze we gen gingen nu eenmaal uiteen en zullen elkaar vrij zeker wel niet meer kruisen. Brunhilde keek hem met groote, verbaasde oogen aan. Beminde hij haar niet meer Haar hart klopte bijna hoorbaar, zoodat zij de hand er tegen moest drukken. Walter zei ze smeekend, ik heb je eenmaal veel verdriet gedaa Inmiddels is al het wachten op den vrede van Londen, die maar niet komen wil. Aan al die spanning zou reeds grootendeels een einde zijn gekomen als er maar geen minuscuul koninkje van het rijk der zwarte bergen, daar ergens in dien uithoek van Europa was, die eerst met zijn Skoetari-comedie, de groote Euro peesche mogendheden zeer moeilijke oogenblikken bezorgde, en die thans weder te Londen uitstel en vertraging der onderhandelingen noodzakelijk maaktEuropa zou reeds tot een kalmer opvatting der dingen gekomen zijn, als met de eensklaps zich zeer gewichtig voelende Grieken beter te spreken vie', over wat hun deel van den oorlogsbuit zal zijn als Serven en Bulgaren, natiën waardoor tot vóór een half jaar Europa zich waar lijk de wet niet liet voorschrijven, niet als groote kinderen elkander om elk voordeeltje scheel aanzien en krakeelen. Want hoezeer, naar buiten althans, de schijn van eensgezind heid bewaard wordt, aan een wer kelijk vriendschappelijke verhouding tusschen hen gelooft niemand meer, en het allerminst de bondgenooten zelf. Toch zoolang het hén gelieft de wereld de zoo noodige rust niet te gunnen, zoolang ook zal gansch Europa, niet ongelijk aan den man in Swift's „Travels" zich als een ge- bondene voelen. Als gevolg van allerlei op zichzelf niet zeer belang rijke, maar in aantal, samenhang en onverpoosden duur tot een kracht aangegroeide nietigheden, zal Europa zich in zijn doen en laten belemmerd blijven voelen door deze averechtsche macht der kleine Balkanstaten. Thans worden de middenstanders te Scheveningen bedrijvig. 1 Juni toch wordt het badseisoen geopend. Wel zijn eenige zaken reeds geopend, werken verschillende etablissementen reeds, maar de grootere inrichtingen wachten tot 1 juni, den datum van opening van het seizoen. En al is 't dan ook zoo koud als in December, dan wordt er geopendZou het nu echter niet veel verstandiger zijn, reeds 1 Mei te openen Het is im mers een feit, dat het voorjaar als Mei hier prachtig kan zijn en dat het dikwijls in Juni nu zoo la la is. Men moet er dan ook maar eens van halen wat er van te halen is. Edoch het gebruik, de traditie schrijft voor, dat 1 Juni het badseizoen geopend wordt, al regent het ook baksteenen. Haast zou ik zeggen, al vriest het dat het kraakt. Over het algemeen echter is men vol goeden moed voor het komende bad-seizoen. kun je mij vergeven Hij keek somber naar den grond. Ja, je hebt mij veel verdriet ge daan, herhaalde hij met bevende stem. Maar dat is nu voorbij. Ik begrijp je thans en kan niet anders dan je be wonderen ja, ja, ik begrijp je thans volkomen, wat dat betreft, kun je ge rust zijn. En wil je mij niet vergeven Zegt niet een spreekwoord: alles begrijpen is alles vergeven Zoo heb ik ook jou vergeven, of schoon ik je woorden niet vergeten ben. Die zijn veeleer diep in mijn ziel gegrift je woorden van den trots der armoede Walter Ik ben thans ook arm ik ken dien trots en daarom, laten we scheiden, Brunhilde. Later, we zon der toorn scheiden, maar ook zonder vergeten onze wegen hebben ons nu eenmaal ver van elkaar gevoerd. Vaarwel... Je bent hard tegen mij, Walter Neen, Brunhilde, hard ben ik niet; ik ben alleen maar rechtvaar dig tegenover mij en tegenover jou, Trots tegen trots, Brunhilde Jij wilde Er zijn in den Haag reeds vele vreemdelingen, die wachten tot Sche veningen „geopend" wordt, om er dan hun intrek te nemen. Ook het feit, dat het Vredespaleis geopend wordt, dat hier de tentoonstelling voor Sport en Toerisme gehouden wordt, dat 1913 voor ons land is een jubeljaar dat overal feesten en tentoon stellingen gehouden worden, draagt er toe bij, dat men óveral voorzorgs maatregelen neemt, om zooveel mo gelijk logé's te kunnen herbergen. En men kan er dan ook van op aan, dat, mochten de zaken tegenslaan, het deficit enorm zal zijn. Dat, inge val de bezoekers door weer of ander zins wegblijven, menig kleiiuburgertje zoo niet geruïneerd wordt, een knak krijgt, die hij niet dan na jaren te boven zal komen. Men doet dan ook al het mogelijke zooveel mogelijk menschen te trekken en de reclame, die er aan alle zijden voor Den Haag en Scheveningen gemaakt wordt, is enorm. Nu zal ongetwijfeld de Internatio nale tentoonstelling voor Sport- en Toerisme op de terreinen van den Haagschen Dierentuin te houden, zich kunnen verheugen in een druk be zoek. Een dergelijke tentoonstelling in een stad als Den Haag te houden, moet slagen, tenzij datgene wat er te zien is een bezoek niet waard is. Doch de manier waarop het tentoon- stellings-comité de zaken heeft inge kleed, mag er borg voor staan, dat de zaak in orde is. En 't voornaam ste is wel, dat er voor vermakelijk heid gezorgd wordt. Een Luna-park wordt ingericht. Ook hierin worden alle mogelijke inrichtingen van ver maak en ontspanning ondergebracht. Alles wat op een kermis thuis hoort, zal er aanwezig zijn. Verscheidene inrichtingen die thans in den Dieren tuin staan, zullen ook op de ten toonstelling komen. Echter éen ding mankeert toch nog en dat is„de vroolijke keuken", een inrichting die, laat mij 't eerlijk zeggen, in een maatschappij als de onze, die „be schaafd" is, althans moet zijn, niet thuis behoort. Hoe er menschen zijn, die er lief hebberij in hebben hun geld en hun tijd aan dit verregaand vandalisme' te besteden, is mij werkelijk een raadsel. Stel u voor een kamer, waarvan de schoorsteen volgezet is, met aller lei flesschen en gekneusd, gebroken porselein, of liever aardewerk, en waarin flesschen aan touwtjes zijn opgehangen. Nu mag men tegen be taling van een dubbeltje alles wat maar los en vast is, in die kamer kapot gooien. Er is reeds veel ge schreven over „het huishouden van Jan Steen". Zooals men weet, is die inrichting op verscheidene kermissen mijn rijkdom niet met mee deelen, ik kan jou mijn armoede niet aanbieden. Vaarwel...,. Hij verwijderde zich haastig. Ze wilde haastig op hem toesnel len, zijn handen vatten en hem toe roepen „Ik bemin je Doch hij wuifde nog eenmaal met de hand, toen hij bij de deur was, en toen was hij achter de portière verdwe nen. Luid snikkend viel het jonge meisje in een stoel. Na een poosje stond ze op en keek met groote, roodgeweende oogen rond. Doodstil was het in 't geheele huis alsof er zich een lijk bevond. Brunhilde rilde. Ze had hier niets meer te doen haar medelijden, haar liefde waren van de hand gewezen.. Langzaam, met gebogen hoofd ver liet ze de kamer en het huis. Bij het tuinhek bleef ze staan en keek nog eens om naar het huis. Stil, met gesloten deuren en neer hangende jalouzieën lag het daar niemand vertoonde zich, niemand wuifde haar een afscheidsgroet toe alleen de Bernhardiner, haar oude vriend van vroeger, drukte zijn bree- den kop tegen haar hand en keek geweest en werd zij, op verschillende plaatsen, waar zij toegelaten was, na eenige dagen goede zaken gedaan te hebben, op last van de overheid ge stoten. Zulk een inrichting nu is de vroolijke keuken ook en in Den Haag, of liever in dezen „Tuin", ziet men er blijkbaar niets van. Ik had het, laaFmij.ronduit zeggen, zeer twijfelachtig genoegen, eeni gen tijd voor deze tent, die dan oak nog den wijdschen naam van „Inricfe, ting" draagt, te vertoeven en detfev gooierij eens aan te zien en 'k heb A mij er over verwonderd, hoeveel jonge en ook oude lui, hun verniel zucht botvierden aan de glazen en kopjes en flesschen. Het eigenaardige echter is, dat, wanneer men eenmaal aan het „gooien" is, als 't ware een macht komt, die zegt: Gooi door, maak alles tot pulver en men gooit dan maar raak, tot alles, wat maar eenigszins te vernietigen is, kapot gegooid is, met de harde houten ballen. Nu zal men mij toevoegen Jawel, alles goed en wel, maar de mensctieru- mogen toch zeker wel doen met hun. geld, wat ze willenHet spijt mij," dat ik dat niet met die menschen' eens kan zijn. Men is vrij, tot op zekere hoogte en werkelijk en be drijf als dat, waarin men den boel kort en klein kan gooien, behoort mijns inziens niet tot die dingen, die geoorloofd zijn. En men moet dan ook al het mogelijke doen, om die dingen te verbieden. En kan de wet daar dan niets tegen doen, welnu, dan zorge men, dat, als men plaatsen verpacht, men zulke minderwaardige „affaires" niet neemt. De Haagsche Dierentuin schijnt echter van opinie te zijn, dat voor haar geld het voor naamste is en dat het er niet op aan komt, wat voor werktuigen er komen. Gelukkig dan ook maar, dat men op de tentoonstelling voor sport en toe risme er anders over denkt. Dat zou anders een grappenmakerij worden. En r.u weet ik wel, dat die kapot- gooierij eek een soort van sport is, dat men de arm- en borstspieren staalt met die werp-bewegingen, maar men neme het mij niet kwalijk ik ben niet gecharmeerd op een derge lijke soort sport, alhoewel ik gerust durf verklaren, dat de sport over het algemeen in mij een warmen verdedi ger heeft. Maar het spreekwoord „zooveel menschen, zooveel zinnen" is ook hier weer van toepassing. Er zijn altijd menschen, die niet leven, of zij moeten als barbaren kunnen te keer gaan. En waar zij thuis dan hun „bedrijf" niet kunnen uitoefenen, daar doen zij het dan maar ter plaatse waar zij het tegen betaling nog wel kunnen doen. En dat er menschen zijn, die, krijgen zij de kans, van die vernielzucht profiteeren om geld te tot haar op, alsof hij haar wilde vra gen „Neem mij mee Ze streelde den hond tot afscheid daarna opende ze het hek en trad ep straat. Zacht rinkelend viel het hek ach ter haar dicht ze had een gevoel, als iemand, die uit zijn vaderland ver bannen wordt, en haastig verwij derde ze zich. HOOFDSTUK XIV. Handelsraad Hildebrandt had zich in een kleine woning in 't Zuiden van Berlijn teruggetrokken. Met behulp van Walter had hij uit zijn zaak een klein kapitaal we ten te redden, waarvan de interest voldoende was om er bescheiden van te leven, vooral wijl Walter zelf in zijn levensonderhoud voorzag. Hij had de betrekking van boek houder in een groot Hamburger han delshuis aangenomen, waaraan een behoorlijk salaris was verbonden. Het viel hem trouwens in 't begin moeilijk nu weer een ondergeschikte betrekking te vervullen, nadat hij tot dusver het leven van een rijken jongen heer geleid had. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1913 | | pagina 1