alen lonen. 197. If Bit ■urnmef heslaal uil 3 hladen Eerste Blad. Wallersbrunn. Van H MMISSE. Maandag 25 November IOED- ISCHE 1912. INKEN. Iiiion 33. CONCENTRATIE. Feuilleton. if, srwerkt. N0.279. 50e Jaargang. /an alle is aan* Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen. TELEFOONNUMMER 10. Abonnements-Aduertentiën op zeer ooordeelige uoormaarden te drinken, dat is gezonder voor hen en voor hunne senuwren dan welke andere drank ook; maar iet er op dat ge van deze krachtige pittige cacao niet veel noodsg hebt voor de bereiding, dan zuit ge ondervinden dat ge hun voor uiterst weinig geld het gezondste te drinken geeft dat maar te bedenken is Brieven uit de jiofsiad. :ht, dat de .LAGE ge porzien, van ie, Borst- e doozen. n Banket I ienlng. lend, VLISSINGSCHE COURANT. Prijs per drie maanden 130. Franco per post 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren, Postd;recteuren o* rechtstreeks bij de Uitgevers Firma F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58. ADVERTENTIÊN van 1—4 regels 0.40. Voor eiken regtl meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie, wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Qroote letters en clichés naar plaatsruimte. (o) Wij zijn een volk van weinig woor den veel-sprakigheid is niet een onzer meest geprezen nationale eigen schappen. Men behoeft slechs een maal de landsgrenzen te zijn overge trokken of het verschil is opvallend. Eerder nog; men kan het al gewaar worden in internationalen trein of boot, hoe de zwijgzaamheid onzer landslui den contrasteert met de loslippige flux-de-bouche den Franschen land aard eigen, met de vleierige „Liebens- würdigkeit", waarmede de blonde Germanen-zoon u tracht van zijn denkbeelden te overtuigen. Men schijnt ginds zoozeer aan den vorm waarin de denkbeelden gehuld, de gedachten gekleed worden, te hechten, dat het dikwijls voor den buitenstaander moeilijk valt, den eigenlijken inhoud van het gezegde duidelijk te omvatten. Van wat wij de uiterlijke welspre kendheid noemen, is ginds niet alleen een groot deel van den dagelijkschen omgang doortrokken, zij viert haar hoogtij bij voorkeur in parlement en voor de balie. Men kan de parlemen taire redenaars van oratorischen stijl te ontzent gauw genoeg tellen in de buitenlandsche parlementen echter zuit ge ze, zelfs bij tientallen, niet nauwkeurig opgeven kunnen. En de balie, hoe schijnt ginds het recht slechts geroepen om de zege-kar der schitterende welsprekendheid te vol gen, hoe wordt daar de pleitbezorger, die de grootste macht heeft over de taal, tevens voor den besten verde diger van het recht gehouden. Hoe viert in de buitenlandsche pleitzaal de schoone vorm triumfen over de vage rechtsbewustheid der jury-leden. En zoo ook wij de welsprekendheid van een advocaat geenszins een on nut aanhangsel van zijne kunde ach ten, de vorm waarin zijn rechts gronden voorgedragen worden zal hij nimmer tegenover het, immers louter uit mannen van het vak bestaande, rechts college, een alles overheerschende plaats doen innemen. Waarlijk, „Eloquentia" vindt met haar goede en kwade zijden, niet haar schoonste woonplaats in deze landen. Wagen wij een gissing ter verklaring van dit feit. Eens, in de jaren van zijn hoogste macht, heeft een Europeesch overwel diger ons land een aanslibbing der Fransche rivieren gelieven te noemen. 25.) o— HOOFDSTUK XIV. Dr. Parnese, directeur van het krankzinnigenhuis voor gevangenen, trad binnnen. Hoe denkt u over den toestand van den baron Von Erlenburg vroeg de president. De heer Von Erlenburg is volko men bij zijn verstand, verklaarde dr. Parnese. Zijn er bij hem volstrekt geen spo ren van waanzin waar te nemen Op dit oogenblik niet. Als de heer Von Erlenburg vroeger krankzinnig is geweest, dan moet dat reeds jaren geleden zijn, volgens mijne meening. Hebt ge hier iets op aan te mer ken vroeg de president aan den be schuldigde. ik heb mijne verklaring daaromtrent reeds afgelegd, antwoordde dr. Ri- Deze landen zouden dan geformeerd zijn door en bestaan uit hetgeen de stroomen waters dier rivieren, aan slib van het hooger land zouden hebben medegevoerddit slib, al lengs tot dikker en vaster lagen be zonken, moest dan den klei-bodem opgeleverd hebben, dien wij den va- derlandschen grond noemen. Het spreekt van zelf, dat deze formule niet anders was dan een formule, be stemd om ook geologisch goed te praten, wat reeds in politieken zin beklonken wasde inlijving bij Frankrijk. Toch is in de gezochte qualificatie déze zaak juistonze bo dem staat inderdaad op het laagste niveau van alle de Europeesche lan den met betrekking tot den zee-spie gel en in Holland en Zeeland, we weten het maar al te goed, moeten duinen en kostbare kunstmatige wa- terkeeringen het land behoeden, dat zelfs nog ónder den zee-spiegel ligt. Geen wonder, dat wij een volk zijn van klei- en waterkinders. Hol land en de zee, het is of ge van kind en moeder spreekten onze knappe waterbouwkundigen, zij zijn niet voor niets, te allen tijde de geheele wereld door beroemd en aangezocht geweest. Die voortdurende strijd met het ons omringend element, hij heeft een in vele opzichten stoer en krachtig volk gevormdmaar het bunder hij bunder veroveren van onzen bodem, met gestadigen ijver en nijver over leg, zoo op den zoet- als op den zoutwatervijand, het heeft ons leeren het overtollige, het bij den bestaans- strijd immers dikwerf hinderlijk over tollige te vermijden. Het is alsof wij onbewust begrepen hebben hoofd en handen vrij te moeten houden, vrij van welke, hoe schoon schijnende banden ook, die wellicht andere natiën tot sieraad mogen dienen, om te kunnen blijven die wij zijn. Wij heb ben zoo goed in den aardrijkskundigen als in den staatkundigen bestaans- strijd, geleerd en begrepen alle onze krachten te moeten concentreeren op één punt saam te trekken al wat aan geest- en lichaamskrachten ons deel is, ten einde geologisch en politisch het „hoofd boven water" te houden- En wil men een verklaring zoeken, waarom schittering in redeneertrant, een bruischende welbespraaktheid, een blinkend omhulsel hier zoo wei nig inheemsch te noemen zijn, wel licht dat daar een der redenen valt te vinden. In critieke tijden in het bestaan van ons gemeenebest hebben schit terende manifesten, klinklang veelal van rytmisch woordenspel nimmer eer. voorname rol gespeeld. Doch wel heeft een enkele leuze, een enkel woord soms, de schare weten te bin den, te overtuigen hoe zij zich te gedragen had. Dan viel voor een moli. De president zweeg en de getuige trad terug. Nu werd dr. Francesco binnengeleid. Zjjn getuigenis kwam neer op het geen Giacomo reeds aan de freule Von Waidheim had medegedeeld. Hij zeide San Salvatore verlaten te heb ben tengevolge van een heftig ge schil met dr. Rimoll, over den pa tiënt Von Ludwig, en voegde er bij Tijder.s ik hulparts in San Salva tore was, heb ik geen spoor van waanzin bij hem waargenomen. Her haaldelijk heb ik den directeur mijne meening te kennen gegeven, doch verder kon ik niet gaanik was slechts hulparts en dr. Rimoli behoorde tot de specialiteiten. In denzelfden geest getuigden nog een oude oppasser uit San Salvatore, die na dr. Francesco werd opge roepen. Nu kwam de beurt aan Giacomo. Hij verhaalde, dat hij in zijn jeugd bediende was geweest in een hotel te Napels, waar de heer Von Erlen burg ziek werd, lijdende aan hersen koorts. Op verzoek van den heer Von Waidheim had hij den zieke opge geeft uw wijle de scheidsmuur van veeten en geschillen tusschen de partijen omver en spande men zich om op het gegeven oogenblik het meest noodige te winnen. En zoo onder onze man nen van de balie en van den kansel, zoo onder onze parlementaire rede naars, de in schoonen-stijl-sprekers verreweg de minderheid uitmaken, het ware woord op den juisten tijd, vloeit ook anderen over de lippen en weten zij ingang te doen vinden. Zoo klonk menigmaal door de rijen der staatkundige partijen één enkel woord; het behoefde geen onnutte franje om begrepen en aanvaard te worden. Zoo klinkt ook thans door de politieke gelederen van een groot deel van ons in staatkundige partijen verdeeld volk, een enkel woord, dat „Concen tratie" heet. Niet echter om er in staatkundigen zin eenige beschouwingen aan vast te knoopen, plaatsten wij dit woord hierboven. De waarde, welke er thans in politiek opzicht door zoovelen aan wordt gehecht, blijve onbesproken. Want over partijverband en stembus verwachtingen heen, zegt ons het woord veeiineer dan een tijdelijke leuze vermag, omdat dit woord past en hem later naar San Salvatore overgebracht. Daar was hij door den directeur in dienst genomen en be last met het toezicht op den patient, dien hjj naar de inrichting gebracht had. Heb je ook opgemerkt of de heer Von Erlenburg krankzinnig was, na dat hij van de hersenkoorts was ge nezen Giacomo zweeg en keek den presi dent angstig aan- Welnu? vroeg de president. Ik wist toen ter tijd zoo goed als niets van krankzinnigen af, verzekerde Giacomo bevend, maar wanneer de heer Von Erlenburg dwaze dingen gedaan had, zou ik er toch wel iets van bespeurd hebben. Je wilt dus zeggen, dat de heer Von Erlenburg bij zijn volle verstand was Ik geloof dat Ellendeling, siste dr. Rimoli tus schen de tanden. Wat? vroeg de president. Ik geloof, dat ik alleen de bevelen heb uitgevoerd, mij door den direc teur gegeven, antwoordde de angstige kerel. Ik was knecht en moest ge tevens het kernwezen aanraakt van heel ons volksbestaan. Ten allen tijde en overal heeft de Nederlander „geconcentreerd." Ziet hoe hij zich mét de kennis van de talen der hem omringende landen steeds van het intellectueel-beste dier landen tot zich genomen heefthoe hij daardoor als het ware in zich heeft kunnen concentreeren, de resul taten van hun ervaring en hun kennis. Ziet hoe zijn uitgebreide handelsbe trekkingen, over schier de geheele wereld, hem de gelegenheid biedt zijn blik te verruimen, veel en veler lei in zich op te nemen en te ver werken. En zoo ge in vreemde landen, voor zaken of ontspanning te waard schap zijt en u een weinig de moeite geeft in de dingen door te dringen, ge staat dikwijls verbluft over zoo eng beperkten gezichtseinder, over een, vaak bij de beste standen bijna volslagen onbekendheid met wat er buiten de eigene landsgrenzen aan wetenswaardigs bestaat of gebeurt. Men heeft ons volk wel eens het internationaalste volk der geheele wereld genoemd, in vele opzichten voorzeker is dit niet onjuist. Inderdaad gaan over ons land heen, concen- hoorzamen, ik werkte voor mijn loon. |s wist dus, dat de heet Von Er lenburg niet krankzinnig was. Ik hield het er voor, maar wat helpt dat als de directeur er anders over oordeelt was het bevende ant woord. Heeft de directeur wel eens met je over den patiënt gesproken De bevelen werden eiken avond op het gemeenschappelijk rapport gegeven, en wanneer ik een enkel woord daaromtrent had gezegd, zou ik dadelijk mijn ontslag gekregen .hebben. De volgende getuige was Alice von Waidheim. Geheel ontroerd, met strakke ge laatstrekken en neergeslagen oogen trad zij voor de balie, gevolgd door haar raadsman, den grijzen priester. Met grobte belangstelling keek de president haar aan en herhaalde hij zijn vraag Is uw naam Von Waidheim De jonge dame knikte. Is de heerlijkheid Wallersbrunn uw eigendom Neen 1 antwoordde Alice met hel dere stem. Wallersbrunn is sedert treeren of kruisen er zich de stroo mingen van wat door het beste deel van tal van natiën wordt gedacht, gestreden en geleden. De geloofsvrij heid, hoe ook elders benard, heeft hier altijd een veilig asylrecht ge noten. Zoo hebben wij ons land in vele opzichten als het ware tot een concentratie-kamp gemaakt. Niet in de ongunstige beteekenis, welke aan dit woord nog jaren lang gehecht is gebleven, sinds Engelsche oorlogs tactiek haar noodlottig stempel er op drukte, doch als een kamp, open en vrij gelegen, waarvan de bewoners geziene en ongeziene schatten samen trokken, van al wat de wereld den nij veren zoeker op elk gebied aanbood. En zoo wij zijn een volk van weinig woorden, onze oogen hebben wij overal en ten allen tijde duchtig den kost gegeven, en moeten geven. De harde leerschool in den aanvang van ons volksbestaan door- loopen, is niet tevergeefs geweest. Daar hebben wij geleerd, hoe op eigen beenen te staanhoe, met ter zijdestelling van het overtollige sieraad, de eigen krachten in concen tratie dienen aangewend, opdat aan het „Luctor" ook het „Emergo" toe gevoegd kan bi ij v e n. Nu gaat 't dan toch aardig op St. Nicolaas lijken, zulk een drukte is het in de straten van onze goede stad. Vooral 's avonds, als de ambtenaar van 't ministerie „vrij" is, (wanneer is hij dat eigenlijk niet) en de am bachtsman het werk heeft stop gezet, als de kantoren uit zijn, dan begint pas het leven voor den winkelier, die met 't St. Nicolaasfeest een belangrijk deel van de schade gedurende de zomermaanden geleden moet inhalen. En 't Is gelukkig voor hen, dat het weer wat meewerkt, al komt er nu en dan wel eens een venijnig buitje opzetten, in den vorm van een ge niepig motregemje, dat niet ernstig schqnt, doch in een oogenblik alles doornat maakt. 't Is toch een aardig gezicht, die winkels zoo in feesttoo', de etalages keurig ingericht en hel verlicht. Voor kapitalen zijn daar uitgestald en voor kapitalen worden et verkocht. Er heersch', zou ik haast zegge», feestvreugde in de stad, een kalme ordelijke feestvreugde en ook een „voorpret". 't Is vermakelijk, die kinderen elkaar te zien verdringen voor de groote spiegelruiten van de speelgoed- en snoepet ij-magazijnen. 't Ia aardig ook de kleuters te zien, bengelend en slingerend aan moeders arm, en ze ais jonge honden, die nieuwsgierig zijn, te zien trekken, ais anderhalve eeuw het rechtmatig erf goed der baronnen Von Erlenburg. De aanspraken, die men mij toekent, zijn onwettig. Wallersbrunn behoort, wan neer htj nog in leven en in het bezit van zijn verstand is, aan den patient uit San Salvatore, den baron Ludwig von Erlenburg. En u? Ik kwam naar Rome om het land goed in handen van den rechtmati- gen eigenaar te stellen. Maar waarom hebt gij niet liever eenvoudig aan Dr. Rimoli geschreven, dat hij den krankzinnige, hem door baron Von Waidheim toevertrouwd, moest opzenden Die vraag deed de jonge dame ontstellen. Zij hijgde naar adem, haar knieën knikten. De priester, die zich bezorgd maakte over zijn pupli na derde haar en sprak eenige bemoe digende woorden. Nu begon de jonkvrouw vol aan doening te verhalen, welke bekente nis haar vader op zfln sterfbed had gedaan. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1912 | | pagina 1