Woensdag 30 April IER &TIEMAN, K. Tusschen Wieg en School. VAN HOUTEN S No. 102 51e Jaargang. 1913 >E ICHT- one VEK- IERN1K- 1NTEN, lities. iek zal plaat* Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen. TELEFOONNUMMER 10. j flbonnements- flduertenliën op zeer uoordëëlige uoorutaarden FEUILLETON Ouderdom en Jeugd drinken BINNENLAND de maan; llenta-Puddinol ziet staan. I enta-Pud.din.al allies 27cts. y 1 idelaren, Handelsmerk. :k )C ÉDOC MERKEN: f 0.65 0.70 iC RT ?T 0.85 0.85 1.15 0.80 0.80 0.90 1.- f 1.20 en 1.35 1.20 Sherry iche Wijn) Bellardi 1.50 1.— 1.— 1.20 1.50 0.65 1.30 0.80 linstens 12 fl. der lerken (ook ge- ontante betaling arting. JELBURG bij V. NEUSDEN. van af 2 uur lu te spreken. ra. VLISSINGSCHE COURANT Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij de Uitgevers Firma F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58. ADVERTENTIËNvan 1—4 regels 0.40. Voor elke regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie, wordt de prijs slechts twee maal berekend. Groote letters en clichés naar plaatsruimte. Morgen, Hemelvaarts* dag, verschijnt onze Cou rant niet. 8ij deze Courant behoort een Bijvaegssl Wanneer onze zuigelingen hun eerste levensjaar gelukkig ten einde hebben gebracht, volgt er een perio de, die wel niet meer zoo rijk is aan het jonge leven bedreigende gevaren, maar waarin toch nog genoeg ziekten en sterfgevallen voorkomen. Terwijl toch van de levendgeborenen voor het einde van 't eerste levensjaar meer dan 11 pCt. sterft, is dit getal in de periode van 1—6 jaar onge veer 13V'4 pro 1000. De gevaren in dezen ouderdom, zoowel als van de eerste schooljaren, zijn hoofdzakelijk de zoogenaamde kinderzielen diph- therie, roodvonk, mazelen, kinkhoest e, a. Deze periode, de tijd tusschen het le levensjaar en den schoolplich- tigen leeftijd, moet vóór alles besteed worden om het kinderlijke lichaam krachtig te maken en allerlei toestan den, die dit belemmeren, uit den weg te ruimen. Terwijl in den laatsten tijd is ge bleken, dat het lot der zuigelingen op het platteland slechter is dan dat in de steden, moet men de omstan digheden, waaronder de grootere kinderen op het dorp leven, zeer gunstig noemen in vergelijking met die, waarin de stadskinderen verkee- rcn. Zuivere lucht en volle zon, overal plaatsen, waar ze hun levens lust kunnen botvieren, eenvoudige, degelijke kost, afwezigheid van den zenuwprikkelenden invloea der steden, welke het kind half doof of half blind of halfsulf ter schoole doet komen, dan de veel geringer kans voor besmetting met bovengenoemde ziekten, dat alles zijn voordeelen, die ons doen wenschen, dat het moge lijk moest zijn, de jeugd gezamenlijk vóór den schooltijd in de wei te stu ren. Dan zou het jeugdige organisme niet zoo vaak en zoo spoedig schade ondervinden van de opsluiting in de school en zou de kinderlijke geest den strijd met de doorgaans niet ge ringe eischen van het eerste school jaar beter en met meer succes kun nen voeren. Hoe ongunstig de sanitaire verhou dingen van de groote steden op de jeugd vóór den schoolplichtigen leef tijden werken, komt onmiddellijk voor den dag, waar de schoolarts een onderzoek der nieuwelingen instelt naar hunne geschiktheid om toegela ten te worden. Dan blijkt, dat slechts iets meer dan de helft als volkomen gezond kan worden beschouwd. De Roman uit het leven door O. Elster 20.) (Nadruk verboden.) Maar, tante, spreek toch niet zoozeide Brunhilde om haar van 't ontwerp af te brengen. - Jawel, laat mij even spreken. Laat mij je iets uit mijn leven ver tellen, dan zul je mij begrijpen en v«geven. Ik was de dochter van zeer rijke ouders, ik was trotsch en werd vijfentwintig jaar, zonder een man gevonden te hebben, wien ik hart en hand zou hebben willen schen en. Toen leerde ik Hildebrandt ken- nen, die destijds procuratiehouder aan een bank was. Zijn uiterlijk be- viel mij, zijn houding vleide mijn kots en mijn ijdelheid, ik meende be mind te worden en reikte hem de "snd. 't Duurde maar een korten tijd en ik wist, dat ik mij bedrogen had en hij mij alleen om mijn geld had genomen... rest lijdt aan scrofulose bloedar moede, Engelsche ziekte, woekerin gen in de neuskeelhoite, oog- en oor ziekten. Trouwens de onderwijzers weten zelf maar al te goed uit on dervinding dat er veel kinderen zijn, die beter nog een jaar thuis bleven. Willen we het kind helpen, dan moeten we op vele dingen letten. In de le plaats op de voeding. Men moet het kind een doelmatige, ge mengde voeding geven. Niet te veel vleesch, maar vruchten en groenten, als dranken melk, water, vruchten sappen, in plaats van koffie, thee, bier en andere alcoholica en in de plaats van suiker meer natuurlijker zoetigheden als vijgen, aardbeien, kersen, appelen enz. Suikergebruik is niet zonder nadeel voor de gezond heid. Kinderen, die hun verlangen naar zoetigheid stillen door veel sui ker en lekkernijen te gebruiken, krij gen vaak bloedarmoede en slechte tanden. Dit komt door de afwezigheid van kalk en ijzer in de suiker. Alle andere minerale voedingsstoffen wor den ons in andere voedingsmiddelen voldoende gegeven, voor kalk en ijzer zijn we in 't bijzonder aangewezen op de natuurlijke zoete voedingsmid delen. Kalk is aanwezig in de koe melk, eidooier, aardbeien, groenten enz., terwijl vleesch, broqd en aard appelen aeer weinig kalk bevatten. Wat betreft het ijzer is de zaak in zooverre gunstiger, dat de zuigeling genoeg ijzer in zijn weefsels heeft meegekregen bij zijn geboorte en ook later nog veel ijzerhoudende voedings middelen krijgt. Suiker is echter vol komen ijzervrij en geeft dus aan het organisme niets van dit noodzakelijke mineraal af. Het ontstaan van slechte tanden, bij suikergebruik in 't bijzonder, maar ook in 't algemeen, is minder afhan kelijk van mechanische laessies van het tandivoor of email, dan wel van kalkgebrek in 't organisme. Een in? dividu met slechte tanden is in de meeste gevallen niet volkomen ge zond, waarbij een gebrek aan kalk in 't lichaam bestaat. Me* moet dus zorgen dat het kind kalk- en ijzer houdende stoffen consumeert. Behalve voor voeding moet gezorgd worden voor voldoende beweging. In de steden zijn de kinderen in dit opzicht zeer stiefmoederlijk bedeeld. De stoffige, overvolle straten zijn na tuurlijk allerminst geschikt voor de evolutiën van de jeugd. Keurige park- aanleg met prachtige heesters en bloe men midden in de stad mogen het oog weldadig aandoen en de stad zeer opsieren, voor de bewegelijker jeugd is het niets waard. Speelplaat sen, die ver verwijderd zijn van de ouderlijke woningen voldoen even^ min, daar in de meeste gevallen de ouders slechts den Zondag hebben, Beste tante, ik bid u... Laat mij spreken, vervolgde me vrouw Hildebrandt eigenzinnig. Je zult wel al begrijpen, waarom ik je dit alles vertel. Sedert den dag, waarop ik tot het rechte inzicht kwam, werd ik de trotsche, koele, wantrouwende, ongevoelige vrouw, als hoedanig je mij hebt leeren kennen. Ik wantrouw de mijn echtgenoot, mijn kinderen, de geheele wereld en ook jou wantrouwde ik, toen je in mijn huis kwam. Ik twijfelde er niet aan, of je had zelfzuchtige plannen, en dat te minder, toen ik het vertrouwelijke verkeer tusschen jou en mijn zoon zag. Brunhilde sprong haastig op. Een donkere bloos kleurde haar wangen. Met een bevende stem zei ze Als het u gerust kan stellen tante, dan verzeker ik u bij het aan denken aan mijn dierbaren vader, dat ge u met betrekking tot dien om gang vergist. Ik heb er nooit aan gedacht- De zieke hief met eenige inspan ning de hand op om het jonge meisje het zwijgen op te leggen. Ik geloof je thans, zei ze. Je om de kinderen daarheen te verge zellen. Buitengewoon groot schijnt het procent dier kinderen, welke reeds voor den 6-jarigen leeftijd aan woe keringen in de neusholten lijden. Was nu de neus niets anders dan dat, waarvoor de meeste lieden hem houden, n.l. het reukorgaan, dan wa ren deze woekeringen waarschijnlijk niet van zoo groote beteekenis. Hij is echter niet uitsluitend een zintuig, maar tegelijk het natuurlijke orgaan voor ademhaling en als zoodanig wordt hij door die woekeringen in zijn functie belemmerd. De lijders zijn gedwongen door den mond te ademen. De voordeelen der neus- ademhaiing en de nadeelen der mond- ademhaling zijn zoo gewichtig, dat ouders, die deze kennen, voor zeker hunne opmerkzaamheid daarop zullen vestigen. Daarom zullen we ze even in 't kort opsommen. Op haar weg door het natuurlijke ademkanaal van den neus, ondergaat de lucht drieërlei inwerking. Ze wordt belangrijk verwarmd, ze wordt bijna geheel met waterdamp verzadigd, en in de derde plaats wordt ze van de zwevende verontreinigingen bevrijd en gereinigd. Bovendien bezit de neiis in den reukzin een orgaan, dat ons direct slechte bedorven lucht doet erkennen en bestaat daardoor voor den menseh dus de gelegenheid dergelijke schadelijke lucht te ont vlieden, wat helaas echter maar zeer zelden gebeurt. De mond blijft als ademhalingsor gaan in al deze hoedanigheden ten achter. De verwarming-Jer lucht heeft gebrekkig plaats, de verzadiging met vocht nog slechter. Het is een bekend feit, dat bij mondresperatie reeds na enkele ademhalingen in de keel een droog gevoel optreedt, een teeken, dat geen vochtigheid voorhanden is. De normale neus droogt wegens zijn grooten rijkdom aan kliertjes nooit uit. Maar het slechtste is wel de lucht- reiniging, deze heeft zoo goed als in 't geheel niet plaats, en stof en an dere schadelijke elementen belanden ongehinderd in de longen. Ook besmetting wordt door neus- ademhating tegengegaan. Het voort durend afgescheiden wordende slijm heeft op de bacteriën een verlam- menden invloed. Het slijm omhult ze en maakt ze daardoor onschadelijk. Bij alle mondademers bestaan hard nekkige katarrhen in de luchtwegen, en neiging tot oorziekten en infec- tieuse ziekten als mazelen, roodvonk, kinkhoest en diphterie. Verder kent ieder mensch het gevoel van een ver stopten neus, sufheid, hoofdpijn, enz. Gaat de neus weer open, dan ver dwijnen als een tooverslag alle klach ten. Het meest en het duidelijkst vertoonen zich de gevolgen bij het behoeft het mij niet te verzekeren. Maar mijn meening omtrent deze zaak is geheel veranderd. Ik weet, dat een gelukkig huwelijk slechts op grond van innige liefde en weder- zijdsch vertrouwen gesloten kan wor den. Als je deze liefde, dit vertrou wen voor Walter koestert en als Walter je liefde en je vertrouwen be antwoordt dan is het mijn wil, dat jullie met elkaar trouwt.... Tante riep Brunhilde, terwijl ze hevig bloosde en bij 'tbed der zieke op de knieën viel, dat is on mogelijk Onmogelijk Bemin je Walter niet? Vraag mij niet, tante smeekte Brunhilde, terwijl zc haar gezicht in de handen verborg. Het ontstelde gezicht van de zieke nam een vreesehjke, to jrnige uitdruk king. Zou je eerzucht werkelijk nog verder gaan, meisje vroeg ze ge jaagd. Nog leef ikNog wil ik niet stervenriep ze met doffe stem en richtte zich plotseling geheel over eind. Ontzet staarde Brunhilde de zieke kinderlijk organisme. De kleine pa tiënten eerst bleek, zwak, slecht ont wikkeld, slecht gehumeurd, prikkel baar en suf, beginnen plotseling te gedijen en te ontwikkelen, ze begin nen er vroolijk en gezond uit te zien, dg geest werkt beter en hun lichaams gewicht wordt zwaarder. De woeke ringen, polypen, enz die deze narig heden veroorzaken, zijn in de meeste gevallen, door een kleine operatie, afdoende te verwijderen. Waar nu ontelbare malen gebleken is, dat de belemmerde neusademhaling een der grootste hinderpalen is voor de ver standelijke ontwikkeling van het kind, zoo kunnen we door oplettend onze kleinen te observeeren veel kwaad, zoowel in lichamelijk als geestetijk opzicht, voorkomen. A. toekomen. Dat Juliana's jeugd lang bloeie en staatszorgen nog héél lang ver van huis blijven. („Vad.") Prinses Juliana. Heden is onze Prinses al vier jaar geworden en is het voor de derde maal, dat we 30 April 1909 mogen herdenken, den dag, die voor ons voik zoo'n belangrijken inhoud kreeg, doordat uit den alouden stam een nieuwe loot ontspruiten mocht. Helaas, evenals de 19e ligt ook de 30e April onder zekeren druk. Ons klein jubilaresje is verre van hier, maar hoe verre ook, de gedachten van vele, vele Nederlanders zullen heden gaan naar haar, die, in geheel omgekeerde beteekenis van het histo risch voorbeeld, toch ook ons Kind van Staat mag heeten, in zoover haar kostbaar leven voor onze nationale eenheid van onberekenbare waarde geacht moet worden. Geniete onze Prinses heden zooveel mogelijk, als een heel gewoon kindje, van haar tallooze presentjes en van het stralend gezicht harer Koninklij ke ouders, wien wij onze eerbiedige gelukwenschen langs dezen weg doen aan, z onder dat ze den zin van haar woorden begreep. Ze meende, dat tante erg ijlde. -—Och tante, beste, tante stel u gerust, smeekte ze en legde haar arm om de schouders der zieke. Deze zonk krachteloos in de ar men van Brinhilde en begon bitter te weenen. Het jonge meisje zocht haar met lieve woorden te troos ten en te kalmeeren. Na een poosje fluisterde de zieke Weet je, wat mij op het ziek bed heeft geworpen. U bent zeker door iets zeer geschokt, tante Ja, ik was hevig opgewonden doordien ik begon in te zien, dat de gene, wien ik mijn geheele leven op geofferd heb, wien ik in mijn leven reeds zooveel heb vergeven, het uur niet kan afwachten, waarin ik niet meer zal zijn, Tante Lieve tante Ja, ja, zoo is hetHij wacht op mijn dood Ze weende weer zenuwachtig op gewonden. Brunhilde was diep ge schokt. Ze had haar tante steeds niet anders dan trotsch en bijna ongevoe- Tweede Kamer. Gisteren werd de behandeling voort gezet van het kustverdedigings-ont- werp. De heer Van Vlijmen bleef de nood zakelijkheid betoogen van een fort ook op den anderen oever van de Schelde, ook als demonstratie dat Zeeuwsch-Vlaanderen Nederlandsch grondgebied is. De heer Marchant, voor de eerste maal het woord voerend bestreed het wetsontwerp op verschillende gron den. Vooreerst om de groote uitgaven, waa: zuinigheid noodig is voor de noodzakelijke uitgaven voor het veld leger. Vervolgens begaf spr. zich in een betoog ter bestrijding van de bewering, door de rechterzijde volge houden om haar positie bij de a. s. verkiezingen te versterken, dat het behoud van Neerland's onafhankelijk heid alleen bij de anti liberalen ver zekerd is en we! door „onzen Colijn." Ten slotte hield hij een betoog ten gunste van het volksleger. Alleen als het dien weg opgaat, zullen de hand having van ons onafhankelijk volks bestaan en de verhooging onzer weer macht verzekerd zijn. De heer Roodhuijzen beantwoordde ongeveer in gelijken geest als de heer Marchant den aanval van den min. van oorlog, eergister op de linkerzijde gedaan ten opzichte van hare hou ding in het militaire vraagstuk. De heer Tydeman, in eersten ter mijn sprekende betoogde dat een klein land zich in zijn verdedigings middelen moet beperken. Juist door de beperktheid zijner geldmiddelen, zoodat het wel genoegen moet nemen met een onvolledige defensie. En daarbij komi hij tot de conclusie, dat de doode weermiddelen niet zoo sterk lig gezien, en nu lag ze geheel ge broken onder den last der steeds on derdrukte en nu plotseling losbar stende gevoelens, en ze snikte als een kind. Het was een gezicht om diep me delijden te koesteren. Langzamerhand werd ze echter wat kalmer. Ze vlijde zich dicht tegen Brunhilde aan en fluisterde bijna vleiend Ach, als je Walter toch kondt beminnen Toen kon Brunhilde zich niet lan ger bedwingen. Maar ik bemin hem immers och, zoo innig, zoo van harte bemin ik hem riep ze en barstte ineens in tranen uit. Nu kwam er een heldere glans in de bijna gebroken oogen der zieke. Een zalig glimlachje vloog over haar ingevallen gelaat. Je bemint hem Bemin je hem werkelijk En zou je hem ook be minnen, als hij arm en verlaten was vroeg ze Ik bemin hem, tanteHeden is het zekerheid voor mij geworden (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1913 | | pagina 1