Ontkomen. H [SJE, NDEE. Donderdag 17 October or Meisjes Gemeentebestuur. Feuilleton. N o.24(1 50e Jaargang, 1912. f2 ippens: RI,Kleine Markt. NING 82/Ut. per pond. bLLANOIA" VOOR NEDERLAND. 1 ZOHDAGSBLAD STER-SCHELDE. 7.— 1-3° Verschijnt dagelijks^ uitgszondard op Zon- en Feestdagen. TELEFOONNUMMER 10. ftbonnemenfs-fklt/ertentiën op zeer ooordeelige voorwaarden Bij deze Courant behoort oen Bijvoegsel. 9-) BINNENLAND. methode om FRANSCH leeren spreken r maand. ifUWKUYK- Gasille. verschillende Uitspanning s- Vrijdags en UTRICIA's laf is bevallen dat hij het \enheid weer publiceeren. |>er pakje van recht op 6 tis proefpakje HET 20 OCTOBER, If acht uur en |rfoensdag-, Don- agavond. HOLLEBRANDS, net 16 jaar. Adres Bu- e Courant." „zich aan tegen 1 of flinke DIENST- ot kunnende koken getuigen voorzien. |ej. D. BERENDSEN, rnhem (Gld.) |tjkscontrdle. Inbevelend, d Evertsen 37.) n PENSION. Intbflt vanaf f 1,50 vanaf f 3.— r overeenkomst. te Amsterdam. den onder Eerste Hy- ind en geeft 31/, en 4 en uit. ■natiën te bekomen bij t: 1. BEKER Jzn. morgens, 's middags. 7.- Geen dienst 8.- 2.30 Geen dienst 8.- 6.30 7.30 7 30 6.30 7.30 7.30 3.15 3.15 Geen dien j 2.30 Geen dienst- VLISSINGSCHE COURANT Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij de Uitgevers Firma F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58. ADVERTENTlEN van 14 regels ƒ0.40. Voor eiken regei meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzeifd.- advertentie, wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Groote tetters en clichés naar plaatsruimte. HINDERWET. Kennisgeving. Burgemeester en We houders van Vlissingen Gezien de artt. 6 en 7 der Hin derwet geven bij deze kennis dat bij hen is ingekomsn een ver zoek van de Koninklijke Maatschappij „de Schelde" aldaar om vergunning tot de oprichting en in werking brenging van eene vaststaande toren- draaikraan gedreven door dectro- motoren op het fabrieksterrein perceel kadastraal bekend: Gemeente Vlis singen, sectie D. no. 1621 dat dit verzoek met de bijlagen, te beginnen met Dinsdag den 15 Oc tober 1912 op de Gemeente-Secre tarie ter visie zal gelegd worden en dat den veertienden dag na dien, zjjnde den 29 October 1912 ten Raadhuize, des namiddags ten 2 ure, gelegenheid zal gegeven worden om bezwaren tegen het oprichten der inrichting in te brengen, zul lende zü die niet overeenkomstig art. 7 der Hinderwet voor het ge meentebestuur of een of meer zijner leden zyn verschenen, ten einde hunne bezwaren mondeling toe te lichten niet tot beroep gerechtigd zijn, terwijl gedurende drie dagen voor dat tijdstip, ter Gemeente-Se cretarie van de ter zake ingekomen schrifturen kan kennis genomen worden. Vlissingen, den 15 October 1912. Burg. en Weth. voornoemd, VAN DOORN VAN KOUDEKERKE. De Secretaris, WITTEVEEN. HINDERWET. Kennisgeving. Burgemeester en Wethouders van Vlissingen Gezien de artt. 6 en 7 der Hin derwet geven bij deze kennis dat bij hen is ingekomen een ver zoek van de Koninklijke Maatschappij „de Schelde" aldaar om vergunning tot de oprichting en in werking brenging van een rijdende bokkraan gedreven door electromotoren op het fab-ieksterrein, porc-eelen kada straal bekend: Gemeente Vlissingen sectie D. no. 1621 en 1623 (ged.) dat dit verzoek met de bijlagen, te beginnen met Dinsdag den 15 October 1912 op de Gemeente secretarie ter visie zal gelegd worden en dat den veertienden dag na dien, zijnde den 29 October 1912 ten Raadhuize, des namiddags O— ik begon zelfs over mijn huis in Yorkshire en over oom Mark te pra ten, maar hield hiermede spoedig op, <iaar ik in mijn binnenste voelde, hoe weinig dit te pas kwam bij een nij geheel vreemd mensch. De avondschemering verduisterde de kamer. Daar de oude man met rug naar het venster gekeerd was, kon ik de uitdrukking van zijn Sezicht niet zien, hoewel ik voelde, dat zijne doorborende grijze oogen ®et hunnen vreemden, betooverenden alik op mij gevestigd waren. De dokter beduidde mij eindelijk, dat de doffle in het aangrezende vertrek op Hü wachtte. Hij nam mijnen arm en opende de vleugeldeuren, welke naar binnenkamer leidden. Eené op «fel staande lamp verspreidde een i^Jder licht, en nu werd ik een beeld schoon meisje gewaar dat ons met ten 2 ure, gelegenheid zal gegeven worden om bezwaren tegen het op richten der inrichting in te brengen, zullende zij die niet overeenkomstig art. 7 der Hinderwet voor het ge meentebestuur of een of meer zijner leden zijn verschenen, ten einde hunne bezwaren mondeling toe te lichten niet tot beroep gerechtigd zijn, terwijl geöure ide drie dagen voor dat tijdstip, !tr Gemeente secretarie van de ttr zake ing,rk>- men schrifiuren kennis kan genomt-n worden. Vlissingen, den 15 October 1912. Burg. en Weih. voornoemd, VAN DOORN VAN KOUDEKERKE. De Secretaris, WITTEVEEN. HINDERWET. Kennisgeving. Burgemiester en Wethouders van Vlissmgen. Gezien de ar». 6 en 7 der Hinder- wer geven bij deze kennis dat bij hen is ingekomen een vtrzoek van H. Chr. BEIjERMAN, aldaar om vergunning tot ae oprienting en in werking bren ging van 4 electromotoren ten üiensfe zijner chemische stooruwasscherij en ververij „de Voiharduig" in hel per ceel Kadastraal bekentgemeente Vlissingen, sectie B no. 951, plaatse lijk gemeikt SingtlWeg s o. 1; dat dit verzoeX met de bijlagen, te beginnen met Dinsdag den 15 October 1912 op de gemeente-secretarie ter visie zal gelegd worden en da: den veertienden dag na dien, zijnde den 29 October 1912 ten raadhuize, d.s namiddags ten 2 ure, gelegenheid zal gegeven worden om bezwaren tegen het oprichten der inrichting in te brengen, zullende zij dit niet overeen komstig art. 7 der Hinderwet voor het gemeentebestuur of een of meer zijner leden zijn verschenen, ten einde hunne bezwaren mondeling toe te lichten niet tot beroep gerechtigd zijn, terwijl gedurende drie dagen voor dat tijdstip, ter gemeente-secretarie van de ter zake ingekomen sctirifturen kennis kan genomen worden. Vlissingen, den 15 October 19(2. Burg. en Weth. voornoemd. VAN DOORN VAN KOUDEKERKE. De S.Cretans, WITTEVEEN. Tweede Kamer. Bij den aanvang der zitting ver kreeg gister de heer Duys het woord voor een persoonlijk feit, hierin be staande, dat in de laatste vergadering vóór het recès de heer Duymaervan Twist hem beschuldigd heeft, zoo danig zijn stenogram te hebben ver- eene uitdrukking van verbazing ont ving. Dit duurde echter slechts een paar oogenblikken, want de dokter zelde op een strengen toon Wat be- teekent dat, Mina Gij zeidet mij toch, dat gij ongesteld waart, en op uwe kamer wildet blijven? De jonge dame fluisterde eeni- ge woorden, die ik echter niet ver stond. Nu maakte de dokter eenige verontschuldigingen tegen my, ging in de binnenkamer, sloot de deur achter zich en liet my in de andere kamer alleen. In de donkere ruimte, die, na het sluiten van de verlichte kamer, er nog donkerder uitzag, scheen de heeriyke gestalte van het jonge meis je als eene onuitwischbare schim nog altijd voor my te staan. Ik weet niet hoe lang het duurde het scheen mij wel een eeuw toe eer de dok ter terugkeerde en my naar de bin nenkamer geleidde. Aan zijne veront schuldigingen kwam geen einde. Zij ne dochter was ernstig ongesteld, en by had haar dringend aanbevolen zich in acht te nemen. Zy had vol strekt niet geweten dat er een gast aanwezig was, hy hoopte echter dat anderd, dat dit niet meer overeen kwam met den inhoud van zijn rede voering. Opkomende tegen deze be schuldiging, ging spreker na hetgeen vóór het recès tusschen hem en den heer Duymaer van Twist is voorge vallen naar aanleiding van diens be schuldiging dat spreker in de Kamer publiekelijk heeft gevloekt. Die be schuldiging is onwaarzelfs „De Maasbode" heeft dit openlijk geschre ven en zelfs die beschuldiging ge- critiseerd als onchristelijk. Dit laatste laat spreker daarvoor spreker is de onwaarheid van die vloekbeschuldi- ging hoofdzaak, want dit raakt de onbetrouwbaarheid van den afgevaar digde van Steen wijk en dit werpt een licht op diens tweede onware beschuldiging van stenogramverval- sching, een beschuldiging, welke zelfs is uitgesproken in spreker's afwezig heid. Dit strookt niet met de eer van iemand die nog wel officier is. De voorzitter riep den spreker tot de orde. Spreker verdedigde zich voorts tegen die tweede beschuldiging van den heer Duymaer van Twist. Hij merkte daarbij op, dat ieder Kamerlid wel eens een verandering in zijn stenogram brengt. _De beschuldiging in dezen aanzien moest den indruk maken alsof spreker zijn stenogram heeft vervalscht, maar tegenover die be schuldiging beriep spreker zich op verschillende getuigen die nadrukke lijk verklaren dat het stenogram van zijn rede onvolledig was en het dus terecht door spreker is aangevuld in den geest van het door hem gespro kene. Hij beschuldigde den heer Duy maer van Twist, dat déze reeds vroeger getracht heeft een valschen schijn op hem te werpen. Om aan te toonen dat de afgevaardigde van Steenwijk een absoluut onbetrouwbaar persoon is, die geen geloof verdient, beriep spr. zich op een schrijven van een onder wijzer, die verzekert dat de heer Duymaer van Twist zelf in een open bare vergadering te Ruitenveen heeft staan vloeken. Spreker noemde de beschuldigingen van den heer Duymaer van Twist valsch, verwaand en pedant. Of die afgevaardigde voortaan niet meer met spreker wil debatteeren, liet spreker koud. Het bestrijden van dien afge vaardigde kon men, naar spreker opmerkte, gerust aan dien afgevaar digde zelf overlaten. De heer Duymaer van Twist hield vol dat de heer Duys zijn stenogram heeft aangevuld met sommatie aan spreker's adres om waar te maken de beschuldiging dat de heer Duys in de Kamer publiekelijk heeft ge vloekt. Ten bewijze dat de heer Duys die sommatie niet heeft uitge sproken, beriep spreker zich op ver schillende Kamerverslagen, waarin zy by myn volgend bezoek in staat zou zyn ons gezelschap te houden. Ik bemerkte dat de OHde man, terwyi hy zoo sprak, zeer gejaagd was. Maar toen wij by de koffie zaten werd hij bedaarder en vertelde, dat zijne dochter het laatst: jaar in het Zuiden van Europa had doorgebracht, en dat hy vreesde, dat het vochtige Engel- sche klimaat niet goed voor hare ge zondheid was. Hierop antwoordde ik, dat, naar ik had kunnen zien, het mij toescheen dat de jonge dame niet zoo zwak was. Ach, antwoordde hy, dat is eene van de misleidingen, welke in dit land de duivel der tering ons voor spiegelt, om des te zekerder van haar offer te zyn. Verbeeldde ik het my, of vloog er werkeiyk by deze woor den een gryzende lach over de trek ken van den ouden man Zijne oogen namen daar zeker geen deel aan en zijn hand bedekte het benedenste gedeelte van zyn aangezicht en even wel kon ik de gedachte niet verdry- ven, dat hy gelachen had. Hoe dit zy, zeker was hij op dat oogenblik zelfs zeer zenuwachtig, met geen woord van'eenige sommatie sprake is. Spreker zelf heeft destijds ook aandachtig naar de rede van den heer Duys geluisterd en niet van een sommatie gehoord. Hij had zelfs op een sommatie gewacht om zijn be schuldiging, dat de heer Duys openlijk gevloekt heeft, nader waar te maken. Welnu wat die vloekgeschiedenis aangaat hield spreker zijn beschul diging ook volbewerende, dat hij zelfs aan het einde van een rumoerige vergadering den heer Duys heeft hooren roepen naar de rechterzijde „G. v. d., als Jezus in de Kamer was, dan zou hij jelui niet met touw tjes maar metlj'kabeltouwen uit de Kamer ranselen." Spreker ontkende voorts in een vergadering te Ruitenveen te hebben gevloekt. Hij^ beriep zich tegenover den door den heer Duys geciteerden onderwijzer op een schrijven van ds. S. de Vries te Nieuw-Leusen, die mede namens anderenjverklaart dat zij niets van vloeken gehoord hebben. Wegens een door den heer Duys in „De Voorpost" geschreven hatelijk artikel heeft spreker destijds gezegd niet meer met hem te willen debat teeren. De heer Duys, repliceerende, be toogde, dat, indien de heer Duymaer van Twist werkelijk voor zijn eer wil opkomen, hij dan een klacht moet indienen tegen den persoon die hem beschuldigt te Ruitenveen te hebben gevloekt, maar dat durft die afge vaardigde natuurlijk niet. Want als hij zich zou durven beroepen op het getuigenis van een Gereformeerd predikant, dan zou het wel eens voor den rechter kunnen gebeuren dat die getuigenis in den tegenwoordigen tijd zou worden gedisqualificeerd. De voorzitter kwam op tegen die verdachtmaking van den predikan tenstand. De heer Duys merkte op, dat hij natuurlijk de goeden onder dien stand uitzondert. De heer Ankerman voegde den heer Duys toe: „Uit die beschuldi ging nu eens in 't openbaar". 't Incident was hiermede afge- loopen. Hierna is aangevangen het alge meen debat over de wetsontwerpen, betreffende de Ouderdoms- en lnva- liditeits-verzekering. De heer De Jong (Hoorn) betoog de, dat het ontwerp reeds hierom onaannemelijk is, omdat daarbij dui zenden en duizenden economisch zwakken, die niet betalen kunnen, toch gedwongen worden tot premie betaling. Dit is in strijd met de so ciale rechtvaardigheid en eerlijkheid. In dit verband betoogde spreker de noodzakelijkheid en mogelijkheid van vrijstelling van premiebetaling voor de laagste loonen. Ditzelfde is want een eigenaardige geur, evenals van geraniumbladen, vervulde de lucht, hoewel ik nergens inde rond te bloemen zag. Deze geur verdween allengs. Gy moogt het misschien voor onvrouweiyk houden, ging de dokter voort, wanneer ik u zeg, dat mijne dochter zeer thuis is in onze lieve- llngsstudie (gy veroorlooft my toch, deze zoo te noemen.) Daar zy van haar vroegste jeugd steeds met my omging en er lust in betoonde, zoo moedigde ik dezen aan, en ik moet zeggen, dat zij by vele myner proe ven en uitvindingen niet alleen me degewerkt, maar my dikwyls zelf op den weg heeft geholpen. Ik was ten sterkste verbaasd over deze mededeeling, maar merkte aan, dat de invloed van eene liefhebben de dochter en eene zachte slem my wel geschikt voor kwamen, om de duistere en ingewikkelde paden van de wetenschap een verhoogden glans te geven. Gij hebt gelijk, myn jonge vriend, gy hebt galyk, antwoordde hy met eene eenigszins stotterende stem maar het scheen mij toe, dat dezelf de gryzende lach weder over zyn reeds langen tijd bepleit door ver schillende rechtsche hoofdorganen ook voor.de kleine baasjes bijvoor beeld heeft de heer Van der Molen vrijstelling van de lage loonen be pleit, onder opmerking, dat, waar niet is, de keizer zijn recht heeft verloren. Welnu, indien die afgevaar digde medegaat met het ongewijzigd ontwerp, zal van hem gezegd kunnen worden, dat hij genomen heeft ook daar waar de keizer zijr. recht ver loren had. Spreker betoogde, dat nu in or ganen van de rechterzijde zelf be pleit is vrijstelling van de lage loo nen aan de linkerzijde geen blaam kan worden opgelegd indien zij het Regeeringsvoorstel ongewijzigd af wijst. Een ander overwegend bezwaar voor spreker is de samenkoppeling van ouderdoms- en invaliditeitsver zekering. Door die samenkoppeling wordt invaliditeitsrente te laag en de ouderdomsrente geheel ontoereikend. Het zal geen pensioen maar een aalmoes zijn, in vele gevallen blijvend beneden een bedeelingsbedrag. Voor dergelijke bedeelingsbedragen mag men den arbeiders niet zulke zware lasten opleggen. Na nog enkele bedenkingen te hebben geopperd, eindigde spreker met een uitvoerig pleidooi voor Staatspensionneering, waarmede, dit wil spreker gaarne toegeven, milli- oenen staatsgelden gemoeid zijn, maar goed bestede millioenen. Dat geld wil spr. halen uit de di- Tecte belastingen. Uitvoerig bestrijdt hij verder de argumenten tegen Staatspensionneering. Het algemeen belang eischt deze en de aanneming van de nu voorgestelde ontwerpen zal groote ontevredenheid wekken bij ons volk. De heer Schaper verklaarde dat de sociaal-democraten tegen het ont werp zullen stemmen, als het niet gewijzigd wordt. Zij doen dat niet voor hun plezier, maar omdat het onbillijk en onrechtvaardig is tegen over velen, omdat er op eenvoudige wijze iets beters te krijgen is en dat ontwerp iets beters in den weg staat. Ook tegenover de werkgevers is het ontwerp onbillijk, wat spr. tracht aan te toonen. De Rijksmiddelen. September 1912 schynt al een by- zondsr ongelukkige maand voor de schatkist te zyn geweest, indien men tenminste ui'slu tend rekening houdt met het eindcijfer. De opbrengst van Seo'ember 1912 was loch slechts f 14695,445,36s, terwijl in September 1911 was ontvangen f 15 854.823,70s. Wy zyn derhalve f 1.158,878.34 ach teruitgegaan. gezicht vloog. De avond ging zeer aangenaam voorby. De ryke ondervinding van den dokter, de vele landen, welke hy bezocht en de verschillende univer siteiten waar hy gestudeerd had, le verden genoeg stof tot onderhoud op, om my alleraangenaamst te boelen. Ik kan de onderwerpen van het ge sprek, of liever des dokters onder richt in drie deelen splitsen. Het hoofd-onderwerp, dat hy met byzon- der voorliefde behandelde, betrof het geheimzinnige levensbeginsel of de levenskracht. Vervolgens weidde hy meer duideiyk uit over vraagstukken, waarin hy wist, dat ik veel belang stelde, namelijk over de geheimzinni ge wetten, die het dieren-, planten en delfstoffen-rijk regelen. En ten laatste bracht bij my in een vrooiy- ke verbazing door zyn halve beken tenis, dat hij gronden had om de theoriën van de alchymisten, betref fende het levenselixer en de veran dering der metalen, niet geheel te verwerpen. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1912 | | pagina 1