Eerste Blad
Hrêclam~
RONA Cacao
Zaterdag
15 Maarf
IB mimffler beslaat uit 2 hladen
Van Houten's
jSo. 64.
51e Jaargang.
1913
FEUILLETON
Brieven uit de Hofstad
VUSSINGSCHE
Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij de Uitgevers
Firma F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58.
ADVERTENTIËNvan 1— 4 regels 0.40. Voor elke regel
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie, wordt de prijs slechts /weemaal berekend. Groote
letters en clichés naar plaatsruimte.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen.
TELEFOONNUMMER 10.
flbonnements-flduertentiën op zeer uoordeelige uoorwaarden.
Nieuwe Abonné's, uit
gezonderd bij wekelijksche
betaling, ontvangen de dage-
lljks verschijnende „VLIS-
S1NGSCHE COURANT" kos
teloos tot 1 April 1913.
Goede wijn, placht een oud-Hol-
landsch spreekwoord te luiden, goede
wijn behoeft geen krans. Wat hierop
neerkomt, dat wat waarlijk goed is,
niet nog een extra-aanbeveling van
noode heeft. Een geheele reeks ge
slachten gedroeg zich daarnaar, actief
en passief. Actief, door zelf geen
reclame-krans te vlechten om hetgeen
/ij toch als waarlijk goede waar ter
wereldmarkt konden brengen passief,
door zich al van te voren afkeerig te
betoonen tegenover alles wat van
buiten-af hun door de loftrompet der
reclame werd aangekondigd. Een tijd
ïg, een heele tijd lang zelfs, ging
goedalthans de nadeelen van
zulk een exclusief optreden lieten zich
niet spoedig gevoelen. Deze periode
in ons economisch volksbestaan viel
samen met het tijdperk van zelf-be-
_:n op staatkundig gebied, dat
evenwel ons land geen goed gedaan
beeft in de oogen der wereld. Wel
heeft het Holland van weleer, en ook
dat van thans, gelukkig niet geleerd
anderen naar de oogen te moeten
zien; nochtans behoefde dit niet mede
te brengen, dat waar iets van buiten
te leeren valt, men de oogen niet
wijd-open te zetten heeft. En dat het
buitenland ons, waar het gold reclame
maken voor hetgeen het op de
wereldmarkt wilde brengen, nog wel
iels leeren kon, heeft vooral de tweede
helft der vorige eeuw, ons, tot eigen
schade, te Iaat doen inzien. Denken
vij hierbij maar alleen aan de ach
terstelling onzer zuivelbereidingspro
ducten, bij die van andere landen,
Denemarken bijv., dan blijkt het na
deel van te weinig de aandacht te
vestigen, op wat men aan goeds te
p heeft, zonneklaar. Zeker, er is
een tijd geweest dat onze zuivelbe
reiding, eertijds de eerste der wereld,
door sleur en het maar gedachteloos
volgen van verouderde gewoonten,
bij die van andere volken ten achter
geraakte. Doch nadien hebben ook
Wer te lande de nieuwe wetenschap
pelijke methoden hun invloed ten
de uitgeoefend, is ook hier de
techniek der zuivelbereiding, gelijk
Slot Northminster en zijn
laatste Grafelijke bewoners.
83.)
«Wij kunnen elk oogenblik gestoord
worden," antwoordde zij. „Het is
ler de kamer, waar de dames ko-
"l'11 passen, en ik heb slechts wei-
n'g tijd
Wagend keek zij de gesluierde da-
aan, doch nu sloeg Blanca haar
Sll|rer naar achter.
^Bertha" deze week onwillekeu-
5 oen schrede terug, toen zij haar
aam hoorde Bertha, u kent mij
ld j maar mij" naam zal u wel be
z'jn. Ik ben Blanca Norton
Veer trad Bertha een schrede terug
H,aj, gelaat nam een strengere uit
ging aan.
Weekend strekte Blanca de handen
uit
on zeide
tevens van ons geheel landbouwbe
drijf, tot een hoogte opgevoerd, die
niet achterstaat bij veel van het
beste, wat in het buitenland te dien
opzichte wordt aanschouwd. Doch
het buitenland heeft dat op ons vóór,
dat het durft reclame te maken, en
reclame gemaakt heeft, zoodat waar
wij overigens gelijk staan, onze pro
ducten toch niet den afzet vinden,
welke hun naar reden toekomen zou.
Zoo is het bij deze producten gegaan,
zoo ging het bij tal van zaken, waar
mede wij van lieverlede van de we
reldmarkt zijn afgedrongen,
„Wat geeft het mij," zegt de prak
tische Amerikaan, „of gij al iets
goeds te koop hebt, en ik weet het
niet." En omgekeerd, wat heeft
de handelaar aan zijn waar, zoo de
menschen niet weten, dat hij haar
heeft. Beide partijen tot elkander te
brengen, dat is het werk der reclame.
Yankee-land is daarin de geheele
wereld voor geweestzijn reusach
tige reclames zijn tot de verste uit
hoeken der aarde doorgedrongen, en
ongetwijfeld heeft Amerika niet wei
nig zijn voorspoed aan deze omstan
digheid te danken gehad. Echter, er
was een groote keerzijde aan deze
medaille deze, dat de wijze waarop
de business-Amerikaan, U, ons en
iedereen er van wil doordringen, dat
wat hij te koopt heeft, het beste en
het voordeeligste en het meest prak
tische en het meest dit en dat is,
dikwijls zoo opdringerig en boven
dien onwaar is, dat we al spoedig
de ooren en onze beurs bovendien
toehouden. En veel Amerikaansche
reclame is onnut verspild geworden
aan Èuropeesche oogen en ooren,
omdat Amerika nu eenmaal niet
Europa is. Dan valt in ons wereld
deel nog op een ander land te wijzen
dat op reclame-gebied een beter
voorbeeld geeftonze oostelijke na
buren. Sinds de 5 milliard frs. door
het vernederd Frankrijk in de zeven
tiger jaren aan Duitschland betaald,
den nog al eens schraal bij kas zijn-
den „Michel" er een goed eind bo
venop hielpen, is er een geheele
wijziging ingetreden in de verhou
ding van de Duitsche landen met
betrekking tot de wereldmarkt. En
terwijl vlijt en energie thuis de pro
ducten gereed maakten, is een wel
overwogen reclame-geest het buiten
land er van komen overtuigen, hoe
goed het bij Duitschland ter markt
kon gaan, en er zijn waar van be
trekken. In opzet en uitvoering min
der bombastisch en groot-sprekerig
dan de Amerikaansche reclame, is de
Duitsche er vooral op uitgeweest,
door aanschouwelijk voorbeeld te
laten zien, wat het vermag. Geen
tentoonstelling van eenig belang, waar
ter wereld ook in een naburig land
of in de verste gewesten van overzee,
„Bertha, u zal wel begrijpen, waar
om ik hier gekomen ben. Waarom
en op wiens verlangen."
Ijskoud keek Bertha haar aan en
antwoordde
„Ik weet niet, wie u hier gezonden
heeft en ook niet waarom. Wel weet
ik, .wie u isU is de nicht van graaf
Victor Norton
Zonder dat een spier in haar ge
laat vertrok, sprak zij dien naam uit.
Blanca's laatste hoop verdween.
„Ja," sprak zij zacht, „ik ben zijn
nicht Blanca, en ik kom hier omdat hij
dit verlangde."
„En wat droeg graaf Norton u op
„Bertha, hoe kunt ge dat nog vra
gen Dien langen, langen tijd, heeft
hij tevergeefs naar u gezocht. Het
verdriet om u knaagt aan zijn ge
zondheid, wellicht aan zijn leven.
Hij heeft overal naar u gezocht, in
Amerika, in Londen en in geheel En
geland
„Waarom getroostte graaf Norton
zich die noodelooze moeite, zou ik
zeggen."
„Noodeloos Is het dan noodeloos,
dat een man naar zijn vrouw zoekt
„Houd op, miss Norton riep Bertha
Er zal wel geen geneeskundige gevonden
worden, die uit hygiënisch oogpunt aan goede
cacao de voorkeur ontzegt boven koffie, thee
of alcoholische dranken.
is een krachtig fabrikaat, afkomstig uit de
Koninklijke van Houten's Cacaofabriek. De
algemeene waardeering doet verwachten dat
RONA Cacao steeds meer zal worden de volks
drank bij uitnemendheid.
of overal liet en laat Duitschland op
royale wijze Zien, welk een groote
vlucht zijn productie op allerlei ge
bied genomen heeft. En het resultaat
Vraag het den Engelschman, wanneer
ge hem gramstorig gebogen ziet over
de jaarboeken der statistiek, die de
verhouding in de cijfers van den
wereldhandel reeds zoo reusachtig
ten gunste van den Duitschen con
current deed keeren.
En onze handel, onze industrie, ons
agrarisch bedrijf, kortom „business-
Nederland" hoe verhoudt zich dit
tegenover de buitenlandsche concur
renten Het antwoord moet bescha
mend klinken. Ziet, wij willen niet
geacht worden te behooren tot hen,
die al wat het buitenland doet, goed
gedaan vinden, en groen en rijp, mits
het maar van over de grenzen komt,
hier willen importeeren en navolgen.
Er is vaak ai te veel op den vader-
landschen bodem overgebracht in
zeden en opvattingen, wat beter ware,
zoo het gelaten was, waar het van
daan kwam. Doch al te groote vast
houdendheid aan opvattingen, die
indertijd wellicht reden van bestaan
hadden, doch sedert verouderd zijn,
is al evenmin goed. En daaronder
behoort de opvatting, dat het maken
van reclame op de wereldmarkt voor
de Hollandsche producten die er zich
toe eigenen, geen zaak van groot be
lang is. Noch de regeering, noch par
ticulieren, enkelen wellicht uitgezon
derd, doen in deze wat zij konden
en moesten doen. Wij schrijven 1913,
het jaar dat wellicht meer dan eenig
ander een groot aantal vreemdelingen
binnen onze landpalen zal zien komen,
in verband met de herdenkingsfeesten
en de opening van het Vredespaleis.
Meent ge nu, dat de regeering de
burgers is voorgegaan in het, in ge-
pasten vorm, vestigen van de aandacht
op wat Nederland den vreemdeling
daarbij kan laten zien Geenszins
hoe zouden andere landen, onze Bel
gische buren bijv., vdn zulke omstan
digheden niet ruimschoots partij ge
trokken hebben, om in het buitenland
„reclame temaken" vooral het goede
in den lande, wat daartoe in de termen
valt. Hier echter huldigt men nog te
veel de oude zegswijze, waarmede
wij dit artikel aanvingen, en wederom
laat men zich voor ons jubileum-jaar
een schoone kans ontglippen. Dat
men, ook ter hooge regeeringsplaatse,
eindelijk eens inzie, dat zoo goede
wijn geen krans behóéft, deze hem
daarom nog niet immer misstaat,
en zich daarnaar, gedrage.
met fonkelende oogen, terwijl zij
met de rechterhand een gebiedend
gebaar maakte. „Dat is een dwaling
Ik ben niet meer de echtgenoote van
den graaf dat zal ik nooit wor
den ook De plechtigheid, die tien
maanden geleden heeft plaats gehad,
was slechts een bloote formaliteit,
die alle rechtskracht miste, doordien
de graaf op den dag van het huwe
lijk mij verliet. Ik wil u wel zeggen,
dat hij daardoor mijn wenschen heeft
voorkomenik ben hem dankbaar
omdat hij mij willens of onwillens
mijn vrijheid heeft teruggegeven."
Zonder Blanca tijd te geven haar
in de rede te vallen vervolgde Bertha
„Hij slaakte een band, die me mijn
leven lang zou gebonden hebben aan
een man, dien ik nooit zou kunnen
liefgehad' hebben. Dit erkennende,
veracht ik hem een weinig minder
dan mijzelve ik verlang nooit meer
zijn naam te hooren. Onze wegen
blijven gescheiden. Hij moge trach
ten mijn weg Ie .kruisen, zooveel hij
wil ik wijk geen haarbreedte van
den mijne af. Graaf Norton-is mij
geheel vreemdals ik dood was kon
ik niet minder voor hem zijn, dan ik
Straks zullen we nog een proces
krijgen tusschen Staat en Gemeente
over het tegenwoordige Paleis, even
als wij er nu een hebben tusschen
Rijk en Gemeente over den Hofvijver.
Bekend is, dat de Gemeente een
deel van den Hofvijver, bij den Vij
verberg wilde dempen, doch dat de
Staat den talrijken natuur-minnende
vrienden te hulp kwam, door der Ge
meente het eigendomsrecht van dat
stuk water achter de gebouwen der
Eerste Kamer en Ministerie van Bin-
nenlandsche Zaken, te ontzeggen.
In eerste instantie heeft de Gemeen
teraad het pleit gewonnen, doch
natuurlijk gaat het Rijk het hooger
op zoeken.
Is het streven van het rijk niet
sympathiek? O, zeker! Waar de ge
meente zich niet wilde ontzien, om
een deel van dat mooie plekje, bij het
Plein, te bederven, door demping van
een deel van den vijver, en daarmede
den geheelen Vijverberg zal ontsieren,
daar was het zaak, dat er gedaan
werd wat mogelijk was, om een der
nu ben. Ik begrijp niet, hoe hij den
moed heeft mij te volgen en u naar
mij te zenden. Maar nu ge eenmaal
hier zijt, wil ik u een raad geven
„Kom hier nooit terug! Laat graaf
Norton voorzichtig zijn, dat hij me
niet op straat nasluipt. ik heb nooit
veel geduld gehad, in den laatsten
tijd is dat nog minder geworden. Ik
ben slechts een arm, alleenstaand
meisje, maar laat hij zich gewaar
schuwd houden," zei ze dreigend.
Blanca beefde. Dat had zij niet
verwacht.
Bertha liet haar geen tijd om te ant
woorden, en vervolgde
„Zooals ik reeds gezegd heb Ik
heb slechts weinig tijd, Madame Mo-
rabeau veroorlooft ons niet bezoeken
te ontvangen gedurende den werk
tijd. Miss Norton, ik heb de eer u te
begroeten
„Bertha, blijf nog een enkele mi
nuut!" smeekte Blanca. „Ach, waar
mee zal ik uw hart verteederen Ik
mag niet verraden, waarom Victor u
moest verlaten. 0,-Bertha, ik bezweer
je, alleen de innigste liefde joeg hem
weg van je zijde. Hij verloor alles
alles Weet je wel, dat zijn
gelijk vandalisme, want dat is het dan
tóch per slot van rekening, als is het
gesanctionneerd, tegen te gaan.
De gevangen-poort wilde men zoo
laten, wat heel goed is. Maar achter
de Besognekamer en eenige andere
huizen, die daar met hun achterkwar
tier tegen 't water staan, wilde men
het water doen verdwijnen om een
breederen en tevens makkelijken ver
keersweg te maken.
Nu 't rijk slib gevangen heeft in
eerste instantie, is te verwachten, dat
ook verderop het rijk schoon ongelijk
krijgt en kunnen wij alvast historische
briefkaarten maken van den Vijverberg,
want die worden, als men niet meer
weet, hoe 't er daar eenmaal uitzag,
geld waard.
En nu heeft pas 't lijk aan Burg.
en Weth. te verstaan gegeven, dat het
niet van plan is, het paleis in het
Noord-Einde af te staan, om daar een
stadhuis te laten bouwen en daarvoor
een terrein op „Zorgvliet" in de plaats
te accepteeren, ook al geeft de ge
meente nog geld toe.
Nu bestaat natuurlijk de, zij 't ook
geringe kans, dat de gemeente, die
ook in andere kwesties al eens met
't rijk niet „ai te best" kon opschie
ten, zegt, nu zullen wij eens kijken,
of wij dat Paleis ook kunnen krijgen.
Ik zeg daar dat die kans wel gering
is en dit is aannemelijk pok, omdat
bij een mogelijk onteigenings-proces,
de Koningin zeer nauw in de kwestie
zou betrokken worden en men kan
veilig aannemen, dat dit als 't eenigs-
zins kan, voorkomen zal worden.
Maar waarom wil de gemeente nu
juist daar in 't Noord Einde een ge
meentehuis bouwen Is er elders
geen ruimtie in overvloed Och jawel
tenminste als men 't iets verder op
wil zoeken. Nu weet ik wel, dat men
niet bij Duinoord wil wezen, dat zou'
al te ver uit de buurt zijn, maar ook
elders is er nog ruimte te over. Zeker
't zal een massa geld kosten, maar
kost 't geen geld als de gemeente
beklag zou leggen op het Paleis?
Immers ja
Ik stel mij dan ook voor, dat waar
een wil is, zeer zeker wel eeri, com
plex gebouwen gevonden zal worden,
om plaats te maken voor een raadhuis,
of ook wel een terrein, geschikt voor^
dat doel, te bekomen is.
Zou b.v. het rijk niet te vinden zijn
voor een transactie met de gemeente
over het Malieveld
Zou dat reusachtig groote stuk
grasveld niet geschikt zijn, om een
raadhuis op te bouwen Men kan
't dan den ambtenaren wat „makke
lijker" maken ook en hun „lang"
verblijf binnen de kantoormuren zoo
veel mogelijk veraangenamen, door
er een tuin of een plantsoen om te
maken. Ruimte genoeg!
Het nieuwe raadhuis ligt dan ook
einde nabij is? Eerst in zijn ster
vensuur mag hij je alles zeggen
Daarom smeekte hij dagelijks, dat
dit uur spoedig komen moge. Hij
verlangt daar naar, omdat hij zoo
lijdt, nu hij je verloren heeft. O,
Bertha, Bertha, heb medelijden met
den man, voor wien je alles bent.
Zie, ik kniel voor je neder! Zooals
je eenmaal hoopt op de ontferming
van onzen Vader in den Hemel,
ontferm je nu over Victor!"
Blanca was voor haar op de knieën
gezonken en vatte met bevende han
den den zoom van haar kleed, ter
wijl de tranen haar langs de wangen
rolden.
„Heb medelijden, Bertha, luister
naar de stem van'je hart," smeekte
zij. „Beproef het ons geloof te schen
ken, al begrijp je niet alles Bij alles
wat heilig is zweer ik, dat zijn liefde
inniger is dan je vermoedt! Zijn groote
liefde doet hem wegkwijnen. Zijn
wij niet ailen zondaren En toch
hopen wij op vergiffenisSchenk
hem dan ook vergiffenis, o, vergif
fenis
(Wórdt vervolgd.)