Dinsdag
7 Januari
Feuilleton.
No. 6.
51e Jaargang.
1913,
Gemeentebestuur.
BINNENLAND.
VLISSINGSCHE COURANT.
Prijs per drie maanden 1 30. Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij de Uitgevers
Firma F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58.
H.
ADVERTENT1ÊN van 1—4 regels 0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. By directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie, wordt de prys slechts tweemaal berekend. Oroote
letters en clichés naar plaatsruimte.
Verschijnt dagelijks, uiigesonderd op Zot?- en Feestdagen.
TELEFOONNUMMER 10.
flborsnemenfs-flduertentierc op zeer ooordeelige ooorutaarden
BEKENDMAKING.
Afgekeurd vleesch.
Burgemeester en Wethouders van
Vlissingen
maken bekend
dat gedurende het 4e kwartaal
1912 door den keurmeester van het
slachtvee en vleesch zijn afgekeurd
als nadtelig voor de gezondheid
1 kali, 2 varkenskoppen, 1 party
varkensvleescb, 3 stel ingewanden
van schapen en 2 vaten gesmolten
reuzel.
Voorts herinneren 2ij belangheb
benden voor zooveel noodig, aan het
bepaalde by art. 207, 3? lid der alg.
verordening van politie luidende
«Wanneer het herhaaldeiyk voorkomt,
dat by eenzelfden slager of vleesch-
verkooper, voor de gezondheid na-
deelig vleesch wordt aangetroffen,
zonder dat daarvan aangifte is gedaan
zyn Burgemeester en Wethouders
bevoegd, zulks met vermelding van
de namen der belanghebbenden, ter
openbare kennis te brengen."
Vlissingen, 7 Januari 1913.
Butg. en Weth, voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
De Secretaris,
WITTEVEEN.
Prins Hendrik.
De Prins der Nederlanden, die ter
genezing van de neuralgiën, waar
aan hy lijdt, eenigen tijd in den
Tanus zal verbiyven, zal zich 8
januari daarheen begeven. Hij zal
vergezeld zyn van zyn adjudant,
majoor jhr. van Suchteien van de
Haare.
Minister E. R. H Regout.
Volgens een particulier telegram
uit Nizza aan „de Tel." is de ge
zondheidstoestand van den minister
van justitie nog steeds zeer ernstig.
Het is hem onmogeiyk te loopen en
hy moet het bed houden. Drie dok
toren, in consult vereenigd, hebben
verklaard, dat leizen vooralsnog on-
mogelijk is.
De Sluitlngsdwang.
Men lette nu op wat, volgens „De
Fakkel," in ons land geschiedt.
De eene gemeente veert op voor»
beeld van Amsterdam de dwan'ver-
ordening op de sluiting van winkels
en magazijnen in, de andere verwerpt
haar. In Arnhem wist men het in
den Raad van een sterke oppos tie
der tegenstanders fe winnen, in Gro
ningen verwierp men den sluitlngs
dwang. in Zaandam kreeg men de
winkelsluiting er door, en Leiden,
Hilversum, Gouda en Assen en ook
Het Slot Nortliminster en zijn
laatste Grafelijke bewoners.
O—
25.)
„ik antwoordde daarop heftig, dat
ik dit nooit zou doen en verliet de
kamer. Toen ik alleen was, had ik
spijt over mijne heftigheid. Met het
voornemen mijne verontschuldiging
aan te bieden, keerde ik naar de
kinderkamer terug en vond de gravin
in een diepen slaap. Ik wilde haar
niet storen en verliet onmiddellijk
weer de kamer. Op den drempel
ontmoette ik Johanna Pool. Ik heb
haar nooit mogen lijden; ik herin
nerde haar op barschen toon aan
haar plicht en gebood haar naar
boven te gaan by het kind. Nadat
tk een kwartier in rayne kamer was,
kwam Hooper my berichten, dat de
gravin vermoord was. Natuurlijk ver
in Din Haag, meenen w'ij, moeten
de gemeenfeiyke autoriteiten er niets
van hebben, ln lal van andere ge
meenten des lands ageert men er
tegen en zoo za! zeker in enkele
gemeenleraden de Pruisische dwang
maatregel nog wel worden doorge
dreven, terwijl men elders, beter
het algemeen belang en den tijdgeest
begrijpende, het particulier-initiatief
van den middenstander voor moord
zal weten ie vrywaren. Zoo zal het
land een toonbeeld worden van een
chaoüschen toestand op dit gebied.
In de eene gemeente zal de winke
lier, ook ai heeft hy met personeel
niets van doen, ter wille van een
beperk'ei arbeidsdag van winkel
bedienden, gedwongen worden op
zeker uur zyn huis voor het publiek
te sluiten, terwyi elders ook groote
zaken met massa's personeel van de
onbelemmerde vryheid zullen biyven
genieten. Gaan nu b.v. Amsterdam-
sche bedienden naar Roiterdam,
Groningen, Den Haag of andere
plaatsen, waar de averechtsche soci
ale maatregel van sluitlngsdwang
nog niet is toegepast, in betrekking,
dan kan dit voor hen, afgescheiden
van het tinancieele, beteekenen ver
slechtering van arbeidsvoorwaarden,
immers verlenging van den arbeids
duur. Men voelt, dat hier iets mank
gaat, dat de vryheid van bedrijf voor
winkeliers hier en daar aan banden
worct gelegd zonder bereiking van
het beoogde doel, n.l. een beperkten
arbeidsdag voor de werknemers in
hel winkel- en magazijnbedryf.
Zou thans voor de regeering niet
het juiste oogenblik gekomen zyn
om in te grypen door indiening van
een ontwerp van wet op den arbe.ids-
iijd van personeelen Dan kan een
einde gemaakt worden aan dwang-
maairegelen der gemeenten en wordt
zoo dco' den Nededandschen win
kelbediende eindeiyk bereikt, wat-
naar toch thans onomstootelyk is
gebleken langs den weg van
sluitingsdwang voor hem onbereik
baar is.
De eerste feesten in 1913.
Uit een schrijven van de Haar-
lemsche commissie voor „PJan 1913"
aan den gemeenteraad, blijkt, dat
Haarlem de eerste der dertig Ne-
derlandsche steden zal zijn, die dit
jaar gaan feest vieren.
Wanneer de stroom van vreemde
lingen, die dit voorjaar, naar men
hoopt, nog veel grooter zal zyn dai
anders, naar de bloelende bloem
bollen komt, denkt men een fees'e-
lijkfi opening van het nieuwe Hal-
senmuseum te organiseeren. Verder
zullen de heeren Enschedé, Gonnet,
oud-gemeente archivaris en Rutgers
van der Loeft, bibliothecaris der
Stadsbibliotheek, een retrospectieve
loor ik daardoor mijne gewone kalm
te. Wy gingen samen naar beneden.
Wet ik daar zag, moest my voor
een oogenblik va t mijn heider ver
sland berooven, maar ik hersielde
my en gaf bevel den huisdokter en
de politie te halen en graaf Victor
te verwittigen. Verder wist ik niets
te doen. Ik trok my in mijne kamer
terug en bleef daar, totdat lady Car-
ley kwam."
In de „Chesholmer Courant" werd
de opmerking gemaakt, dat deze ge
tuigenis veel overeenkomst toonde
met eene welbestudeerde rede en
niet voor de vuist scheen uitgespro
ken te zyn.
Hierop sprak de president:
„Den volgenden avond had u
buiten het slot eene samenkomst met
een man. Is u bereid ons inlichting
te geven omtrent die samenkomst
en omtrent den naam van dien
man
„Neen dit weiger ik beslist," ant
woordde zij op vasten toon. „Ik heb
alles gezegd, wat ik weet en wat op
de misdaad betrekking kan hebben.
Omtrent myne particuliere zaken laat
ik alle vragen onbeantwoord," en
boekdrukkery-lentooiisteliing inrich
ten.
Tenslotte wordt er nog een re
clame voor Haarlem voorbereid,
maar den aard daarvan wil hei co
mité geheimhouden, omdat het na-
volgen door andere steden, voor
Haarlem de waarde zou verminderen.
In een vorige raadsvergadering is
reeds een voors!e!' van B. en W. trr
sprake gekomen, om aan het co
m té een subsidie van f 2500 te
geven. De zaak is toen echter aan
gehouden, omdat de raad zich niet
voldoende ingelicht achtte omtrent
de plannen en de voorbereiding er
van. In verband met dit laatste, deelt
het comi mee, dat by de op ich
ting van het comité overleg is ge
pleegd met de vereenigingen, die
daarvoor in aanmerking kwamen.
Het vragen van bijdragen van par
ticulieren en vereenigingen oordeelt
het comité niet gewenscht, nu deze
feestelijkheden een reclame zyi voor
Haarlem en het gemeentebestuur het
aargewezen lichaam is, om In de
kosten dezer rrciaire bij te dragen.
(„Tel.")
De regenval in 1912.
Waar velen den wensch geuit zullen
hebben, dat het jaar 1913 minder
ryk aan regen moge zyn, dan het af-
geloopen jaar geweest was, kan het
zyn nut hebben, door eenige cijfers
den regemijkdom van 1912 aan te
geven en met vroegere uitkomsten te
vergelyken. Over geheel Nederland
bedroeg gemiddeld de jaarsom van
den neerslag in her z.g. „meteorolo
gische jaar" (gerekend van 1 Decem
ber 1911 tot 30 November 1912)
844 mm. In Zuid-Holland zelfs 926,
ln Utrecht en het Westen van Gel
derland 903 en in Zee'anc en Wes
telijk Noordbrabant 892 mm. Op de
146 stations die volledige waarne-
rirger 'nzonden, waren er d'e een
jaarsom hafdei van meer dan 900
mmen hiervan waren er 4 met
meer dan 1000 mm. De kroon spande
het stoomgemaal Cruquius(bij Heem
stede aan de Haarlemmermeer), dat
met 1225 mm. de grootste tot dus
verre bereikte jaarsom (1185 mm. in
1903 aan het.stoomgemaal Leeghwa
ter) overtrof. In de laatste 40 jaren
hebben enkel 1903, 1882 en 1877
zich door een ro* grooteren neerslag
onderscheiden. In 1903 bedroeg de
jaarsom gemiddeid over het geheele
land 907 mm.en in het gedeelte dat
Zuid Holland, Utrecht, Gelderland en
Overijsel omvat, zelfs 962 mm. Op
de 91 stations waren er 47, dus meer
dan de helft, met een jaarsom van
meer dan 900 mm. en hiervan 13 met
meer dan 1000 mm In 1882 en 1877
bedroeg de ja^rsom resp. gemiddeld
876 en 861 mm. Het totaal aantal
stations, dat met meer dan 900 mm.,
met opgaheven hoofd verliet zij de
zaal.
De jury trok zich terug om te be
raadslagen.
In eene zijkamer hadden zich eeni
ge intieme vrienden van de familie
rondom lady Carley en mis3 Blanca
verzameld. Er werd weinig gespro
ken. Men was in gedrukte stemming
wegens het noodlot dat Blanca
dreigde te treffen. En het zou nog
spoediger komen dan men dacht. In
spanning wachtte men op het einde
van de beraadslagingen der jury, toen
een constabel met een volmacht in de
hand op Blarca toetrad en zyne
hand op haar arm legde. Lady Carley
liet een gil hoorde, een der aanwe
zige heeren, baro - K"ndrick, trachtte
tusschen beide te komen, terwyi
Blanca achteruitweek. De stalen ge
laatstrekken van den dienaar der ge
rechtigheid verand: -den echter niet.
„Miss Blanca Norton," zelde hy
luid, en elk woord ging den omstan
ders als een dolksteek door het hart,
„ik neem u gevangen als verdacht
van moord met voorbedachten rade,
gepleegd op gravin Margaretha Nor
en dat met meer dan 1000 mm., be-
edroeg in 1882 resp. 65, 28 en 6; en
in 1877 31, 11 en 3, gerekend over
het kalenderjaar was de gemiddelde
jaarsom voor Nede land 861 mm.
in 1S12, 865 ln 1903, 882 in 1882, en
856 in 1877en in het kalenderjaar
had Cruquius in 1912 1253 mm.
neeislag.
Naar dezen maatstaf gerekend komt
1912 c'us in de derde plaats.
(„N. R. Ct.")
Ned. Post- en Telegraafbond.
Zondag werd door de afdeeling
Utrecht van den Nederlasdschen Post
en Telegraafbond te U'recht eene
vergadering belegd, ter bespreking
van de begroeting van waterstaa'.
Met algemeene stemmen werd naar
aanleiding hiervan de volgende motie
aangenomen
„De vergadering enz., betuigt haar
dar.k aan die Kamerleden, die by
de behandeling van de Waterstaats-
begrooting de klerkenkwËStie hebben
ter sprake gebracht; brengt hulde
aan het besiuur van den Bond voor
zyn krachtig streven in zake den
s'riji voor de positieverbetering der
klerken spreekt, ondanks de woorden
van den minister van Waterstaa', dat
het hoofdbestuur geen goede afspie
geling is van de goede elementen,
die in het korps talrijk zijn, haar
volste vertrouwen uit in het bonds-
bestuurbetreurt, dat de minister zijn
woorden, waarin hy zegt, dat in ons
orgaan getracht wordt de lezers en
de Kamerleden op een dwaalspoor
te brengen, niet met feiten heeft toe
gelicht, vooral waar Kamerleden van
ve schillende richting ten gunste van
de klerken hebben gesproken, en
gaat over tot de orde van den dag."
De eischen van „voorgeoetendheld".
De minis'er van oorlog heeft aan
de Tweede Kamer doen toekomen
een nota betreffende het onderzoek
naar de eischen van voorgeoefend
heid, bedoeld in art. 70 der militie-
wet 1912.
Na mededeeling van het examen
programma, geeft de minister te ken
nen, dat dit zoodanig was samenge
steld, datlo. aan het examen kon
worden voldaan door een jongeling,
die zich enkele jaren achtereen on
der goede leiding lichamelijk hc-eft
geo-.fend en z'ch gedurende een paar
maanden meer speciaal op de examen
eischen heeft voorbereid; 2o. de
voo:b"reiding overal mogelijk is, daar
zy slechts het gebruik van eenvou
dige hulpmiddelen eischt.
Omtrent den uitslag van het onder
zoek deelt de minister het volgende
mede
Voor het onderzoek in November
1912 hebben zich in het geheel 1122
lotdingen aangemeld, waarvan er
tonIn naam der koningin gij zijt
myn gevangene 1"
X.
Er waren drie dagen verloopen. In
plecbtigen optocht bracht men het
stcffeiyk overschot van Margaretha
de laatste gravin Norton, in den graf
kelder, waar de hooggeboren voor
vaderen en erfgenamen van het oud
adeliyke geslacht den eeuwigen slaap
sliepen. Te midden van hen kreeg
Margaretha Dobb, de „Plebejers
dochter", eene laatste rustplaats
naast menige graven- of prinsendoch
ter.
Overal wekte het ongelukkig einde
van zulk een jong, beminneiyk schep
sel als gravin Margaretha diep en
innig medeiyden.
Wie had toch de misdaad gepleegd
Het meisje, dat in de gevangenis te
Chesbolm in voorioopige hechtenis
zat, of haar ellendige broeder Bet
den hadden zij de jonge gravin ge
haat; Blanca, omdat Margaretha
haar heur beminde had ontnomen
Juan, omdat ze hem niet toebehoor
de. Wie van belden had het gedaan
Dat was de eenige vraag.
185 niet zijn verschenen, de meesten
zelfs zonder kennisgeving.
Mitsdien hebben 937 loielingen aan
het onderzoek deelgenomen, van
welk getal aan 291 het bewijs werd
uitgereikt, dat zij aan de eischen
hadden voldaan.
Van degenen, die zich aan het exa
men onderwierpen is derhalve 31 pCt.
geslaagd.
O/er de klachten ombent de wijze,
waarop het examen werd afgenomen
schrijft de minister, det een ingesteld
onderzoek heeft doen zien, dat vete
iotelingen, die voor het rxamen
slaagden, met lof gewaagden van de
tegemoetkomende houding der exa-
mencommiss'ënterwijl zij die niet
slaagden veelal een minder gunstig
oordeel uitspraken, waarmede een
bekend verschijnsel opnieuw beves
tigd werd.
Waar het niet te verwachten was,
dat zulks hier anders zou zyn, moet
men de klachten der nii tgeslaagden
dan ook onder reserve aanvaarden.
Ommen.
Het distrlcts-camké der Chr. Hist.
Unie in Ommen deelt in de „Ned."
mede, dat het heeft bes'oten aan het
hoofdbestuur der Chr. Hisf. Unie het
verzoek te richten een commissie af
te vaardigen naar het district om
de geheele zaak der Ommer verkie
zingen in loco te onderzoeken, opdat
er zoodoende een officieeie eindbe
slissing kome in het belang der Unie
en van het districts comité.
Het comité zegt dit te publiceeren,
opdat niemand in de meer.ing ver
keert, dat het districts-comité zich
neerlegt bij de verschillende aikeu-
rende oordeelvellingen, die over deze
quaestie zijn gepubliceerd integen
deel, het meent een volkomen recht
vaardige zaak te hebben gediend en
in deze tyden niet anders te hebben
kunnrn en mogen handelen.
Kapitein Thomson.
De Nederlandsche attaché by het
Grieksche leger, het lid der Tweede
Kamer, kapitein L. W. J. K. Thomson,
bevindt zich aldus meldt men aan
de „Tel." op het oogenblik in
Phiiippiaden in de nabijheid waarvan
dezer dagen de G ieken er. de Turken
gestreden hebban. Kapitein Thomson
maakt het naar uit van hem ont
vangen brieven te berichten valt
uitstekend, wat zyn gezondheidstoe
stand betreft. Wel is hij evenals vele
anderen, eenige dagen onwel geweest,
als gevolg van de afschuwelijke en
ondraaglijke lucht, die in zijn omge
ving door de talleoze lijken werd
verspreid, maar z'n 'gezondheid is
overigens zeer goed.
Hij heeft af en toe nogal ontbering
geleden. Hy trok met de Grieken naar
Blanca had hare gevangenneming
zoo bedaard opgenomen, als hadde
zij die verwacht. Er speelde zelfs
een mat lachje om haar mond, toen
zy tot lady Carley en baron Kendrick
zeide
„Lieve tante, waarde vriend,—
waarom zoo verwonderd Ik heb dit
van den beginne af verwacht, maar
ik vrees niets 1"
Zij reikte hare tante en den vriend
tot afscheid de hand met de woor
den
„Vaarwel, tante Elisabeth, vaar,
wel, goede vriend Kendrick I Ik weet
dat uw geloof in my door niets zal
wankelen. Ik hoop u dikwijls te zien
en te vernemen, hoe het myn neef
gaat. Zwyg dit vooral voor hem. Het
zou hem geen goed, maar wel kwaad
doen! Zet uw kommer over my ge
rust op zyde tanteHet doei my
leed u zoo bedroefd te zien I Vaar
wel I
„Denk je, dat ik je zoo alleen laat
gaan, kind L'eve hemel I Myne nicht
Blanca Norton als een gemeene mis
dadigster in de gevangenis I Het is
om krankzinnig te worden 1
(Wordt vervolgd.)