>o
el.
l te.
1MM1SSL
Pil aunimer beslaal uil 2 hla Jen
Eerste Blad.
Wallersbrunn.
RONA Cacao
Maandag
11 November
Van Houten's
Rijk Nederland.
Feuilleton.
kind
ïL(on~
resul-
et aan
1 EN.
ine Markt.
No,267.
50e Jaargang.
1912.
lAN.
.ram
idienst
Vsrschijnf dagsüjks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen.
Abonnements-Adoertentfën op zeer uoordeslige voorwaarden
Ik wil nog een kop
Brieven uil de Hofstad.
takje van
ht op 6
roef pakje
HAARD-
on van
'I
'HRAOIET
Telefoon 46.
Hiaat,
eidingen
van alle
jcds aan»
4.40a, 4.45a
i, 9.30, 10.40
2.10, 2.60
10, 6.60, 7.30
L50.
int;en7.10g
1, I2.30g, 1.10
30g 5.10, 5.50
|15; 11.25c.
5.10a, 5.15a
I, 8.55, 9.30g'
12.10, 12.30
0, 2.30g. 2.50,
4.50, 5.10g,
1, 7.10a, 7.30,
10.16 10.50
d weikmans-
op we.-K
be.
verder dan d,
deren alleen
6.20, 6.45
10.20, 10.40
0,1.-, 1.30*,
P, 4.50, 5.20,
,20.
6.10, 6.30,
L0.10, 10,30,
12.10, .12.40,
40,4.10,4.40,
.30,8—, 8.30
i Zondags uit-
S.3.) 9-20
sluis, dePsijl
el is reap. 5<
9.23, 10.85|i
,mburg6.45"
6.07, en 8.40
ielburg7-40
singen: 7.40,
pen all©®11
VLISSINGSCHE COURANT.
Prijs per drie maanden 130. Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij de Uitgever»
Firma F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58.
ADVERTENTIÉNvan 1—4 regels 0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie, wordt de prijs slechts /weemaal berekend. Oroote
letters en clichés naar plaatsruimte.
TELEFOONNUMMER 10.
oOo—
Er is eenmaal een tijd geweest, dat
Nederland naar verhouding het rijkste
land van Europa, ja van de toen
maals geheefe'beschaafde wereld kon
genoemd worden. Dat geviel, toen na
de zeventiende eeuw van helden-
arbeid der vaderen, de achttiende
eeuw volgde en de zonen de rijke
oogsten slechts voor het binnenhalen
hadden. Toen van de opbrengst der
gronden door de vaderen zoo wèl
toebereid lange jaren viel te leven,
en de landschuren van het Gemeene-
best der Vereenigde-Nederlanden tot
berstens toe gevuld bleven en nog
nergens de sporen van dien roofbouw
der nakomelingschap op het erfdeel
der heengegane strijders te bespeuren
vielen. De buidel der Hollandsche
kooplieden stond rond van de
wichtige gerande daalders, 's lands
kas bleef tot den rand gevuld, nu
ook de Staatsche bodem voorgoed
van de oorlogsplaag verlost bleek,
,en jaren en jaren voorbij konden
'gaan van rustige rust die den
buidel spaarde welis waar, maar de
spankracht van den staatal meeren meer
verslapte. Dat bleek eerst recht toen
Jan Crediet, opvolger van Jan Kordaat,
het veld moest ruimen voor Jan Salie
en deze om den loop der tijden,
die de Fransche revolutie bracht, en
ons het onafhankelijk volksbestaan
kostte.
Toen bleef bij de tierceering der
Hollandsche staatsschuld, een smade
lijk failliet nog wel op het kantje af
vermeden maar èn schatkist èn
koopmansbuidel, zoo wel voorzien
weleer, zij werden ontlast van het
poovere overschot dat hen nog restte.
Van het „Steinreiche Holland" van
weleer, het Dorado van de Duitsche
gelukzoekers, van die duizenden naar
hier emigreerende Pruisen en Pom-
meranen, Westfalers en Saksers en al
wat daar in het door de eindelooze
oorlogen zoo diep vefarmde „Vader
land" door het lokkend licht der
volwichtige Zeeuwsche rijksdaalders
werd aangetrokken, naar de woonstêe
van Jan Crediethet Steinreiche Hol
land had zijn rijkste dagen gehad.
Van geld zonder meer, van mid
delen hoe groot ook, maar zonder de
energie, welke die middelen ver
leenden kan geen koopmanschap op
den duur gedijen, zoomin als een
Staat zijn rang te midden der
hem omringende rijken kan blijven
O—
13.)
En toch moeten de arme schepsels,
die zonder hoop en redding in diepe
duisternis gedompeld zijn, zich hier
onbeschrijfelijk rampzalig gevoelen.
De meesten hebben geen bewust
heid van hun toestand, verzekerde de
directeur met een glimlach. Zij ver
heugen zich in den zonnegloed als
een vlinder, die langs de bloemen
zweeft. Zelden gaat het begrip van
een krankzinnige verder dan zijn naas-
'e omgeving.
Weten zij dus niets meer van de
buitenwereld
Neenantwoordde Dr. Rimoli.
Er wordt meermalen verzekerd, dat
die ongelukkigen nu en dan lichaams
straffen moeten ondergaan, zeide
Alice.
zijn praatjes zonder grond.
ZooSlaat men ze dus niet En
handhaven alleen met zijn rijkdom,
wanneer het de mannen niet heeft, om
de schatten productief te maken. De
jonge Engelsche Handelsstaat streefde
de Republiek naderbij, streefde haar
weldra ter zijde. F.n eenmaal in den
wedloop der volkeren ten achter ge
raakt, werd die achterstand grooter
en grootertotdat de nieuwe eeuw
aan de gansche constellatie van het
Europeesch Staten-complex de diep
gaande wijziging bracht welke wij het
tijdperk der Fransche overheersching
in Europa noemen. Eerst tientallen
van jaren zouden in de negentiende
eeuw voorbijgaan, voor aleer met zijn
herlevende energie, Nederland op
nieuw dorst te verschijnen in het
stadium der volkeren. Doch nóch van
die eerste plaats van vroeger, noch
van dien onmetelijken rijkdom van de
oude Nederlanden, was ooit meer zóó
sprake als voorheen.
En thans mag men vragen, is
thans, met de twintigste eeuw niet
een kentering merkbaar Zijn er soms
teekenen waarneembaar, die er op
wijzen, dat ons land, indachtig aan
de lessen der historie, niet hervaile
in de fouten waarvoor het zoo zwaar
heeft moeten boeten Reeds ruim een
achtste deel der 20ste eeuw is voorbij,
een tijdperk lang genoeg om, als
geheel, in cultuur-historischen. zin er
de volle aandacht aan te wijden. Is
Nederland in dat tijdsbestek waarlijk
vooruit gegaan in volkskracht?
Het is inderdaad niet wei mogelijk
binnen de omraming van een dagblad
artikel daar omstandig antwoord op
te geven. Al de levensaderen bloot
te leggen; te demonstreeren in syn
these en analyse den opgroei van ge
heel het economisch leven wij zul
len het hiér waarlijk niet beproeven.
Het is ook in dit betoog niet strikt
noodzakelijk, waar immers volstaan
kan worden met dit eenewat is de
resultante van de werking dier tal-
looze factoren waaruit het economisch
volksleven is opgebouwd
Het antwoord daarop is juist dezer4
dagen in ons Parlement gegeven
het nationaal vermogen is, naar
officieele cijfers geraamd, in de eerste
10 jaar dezer eeuw toegenomen met
2 duizend 500 millioen gulden. Eike
dag dus, nam de kapitaal-kracht
van ons volk met gemiddeld drie
kwart millioen gulden toe, tien jaren
achtereen. Zijn dit geen cijfers die
boekdeelen spreken
Is Nederland weder op weg het
„Steinreiche Holland" van weleer te
worden-? Wij moeten het wel haast
gelooven. Echter, de lessen onzer
eigene historie zijn daar, om er de
leering uit te trekken, dat een kapi
taal-krachtig volk zonder méér, zijn
eenmaal verworven rang niet vermag
te handhaven, is Nederland dan ook
ten opzichte dier nu eenmaal onont-
worden zij niet vastgebonden Doel
men hun geen dwangbuis aan, als zij
wederspannig zijn.
Zulke gruwelijke daden zouden ner
gens toe dienen, bovendien zijn de
meeste krankzinnigen lijdzaam en on
schadelijk. Alleen wanneer zij een
aanval van razernij krijgen, moet men
wel eens tot hardheid overgaan, daar
zij dan met geen andere middelen te
beteugelen zijn.
En komt dat dikwijls voor
Hoogst zelden, betuigde de directeur.
Mijn hemelriep Alice eensklaps
verschrikt uit.
De direcieur keek haar verwonderd
aan en volgde de richting van haar
blikken.
HOOFDSTUK V.
Daar kwam over het binnenplein
een man aanhollen. Zijn verschijning
zou wel sterkere menschen dan de
freule Von Waldheim in ontsteltenis
gebracht hebber. De man scheen tot
de razenden te behooren, waarvan de
directeur zoo juist gesproken had.
Zijn mond was met schuim bedekt,
zjjn oogen rolden hem wild door het
hoofd en zijn gelaat was vuurrood
Het smaakt toch zóó lekker, en Moeder
zegt dat ze nooit heeft geweten dat Cacao
zoo goedkoop in het gebruik is, voor ze
ons geregeld RONA Cacao heeft gegeVen.
beerlijke eigenschappen, evenzeer
vooruitgegaan in het. eerste decen
nium dezer eeuw, ais het toenam
aan rijkdom van geld
Ziedaar een vraag waarop het
antwoord nu eens niet wiskundig
accuraat, met cijfers te berekenen
valt. Toch is er veel, dat reden
geeft, ook te dien opzichte, optimis
tisch gestemd te mogen zijn, indien
althans niet alle teekenen welke
daarop-wijzen, bedriegen. En wie in
het buitenland, vooral in de ons
omringende landen het oor» heeft
weten te luisteren te leggen, zal onge
twijfeld hebben kunnen ervaren, met
hoe veel waardeering en ontzag te
vens, gesproken wordt over hetgeen
deze lage landen aan de zee op het
terrein der beschaving in velerhande
opzicht pre&teerenwaarlijk, ook
daarin zijn de vorderingen naai ver
houding niet minder groot, ook al
kunnen deze niet, gelijk met onze
finantiën het geval is, in reeksen van
cijfers uitgedrukt worden.
Het aldoor groeiend, naar hooger
bloei strevend cultuurleven, hoe
heeft het zich in de laatste jaren,
ook in ons land, niet allerwege ont
wikkeld. Wat echter scheen te weer
houden om de natie de volle maat
van woede. Hij zag er uit, alsof hij
iedereen, die hem in den weg kwam,
zou nedervellen. Zoo stormde hij op
den directeur toe. Was dat een
mensch
Hij leek eerder een wild beest, dat
brullend toesprong om zijn prooi te
verscheuren.
Werp hem op den grondschreeuw
de de directeur. Wel verduiveld,
wie laat dien snaak ontsnappen Hé,
Pietrol Eurico!
De oppassers snelden toe. Zij had
den geen tijd meer om naar de ge
wone dwangmiddelen te grijpen, want
de razende man had den directeur
reeds tegen den grond geworpen.
Doodsbleek van angst en schrik
zocht Alice een schuilplaats achter
een dikken noteboom in de nabijheid.
Zjj beefde over al hare ledematen,
toen z'q de wanhopige worsteling zag
tusschen den directeur en den waan
zinnige. Dr. Rimoli zou zeker ver
moord zijn geworden, als de sterke
oppassers niet bij de hand waren ge
weest. Deze bonden den razende na
veel moeite en brachten hem in het
gesticht terug.
De directeur stond niet zoo vlug
van haar expansie-vermogen te doen
komen, was, naar het heette, het
gebrek aan de noodige middelen, de
nervus rerum. Nergens is geld voor,
werd en wordt geklaagd. Die klacht
nu verstomme. „Wo du nicht bist,
Herr organist", luidt het bekende
Duitsche liedje, daar zwijgen alle
tonen. Maar de „organist" is nu
twee en een half milliard „aangeko
men" in 10 jaar tijds. Voldoende
reden zeker, om te mogen verwach
ten, dat het „orgel" krachtiger be
speeld zal kunnen worden dan voor
heen, en ook beterde lagere
registers vooral eischen een recht
matiger verdeeling van den inzet.
Dat is een eisch van den tijd, wil
Nederland gelijk weleer het Rijke
Nederland heeten. Maar dat niet al
leen, gelijk destijds, rijk aan schatten,
gelegd in de handen aan immers
altijd betrekkelijk weinigen, maar rijk
aan grooter levensgeluk in de harten
van allen.
Als men in Den Haag aan de Hol
landsche Spoor aankomt, dan staan
daar heele rijen koetsjes evenals in
Amsterdam.
op, als men wel verwacht had.
Dat kost je je betrekking I riep
tandenknarsend tegen een paar op
passers. Hier, verbindt de wond met
dien zakdoek.
Mijnheer, mijnheer 1 fluisterde Ber
nardo, om hem te waarschuwen, dat
hij zijn woede zou beteugelen in te
genwoordigheid der jonge dame.
Mijnheer de directeur heeft zelf
veriof gegeven om hem in den tuin te
laten, zei een stevige oppasser.
Ik heb u nog gewaarschuwd mijn
heer, zeide Giacomo niet zonder leed'
vermaak.
Ellendige domkoppenschreeuwde
d'. Rimoli, nog bevende van woede.
Wilt u op mij steunen, tot wij het
salon bereikt hebben? vroegBernar
do. Het verbinden zal daargemakke
lijker gaan.
Giacomo, kermde de directeur, die
veel pijn leed, draag zorg voor die
dame. Verontschuldig mij bij haar. En
jij, Bernardo en Marco, brengt mij
naar mijne kamer.
Pas verwijderde de directeur zich
met de beide oppassers, of de be
vende Alice kwam uit haar schuil
hoek en ging op een bank ondereen
Niet zoodra komt er een trein aan
en verlaten de reizigers het station,
of de koetsiers, de „aapjes", gaan
half-staan en steken de twee voorste
vingers op en wenken als 't ware heel
vertrouwelijk, noodend tot instappen.
„Rijtuig" meneer? Anders hoor je
niet.
't Zijn zonderlinge menschen, doch
evenals in Den Haag „heel zonder
linge begrippen heerschen soms.
Ik liep eens te wandelen met mijn
kennissen, waaronder eenige dames,
toen een der jonge „dames", naar een
ongen wijzende, vroeg, hoe ik dien
vond.
Laat ik u eerlijk zeggen, dat ik het
corpus delicti „afschuwelijk" vond en
't dan ook eerlijk bekende. Toen
was zij 't royaal met mij eens.
Toen zij'mij even erop vroeg, hoe
ik haar hoed vond, die zij zoo juist
gekocht had, antwoordde ik weer,
uit den grond van mijn hart „leelijk".
En daar had je de poppen aan het
dansen
Op een „hoogen" toon werd mij
aan 't verstand gebracht, dat ik
dat zoo niet zeggen mocht, dat ik
moest zeggen „heel aardig".
Ook als ik 't werkelijk leelijk
vind
Ook dan.
PrositDat was 't eenige, wat
ik ten antwoord kon geven, zoo
groot was mijn verbazing
ik vertel u dit alleen maar, om u
te toonen, dat harde, dikwijls pijnlijke
oprechtheid in Den Haag niet geoor
loofd is.
Liever hoort men daar een zacht
leugentje, dan een harde waarheid.
Zoo is heel Den Haag „zonderling"
evenals de „aapjeskoetsier".
Ter zake dan over de aapjeskoet
siers. 't Zijn rare, zonderlinge men
schen. Van alle markten zijn zij thuis.
Een gestel hebben zij, ik zou haast ge
neigd zijn te gelooven van ijzer. 'sOch-
tends heel vroeg zijn zij al op 't appèl
met hun karretje en knol en 's avonds
laat zijn zij er nog. 's Nachts rijden
zij de Haagsche boemei-wereld en
's ochtends vroeg zijn zij weer waar
zij wezen moeten. Hoeveel de lui
's nachts slapen, is mij onbekend,
dat 't echter niet langer is, dan hoog
stens drie a vier uur, daarvan ben
ik zeker.
Bovendien, de goeden niet te na
gesproken, drinken zij over 't alge
meen een stevigen borrel.
Men kan nu letterlijk in Den Haag
geen 5 cents kroeg voorbij loopen,
of er staat een taxi-wagentje, waarvan
de koetsier heel eventjes naar binnen
is geweest.
Over 't algemeen staat 't peil van
die bestuursters dan ook alles behalve
hoog.
En als zij kans zien de reizigers
die haast hebben, wat te pakken te
olijfboom zitten om tot herademing te
komen.
Wil ik het rijtuig van de freule in
het park later, voorkomen? vroeg
Giacomo, eerbiedig naderbg komende.
Dank je wei, zeide Alice, over
een paar minuten zal het wel over
zijn. Het zou mij aangenaam zijn, ais
je zootang in mijn nabijheid bleef.
De directeur heeft mij gelast uwe
bevelen te gehoorzamen, zeide Gia
como.
Gerustgesteld door zijne tegenwoor
digheid, zag Alice nu rond en be
schouwde den fraaien aanleg van het
park, waardoor het gesticht San Sal-
vatore zooveel naam had gemaakt.
Ben je hier reeds lang in dienst?
vroeg zij eindelijk aan den oppasser.
Twintig jaar freule
Wat een langen tijdEn bevalt
het je hier goed.
Giacomo haalde de schouders op
en antwoordde aarzelend
Och, freule, het loon verzoet den
arbeid.
(Wordt vervo'gd.)