Eerste Blad
Van Houten's
Cacao
keeren kezen.
Zaterdag
8 Februari
Dit iiiimner bestaat uit 2 Maden
Feuilleton.
Nd, 34
51e Jaargang.
1913.
Gemeentebestuur.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen. TELEFOONNUMMER 10. flhonnements-Adoertentiën op zeer uoerdeelige ooorutaarden
Uitstekende dagelijksche drank, verre te ver
kiezen boven koffie en thee. Opwekkend en
zenuwsterkend. Vooral voor kinderen zeer aan
te bevelen. Machtig wapen in den strijd tegen
misbruik van alcoholische dranken.
Brieven uit de hofstad.
zy stapte naar de deur, doch keer
de nog even terug.
VLISSINGSCHE
COURANT.
Prijs per drie maanden i 30. Franco per post L50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postd;recteuren of rechtstreeks bi] de Uitgevers
Firma F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58.
ADVERTENT1ÊN van 1—4 regels 0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent BIJ directe opgaaf van driemaal plaatsing derzeifde
advertentie, wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Groote
letters en clichés naar plaatsruimte.
SCHOOLWEZEN.
De plaatselijke commissie van toe
zicht op het lager onderwijs maakt
bekend, dat de openbare lessen
aan onderstaande gemeentescholen
zuilen worden gegeven sis volgt
Maandag 10 Febru:ri 2—4 uur
school A (hoefd de heer Lan sman.)
Dinsdag 11 Februari 2—4 uur
school B (hoofd de heer Op den
Z eke.)
Donderdag 13 Februari 2—4 uur
school F (hj)fd da heer v. d. SI kk°.)
Ouders,'-oogde i of erzorgers van
leerlingen en b langsteüenden w ïrden
iftgenoodig1 deze Ier sen bij Ie wo-
ner.
De Commissie voornoemd,
JOS. VAN RAALTE, voorzitter.
A KLOEKE, secretaris.
Sedert kort is onze stad een nut
tige instelling rijk gewordendé
Openbare leeszaal, welke eenige da
gen geleden voor het publiek werd
opengesteld.
Daarmede heeft Vlissingen in de
rij &ei steden plaats genomen, waar,
hetzij van overheidswege, hetzij van
particuliere zijde, hetzij ook, gelijk in
de meeste steden zoowel binnen- als
buitenlands het geval is, door beide
deze inrichtingen gesticht en onder
houden worden.
Het instituut der Openbare Lees
zalen is er een van betrekkelijk jon
gen datumwel is het een kind der
vorige eeuw, doch slechts uit het
laatste kwartaal daarvan. Eerst toen
het universitair onderwijs reeds lang
een hoogen trap van ontwikkeling
bereikt had, schijnt het dat men is
gaan inzien, dat om een volk waarlijk
tot een ontwikkelde natie op te voeren,
het niet voldoende was aan een en
kele bevoorrechte klasse, al de baten
der verstandelijke vorming in den
schoot te leggen. Toen dit besef meer
en meer doordrong, zijn in alle landen
wélmeenenden aanstonds aan het
werk getogen, om de groote leemte
in het tekort der volksontwikkeling
aan te vullen. Daarbij kwam, dat ook
van onder-af een sterke drang naar
betere levensverhoudingen zich deed
gevoelen, welke drang gepaard ging
met het besef, dat, willen betere
materieele omstandigheden gedijen
Het Slot Northminster en zijn
laatste Grafelijke bewoners.
-O—
53.)
•Dezen morgen heb ik den graaf
het
Jawoord gegeven I"
--- - gV6VI«,ll
w volgde een lange poos stilte.
gelaat van Beatrice was bijna
»i®t te herkennen, zoo vertrokken
™as het. Plotseling verburg zy het
uit handen en barstte in tranen
"®e?trlce 1" riep Bertha, die er van
in?? ,aan was- »Da Gods wil, schrei
j'P n,et zoo! Heb je bem dan zoo
innig lief 1
haaMranè 660 '00ver8'a2 verdwenen
•Hem liefhebben riep zij uit. „Ik
li Ir, V nlel aan- Maardat
me 0fd° Waarom maakte hy
o»n voortdurend het hof Waar
daarnevens een ruime plaats dient
ingeruimd aan de goederen van gees
telijken aard. In breede lagen der
maatschappij, in de niet- of weinig-
bezittende klasse groeide een onstui
mig verlangen naar meerdere kennis,
naar grooter profijt ook voor hén,
van de vele en schoone vruchten
door de moderne wetenschap en
kunst geschonken. En zoo vonden
zij, die zich aangordden om iets van
die wetenschap en kunst nader tot het
volk te brengen, gereedelijk onthaal.
Intusschen, aan tegenstellingen heeft
het dien pioniers der volksbeschaving
niet ontbroken integendeel, zij waren
vele en van verscheiden aard. Doch
onversaagd zijn zij voorwaarts ge
trokken, bolwerk na bolwerk ver
overend. De openbare meening moest
op hun hand gebrachtna deze, de
bestuurslichamen in stad en land van
tegenstanders, tot medestanders ge
maakt worden. En inmiddels deed
het particulier initiatief het zijne.
Vooral in het buitenland was dit het
geval. Meer en meer kwam men tot
de overtuiging, dat het voora! eigen
lijke algemeene ontwikkelingsmate
riaal niet of althans te weinig binnen
het bereik van de massa lag, en dat
dit euvel als het voornaamste, moest
en kon overwonnen worden. Het
boek, als zoodanig in de uitgebreidste
beteekenis opgevat, moest voor het
volk bereikbaar zijn. Daaraan vol
deden zoomin de groote universiteits
bibliotheken, wegens hun zuiver
academisch karakter, als de bekende
volksbibliotheken, wier voorraden
louter uit ontspanningslectuur en niet
altijd van de beste soort bestaat.
Tusschen deze uitersten in, deed
zich bij de volksontwikkeling deze
groote leemte gevoelenvoor ieder
toegankelijke boekerijen, bij welker
samenstelling een milde geest voor
gezeten heeft, die de wetenschap niet
tot de geleerden, de kunst niet tot
de kunstenaars, de wonderen der
techniek niet tot de mannen van het
vak beperken wil. Boekerijen, waar
derhalve minder de beoefenaars der
streng-dogmatische wetenschappen,
der steil-vormelijke kunst-uitingen,
der louter vakkennis vereischende
techniek, op hun plaats zijn, dan wel
de naar verdere ontwikkeling hakende
midden man.
Deze dorst naar méérdere kennis
dan de schooljaren aan velen gegeven
heeft, dan zij meestal ook later in
het leven deelachtig zijn geworden,
is een zich alom voordoend ver
schijnsel. Daaraan tegemoet te komen
is een taak der gemeenschap. Doch
waar der gemeenschap reeds zoovele
lasten op de schouders gelegd zijn,
schijnt het, dat deze niet aanstonds
zich daarvan ten volle kwijten kan.
Althans in ons land is de steun, welke
de Openbare bibliotheken en lees
om sprak hij dan woorden tot me,
die ik niet anders kon opvatten dan
a's een bekentenis van zijn liefde
voor mij Waarom dat, als hij jou
tot vrouw begeerde En het ergste
is nog, dat jij niet zooveel om hem
geeft 1"
Zij keek de arme Berlha aan, alsof
ze haar met de oogen wilde vernie
tigen.
„En mag ik dan eens vragen, hoe
veel jij om hem geeft, als je hem
niet liefhebt?"
„Meer toch dan jy, want ik ben
althans niet op een ander verliefd 1
„El, op wie ben ik dan verliefd
„Op Charles 1" luidde het stellige
antwoord van Beatrice. „Ontken dat
eens, als je durft 1 Jij bent op Char
les verliefd en Charles op jou I en
zij keek Bertha zoo scherp aan, dat
deze de oogen neersloeg.
„De dubbelzinnige rol, die je ge
speeld hebt, strekt je tot eerl Voor
dat jij tusscben ons kwam, onder
scheidde graaf Norton mij bij elke
gelegenheid. Als ik niet het ongeluk
had gehad ziek te worden, dan had
h)j reeds bij den overtocht uit Ame
rika aanzoek om mijn band gedaan.
RONA
zalen lot dusver van overheidswege
genoten, gering.
Anders is dit over de grenzen, in
Duitschland bijv., maar ook in Enge
land en voor alles in Amerika. De
offervaardigheid van verscheidene
rijke Amerikanen, heeft liét mogelijk
gemaakt, dat ginds de* Openbare
leeszalen in tal van steden op een
leest zijn geschoeid, zoo rijk en groot
ais wel nimmer in het oude Europa
zal mogelijk blijken. W-vit éen ding
is den lezer zeker reeds duidelijk, dat
deze boekerijen grooten finantieelen
steun behoeven. Gemiddeld worden
de minimum-uitgaven per hoofd der
bevolking op 11 a 12 cent geraamd;
voor dezen prijs kan een eenigszins
behoorlijke Openbare leeszaal en
bibliotheek in stand gehouden wor
den, al zijn er, als bijv. in Engeland,
voorbeelden dat éen veel hoogere
prijs, zeer wél besteed is. In West
minster o.a. wordt bij een bevolking
van 185000 zielen, f 118000 per jaar
aan dit doel besteed, zijnde dus 63
cent per inwoner. In ons land is men
van dat alles nog ver verwijderd. De
vaderlandsche steden, waar men thans
Openbare leeszalen vindt, en waartoe
nu ook Vlissingen behoort, blijven in
hun sleun alle verre beneden den 12
cent maatstaf. Rotterdam bijv. zou
van gemeentewege dan f 44000
moeten geven, in plaats van thans
f 8000, welk bedrag ook door 's Gra-
venhage wordt gegeven, in plaats van
de f 30.000 waatop volgens de mini
mum-berekening aanspraak zou ge
maakt mogen worden, en volgens
welke berekening van de Vlissingsche
gemeente-kas voor ruim f 2600 zou
mogen gevraagd worden
Maar nu was je nacht en dag sa
men
„Houd op, BeatriceJe fantaseert
„|e begrijpt wel, wat ik daarmee
zeggen wil. Je hebt je best gedaan
om hem te boeien, totdat hij redde
loos In je macht was. Toen wist je
zijn jaloerschheld nog op te wekken
door je omgang me! mijn broer,
en dit gaf den doorslag. Je hebt het
goed overlegd, Bertha, ik wensch je
het loon, dat je verdiend hebt!"
„Dank voor je goede wenschen,"
antwoordde Bertha nu op spottenden
toon. „Ik acht mij te goed om op je
verwijten te antwoorden. Als je my
zulke dingen toedicht, is het my ge
heel onverschillig hoe je over me
denkt. Hoe het zy, graaf Norton
heeft my de eer bewezen zich mei
my te verloven, hy bemint my en ik
heb hem genomen. Als jelui mekaar
te Macroom niet begrepen hebt, dan
ben Ik daarvoor niet verantwoorde-
iyk te stellen. Ik ga je nu weer ver
laten, Beatrice, dat is voor ons bei
den het beste I"
„Ga niet heen," gebood Beatrice.
„Ga niet heen, maar beantwoord my
deze vraagBemin je Charles
Intusschen, wij willen aan deze
beschouwingen nog een woord toe
voegen in overeenstemming met het
geen wij boven den aanvang dezer
regelen plaatsten. Naast den meer
zakelijken kant van het. vraagstuk is
er een van nog meer belangde
geestelijke. Namelijk deze, hoe van
het in de Openbare leeszalen en
bibliotheken bijeengebrachte materiaal
zooveel mogelijk geprofiteerd kan
worden. Wij bedoelen hiermede hoe,
als ten slotte alle materieele belem
meringen overwonnen zijn, als lees
zaal en bibliotheek voor het publiek
toegankelijk gesteld zijn, hoe dan dit
laatste zich verhoudt tegenover de
schatten van kennis en kunde, welke
binnen zijn bereik gebracht werden.
Dit vraagstuk nu is moeilijker op
te lossen, dan al de andereimmers
hier baten algemeene regelen van
voorschrift maar luttel, daar het in-
dividueele, de persoonlijke aanleg
van elk onzer de plaats bepaalt,
waar en hoe hij zich tegenover het
gebodene verhoudt. De trap der ont
wikkeling is niet door ieder even
hoog bestegen. Maar wil zelf-ontwik-
keling vruchten dragen, dan dient
zelf-kennis de aansporende, maar ook
de vermanende leidsvrouw te zijn.
Zeker, anderer voorlichting zal bij
het nuttig gebruik van al het ter be
schikking gestelde niet ontbreken.
Doch deze voorlichting hoe deskun
dig en welmeenend verstrekt, vermag
slechts de eigen aandrift aan te vullen
de richting waarin elk zich het best
vormt, kan alleen door hemzelf ge
voeld en tot uiting gebracht worden.
Een boek ter hand te nemen, een
Bertha keerde zich om en liet een
lach hooren.
„Baminnen Nu ja, Ik bemin
hem genoeg om hem niet het onge
luk te storten. Zoodra wy meer voor
elkaar werden dan neef en nichi, zou
je papa hem onterven. Charles en ik,
wy zijn beiden practische menschen.
Daarom hebben wy elkaar de hand
gedrukt en zyn overeengekomen, dat
wy ook in de toekomst niets voor
elkaar zyn dan neef en nicht I"
„Wat zulke practische menschen
toch te bewonderen zyn!' sprak
Beatrice met bytenden spot. „Weet
graaf Nortotr iets van die overeen
komst
Bertha vertrok geen spier van haar
gelaat.
„ik ben graaf Norton geen ophel
dering schuldig. Hy wil my nemen
zooals ik ben."
„Ah zoo," spotte Batrlce. „En wan
neer vier je bruiloft?"
„Het is nauwelijks een uur gele
den dat ik myn woord heb gegeven.
Hq kon toch niet in éen adem aan
zoek doen en de bruiloft vaststellen I
Dat kan nog lang duren 1 Lady Cai-
ley zal zich wel tegen hel huwelqk
maandwerk tc doorbladeren, is niet
vo'doende. Het moet gelezen worden,
maar niet met de oogen, doch met het
verstand, dikwerf ook met het hart.
Eerst dan zijn de uren daaraan besteed
niet als. verloren te beschouwen. Want
tusschen lezen en verstaan ligt dik
wijls zulk een breede scheiding,
de afstand tusschen de mate van ont
wikkeling, welke de lectuur eisctvt,
en die welke ons eigen is. Dit nu is
de klip waarop menig geestdriftig
beginneling, oud of jong, aan de taak
zijner zelf-ontwikkcling, gestrand is
het grijpen naar dingen die b ven zijn
verstandelijk bereik liggen. Dan blijkt
reeds na eenigen tijd dat het resultaat
gering, de moede vergeefs, de
geestdrift verdwenen is. En het een
maal voorgestelde doel wurdt gemist
Doch daarnevens gelde ook dit
ni m r lager te grijpen dan ge ver
standelijk reeds bereikt hebt. Dit toch
is een euvel even groot als het andere
en de uren aan minderwaardige lec
tuur dan ge beval en kunt besteed,
zijn uren die. evenmin tot verdere
ontwikkeling van de geestelijke ver
mogens van het individu kunnen
leiden. Ook deze doen dus het doei
missen.
Waar het dus op aankomt, dat is
op het lééren lezen, dat elk zichzelf
in de eerste plaats moet zoeken eigen
te maken. Voorzichtig schiftend kaf en
koren, onderscheid leeren maken
tusschen voos omkleedsel en vrucht
baren inhoud en te leeren doordringen
tot de dingen waar het omgaat, om
ten slotte geleidelijk het gelezene en
opgenomene te laten bezinken tot
dien vasteren bodem, waarop het
eigen levenshuis dan des te schooner
kan worden opgetrokken.
Eerst dan zullen wij ten volle
levenswinst hebben leeren trekken
uit die openbare instellingen, welke
voor ieder een zegen op zijn weg
kunnen zijn.
- i-11 '1
Zoo ontving ik dan door tusschen-
komst van de redactie der „Vlis
singsche Courant", het blad van
Maandagavond, waarin een „gebo
ren Vlissingsche", mij er op op
merkzaam maakt, dat evengoed in
de beschaafde kringen aldaar, als
hier, in de „goe-residentie", het
woord „lollig" onder de „categorie
van triviale woorden gerangschikt
wordt."
Daar heb-je 't ai. Nu gaat men
mij in de Scheldestad ook al be
strijden en kort maar krachtig nog
wel.
Maar wat bewijst dat nu Meent
men nu werkelijk, dat ik nu „mir
nichts, dir nichts" aanneem, dat het
woord „lollig", werkelijk is een
verzetten 1"
„Ben je daar bezorgd over?"
„Volstrekt niet 1 Hij is meerderjarig,
dus by zyn eigen heer en mees
ter. Het strekt een vrouw tot eer,
wanneer haar de zuivere liefde van
een man met een edel karakter ten
deel valt. Als men de zaak zoo op
vat, word Ik vereerd door het aan
zoek van den graaf, anders niet. Ik
heb geen liefde voor rykdommen of
een adeliyken stamboom. Voor bet
overige behoef ik voor hem niet on
der te doen 1"
„Na koffiedrinken gaat het gezel
schap een rytoer maken. Het plan Is»
dat je in het rijtuig zou worden ge
dragen. |e papa en mama, lady Car-
ley, kapitein Hammond en Charles
zyn van de party
„En jy
„Ik ga Ir. een ander rytulg, dat de
graaf bestuurt."
„Alleen vroeg Beatrice met ver
bittering.
„Natuuriyk, alleen 1" zei Bertha en
ging heen.
(Wordt vervolgd.)