nr.
Vrijdag
4 April
april
AN.
V BE
RN lK-
NTBN'
51e Jaargang.
1913
IG.
BINNENLAND
FEUILLETON
ties.
VAK DEN HllfBW~
No, 80,
T,
VLISSINGSCHE COURAINT
Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij de Uitgevers
Firma F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58.
ADVERTENT1ËN van 1 —4 regels 0.40. Voor elke regel
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzekfde
advertentie, wordt de prijs slechts tweemaal berekend, Oroote
letters en clichés naar plaatsruimte.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen. TELEFOONNUMMER 10. flbonnements-Aduertentiën op zeer uoordeelige uooru/aarden
egens vertrek
Eenverdie-
rkhoflaan en
liss. weg tus-
"issel. Adres j.
kelaarstr. 20.
nrdt gevraagd
Eerste Kamer.
De Eerste Kamer heeft gister goed
gekeurd het verleenen van een subsi-
Ie voor deelneming aan de tentoon
stelling te San Francisco van 1915 en
liet wetsontwerp tot wijziging, met
betrekking tot de grootboeken der
Nationale Schuld.
Daarna werd behandeld het wets
ontwerp tot verbouwing van het de
partement van binnenlandsche zaken,
in verband met de voorziening in de
behoefte aan ruimere iocaiiteit voor
de Eerste Kamer.
Tweede Kamer.
De Tweede Kamer heeft gisteren
de behandeling van de Ziektewet
voortgezet met de beraadslaging over
artikel 15 met het daarop voorgestelde
amendement-Teenstra om niet alleen
geen uitkeering te geven wegens
ziekte, die een gevolg is van een
ongeval in 't algemeen en hetamen-
riement-Patijn om den arbeider niet
alleen te verzekeren tot uitkeering van
ziekengeld, doch ook recht te geven
op geneeskundige behandeling.
Het amendement van den heer
Palijn werd krachtig aanbevolen door
den heer Limburg, wiens pleidooi
naar de heer Duys betoogde echter
thans te laat kwam, omdat er nu toch
geen kans op slagen meer is.
Minister Taima bestreed beide
amendementen. De ziekteverzekering
is een arbeidersbelang, de genees
kundige hulp daarentegen is een be
langvoorde minder gegoede bevolking
in 't algemeen en een plattelandsbe -
lang. Als zoodanig is de quaestie in
onderzoek.
Na replieken werden beide amen
dementen verworpen met 42 tegen 19
slemmen, rechts tegen links.
Nieuwe vredesorganisatie
der infanterie.
Het wapen der infanterie bestaat
thans uitden staf van het wapen,
12 brigades, het instructie-bataljon,
de normaal-schietschool, de militaire
gymnastiekschool,4compagnieën wiel
rijders, 4 mitrailleur-afdeelingen en de
scholen voor verlofs-officieren der
infanterie.
De brigade bestaat uit een staf en
2 regimenten van 3 bataljons (hier
van 1 in het najaar op te richten.)
De brigadestaf bestaat uit1 kolo
nel, commandant, 1 kapitein-adjudant,
1 luitenant voor speciale diensten en
I majoor- of kapitein-kwartiermeester
worts wordt van eiken regimentsstaf
gedetacheerd bij den brigadestaf 1
adjudant-onderofficier, zoomede 1 luit.-
kwartierm. om toegevoegd te worden
aan den majoor of kapitein-kwartier
meester.
Een regiment infanterie bestaat uit
Telefoon 46-
ST
zal plaa^
tot Slot Northminster en zin
laatste Grafelijke bewoners.
0
99.)
«Zij is je waard en ze bemint je,
Charles. Je zult haar gelukkig ma..."
«Houd opriep hij uit. „Je ver-
in een dwaling Bertha! Kan je
Jisschien je nog iets herinneren van
roeitochtje op het meer van
Dlengariff
Bertha trilde over al haar leden,
"dst zij dan werkelijk niet meer, wat
"i toen gezegd had, ot....
»lk zei toen, dat ik je zou bemin-
zoo lang ik leefIk heb mijn
't0°rd gehouden Wanneer jij mijn
>w niet werd, dan werd het toch
Jemand anders Geen mensch ter
""'rid kan dat voor me zijn, wat jij
u,0r "lij geweest bent en wat je
Ven zult in eeuwigheid, in leven
in dood
den staf, 3 bataljons, een mitrailleur-
peleton en eene depot-compagnie.
Bij dezen regimentsstaf behooren
de luitenant-kolonel-commt., luite
nant-adjudant, 1 luitenant voor SDe-
ciale diensten, tevens commandant van
het mitrailleurspeleton, 2 luit.-kwar-
tiermeesters, 2 adjudanten-onderoffi
cieren, waarvan 1 vaandeldrager.
Het muziekkorps is ingedeeld bij
den staf van het met de brigades ge
lijk genummerde regiment.
Per compagnie zijn ingedeeld1
kapitein, 1 luitenant, 1 sergeant-ma
joor-administrateur, 1 idem-instructeur
en 4 sergeantendaarenboven reke
nen de sergeanten die dezen rang
nog geen 2 jaren bekleedenvoorts
1 fourier en 5 korporaals.
De depot-compagniën hebben 2
luitenants, 2 sergeanten-majoor-admi-
nistrateurs, 4 sergeanten en 5 kor
poraals.
Bij de korpsen worden boven de
formatie gevoerd de officieren, tijde
lijk werkzaam bij het departement
van oorlog, bij den generalen staf,
bij den hoofdintendant, bij de inrich
tingen van onderwijs (ook van den
cursus der korpsen,) bij de militaire
verkenningen, bij de scholen voor
verlofsofficieren en als vaste leden
van den krijgsraad voorts de 2e lui-
tanants, die nog geen jaar officier zijn.
(„N- R. CL")
Kapitein Thomson
Het Kamerlid, kapitein Thomson
was naar Athene teruggekeerd, ten
einde als militair attaché bij het
Grieksche leger in den Balkanoorlog
tegenwoordig te zijn bij de begrafenis
van koning George, die eergister plaats
had. De heer Thomson is voornemens
fegen het einde der volgende week
over Frankrijk naar Nederland terug
te keeren en wordt omstreeks 20 dezer
te 's Gravenhage terug verwacht.
Winkelsluiting in Rotterdam
De commissie voor dé strafveror
deningen heeft gisteren een afwijzend
preadvies uitgebracht op de verzoe
ken om ook te Rotterdam verplichte
winkelsluiting in te voeren.
De commissie wijst er op, dat het
geen sinds 1903 gebeurd is, het over
bodig maakt om nog stil te staan bij
de vraag der bevoegdheid van den
gerechtelijken wetgever, zoodat alleen
overblijft de wenschelijkheid onder de
oogen te zien. Voor optreden der
plaatselijke overheid zou de groote
meerderheid der commissie alleen
kunnen gevoelen, indien de aan win
keliers gelaten vrijheid storend werkte
op de openbare orde. Een speciaal
te dien aanzien ingesteld onderzoek
der politie heeft doen blijken, dat uit
dezen hoofde aan een beperking der
vrijheid geen behoefte bestaat.
Verder wijst de Commissie op de
Haar oogen schitterden met helde
ren glans.
„Eindelijk, eindelijkfluisterde
ze over- en overgelukkig. „Eindelijk,
nu het te laat isAch, Charles,
mocht ik mijn leven nog eens begin
nen, hoe anders zou ik dan hande
len Ik zou, geloof ik, den eeuwi
gen slaap rustiger slapen, als ik wist,
dat op mijn grafsteen de naam
„Bertha Stuart" werd gebeiteld."
Zijn oog hing aan haar, bij haar
laatste woorden helderde zijn ge
laat op.
„Is je dat ernst, Bertha?" vroeg
hij, zich over haar heenbuigende.
„Zou het je gelukkig maken, als je
mijn vrouw werd, of je sterft of in
leven blijft?"
„Het is te laat," fluisterde zij mat,
maar haar oogen verrieden duidelijk,
hoe innig haar begeerte naar hem was.
„Het is nooit te laat!" sprak hij.
„Nog heden worden wij man en
vrouw
„Charles
„Bertha, mijn Bertha," zuchtte hij,
innig geroerd. „Ach, waarom moesten
wij elkaar verlaten
Hij sidderde niet minder dan zij,
moeilijkheid voor die stad aan een
uniform sluitingsuur verbonden. De
arbeid eindigt laat, terwijl onophou
delijk schepen komen en gaan, die op
onregelmatige tijdstippen behoeften
hebben. De verhoudingen zijn ook
in verschillende deelen der gemeente
zeer verschillend, en het schijnt niet
doenlijk een regeling te treffen, die
met deze uiteenloopeude belangen
rekening houdt. Met zekerheid is dan
ook te verwachten, dat het afkondi
gen van gedwongen Winkelsluiting
een tijdperk zou openen van onrust,
agitatie en ontstemming bij velen.
De ervaring in de hoofdstad acht
de Commissie zeer leerzaam.
Dr. Cabanès te Parijs heeft een
interessant boek uitgegeven over huis-
middeltjes in den ouden tijd Nog
niet zoo lang geleden genas men met
muziek de hardnekkigste ziekten zoo
verzekerden ons getuigenissen uit die
dagen, dat hoest verdween, als men
de zieke slechts een kleine melodie
op de fluit voorspeelde. Deze fluit
moest echter van populierenhout ge
maakt zijn. Ook waanzin en razernij
verdwenen op deze wijze. Wellicht
onderschat men heden ten dage de
hygiënische waarde der militaire mu
ziek oude documenten berichten ons,
dat men in de Middeleeuwen de pest
door muziek verdreef. En volgens een
Grieksche sage heeft Thales van Kreta
Sparta van een vreëselijke ziekte
bevrijd door oorlogsmuziek te spelen.
Philips de Vijfde van Spanje zou
zich zonder de goddelijke stem van
Farineili nooit met het leven verzoend
hebben en hij steeds een menschen-
schuw zonderling zijn gebleven wan
neer de zanger zijn stem verhief, liet
de koning zich overhalen zich te laten
kleeden en scheren en was ook te
bewegen den ministerraad bij te wonen
Een ander geneesmiddel was het
lachen, een der belangrijkste middelen
uit de 17de eeuwsche huisapotheek
waren de tallooze liefde-poeders en
sympathie-middelen, waarmee men de
booze geesten der ziekte verdreef.
Voorname dames wilden eerst dan
adergelaten worden, als een emmer
met helder water gereed stond. Zij
lieten het afgetapte bloed in den emmer
loopen, en dadelijk nam door de
„sympathie" het in hun aderen blij
vend bloed de koelte van het water
aan.
Men zietin vroeger tijd stond de
geneeskundige wetenschap niet hoog
en was goeddeels kwakzalverij. Nu,
deze laatste tiert ook ook nu nog wel
bij de groote massa. Geen wonder,
als mén weet, hoe miniem de kennis
van velen nog is omtrent het men-
schelijk lichaam, gezondheids- en
ziekteleer. Hiervan zouden de dokters
toen hij haar in zijn armen sloot.
Toen liet hij haar zacht in de kus
sens neer. Nooit nog had ze zich
zoo gelukkig gevoeld Eindelijk zou
ze aan hem toebehooren
Toen Charles mededeelde wat er
gebeuren zou, waren allen tegen
hem, noemden het een krankzinnige
daad, enz. Maar hij bleef onwrikbaar
vast bij zijn besluit en Bertha hield
ook vol.
Spoedig was er een geestelijke
ontboden. Het huwelijk werd be
paald op den volgenden morgen om
tien uur. Beatrice en Stella tooiden
de bruid, die over de bleekheid van
Stella's wangen haar eigen gedach
ten had.
Zij versierden de kamer met bloe
men, richtten de zieke half op in
haar kussens en brachten haar kapsel
zooveel mogelijk in orde. Al hooger-
werd de kleur van haar wangen, ter
wijl de koorts haar oogen deed schit
teren. Zij was wonderschoon om te
zien, ofschoon ieder den adem in de
keel stokte. Zij alleen vergat in de
overmaat van haar geluk, dat de dood
nabij was.
Daar trad de bruidegom met ee-
frappante staaltjes kunnen vertellen.
Iets van zeer ernstigen, droevigen
aatd, is hetgeen door een Russisch
geneesheer wordt bericht.
Een Russisch politiebeambte ont
dekte in de buurt van Wilna een
„fabriek van mismaakten", waar 78
mismaakte kinderen gevonden werden
Een dokter was aan deze fabriek
verbonden, die elk dezer kinderen
op verschillende wijze mismaakte. De
meesten werden blind gemaakt, en
dan voor veel geld aan bedelaars
verkocht. De hoofdplaatsen voor dezen
handel zijn Wilna, Kowno en Bialy-
stock. Ook voor de geheime bordeelen
worden kinderen geworven tusschen
7 en 9 jaar. In Krakau is een „plaat
singbureau" waar een 50 tal kinderen,
jongens en meisjes van eiken leeftijd,
ten verkoop aangeboden werden. Een
lief, blond, vierjarig meisje kostte 400
kronen. Ter verkrijging van kinderen
plaatsen de handelaars advertenties,
b.v. „een bemiddeld, kinderloos
echtpaar wenscht een kind aan te
nemen." Op zulk een advertie in 1911
geplaatst in de „Köln. Ztg." kwamen
56 aanbiedingen.
Duitsche kinderen worden uit Sjees-
wijk en elders naar Rusland overge
bracht tot misdadige doeleinden. In
Kattowitz werd een kind van 9 maan
den door een vroedvrouw buiten
weten der moeder gegeven aan een
vrouw, die beweerde de vrouw van
den stationschef te Grabowsky in Rus
land te zijn. Bij onderzoek bleek het,
dat die stationschef niet bestond, en
dat het kind in handen gevallen was
van een man, die „boschwachter"
heette te zijn, doch in wiens huis 9
kleine kinderen van 1 tot 3 jaar ge
vonden werden, half verhongerd, zeer
onzindelijk, op planken liggend, die
„geprepareerd werden voor de bede
larij."
Welke gruwelijkhedenStappen
we daarvan af, en lachen we eens
even (misschien ergert ge u ook een
beetje maar dat zou ik liever niet
doen) om een nieuwe mode in de
hoofdstad, een nieuwe manie, een
nieuw stopwoord van de straat.
Rijdt een slagersjongen met snel
treinvaart over het asfalt en een agent
wil hem vermanen, dan klinkt het
„Hij seit watEn de jongen ver
dwijnt met onverminderde sneltrein
vaart.
Roept de kruideniersbediende het
meisje van den dokter zijn al te aan-
minnigen morgengroet toe, 't meisje
weert zijn beleefdheid af met een
„Hij seit wat." En keert hem den
rug toe.
Vermaant een deftig heer den
straatjongen de kleeren van de voor
bijgangers niet met modder te bespat
ten, het antwoord luidt slechts
„Hij seit wat".
Komt de heer er toe den knaap een
nige bloedverwanten binnen, de
geestelijke begon aan de plechtig
heid.
Zeker een zeldzame huwelijksvol
trekking
Bruid en bruidegom reikten elkaar
de handhaar oogen bleven aanhou
dend op den beminden man geves
tigd, helder klonk het „ja" van haar
lippen.
Diepgevoelde smart stond op zijn
aangezicht te lezen. Nu glansde
de gouden ring aan haar vingerzij
was zijn vrouw
Charles boog over haar heen en
sloot haar zacht in zijn armen. Met
de laatste krachten eener stervende
richtte ze zich op om zijn omhelzing te
beantwoorden.
Daar klonk een benauwd rochelen
uit haar borst en zij zonk in haar kus
sens terug. Een kreet van angst
kwam over aller lippen. Was dat
de dood of alleen een bezwijming
Neen, zij leefde nogVele, vele
uren verliepen er, voordat zij uit dien
toestand ontwaakteWanneer zou
de draad van haar leven worden af
gesneden Vier dagen en vier
volle nachten van bange zorg ver-
toornig „Wacht ik zal je" toe te voe
gen, de jongen antwoordt slechts
„Hij seit nog wat."
De conducteur van de tram, de
brievenbesteller, de loopknecht van
het kantoor, de fabrieksmeisjes uit
de Jordaan, het dandytje 's avonds
uit de Kaiverstraat en het publiek uit
de goedkoopere lunchrooms, allen
conserveeren ze met dat insipide „Zij
seit wat," dat schering en inslag is
bij hun gesprekken. Het zweeft in de
lucht, het davert door de straten, het
is als sneeuw, die vochtig, smeltend,
onbelangwekkend, in dichte vlokken
op je neerdaalt. Op een dag brengt
je' zoontje het mee van school.
„Wat heb je een vuile handen
zegt zijn moeder. „Ze seit wat", ant
woordt de knaap.
je zoudt je ergeren, als je niet be
greep dat het onvermijdelijke was
gebeurdDe ziekte, gebakerd in de
conversatie der eenvoudigen, dringt
als de kinkhoest en de mazelen overal
door.
't Zal wel weer wijken, als men
geduld heeft. Ook de hoedepen, die
nog steeds dreigt met haar venijnige
punt, zal ten slotte moeten wijken.
In den Amerikaansehen staat Ohio
met zijn bemoeizieke wetgeving zou
de hoedepen zeker geen lang bestaan
hébben.
Een der afgevaardigden van het
parlement Ohio, dat mrs. Snowden
onlangs over het vrouwenkiesrecht
mocht toespreken, diende daar een
wetsvoorstel in, om de onwelvoegelijk
geachte modegrillen der dames door
den staat te fnuiken. Het voorstel
hecogt daarop een censuur toe te
passen, door een commissie van drie
leden. Het eene lid moet een predi
kant zijn, het tweede een vader of
moeder van minstens drie kinderen
en het derde iemand, die zich inte
resseert voor de behartiging van
volksbelangen. De commissieleden
moeten van dertig tot vijftig jaar oud
zijn. En zij zullen een jaarwedde van
2000 dollars ontvangen. Hun taak zal
zijn, een vrouwenkleeding te verbie
den, die niet naar behooren wordt
geacht.
In de eerste plaats is het gericht
tegen het bloote halsje van miss. De
afgevaardigde van St. Louis, die den
staat van Ohio met die modecensuur
wil opknappen, schreef aan die nieuwe
gewoonte der dames „een grooten
vloed van sterfgevallen" toe, door
het vatten van koude.
Vervolgens wil het voorstel het
dragen verbieden van z. g. „longont-
stekings-japonnen", oftewel openge
werkte. Geen dame zou een blouse
mogen dragen, die de kleur van haar
huid zichtbaar maakt. Voor décolleté
zouden de japonnen slechts hoogstens
twee duim. beneden den hals open
mogen zijn. Ook zou het verboden
liepen er, zonder dat er eenige ver
andering kwam. Toen kwam de re
actie en zij geraakte buiten kennis.
Zij herkende zelfs de stem van haar
geliefden Charles niet meer. Van tijd
tot tijd opende zij de half gebroken
oogen, maar ze herkende niemand en
niets.
Zoo lag zij daar in de macht van
den dood. Zou zij nog weer bijko
men Niemand week van haal
bed. In bange verwachting volgden
allen den strijd tusschen leven én
dood. Soms moest men met een spie
gel de proef nemen, om te zien of zij
nog ademde.
Den volgenden morgen bracht de
postbode een brief met een rouw
rand. Het adres scheen door een
vrouw geschreven.
Bij het begin van haar ziekte had
Bertha haar nicht verzocht de aan
komende brieven te openen en die
zoo noodig te beantwoorden. Zij
wilde die taak nu aan haar broeder
Charles overdragen, doch hij weerde
haar met de hand af.
Wat kon hem dat schelen, welk
nieuws een brief nu nog bracht
(Wordt vervolgd.)