NS.
Ontkomen.
til.
n
ding.
Woensdag
16 October
Feuilleton.
No.245,
50e Jaargang.
1912.
enaming
owel ah
t is, dat
dan die
?swaarde
cacao, is
tot een
>edrogen
AO.
IDOKCK.
iiden
IE
ER.
fergunmng
f 17.50.
f 50.-.
55.».
f 50.*.
275.-.
f 100.-.
95.-.
f 175.-.
f 195.-.
175.-
f 650.--
f 1450.-
lA's gratis
leishiireaii
'BE",
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd ©p Zon- en Feestdagen.
ftbonnemesifs-ftdoertenfiin °P 28er uoordeeiige t/ooriwaarden
BINNENLAND.
„Vlissingen Vooruil."
M. J. Ternooy Apèl. f
ï'RAAT 51.
iN steeds
\end,
^ENJAS-
DNMAN-
ATER-
or Heeren
aat geleverd
ns
iS.
soon (desg
x te belas
van wissels,
enz.belast
i huur van en
(uitst. voor
het koopen
en verkoo-
tusschenper-
ieding.
schrijft eens
m „Vlissing-
jtangeboden
Standigheden.
letter Z. 25.
ourant."
>VEMBER
lschaps-
345, Ain
Tel. 41».
VLISSINGSCHE COURANT.
Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postd;recteuren of rechtstreeks bij de Uitgevers
Firma F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58.
ADVERTENT1ÊN van 1 4 regels 0.40, Voor eiken regel
meer 10 cent. Bij directe opgaat van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie, wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Qroote
letters en clichés naar plaatsruimte.
TELEFOONNUMMER 10.
De Koningin in de residentie.
De terugkomst van H. M. de Ko
ningin naar den Haag in zekeren zin
onverwacht, is, volgens den Haag'
schen briefschrijver van de „Prov.
Qron. O.," niet uitsluitend aan den
verbouw van het Paleis op Het Loo
toe te schrijven. Een andere oorzaak,
waarover het vooralsnog niet voeg
zaam schijnt in 't openbaar te spre
ken, heeft H. M. als het ware plot
seling doen besluiten, reeds in Oc
tober Den Haag tot winterverblijf te
verkiezen. Dit plan was zoo weinig
voorbereid, dat enkele hofdignitaris-
sen Bun koffers al gereed hadden, om
voor eenigen !qd naar Het Loo te
vertrekken, ter vervulling van hun
diensten, toen zij bericht ontvingen,
dat H.M. naar Den Haag kwam.
Of de vervroegde terugkomst van
het Hof de Residentie groot voordeel
zal brengen, is nog twijfelachtig. Be
paalde beschikkingen omtrent Hof-
feesten in den komenden winter zijn
neg niet getroffen, maar het laat
zich aanzien, dat deze tot een mini
mum zullen worden beperkt. De Ko
ningin althans, die zeer welvarend
is, wenscht in den eersten tijd veel
rust te genieten en zal dus wel niet
aan feesten deelnemen. H.M. rijdt zelfs
sedert haar terugkeer van de hoofd
stad niet uit.
Een niet onbelangrijke tijding is
mg, in verband met het Hof, ter oo-
re gekomen. Het moet n.l. zoo goed
als vast staan, dat de Prins der Ne
derlanden in 1914 een reis zal on
dernemen naar Ned. Indië, ter gele
genheid van het daar te houden In
ternationale Rubbercongres, waarvan
hij het beschermheerschap welwillend
heeft aanvaard.
Aanvaring „Prins Willem V"—
Loodsschoener 9.
De Raad voor de Scheepvaart Ie
Amsterdam onderzocht gisteren de
aanvaring nabij Dungeness op 13 Sept.
jl., tusschen het ss.Prins Willem V.",
gezagvoerder Q. J. de Bruijn, te Am
sterdam, reederij K. W. I. Mail te
Amsterdam en den loodsschoener No,
9, te Vlissingen, schipper H. Wil-
iemse.
De „Prins Willem V* was op de
thuisreis van Paramaribo.
Zooals men zich van deze aanvaring
herinnert, liep het gerucht, dat het
stoomschip onmiddellijk na de aanva
ring was weggestoomd en geen notitie
van het aangevaren schip had geno
men, hoewel de schoener naar den
naam van het stoomschip had ge
vraagd. Men roeide de „Prins Willem
V" nog na met een jol, doch slaagde
er niet in, verbinding te krijgen.
De Kon. Ned. West Indische Mail
O
8.)
Zijn huid was donker, waarschijnlijk
het gevolg van veel reizen, hg had
een langen dunnen haviks neus, en
zgn breed voorhoofd had diepe groe
ven, zooals men dikwgis bg men-
schen opmerkt, die veel geleden of
moetelijke studiën gemaakt hebben.
Het onderste gedeelte van zgn aan
gezicht werd verborgen door een
zwaten, grooten witten baard. Hq
lachte, toen Holdswoith mg voor
stelde en drukte met schgnbare har
telijkheid mgne hand.
Thans nog, na ruimen tijd, kan ik
mg dien lach en handdruk levendig
herinneren. Zqn geheele gezicht deel
de in dien lach, behalve zijne oogen,
Wier doorborende blik onveranderd
bleef en, terwgi ik over verschillende
zaken sprak, een invloed op mg
scheen uit te oefenen, dien ik later
tevergeefs trachtte te verklaren. Hg
maakte destgds bekend, dat, volgens
rapport van den kapitein, de aanva
ring te wijten was aan het niet laten
zien der zqlichlen op den ioodskotter.
Dadelijk na de botsing zoo ver
volgde het rapport' had men laten
stoppen toen zag men, dat de boeg
spriet der kotter beschadigd was. De
schade was dus gering en er bestond
geen gevaar, zoodat men besloot door
te stoomen.
Het eerst werd in deze zitting
gehoord de gezagvoerder van de
„Prins Willem V", kapitein Q. de
Bruyn. Deze verklaarde, dat hg dien
avond aan het roer op de brug stond.
Te 8 uur 40 min. werd de loods
herkend. De schoener voerde een wit
licht. Get. s uurd' to?n N.N.O. VjN.
Daarop vertoonde men een blauw
lich1, waarop de schoener antwoordde.
Men meende asn boord van de
„Prins Willem V dat de schoener
stil lag. De schoener lag 4 a 5 mgi
van het stoomschip af, dus moest het
stoomschip 20 m'nuten stoomen, voor
men naderby kwam. Te 9 uur werd
gestopt. De kapitein zag toen geen
boordlicht en had geen idee, hoe de
schoener lag. Hg meende, dat het
vaartuig stil lag. Te 9 uur 6 min. gaf
de kapitein bevel volle kracht achteruit
te stoomen. De schoener lag toen
bakboordzy. Getuige liet bakboord
stoppen, wijl het achterschip naar den
schoener toeging. Hij dacht nog vry
te komen. Toch had de aanvaring
plaats. De gezagvoerder zond zgn 3an
stuurman, om de zaak te onderzoeken
en deze rapporteerde, dat.de boeg
spriet vanden schoenargeraaktwas. De
kapitein zag hem bovendien rustig
afdryven. Daarom voer men verder.
De naam van het stoomschip noemde
men niet; niet om dezen te verzwy-
gen, doch men zag den schipper met
een lamp aankomen en dacht, dat hg
den naam kwam opnemen.
Daarna werd gehoord de schipper
H. Willemse van den loodsschoener
no. 9.
De schipper verklaarde, dat het dien
avond stil weer was. Ook woei er
weinig wind. Hg zag van de „Prins
Willem V" alleen het toplicht en
daarna het roode licht. De schoener
voerde alleen een toplicht. Toen de
„Prins Willem V" een blauw licht
veitoonde, werd daarop geantwoord
door den schoener. Daarna zag men
een groen licht, dat mei fakkellicht
beantwoord werd. Buiten boord hield
men een stakelpof. De schipper zeide
voorts, dat het stoomschip niet toonde,
hoe het voorby zou varen.
By de aanvaring heeft men In het
Engelsch den naam van het stoom
schip gevraagd. Toen men daarop
geen antwoord kreeg, zette men een
jol uit, doch deze keerde onverrich-
terzake terug. Eerst uit de kranten
wist men, dat de „Prins Willem V"
toonde mg verscheidene merkwaardig
gekristalliseerde zelfstandigheden en
preparaten, welke hg in het labora
torium vervaardigd had. Hg was be
paald met dat doel naar Londen ge
komen en hoopte, dat deze voort
brengselen hem van nut zouden zy*
by de proeven, die hq zich voornam
op het land voort te zetten. Naar zgn
zeggen, zou zgn verblqf in de hoofd
stad slechts van korten duur zijn, en
het zou hem genoegen doen, mij 's
avonds in zyne woning, waarvan hg
mg het adres opgaf, te zien.
Ik verwydeide mq zonder ook ver
der een woord met Holdsworth te
spreken. Myn geest was verward en
een somber voorgevoel drukte my'ne
ziel. Ik trachtte dezen indruk te ver
jagen maar het was mq onmogelijk,
want de bliksemende oogen van den
ouden man spookten mg telkens voor
den geest. Toen ik in mijne woning
aankwam, trachtte ik op te sporen,
wat in den dokter zulk een eigenaar-
digen, onaangenamen indruk op mg
gemaakt had. Ik kon echter slechts
eene zaak vindenHoldsworth heeft
zeker met hem gesproken over my'ne
denkbeelden van de verwlsselln-
het vaar'uig geweest was, waarmee
men een aanvaring had gehad. Aan
boord van den loodsschoener ver
wachtte men een» aanvaring, want
alle leden der equipage waren op
gepord.
De 3e stuurman W. J. B andsma,
had dien avond de wacht aan boo d
der „Prins Willem V". De geztg-
voerder bevond zich bijna heel den
wachttyd op de brug. Tydens de
aanvaring wa3 hij beneden op het
voorbovendek bezig, alles voor den
loods in orde te brengen. Hy onder
zocht na de aanvating de schade, die
schoener en stoomschip hadden op-
geloopen. De schoener was alleen
aan den boegspriet beschadigd; het
stoomschip ondervond niet de minrte
gevolgen van de aanvaring. G:t.
hoorde nog „praaienroepen van
boord van den schoener. Doch d3ar
heeft hy geen aandacht aan geschon
ken, aar.gézien er niet het minste ge
vaar voor den schoener bestond.
Daarom ook heeft hy dat niet gerap
porteerd aan den gezagvoerder.
De matroos M. K. Hommes stond
tydens de aanvaring op den uitkyk.
Hij rapporteerde door 2 stooten: aan
bakboord een schip vooruit. Getuige
verklaart uitdrukkeiyk, dat hq by den
loodsschoener geen groen licht heeft
gezien. Bq de aanvaring lag de „Prins
Willem V" nagenoeg stil.
De loods W. J. Brandsma bevond
zich aan boord van den schoener, toen
deze werd aangevaren. Hg was 't,
die op order van den schipper zich
in een joi begaf met vier man aan de
riemen. Doch 'i was hem niet mogelijk
het stoomschip in te halen.
De gezagvoerder der „Prins Willem
V" deelde nog mede, dat het „slake-
len" een se:ninethode was, waarvan
hq niet gehoord had.
De uitspraak van den Raad volgt
later.
De kindertoeslag.
Door het hoofdbestuur der Dioce
sane vereeniging van R. K. bijzondere
onderwijzers in het bisdom Haarlem,
is een adres aan den minister van
binnenlandsche zaken gezonden, waar
in verklaard wordt, dat het bestuur
met vertrouwen de troonrede van
September 1912 tegemoet zag, in de
hoop dat daarin het resultaat zou
zy'n uitgedrukt van het voornemen van
minisiet Heemskerk uitgesproken ty
dens de debatten over de moties Arts
en Ter Laan om door een z.g. „kin
dertoeslag" te voorzien in de drin
gende behoefte aan verbetering van
de financiëele positie der onderwq-
zers
dat bedoelde troonrede in dat op
zicht teleurstelling bracht;
weshalve het hoofdbestuur voor
noemd, het zich nu ten plicht acht,
er bq den minister van binnenlandsche
gen in de bewerktuigde en onbe
werktuigde natuur.
Ik kwam niet tot dit besluit door
de eene of andere rechtstreeksche
uitdrukking van den dokter, maa-
veeleer uit afzonderiyke, schqnOaar
los daarheen geworpen opmerkingen,
terwyi hg mg zyne scheikundige
preparaten wees. Met huivering herin
nerde ik my ook, dat by alles wat
hy mg toonde, Ik de zachte stem van
Poily, die mij hare waarschuwing in
het oor fluisterde, zoo duideiqk hoor
de, dat ik verwonderd omkeek en
verwachtte haar in rayne kamer te
zien. Dit was slechts de werking van
eene overspannen verbeeldingskracht,
maar de gedachte aan dit dierbaar
wezen hielp toch mqne sombere
stemming verdryven, zoodat het mij
gelukte, dit akelige voorgevoel te
verjagen. Wat ging dokter Waldstein
my, of ik hem ook aan, om mg zoo
bekommerd om hem te maken Ik
nam mq voor, niets met hem, noch
met zijne vergiftige proefnemingen te
doen te hebben en toin Holdsworth
's avonds thuiskwam, was ik weder
zoo vrooiyk en opgeruimd als immer.
Hoe vondt gij onzen dokter zeide
zaken krachtig op aan te dringen
vo rioopia: r'oor „k'ndertoes'ag" in
den huid gei n-.od van hit onierwij-
zerscorps te willen voorzien.
De R. K. Kamerclub ontving een
afschrift met verzoek om steun.
's Rijksmunt als Staatsbedrijf.
In zy'n Memorie van Antwoord
deelt de minister van financiën me
de, dat onjuist is de veronderstelling,
dat de Regeering alle takken van
Staa'sdienst, die niet noodwendig
door de O erheid bebooren te wor
den verzorgd, maar ook door parti
culieren kunnen worden beheerd,
bedoven acht. Wel zullen de takken
van Staatsdienst, welke de Regeering
als Stia'sbedijf zal wenschen be
schouwd te zien, nagenoeg zonder
uitzondering behooren tot die, welke
ook door particulieren zouden kunen
worden beheerd.
Dat de Bedrijvenwet vooralsnog
niet op het S'aatsmynbedrijf toepas
selijk wordt verklaard, behoeft niet
te ve-wonderen, daar reeds werd aan
getekend, dat voor het Staatsmqn-
be 'ryf vermoedeiyk een eenigszlns
gewijzigde regeling noodig zou zyn,
omdat men daarby wegens het streng
concurreerende karakter meer comp
tabele faciliteiten noodig zou be
hoeven dan voor de Staatsbedrijven,
die minder met pa ticuheren hebben
te concurreertn.
Er is echter geen sprake van, dat
de Bedryvenwet niet op het Staats-
mljnbedrijf zou worden toepasselijk
verklaard, omdat dit bedrijf geldelqk
voordeel beoogt.
Voorts kan niet toegegeven wór
den, dat de Bedryvenwet slechts op
een klein deel van het muntwezen
toepasselqk wordt verklaard en het
voornaamste deel daarvan er buiten
valt. Op datgene wat feitelijk het
muntwezen vormt, wordt die wet in
het geheel niet toepasseiyk verklaard
zij wordt zulks op een veelzydig
terrein, waarvan het belangrijkste deel
wel tot het muntwezen kan, doch niet
behoeft te worden gerekend.
De inkomsten en uitgaven van
„het muntwezen" biyven buiten de
bedr'yfsbegrooting, gelqk zy ook reeds
buiten de bestaande commercieele
boekhouding bleven.
Een voordeel van de thans voor
gestelde regeling is, dat de geheel
onhoudbare opvatting, volgens welke
de winsten, bv. by pasaanmuntingen
gemaakt, zqn beschouwd als winsten
met de munifabriek gemaakt, van
zelf verdwqnt.
Auteurswet.
DU sdag 22 October a.s. zal in het
„American Hotel" te Amsterdam, des
namiddags te éen ure, een vergade
ring worden gehouden van de leden
hy. Ik kan u verzekeren, dat hq eene
groote genegenheid voor u opgevat
heeft, en heeft my ook gelast u te
zeggen, dat gy toch niet vergeten
zoudt, hem te bezoeken.
Openhartig gesproken, Frits, ik
voel mij volstrekt niet aangetrokken
door uwen ouden vriend, en heb
geen verlangen hem ooit weder te
ontmoeten.
Gy zult hem echter toch bezoeken,
al ware het slechts om zqne dochter
te zien. Zij is wezeniyk een zeer
schoon me.sje, en daar wq te zamen
wonen, zoo kunt gy my een ande
ren keer eene uitnodiging bezorgen.
Zoo, was dat uwe bedoeling, Frits
Ik dacht wel, dat er een weinig zelf
zucht achterstak, gy moet my even
wel verontschuldigen. Ik kan u mqne
gronden niet uit elkander zetten, maar
Ik wil met dezen dokter geen samer.»
komst meer hébben. En wat kan
u toch aan een meisje gelegen lig»
gen, dat gy nooit een woord toege
sproken hebt? Holdsworth was een
aardige knappe jongen, maar met de
zwakheid behebt, dat hy geen blos
verbergen kon. Bjj my'ne laatste aan
merking werd hij vuurrood, maar gaf
Betooging van r.-kath. werklieden.
Zondag heeft te Utrecht een betoo
ging plaats gevonden van rcomsch-
katho ieke werklieden, aangesloten by
St. Joseph en van den R.K. Bond van
Post-en Telegraaf-beambten, ter ge
legenheid van het vierde lustrum. De
ze betoogtng bestond in hoofdzaak
in een optocht door Utrecht's straten.
De stoet wandelde o.a. langs de
woning van den aartsbisschop in de
Maliebaan.
De Dambebouwlng.
Sedert eenigen tfjd zy'n de onder
handelingen over de bebouwing van
het middenblok van den Dam te Am
sterdam hervat met de eerste combi
natie die naar het terrein dong. Deze
combinatie zat eventueel op de be
wuste plaats een hotel met café res
taurant doen bouwen. Over de
voorwaarden, waarop het terrein zal
worden afgestaan, moet reeds over
eenstemming- zyn verkregen, doch,
waar in het voorloopig verslag van
de Gemeentebegrooting door„eenige
raadsleden" de wenscheiykheid is
geuit het middenbiok onbebouwd te
laten en dus terug te komen op het
goedgekeurde Damplan, acht men het
uit differentie tegenover den Raad
beter de beslissing nog eenige weken
uit te stelen.
De vereeniging „Vlissingen Voor
uit" hield gisterenavond in het lokaal
van den heer Bpning een algemeene
toch geen antwoord.
Na verloop van eene week ontving
ik van den dokter een briefje, waar
in by my eene uitnoodiging zond voor
den volgenden avond by hem aan
huis. Daar ik voor myne weigering
geen voldoende reden kon vinden,
zoo ging ik er heen, niet weinig be-
ny'd door rnynen vriend.
Een in het zwart gekleede bedien
de met een onheilspellend voorkomen
opende de deur en wees my den
weg op den trap, waar ik door den
dokter met groote harieiykheid ont
vangen werd,
Hy was alleen, en wy onderhiel
den ons over verschillende zaken. Hij
had biykba2r veel gezien, uitgebreide
studiën gemaakt, doch sprak over
alles op een zekeren spottenden
toon, die mqnen jeugdigen smaak
zeer beviel. Ik bemerkte eerst dat hy,
niettegenstaande zijn luchtige wyze
van my te onderhouden, my uitlokte
om van zaken te spreken, waarover
ik my tegen niemand nog ooit had
uitgelaten.
(Wordt vervolgd.)
der vereeniging van uitgevers van
Dagbladen„De Ned. Dagbladpers",
waarin de heer mr. H. L. de Beaufort
een discussie o.ver de Berner Con-
fentie en de Auteurswet, en de ge
volgen van deze voor de couranten,
zal inleiden.
Tot deze vergadering worden ook
uitgenoodigd zij, die als lid zullen
zyn toegefreden tot de pas opgerichte
zuster vereeniging van uitgevers van
éen of meermalen per week of per
maand verschynende bladen „De
Nederiandsche Periodieke Pers",
De uitgevers zullen éen of meer
leden hunner redactiën kunnen intro-
duceeren.
In den nacht van Zaterdag op
Zondag ts te Amsterdam in het zie
kenhuis van de Vereeniging voor Zie
kenverpleging overleden de bekende
acteur en schryver de heer M.J. Ter
nooy Apèl.
De overledene, die tot het einde
lid was- van het bestuur der eenigen
tijd geleden gefailleerde Nederiand
sche Tooneelvereeniging, was sedert
geruimen tijd lydende.