Zaterdag
7 December
No,290
50e Jaargang.
1912.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zen- en Feestdagen.
TELEFOONNUMMER 10.
ftbonnements-ftduerfenfien op zeer uoordeelige voorwaarden
BINNENLAND.
11! DEN HAK OP DEH TAK.
VLISSINGSCHE COURANT
Prijs per drie maanden 130. Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij aiie Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij de Uitgevers
Firma F. VAN DE VELDE Jr„ Kleine Markt 58.
ADVERTENTIÊN van 1—4 regels ƒ0.40. Voor eiken regtl
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie, wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Qroote
letters en clichés naar plaatsruimte.
Tweede Kamer.
De Kamer ging gisteren vooit met
de behardeling van de Indische be-
grooting. Bij het verder debat over
de oorlogsafdeeling zetle de minister
uiteen hoe de regeering krachtig het
in concubinaat leven door blanke en
bruine christen militairen zal tegen
gaan èn door geen vergunning meer
te verleenen om in het kampement in
concubinaat te leven, èn door geer.
vergunning ie geven aan de gelegen
heid tot het aangaan van een huwe
lijk. De regeering kan en mag echter
niet optreden tegen het in concubi
naat leven door mohammedaansche
militairen.
Tegenover den heer Vliegen erken
de de minister, dat het een ernstige
fout is geweest om den sergeant
Deysenroth, die reeds een iangdurigen
demoraliseerenden patrouiliedienst
achter den rug had, naar Soemba,
waar bij gruwelen heeft bedreven, te
zenden als patrouille commandant
Bij eventueel noodige andere proef
nemingen met berggeschul zal de
fi ma Schneider (Crcusot) niet zijn
uitgesloten, verklaarde de minister,
mits zij op aannemelijke voorwaarden
mede zal dingen.
Minister ColijR weigerde uitstel In
den bouw van nieuwe onderzeeboo
ten en beloofde een krachtige bevor
dering van de opleiding van inlan
ders voor de vloot in den Archipel.
Zee-Ongevallenwet.
Onder bovenstaanden naam is in
gediend een wetsontwerp tot verze
kering van personen, werkzaam tn het
zeevaartbedrijf en in hei zeevlsschers-
bedrijf, tegen geldelijke gevolgen van
bedrijfsongevallen.
Tegelijkertijd zijn ingetrokken de
in 1904 en 1907 aangeboden wetsont
werpen beiriffende de verzekering
van personen, werkzaam in htt zee-
visschersbedrjjf en in het zeevaart-
bedrijf.
De indiening van een nieuw ontwerp
aldus wordt in de Memorie van
Toelichting medegedeeld is niet het
gevolg van een ander inzicht omtrent
de wenschelljkheid eener wettelijke
verzekering, maar omdat de regeering
zich niet in alle opzichten kon ver
eenigen met de regeling der verzeke
ring in de vroegere ontwerpen.
Kamerverkiezingen 1913.
De liberale kiesvereeniging te Enk-
huizen heeft voor de Kamerverkiezing
in 1913 candidaat gesteld den heer
jhr. R. R. de Mura't te Zier kzee.
Een afscheid.
In „Onze Eeuw" deelt de heer prof.
mr. W. van der Vlug' meie, dat hij
de redactie van het tijdschrift gaat
verlaten. De concentratie der iinker-
groepen hebban den heer Van der
Vlugt een waarschuwing in herinne
ring gebracht, die hq in 1905 in „Onze
Eeuw" neerschreef tegen het bederf
dat in ons openbare leven insluipt.
Nu zegt hij
Zoo éener ais andeizqds was het
antithese-gevoel nooit sterker, bit
terder dan thans. Nog blijft juist hier
gelijk reeds vóór vUf jaren, de af
grond gapen. En de gevolgen des
tijds reeds voorspeld, zij laten zich
niet wachten. Rechts niet minder dan
links zijn al voor 't offerfeest der
vroegere overtuigingen ter eere van
het komend kiezers-jubeljaar de aan
stalten gemaakt. Oinds een doorgaan
onder het juk der dwangverzekering
naar Duitschen trant. Hier: een aan
loop tot den sprong in hetallemans-
bewind, dat op cor.veniie-heerschap-
plj moet uitloopen. Zelfs blijkt van
zekere haast om het offer snel te
brengen. Liever doorgevlogen dan
doorgekropen. Slechls heeft men voor
het verrassende van zulk een bedrijf
niet allen zin verloren. Wat er genen
kant van het scheidingsstroompje
plaats heeft, men krijt het over en
weer voor stembusrekening uit. Als
deed men niet in het kamp der
vrierden krek heizdfde. Het eigene
lave:ren wordt verbloemd onder 't
voorwendsel dat praciische staatkunst
bondgenootschappen tusschen onge
lijk gezinden en dus inschikkelijk
heden noodij maakt. Als stond daar
niet aan de overzij des sTooms een
groep, waarmee mm zonder zulke
inschikkelijkheid op ettelijke hoofd
punten zich zou kunnen verstaan.
Nu de gedachte, die onder zijn
leiding „Onze Eeuw" moest bepleiten
en heeft bepleit, heeft afgedaan, acht
prof. Van der Vlugt den tijd om heen
te gaan als redacteur, gekomen.
Militaire berichten.
De le luit F. F. Verva», van het 3e
reg. inf., gedetacheeid geweest bij de
Koloniale Reserve, is met ingang van
1 Jan. 1913 overgeplaatst bij het 5:
reg. inf.
Da „Avp." verneemt, dat aan on
derofficieren, ingedeeld bij die com-
pagniën, waarvan het mindere perso
neel thans reeds in de grijs groene
uniform zal worden gekleed, een
gratificatie van 50 gulden zal worden
toegekend als tegemoetkoming in de
kosten van aanschaffing der nieuwe
uniform, die ook thans reeds door
hen zal moeten worden gedragen.
Door den minister van oorlog is
bepaald, dat miliciens onder de wape
nen voor eerste oi hïrhalingsoefering
niet mogen wo den bestemd voor het
verrichten van diensten in cantines.
Alleen miliciens, die zich vrijwiliig
onder de wapenen bevinden, mogen
h'ervoor worden bestemdzoo deze
niet beschikbaar zqn, dan bahooren
burger personen voor rekening van
het "can inebedrqf in dienst te worden
genomen.
Redding van schipbreukelingen.
Nu het ongunstige jaargetijde we
der is ingetreden, het jaargetijde met
zijn stormen, waarin vele strandin
gen op onze kusten plaats vinden
maar ook het jaargetijde waarin
voor de moedige kustbewoners het
grootste aanial reddingen te boeken
valt herinnert „De Reddingboot",
het orgaan van de Nrord- en Zuid-
Hollandsche Reddingmaatschappij,
in een „Woord aan alle Nederlan
ders", hoe veel noodig is om dat
menschlievende werk in stand te
houden.
„Om aan onze flinke boofbeman-
ningen het beste materiaal te kunnen
geven, dat te maken is. waardoor
de gevaren voor hen rr'et grooter
zijn dan noodig is en voor het na
komen van de overige verplichtingen
der Maatschappij, daarvoor is een
som van pl.m. f 40 000 per jaar
noodig. En al bezit de Maatschappij
een kapitaal, de rente daarvan is
lang niet toereikend, zoodat de hulp
van belangstellenden niet kan ont
beerd worden. Dankbaar kunnen wij
constateeren, dat de belangstelling
van het Nederlandsche volk de
Noord- en Zuid-Hollandsche Red-
dlngmaatsc'nappq in staat heeft ge
steld, sinds haar oprichting in 1824
haar iaak te vervullen. De uitgaven,
noodig voor een goed uitgerust en
geoefend reddingwezen, zijn echter
in den laatsten tijd veel grooter ge
worden. Onze taak heeft zich uitge
breid aan de westkust van Friesland,
waar wij thans vier stations onder
houden, een nieuw station komt
binnenkort op Texel tot stand. Ons
kapitaal m3g dus niet afnemen, doch
moet grooter worden. Wij wenden
ons dus tot u met het verzoek ons
te helpen in ons menschlievend
werk voor zoover gij nog geen
contribuant zljt -- door het schen
ken van een vaste jaariyksehe bij
drage en zoo gij reeds bijdraagt,
door in den kring uwer verwanten
en vrienden contribuanten te winnen.
In diezelfde aflevering van „De
Reddingboot" lezen we dat de wer-
keis en moedige zeelieden der Miat
schappij sedert de oprichting 582
reddingen verrichtten en 4433 levens
redden. In 1911 alleen 8 reddingen
i en 71 levens.
Het is de internationale broeder
en zeemansplicht van ons land van
zeevaarders, dien de Maatschappij
zoo goed veryult.
„De vrouw kan niet zwijgen. De
vrouw wil altoos het laatste woord
hebben." Neen, lieve lezeres, niet ik
beweer dit, de geplaatste aanhalings-
teekens bewijzen, dat ik slechts wil
weergeven, wat de volksmond 't is
waa-de mond van het mannelijk
deel van het volk vaak zegt. De
dames pro'esteeren daar natuurlijk
tegen, maar leveren dan daarmee,
volgens den boozen man, juist het
bewijs voor de waarheid der bewe
ring. Ik kies hier voor geen geld der
wereld paülj, want ik blijf graag op
gosdvn voet met de lieve sekse. Maar
zij zullen het mij niet euvel kunnen
duiden, als ik aan de wetenschap in
deze het woord geef. Voor de weten
schap buigen wij allen deemoedig
het hoofd, ook al zijn wq het er niet
altoos mee eens, en nu is ook deze
zaak werkelijk reels va. wetenschap
pelijke zijde onderzocht met het re
sultaat, dat de praatzucht der vrou
wen zit in het bloed. Och arme!
Naar het „Maandblad voor Zieken
verpleging" namelijk mee te deeien
weet, het ft een Engelsch geleerde,
Sir James Chritchton Brown, de we
tenschappelijke oplossing gevonden
van het vraagstuk, waarom de vrou
wen meer praatziek zijn dan de
mannen, m.a.w. waarom de vrouw
over een grooter voorraad woerden
beschikt dan de man en die ook
sneller wee! te gebruiken. Dat ligt
in het bloed, zooals men gewoonlijk
zegt. De woordenvloed heelt zijn
ontstaan te danken aan een rijkeren
bloedtoevoer naar de hersenen. Het
grootste deel van het slagaderlijk
bloed stroomt bij de vrouw door
den nek naar de hersenen, terwijl
bij den man de beste en rijkeiijkste
bloedtoevoer van het voorhoofd uit
in de hersenen komt. Nu weet mui,
dat deze beide gedeelten der herse
nen bij den mensch heel verschillend
werken. Het achterste deel is de ze
tel van het gevoel en 't uitgangspunt
der waarnemingen door het gehoor
en het gezicht, terwijl het voorste
gedeelte dient als „bemiddelingsbu
reau" der wilsuitingen, van het
trachten, het wenschen, en van de
neigingen. Da prikkeling, die de over
vloed van bloed in verschillende
deeien der hersenen uitoefent, ver
klaart dus, waarom de vrouw de
dingen eerder ziet, waarom ze snel
ler leert en vloeiender en met meer
gemak en genoegen spreekt dan de
man. Haar ffjn waarnemingsvermogen,
de levendigheid harer op/attingen en
van haar gevoel, staan onder den
invloed van een sterker prikkeling
dan bij den man, omdat zij rijkelijker
gevoed worden. Maar aan den ande
ren kant heeft de rijkere bloedtoevoer
in de voorhoofdhersenen bij den man
tengevolge, dat de werking van
zijn intellectueel scheppingsvermogen
grooter is en bij beschikt over een
rustiger oordeel en een vasteren wil.
Nu weet men tenminste weten
schappelijk waarom een vrouw niet
zwijgen kanl
De vrouw kan zich nu ook, als
zij wil, op dien wetenschappelijken
grond verontschuldigen en zeggen
ik kan niet anders.
Nog in een ander opzicht is de
vrouw het voorwerp van onderzoek
geweest. Een Engelsche geleerde,
professor Pearsen, heeft gedurende
eenige jaren de lichaamskracht van
een vrouw bestudeerd en conclu
deert nu aan de hand van cijfers dat
de vrouw in de laatste tientallen
jaren is toegenomen in grootte en
kracht, terwijl de man daarentegen
in lengte is teruggegaansinds 1875
6 millimeter of streep. Misschien
komt het, dat de minnen over 'tal-
gemeen minder, de vrouwen meer
handenarbeid en lichaamsoefening
i hebben gekregen.
Met den groei van het lichaam
groeien ook de hersenen der vrouw,
beweren geneeskundige autoriteiten
dit feit moet ook door meting zijn
bevestigd, volgens „De Vr." en het
is te verwachten, dat een organische
vergrooting der vrouwenhersens een
geestelijke meerderheid van de vrouw
boven den man tengevolge zal heb
ben.
Ook de schilders hebben gecon
stateerd, dat de vrouwelijke modellen
voortdurend groster worden, en de
bekende rcclameteekenaar John Has
selt beweert, dat over honderd jaar
de vrouw gemiddeld 1 M. 98 c. M.
groot zal zijn.
Zelfs het strottenhoofd is in dezen
groei betrokken en onze kleinkin
deren kunnen zich voorbereiden op
het hooren van prima-donna's, die
tweede bas zingen. Da duidelijkste
vorderingen in groei bij de vrouw
maken echter heupen, beenen, hoofd
en hals. Sommige boosaardige lieden
rekenen er ook de hoeden en de
schoenen mat hooge hakken by, maar
deze lasteraars verdienen geen geloof,
zegt „De Vr."
Wij zeiden sirak3, dat steels meer
vrouwen zich een werkkring schep
pen en zoo onafhankel'ijk worden, in
h'ur bestaan, van den man. „Waar
om blijven zoovele vrouwen onge
trouwd „Daily Mi-ror" dacht dit
niet bete» te weten kunnen komen,
dan door het de ongetrouwde dames
zelf te vragen. Dat was zeker heel
vermetel, maar dat is niet voor onze
rekening.
De antwoorden, die inkwamen,
waren zeer verschillend.
Bea'rice Harraden, de schrijfster van
„Ships that pass in the night", ant
woordt
„Ik kon mijn vrijheid niet opgeven
en heb nooit een man ontmoet dien
ik in ruimte van opvattingen kon
vergelijken met mijn vader, die mijn
vriend en kameraad was."
Een andere dame, Kate Muffat,
zegt„omdat ik nog altijd zit te
wachten op de fee, die my den aar-
digsten man ter wereld zal brengen."
Magaret Morris vat de zaak weer
anders op en zegt ronduit „omdat
ik nog nooit gevraagd ben".
Een bekende romanschrijfster miss
Evelyn Sharp, weet het zelf niet met
zekerheid en antwoordt„daar zullen
misschien heel wat redenen voor zijn,
maar ik kan er geen een bedenken.
Misschien zou ik wel kunnen zeggen,
waarom ik het als ongetrouwde vrouw
nogal prettig vind, maar dat vraagt
ge niet."
Een tooneelspeelster zegt„'t Is
wellicht moeilijk te zeggen, maar Ik
geloof dat ik veel te veel van myn
moeder en myn broers houd om te
huwen."
Een andere dame, kunstenares, zegt
„ik ga zoo op in mijn werk, dat ik
een slechte vrouw voor myn man zou
wezen."
Een vrq jong meisje heeft een heel
andere opvatting„ik heb 't niet
noodig. Ais ik getrouwd was, zou ik
aan huis gebonden zyn en met dan
sen en avondpartqtjes en uitgaan was
't gedaan."
En een oudere vrouw, die zelf den
kost verdient, geeft het volgende be
scheid
„Ik ken zooveel vrouwen, die ruwe
mannen hebben en ik heb zooveel
gelezen over ongelukkige huweiyken,
dat ik mij gelukkig gevoel ongehuwd
te zqn."
'tls zeker in meer dan een opzicht
jammer, dat er niet meer door den
band des huwelqks worden verbon
den, waarmee ik echter volstrekt niet
wil zeggen, dat het In het huweiyk
altoos lozengeur en maneschyn is.
En van menig huwelijk is men ge
neigd te zeggenwas het maar nooit
gesloten 1 Wat zijn man en vrouw
het niet zelden oneensEn hoe lie-
de lijk gedraagt zich vaak hen van
beiden, door elkaar ontrouw te wor
den. Leest men niet herhaaldelijk, ook
in berichten uit ons lieve vaderland,
dat de man naar de Nieuwe Wereld
erhuist en zijn gezin soms in be
klagenswaardigen toestand, achter
laat Aan de „N. Veend. O." wordt
geschreven
Het gebeurt mei zelden, dat zoo
ais nu fe Veendam weer is voorge
komen, door het vertrek naar Ame
rika, ónverzo'g-i huisgezinnen worden
achtergelaten, zoowel door vade'S en
moeders van gezinnen.
Iets anders in omgekeerden zin
viel voor een zestal jaren te Zuid-
broek (O.) voor.
Daar trouwden op een dag en op
hetzelfde uur twee flinke arbeiders
met eveneens twee fUnke vrouwen,
welke laatsten na het gemeente
huis te hebben verlaten goedvon-
den van mannen te wisselen Jaren
en jaren woonden genoemde gezinnen
naast elkaar; de mannen gingen naar
de fabriek, de vrouwen leefden in de
beste harmonie.
Van scheiden was geen sprake, het
trouwen bleef trouwen en de kinde
ren, die geboren werden in beide
gez'nnen kregen de namen der vaders,
die buurlieën waren.
Thans nu deze kinderen op rijpe
ren leeftijd komen wordt de schei
ding der bedoelde echtparen meer be
spraken dan voorheen.
Dat zijn zeker wel heet eigenaar
dige verhoudingen, zooals wel hoogst
zelden zullen voorkomen. At zijn die
zeker niet goed te keuren, afkeurens
waardig in hooge mate, ja laag en
gemeen, was zeker wat iemand te
Goch uithaaicK
Een jong meisje in de nabq Gen
nep gelegen grensstad Goch had ge-
ruimen tijd verkeering gehad met
eenen daar werkzaam zyaden coupeur,
NoriérUt'ider van geboorte. Nadat het
nestje keurig ingericht was, zou het
huweiyk thans voltrokken worden. In
de rozïgste stemming onderaam men
den tocht naar 't stadhuis, om wet-
telqk in den echt verbonden te wor
den. Da3r aangekomen vernam het
bruidje echter tot haar groote ont
steltenis, dat haar geliefde bruidegom
in zijn vaderland reeds gehuwd
was en door verscheidene kindertjes
papa genoemd word. Onmachtig zonk
zq neer in de armen harer familie
leden, van welke gelegenheid de voor
een beetje bigamie niet terugschrik
kende huweiijkscandidaat gebruik
maakte om naar de andere zijde van
de grens af te marcheeren. Hq vergat
inderhaast eenige gelden die hy van
't bruidje onder zqne berusting had,
tem» te geven.
Het meisje mag van geluk spieken,
dat zij er nog zóó afkwam. Niet
minder ontstellend was, wat te Pavia
gebeurde in het gasthuis. Sedert
eenige dagen lag een genaamde An-
gelo Tulotti aldaar gevaarlijk ziek en
was zoodanig verslecht, dat hy geen
teeken van leven meer gaf.
De van dienst zijnde dokter onder
zocht hem zorgvuldig en besloot dat
hy overleden was. Het treurig nieuws
werd medegedeeld aan de bloedver
wanten, die den afiyvige een laatste
bezoek brachten. Zq bemerkten niets
en verlieten het gasthuis, als iedereen
overtuigd, dat Tulotti dood was. Doch
een van dezes zuster verlangde 's
anderdaags aanwezig te zqn als het
lijk zou gekist worden. Die toelating
werd haar, niet zonder moeiiykheden,
gegeven.
Terwijl de arme vrouw bitter weende
over het lijk baars broeders, zag men
eensklaps vol schrik, dat Tulotti de
oogen opende en opnieuw ademde.
Dadeiyk werden geneesheeren bijge
roepen en het bleek dat men te doen
had gehad met een schyndoode.
Den verrezene werden dadeiyk de
beste zorgen toegediend en men hoopt
Tulotti te redden.
Schrik en ontsteltenis, ai was het
niet van zoo droeven aard, werd ook
door het volgende by een paar Pa-
rysche dames teweeggebracht.
Het is bekend, dat kleine hondjes
zeer gezocht zyn, vooral door ryke,
adeliyke dames. De voorliefde voor
die kleine diertjes ontaardt echter vaak
in een passie, die de daaraan lijden
den wel eens duur fe s aan komt.
Dat laatste moest een Fransche ba-