Eerste Blad Zaterdag 22 Maart f In het belang wan de .gezonde volksvoeding I -T Van liouten's Cacao No. 70 51 e Jaargang. 1913 il Works, Haag. iigenvosding. iRKEN VAN sTIEMAN IR BIJ HEUSDENj oordeellgste g van all® GEMEENTEBESTUUR Burgerlijke Stand. Lentemaand. FEUILLETON I kan men niet genoeg er bp aandringen dat meer en meer in de plaats treedt van welken*., anderen drank ook. ledereen moest ze cfagc lijks drinken. Op alle tijden van den dag jj^.a' ze w/elkom en verkwikkend. Brieven uit de Hofstad -:n. Iden ^DAM. 1LBURG. N >rogisteji risie, een |e reclame HUTM- to bovo- tndanks "ft waf on let* moet 'UTMAN. pakji va:i f-ecnt op 6 protfpakje Per flesch 0.65 „0.70 0 7B 0.85 „0.90, 0.90 °^ll 1.50 „0.80, „1.20' „0.80|| „0.901 1.101 l ƒ1.20 en 1.35 .UO.UJ'I 1- I ii p.L.fl.1.30 |wo. OS JIT beste van alle Iedere knot is :aand gedepo- r k. Verkrijg- inkeiiers. e Jtaar. Iter 15. f IB per Aldaar.; i eeds a*n' DIMMISSE. VUSS1NGSCHE COURANT Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post l.SO. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij de Uitgevers Firma F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58. ADVERTENTIËNvan 1—4 regels 0.40. Voor elke regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie, wordt de prijs slechts Aveemaal berekend. Groote letters en clichés naar plaatsruimte. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen. flinmmmerhesfaatnit3 bladen Wegens het Paasch= feest verschijnt Maandag geen nummer onzer Courant. g^T Nieuwe Abonné's, uit gezonderd bij weKelijilsche betaling, ontvangen de dage- HjKs ve schijnende „VLIS- S1NGSCHE COURANT" kos teloos tot 1 April 1913. De Ambtenaar van den Burgerlijken Stand van Vlissingen, brengt ter alge- meene kennis, dat het bureau van den Burgerlijken Stand op MAANDAG 24 MAART zal geopend zijn van des middags 12 tot des namiddags 12' uur tot het doen van aangifte van geboorten en van overlijden. Vlissingen, 22 Maart 1913. De Ambtenaar voornoemd, W. KLOMP. 't Is Lente Lente Het feestgeschal Van Lente Lente Klinke overal Zoo zong eenmaal, voor honderd jaar en meer, een echt vaderlandsch dichter. Hij zong omdat de natuur het dezen aan het landleven gehech- ten dichter zoo duidelijk voorzong en telkenmale als Lentemaand in het land komt wordt het jubellied ons door haar weer voorgezongenhet Lentelied in Lentemaand. Er geurt iets in de luchtTusschen de Maartsche vlagen van stormweer en regen, van hagel en sneeuw in, straalt bijwijlen het zonnelicht door de drijvende wolken, en ziet, het landschap ontvangt reeds de loute rende koestering der zon. Want het is niet meer de bleeke winterzon, die dan doorbreekt maar de alreeds een eind hooger aan den hemel gestegen lentezon, die haar stralen in steeds vertikaler lijnen naar de aarde schiet. En langs velden en wegen, door bos- schen en dreven, over dorpen en steden komt op den adem van den lentewind een trilling van verjongd leven, van voorjaarsweelde en zomer- belofte aangevaren. Er geurt iets in de lucht Het Slot Northminster en zijn laatste Grafelijke bewoners. 89.) „Hoe kan ik weten, of je mij ver giffenis schenkt, wanneer je alles weet, of je niet veeleer met af schuw me ontvluchtZe nam plaats op een stoel dicht bij hem en zat onbeweeglijk in afwachting van het raadsel te vernemen, dat hen geschei den had. „Mijn ongeluk heb ik te danken aan den nacht, waarin mijn vader stierf, drie weken voor ons huwelijk," vervolgde de .graaf „In dien nacht vernam ik de waarheid omtrent den dood van mijn ongelukkige moeder. Bertha, je herinnert je nog wel, wat je zei op den avond, voordat je het slot van tante Elisabeth heimelijk verliet Je zei„Dat was niet Bianca TELEFOONNUMMER 10. Naast de natuur spreekt ook het reiigieuse ieven van verrijzenis, want het lentebegin waar de kalender aan onzen wand van spreekt, valt dit jaar tusschen Palm- en Paasch-Zondag wij hebben een „vroegen Paasch" ditmaal, en de Paaschvuren, gelijk men in sommige streken nog ont branden doet, zijn voor dit keer in Lentemaand ontstoken. En wél paart zich in deze dagen de stem van het religieus gemoed aan die van de natuur daarbuiten, in harmonie van tonen. Spreekt ook in de groote maat schappij deze Lentemaand van har monie, van overeenstemming, van vrede Wij zouden het niet durven beamen. Immers nog altijd is de oorlogsfakkei niet voor goed uitge- bluscht in Europa, en ook al laait zij niet meer zoo fel als eenige maanden geleden, gedoofd is de krijgstoerts nog niet. Toch lijdt het geen twijfel of wij naderen het einde van het langdurige en voor de rust van Europa zoo gevaarlijke Balkanconflikt. De groote Europeesche mogendheden zijn het thans moede om, bij eigen be slommeringen, nog de risico te voegen van het onzekere in een oorlogstoe stand, waarbij elk oogenbiik ernstige complicaties uit kunnen breken. En van daar dat zij nu meer dan ooit hun bemiddeling tusschen de beide strijdende partijen aanbieden, of zoo het moet, deze zullen opdringen. Want waarlijk, het voortduren van den Balkankrijg, het is terecht door den Engelschen premier gezegd, dreigt een schande te worden voor Europa. De hervatting der vijandelijkheden, hoe ook desnoods gewettigd te ach ten, waar blijkbaar het kanon in dezen krijg het laatste woord nog niet ge sproken had, werd door het Euro- peesch concert met leede oogen aan gezien. Immers aan de feitelijke ver houding tusschen de overwinnaars en den overwinnene kon, en kan nu nog te minder, na de eenmaal plaats ge had hebbende overwinningen door de bondgenooten, weinig of niets meer ten voordeele van de Halve Maan veranderd worden. En elke dag van langer krijg is er een van grooter spanning en afmatting. Welke nadee- len de Europeesche handel door dezen oorlog geleden heeft valt slechts te gissen en is moeilijk in cijfers nauw keurig uit te drukkenwelk een spanning al deze maanden in de Europeesche kabinetten geheerscht heeft, is meer dan eens'in de ver schillende volksvertegenwoordigingen tot uiting gekomen; en wie had ge dacht dat, toen reeds in den aanvang van wintermaand het pleit al volko men beslecht was, nu nog in Lente maand in dien oostelijken uithoek van Europa de vrede niet zou teruggekeerd zijn Waarlijk zulk een toestand mag Norton, dat was niet haar broeder Juan, het was graaf Norton zelf, die zijn vrouw vermoordde" .Je hebt de waarheid gesprokenMijn arme moeder stierf door de hand mijns vaders Waarom heeft hij die euveldaad begaan Omdat hij sedert weken ontoerekenbaar was en zijn geestes toestand kendeHij alleen wist dat, maar met de sluwheid van een krank zinnige verborg hij zijn toestand voor iedereenZelfs mijn moeder ver moedde niets! Je weet, dat krank zinnigheid in mijn familie erfelijk is Met onweerstaanbare macht drong die kwaai hem om zijn vrouw te vermoorden. Hoe onbegrijpelijk zoo'n aandrang ook wezen mag, ze zat bij hem in het bloed. Nog voordat de wittebroodsweken voorbij waren, ge voelde hij dien aandrang reeds, en telkens kwam hij weer op, als hij met zijn moeder alleen was. Met alle macht bood hij weerstand, langer dan een jaar, maar hij kon dien drang niet overwinnen. Misschien zou het hem toch gelukt zijn levenslang zich meester te blijven, want hij had mijn moeder innig lief. Doch daar kwam flbonnements-flduerfentiën op zeer uoordeelige uooriuaardeti, r RONA 'T -1 Sa» een schande heeten voor de Euro peesche diplomatie. Bovendien de tijd dringtalle vol keren wier bestaan bij een Europeesch conflict betrokken is, gaan zich sterker wapenen. Geheele nieuwe legers wor den als het ware uit den grond ge stampt, den bevólkingen worden nieuwe materieeie lasten op de schouders gelegd de jonge mannen geroepen het vaderiand te bescher men, zullen langer diensttijd gaan doen, honderden millioenen zullen worden opgebracht," om de weerbaar heid der volken te verhoogen. Regee ringen en parlementen zetten spoed achter het werkop de ministerieelé bureaux wordt overhaast gearbeid, langdurige conferenties tusschen de hoofden der departementen van oorlog en van finantiën zijn overal aan de orde van den dag, de ministerraden komen onder voorzitterschap van president of vorst telkenmale bijeen, en zoowel in Downingstreet te Lon den, op de Quai d'Orsay te Parijs, als in de Wiihelmstrasse te Berlijn en op den Weener Ballplatz, overal is het een onophoudelijk komen-en- gaan van uit het buitenland ontboden gezanten, van attaché's en hooge militaire autoriteiten. Want de tijd dringt. Als eenmaal Turkije teruggebracht zal zijn tot het grondgebied in Eu ropa, dat deze oorlog de Halve Maan nog overliet, als onder de hegemonie van Bulgarije een al of niet uit gesproken opperheerschappij de landkaart en de machtsvarhoudingen ginds een geheel ander aanzien zul len verkregen hebben, dan eerst zal de wedloop van belangen onder de groote mogendheden eerst recht een aanvang kunnen nemeneen strijd om machtiger politieke invloedsferen, om grooter handelsafzetgebieden. Die juan en eischte haar op. Toen deed de jaloezie het overige. Hij had bei den in het park heimelijk gadege slagen en wat hij zag verwarde zijn zinnen,. Nog dienzelfden avond werd hij naar het slot Powsys bij oom Godfried geroepen. Onderweg liet de jaloezie hem geen rust. Een stem in zijn binnensie riep aanhoudend „Je vrouw is bij hem, ga heen en overval ze!" Als een waanzinnige, bezield met een dierlijk verlangen om te dooden, keerde hij terug. Hij vond mijn moeder alleen, ingeslapen bij het open venster, waar hij haar kort te voren verlaten had. Een dolk, die zij 'als vouwbeen gebruikte, lag op de^tafel. Hij greep dien en stiet hem haar in de borst. Dat was een werk van een oogenbiik toen hij den dolk terugtrok, l ig zijn vr#uw doodgestoken voor hem. Ontsteltenis greep hem aan niet voor de ge volgen, daar dacht hij niet om—maar voor de stilte des doods. De waan zin dreef hem opnieuw voort. hij vluchtte, niemand zag hem. Aan den ingang van het park wierp hij den dolk in het kreupelhout, sprong op zijn paard en jaagde in ijlende vaart Strijd zal vreedzaam zijn en blijven zoolang het duurtmaar achter de diplomaten, achter de mannen van den handel en de beurs moeten sterke legerscharen staan,om des noods dadelijk en afdoend te kunnen ingrijpen, waar onderhandeling en diplomatie falen mochten. Maar voor alles dient eerst vrede te heerschen tusschen de thans nog elkander be- kampende partijen in het Nabije Oosten, en is deze Lentemaand ge tuige van een gaandeweg dringender optreden der mogendheden om be middelend tusschenbeide te komen. Hoe verre echter zijn wij hierbij ver wijderd van het harmonieuse waar van wij hiei hoven gewagen konden Slechts in het elkander de loef af steken heerscht overeenstemming, hetgeen waarlijk geen harmonie is waarover te roemen valt. Zijn wij echter niet al te zwaartil lend in dezen tijd van hopen en ver wachting, tijd van bulderende voor- jaarstormen op onze kust, maar ook van reeds koesterende zonneweelde, en lentebegin. Zoo wij het niet wis ten, wie zou achter liet dreigend zwerk en de barre hagelvlagen van gisteren, den geurenden lentedag van morgen vermoed hebben. Dat is het wonder dat de natuur ons bereidt een soortgelijk wonder behoeft ook in de groote maatschappij geen zeld zaamheid te zijn. En zeker kan ook daar in de dreigende elementen, die zich thans samenpakken nog een gunstige wending komen en een blijdere morgen dagen, dan we ons heden nog kunnen voorstellen. Lee- nen wij daarom te gereeder het oor aan den dichter die ons de lente be zong en oog leerde hebben voor de voorjaarsweelde, die ons straks be reid wordtden dichter Staring, Sta ring van den Wildenborg gelijk hij verder." „Onderweg viel hem in, dat zijn waanzin ontdekt kon worden, dan zou men hem in een gesticht plaat sen en van de wereld afzonderen, zooals al zulke ongelukkigen. Hoe het hem gelukte zijn misdaad te ver bergen, is onverklaarbaar doch niemand vatte verdenking tegen hem op. Bianca alleen had gezien, dat'hij den dolk in de hand had en den doodelijken stoot toebracht. Zij zag hem vluchten en bleef als versteend op den drempel staan. Wat er volg de, vernam mijn vader niet meer. Zijn verstand bleef verduisterd, hij verviel tot stompzinnigheid. Dit alles vernam ik, Bertha, van mijn sterven den vader, toen ik bij hem ontbo den werd. Met evenveel ontzetting als je nu naar dit verhaal luistert hoorde ik toen naar zijn zelfbeschul diging. Het is, of ik hem nog hoor zeggen „Dit wilde ik je voor mijn dood nog zeggen, eerstens, omdat ik geloof, dat je recht hebt, om dit te weten, en tweedens, om je te waar schuwen. Men heeft mij gezegd, dat je wilt trouwen. Victor, hezin, eer je begint'! Jc bent mijn zoon, je bent zich naar zijn Geldersch landgoed noemde. Daar heeft hij in het begin der vorige eeuw onder meer ook het bemoedigend lied gedicht, waarvan wij boven de eerste strofen aan haalden, en dat voorzeker de moeite loont het nog eens in zijn geheel te herlezen in Lentemaand van 1913. Daar is een nieuwe mode geboren voor de dames die thans met koopen haar hart weer kunnen ophalen. De groote hatelijke hoeden hebben plaats gemaakt voor heel kleine hoofddek seltjes, die vergeleken bij de vorige modellen ware kleinduimpjes zijn. En waar er nu een nieuwe mode is, zou daar de Haagsche dame zich daar niet gaan aanpassen Dat is toch ondenkbaar niet waar Een vraag die eigenlijk overbodig is. Men kan veilig aannemen, neen het is een algemeen bekend feit," dat, waar er iets nieuws is de Haagsche Beau Monde er als de kippen bij is, er zijn deel van te krijgen. Het was trouwens reeds te merken, dat de groote hoed weldra verdrongen zou worden. Hij had te veel vijanden gekregen, dank zij de enorme hoede-spelden, die er voor noodig waren. En reeds heel vroeg in het jaar, begin Februari, bereidden de grootere modemagazij nen het publiek voor op een revolutie in het hoedenwezen. De poppen wer den getooid met kleine hoedjes, die werkelijk allervreemdts stonden, of schoon niet gezegd mag worden, dat het nu juist leelijk stond. En bij de opening van het nieuwe magazijn De Bonneterie, bleek weer eens dui delijk, dat de groote Parijsche mode huizen de groote hoeden verbannen hadden. En, ik zeide dat u zoo straks reeds, natuurlijk waren de Haagsche dames er als de kippen bij, de nieu wigheid, die nu al geen nieuwigheid meer is in de residentie, want in een paar dagen is het alles oud, te doen inburgeren. Goddankhoor ik de mannelijke lezer, die al eens of mis schien meermalen een haal van een hoedespel of degen heeft gekregen, reeds verzuchten. „Nu zijn wij ten minste van die gevaarlijke dingen af". Het spijt mij u te moeten zeggen, dat gij u niet te vroeg moet verheugen. Zoover zijn wij helaas nog lang niet. Men dient namelijk te weten, dat tot zelfs de spelden van een hoed nog aan de mode onderworpen zijn. De groote hoeden zijn wel verdwenen, wat het voordeel heeft, zoo hoorde ik dezer dagen een jongmensch, waarschijnlijk H. B. S.er beweren, dat men de jongedames in 't gelaat kan zien, welk geluk wij in jaren niet hebben gehad. De groote pennen blijven echter nog een beetje, zoodat mijn bloed, je bemint je bruid niet minder, dan ik haar beminde, die door mijn hand gestorven is. Ik zeg nog eens Bezin, eer je begintMijn lot kan je ook treffen Denk aan het lot van je moeder. Het is mijn laat ste wensch, bijna zou ik zeggen mijn bevelBlijf ongetrouwd Laat ons geslacht uitsterven en daarmee den vloek, die op het geslacht der Nor- tons rust en daarop blijft rusten, zoo lang er nog een Norton leeft!" Als door furiën gedreven, vluchtte ik uit de kamer en uit het huis. Het was, of ik den vloek reeds op mij voelde drukken, waarvoor mijn vader mij gewaarschuwd had. Toen men mij met geweld weer bij zijn vader terug bracht, was zijn lijden ten eindehij was dood Overweldigd door de herinnering aan den vreeselijken nacht, zweeg graaf Norton eenige minuten, voordat hij weer voortging „De begrafenis was voorbij, ik trok den giftigen pijl met geweld uit mijn hart. Ik wilde niet van je afzien." 'Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1913 | | pagina 1