Eerste Blad
Ontkomen,
chten*
Feuilleton®
:he
KEH.
No. 243
50e Jaargang.
1912.
Maandag
14 October
Oil aammef bestaat ait 2 hlidan
Aan óm vooravond
van hef Eeuwjaar.
Briefen uit de hofstad.
t afkeuring
met 323
irpen.
rstel werd
jongaarsche
rapporteur
i-Hongarije
werk sielt
Inemen die
}t de plich-
betrekkin-
zoo harte-
;ch vertrou-
[rtuigd zijn,
iijen op de
ie zeer vol-
|ii, dat Oos-
waren met
(ncing bij de
iter Sasonof
had over de
tusschen
|porteur was
liervan geen
[komen en al
»de te hand-
rorden, toch
tusschen de
latborg zijn
den oorlog,
let te veikla-
iere debatten
ligd als hij
\lkomen ver-
dnisterie van
f en toe nog
tusschen de
the troepen,
jodige slacht-
ih zekere tee-
jedig een gun-
ksch-ltaliaan-
|n verwacht.
pden stuurman
gde heden de
|dein en C. P.
i de „De Ruy-
labant." welke
in de binnen
wegen is heden
poot „Clasina"
Dt. Aldaar zal
:hoongemaakt,
der in werking
a a f.
[rij
|Bij de hed n
de f 31.000
leen hardnekkig
uurde, maakten
ph meester van
hebber gaf zich
pen over. De
wappert nu
lining wekte on-
Ift in het Mon
e den geheelen
et gevecht.
jticulier bericht
|it bij Podgorltsa
bleven, wat dus
fiasco zou zijn.
e artillede-com-
fmoord voor de
heet het in
laatste bericht
afkomstig, z?l
talië en Turkije
rden.
■rhanden
5 ons.
VL1SSIINGSCHE COURANT
Prijs per drie maanden 1,30. Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers cant. Men abonneert zich bij aüe Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij de Uitgevess
Firma F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58.
M
ADVERTENTIÈNvan 1—4 regels 0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie, wordt de prijs slechts twee maal berekend. Qroote
letters en clichés naar plaatsruimte.
V$rschl|nt dsgsliiks, toiigozon&rd op Zon- en Feestdagen.
TELEFOONNUMMER 10.
Bfeortrtemsnts-fiduerfenftëti op zeer uoordeelige stooriuaarden
Izijndf
akke^JJ
l. Brieven m°'
der „Viissfë8
IX.
In 1602 was door den grooten
staatsman joau van Oldenbarneveld,
de Oost-Indische Compagnie opge
richt, een samensmelting van alle tot
dusver afzonderlijk op Indië bestaande
handelsondernemingen- De compagnie
kreeg daarvoor van de Staten het
recht van octrooi of alleenhandel en
trad daarop als lasthebber der repu
bliek, sloot met de Indische vorsten
verbonden, bouwde versterkingen,
wierf krijgsvolk aan en nam gansche
streken rechtstreeks of betrekkelijk in
bezit. Deze werden beschouwd als
wingewesten ten bate der republiek.
Men bedong, in ruil voor bescher
ming van de hoofden der bevolking
de levering van producten, die men
in Europa of elders met het meeste
voordeel kon omzetten. De hoofden
toch hadden het recht om van de
bevolking een zeker deel te vorderen
van de vruchten van het land, of
persoonlijken arbeid, zoogenaamde
heerendiensten. Later deed de com
pagnie dat zelve. Zij voerde b.v. in,
de verplichte arbeid in de door haar
aangelegde koffietuinen of koffieplan
tages.
Zooals vroeger reeds gezegd is
ontstond hier tengevolge van den
Belgischen oorlog geldnood en in dien
nood is toen in hoofdzaak voorzien
opeen wijze, die naderhand door alle
welbekenden is afgekeurd. In 1830
werd namelijk op Java, het voornaam
ste onzer Oost-Indische bezittingen,
het zoogenaamde cultuurstelsel inge
voerd. Door tractaten met inlandsche
vorsten en door verovering, had in
dertijd de Oost-Indische compagnie,
dat machtig handelslichaam, welks
rechten en verplichtingen later op den
staat zijn overgegaan, zooals gezegd
overal in Indië bezitrecht verkregen,
welk recht gebruikt werd om uit de
koloniën zooveel mogelijk winst te
behalen. Toen de Engelschen tijdelijk
van een deel van Indië meester wa
ren, in Napoleon's tijd, volgden zij
een ander regeerstelsel, geen gedwon
gen cultures of heerendiensten, doch
belastingbetaling, maar toen de be
zittingen ons waren terug gegeven,
gingen wij op den ouden voet door.
Men legde aan de Indische bevol
king bovenmatig zware lasten op,
door ze te verplichten op uitgebreide
schaal koffietuinen aan te planten en
de producten tegen een vooraf te
6.)
Te huis gekomen, vertelde ik niets
jan het voorgevallene aan mijn com,
koewei hij het wel raden kon uit
?nze veranderde houding. Eerst toen
afscheid v,gn hem nam, verzocht
'k hem, toch vooral zorg te dragen
'oor Poi'y om mljnentwilie. Hij va;te
®jj(ie beide handen, zag mij eene
P.?°s strak aan, en ik bemerkte, dat
«ine oogen vochtig we den. Gods
!f?en gelelde u, mijn dierbare jongen,
!C;de hij eindelijk. Ik heb reeds lang
'o vurig gewenscht zulk een woord
p "«w mond te hcoren. Blijf niet
j°n§ uit, Karei, maar keer spoedig
i'ugi om u voor het altaar* met haar
1 Jerbinden.
Een paar uur later zat ik in een
Poorwagen en stoomde naar Londen.
e! werd a! donker en donkerder,
p terwijl ik half insluimerde,
eende ik dikwijls dat de zachte stem
bepalen prijs aan onze regeering te
leveren. Het eigenlijke cultuurstelsel
bestond echter hierin, dat aan Ne-
derlandsche ondernemers voorschot
ten werden gedaan om suikerfabrie
ken aan te leggende Javanen wer
den dan gedwongen om tegen een
matig loon, het riet aan te planten en
te onderhouden op de gemeenschap
pelijke gronden der bevolking. De
ondernemers moesten de suiker tegen
een vasten prijs aan de regeering af
staan en de inlandsche hoofden wer
den door belooningen overgehaald
om te werken in het belang van dit
stelsel, dat vervolgens ook tot andere
producten werd uitgebreid. Nog later
zijn fabrieken op 's lands kosten op
gericht en door een en ander werden
reusachtige voordeelen uit Indië ge
trokken, zonder dat echter in dien
tijd iets in het belang der inlandsche
bevolking gedaan werd. Integendeel
werden haar steeds zwaardere lasten
opgelegd.
Het cultuurstelsel bevat een zeer
donkere bladzijde in onze geschiede
nis. Later braken gelukkig betere tij
den aan.
Hartelijk verlangde men bij ons
naar eenige ontwikkeling onzer staat
kundige instellingen. Zooals reeds in
bijzonderheden is medegedeeld,
wenschte men dat de-koning zou
regeeren met raadslieden die tegen
over het volk voor hun handelingen
verantwoordelijk warenmen ver
langde- openbaarheid in de regee-
ringszaken, een vrij gekozen volks
vertegenwoordiging en verschillende
andere regelingen. Gedurende het
leven van koning Willem I kwam
daarvan niets meer; maar koning Wil
lem II zag de zaken geheel anders
in. Deze ridderlijke vorst heeft voor
altijd aanspraak op.de dankbaarheid
van het Nederlandsche volk, daar hij
persoonlijk de totstandkoming eener
grootendeels gewijzigde grondwet,
die van 1848, bevorderde.
Door deze grondwet, die vooral
in 1887 nog eens belangrijk gewijzigd
werd, is Nederland werkelijk gewor
den een coiistitutioneele monarchie,
dat wil zeggen een staat, die door een
vorst bestuurd wordt, die echter door
een grondwet gebonden is, waardoor
het koninklijk gezag in verschillende
opzichten wordt beperktterwijl aan
het volk verschillende rechten zijn
toegekend en met name ook een aan
deel in de regeering des lands is
geschonken.
Op de bijzonderheden der grond
wetswijziging van 1878 en hare ge
schiedenis, komen wij later meer uit
voerig terug.
Een grondwet is een wet die
de gronden van het staatsbestuur
bevat en in algemeene trekken de
staatsinstellingen regelt. Alle andere
wetten vinden als het ware in die
van Marie de vreemde waarschuwing
in mijn oor fluisterde Wacht u voor
vergif 1
HOOFDSTUK II.
Frits Holdsworih woonde in eene
der vele straten die van het Strand
naar de rivier leiden. Hij had voor
mij in hetzelfde huis een paar kamers
gehuurd en hoewel de buurt bij dag
donr de groote drukte en 's nachts
door de zwervende kaben zeer levendig
was, gewende ik mij toch spoedig
aan deze onaangenaamheden, daar
hef mijnen vriend hier goed beviel
en ik den omgang mei een bekende
noodïg had. In weinig sljds was ik
geheel in mijne studiën verdiept, ter
wijl Holdsworih zorg droeg, bij zijne
medische coilegiëtt, ook de aange
naamheden van hef Londensche leven
te genieten. Onze karakters waren
zeer verschillend, ea dit was misschien
de reden, dat wij zulke goede vrien
den werden.
Wij hadden nooit oneenigheid en
leefden dus zeer genoeglijk met el
kander. Hij kon zich niet begrijpen,
dat ik alleen uit liefde tot de weten
schap mij op de scheikunde toelegde.
wet haar oorsprong.
Koning Willem II heeft slechts kort
geregeerd. Reeds in 1849 werd hij
door zijn zoon Willem III opgevolgd,
de laatste Oranjevorst, die onder zeer
gunstige omstandigheden tot 1890
regeerde en zich vooral heeft geken
merkt door echte constitutioneele
deugden, dat wil zeggen dat hij zich
in alles trouw aan de grondwet heeft
gehouden. Bovendien heeft hij veel
gedaan voor de ontwikkeling des
lands en de verhooging der welvaart.
Onder zijne regeering kwamen vele
groote werken tot stand, waaronder
de droogmaking van de Haarlem
mermeer boven reeds genoemd
en de aanleg van het Noordzee
kanaal.
In Europa hebben wij sedert den
den strijd met België geen oorlog
meer gevoerd, hoewel wij er in onze
Oost-Indische bezittingen nog her
haaldelijk toe gedwongen werden,
't zij door opstanden der Indische
bevolking tegen ons gezag, rt zij in
het belang van veiligheid in die verre
streken. Zeer lang heeft geduurd de
oorlog tegen het Rij a van Atjeh in
het noorden van Sumatra, eertijds
een beruchte roofstaat. Verschillende
andere oorlogen hebben ons veel ge
kost, doch waar de overwinning
steeds aan onze zijde was, daar
plukte de Indische bevolking daarvan
meestal de vruchten, omdat zij er
door bevrijd geraakte van de onder
drukking harer hoofden en omdat
barbaarsche gebruiken en gewoonten
door ons niet werden geduld en de
onderwerping aan het Nederlandsch
gezag dus ook beschaving en ver
zachting van zeden bréngt.
In 't algemeen is ons Indisch re
geerstelsel na het verval van het
cultuurstelsel aanmerkelijk gewijzigd.
De eigenlijke koffiecultuur bestaat
nog wel, maar een voorstel tot af
schaffing is thans gedaan, wetten
werden gemaakt in het belang der
inlandsche bevolking, die thans niet
meer wordt beschouwd als een bron
van inkomsten voor Nederland. Inte
gendeel wordt op verschillend gebied
veel voor Indië gedaan, vooral voor
den handel en het landbouwbedrijf,
de openbare middelen van vervoer
en het onderwijs. Wij beschouwen
die inlandsche volksstammen, door
een samenloop van omstandigheden
aan onze macht onderworpen, meer
als volksstammen, voor wie wij te
zorgen hebben en waarvoor wij ver
antwoordelijk zijn.
Het allernieuwste is dat de Haag-
sche politie eenmede-
politie-dienaar gearresteerd heeft en
dat nog wel op 't hoofdbureau van
politie aan het Alexandersveld. Het
Maar ik bemerkte spoedig dat hij,
wanneer de levenslust niet te sterk
bij hem was, ook veel van zijn be
roep hield, waarom hij mij ook steeds
aanbeval, mijne studiën door het be
zoeken van medische en heelkundige
voorlezingen eene meer practische
richting te geven.
Ik kon intusschen geen smaak vin
den in de heelkunst. De natuurwe
tenschappen behoorden ook tot zijn
vak. Hij moest daarin examen afleg
gen, dat hij eervol wenschte te doen
een doei, waarvoor hij zich, dit
recht moet ik hem laten wedervaren,
zeer veel moeite gaf.
Gedurende dezen tijd van voorbe
reiding bleef hij, wat anders niet tot
zijne liefhebberij behoorde, tot diep
in den nacht studeeren, terwijl ik aan
den anderen kant van de tafel mijne
aanteekeningen regelde of den loop
van mijne waarnemingen welke ik
bij dag gemaakt had opschreef. Daar
zijne chemische kundigheden wat on
volledig waren, riep hij dikwijls mijn
raad in.
Ik herinner mij nog een gesprek
met hem, dat na verloop van tyd
aanleiding gaf tot zeer vreemde uit
klinkt eenigszins vreemd en toch is
het zoo
De man was sinds eenige jaren
klerk aan dat bureau, speciaal voor
de afdeeling gevonden voorwerpen
en uit hoofde van zijn betrekking
had hij 't beheer over alle voorwerpen
die gevonden waren.
De manier waarop hij de menschen
bedroog moet nog al geraffineerd zijn.
Hij ging als volgt te werkAls na
verloop van tijd geen eigenaars waren
komen opdagen, om het verlorene te
komen bezichtigen en in ontvangst
te nemen als 't bezichtigde voorwerp
van den bedoelden persoon bleek te
zijn, dan fingeerde de man een eige
naar, plaatste een handteekening en
stak de voorwerpen in zijn zak.
De zaak kwam uit, toen een wer-
welijke eigenaar zich aanmeldde.
Toen 't gemerkt werd erkende de
man volkomen.
Door verandering van cijfers in de
register-boeking moet hij zich ook
verschillende bedragen hebben toe
geëigend.
Hij is 33 jaar en gehuwd.
Wie wordt hier weer de dupe van
de historie De vrouw, 't Is treurig.
Maar werkelijk, zou 't nu zoo dwaas
zijn als de autoriteiten zoo'n vrouw,
die dus toch niet aansprakelijk gesteld
kan worden, voor wat haar man mis
deed, steunden Zou 't zoo dwaas
zijn als er van overheidswege voor
gezorgd wordt, dat vrouwen en kin
deren wier mannen en vaders in de
gevangenis zitten, geen gebrek lijden
't Is nu wel makkelijk iemand we
gens diefstal op te sluiten, maar men
vergeet dat daar nog anderen zijn,
die lijden onwillens en onverdiend
met hen die in de gevangenis zitten.
Nu weet ik wel, dat men zal vra
gen waar moeten wij heen, als men
dat gaat doen Maar dan zou 'k de
nuchtere vraag willen stellenis 't
billijk, dat menschen die niets aan
zoo'n misdrijf kunnen doen er zelfs,
niets van af weten, 't moeten ont
gelden
Daarop kan niet anders geantwoord
wordenzeer zeker, dat is onbillijk
en onrechtvaardig.
Welnu, als men dat nu onbillijk en
onrechtvaardig vindt, moet er dan
niets gedaan worden, om die onrecht
vaardigheid weg te nemen Zeer zeker
Nu weet ik, dat er altijd nog men
schen zijn, die absoluut niet noodig
vinden, dat de naaste familieleden
van den opgeslotene in staat worden
gesteld fatsoenlijk te leven, zoolang
de kostwinner uit de gemeenschap
is, die zeggen„Dan moet zoo'n
„kerel" maar eerder bedenken dat
zijn vrouw en kinderen niet te eten
hebben, als hij in de gevangenis komt".
Doch zij die zoo redevoeren geven
blijk een overgroote hoeveelheid „kort
zichtigheid" te bezitten.
komsten, mij in diepe smart en el
lende dompelde, ja haast mijnen dood
ten gevolge had. Wij waren bezig de
geheimzinnige afdeeling der schei
kunde te bestudeeren, welke de aan
trekkingskracht en afstooting der
lichamen, de scheikundige verbindin
gen en oplossingen in een woord,
de zoogenaamde willekeurige ver
wantschap in zich bevat. Bij deze
gelegenheid vielen mij eenige gedach
ten en theoriën in, die mij zeiven
bevreemdden. Holdsworih gaf toe, dat
hij zich geen duidelijk begrip kon
vormen van verschillende zelfstandig
heden, die hij in een glas vermengd
voor zich had staan.
De verdeeling der zuren bracht
hem in de war, zoodat hij meende
dat de ontleding eigenlijk niets anders
was dan bloot eene zaak van onder
vinding. Ik beproefde hem de zaak
duidelijk te maken, en zeide, dat
wanneer hij mij even wilde aanhoo-
ren, ik daartoe misschien in staat zou
zijn.
Gij moet bemerkt hebben, ging ik
voort, dat eenige scheikundige stof
fen de eigenschap hebben, elkander
aan te trekken, wanneer men ze "met
Feit is nu eenmaal, dat vrouw en
kinderen niets weten van 't kwaad
dat de man doet. En zou dan ook
hier 't spreekwoordDe goeden
moeten met de kwaden lijden, moeten
gelden Ik kan dat met den besten
wil niet inzien.
Waar bosch is, is altijd afval van
hout, sprokkelhout.
Zoo ook in de residentie, waar wij
bosch te over hebben.
Nu zou men denken, dat dat een
mooie gelegenheid is voor de slecht
met aardsche goederen bedeelden,
om een „brandje" op te slaan. Doch
als men dat denkt komt men bedro
gen uit. De gelegenheid is er zeer
zeker, doch er wordt niet van ge
profiteerd, omdat 't niet mag. Men
mag geen hout uit 't bosch halen.
Wat er dan wel gebeurt
In een der Haagsche dagbladen
maakt een „inzender" een juiste op
merking. Op verschillende plaatsen
in 't Haagsche bosch worden boom
stronken enz. verbrand. Men kan
begrijpen, dat na de laatste twee
groote stormen, die afval een aardige
hoeveelheid houdt bedraagt. Dies
wordt er ook aardig wat verbrand.
Dat is zonde, dubbel zonde, waar
er zoovelen zijn, die, nu 't koud be
gint te worden, geen kachel kunnen
branden, omdat er geen geld is voor
brandstof. Zou 't nu zooveel gevergd
zijn, dat onder behoorlijke toezicht,
't hout, 't afval op een bepaalde
plaats gebracht wordt en dat de ar
men der Koninginne-stad, 't kunnen
komen weghalen Mij dunkt van
neen.
Wat voor nut heeft 't daar in de
open lucht heele stapels hout te
verbranden. Niemand heeft er eer.ig
voordeel van, niemand warmt zijn
handen er aan en niemand kookt
zijn „potjeer boven. Hoeveel
„warmte," hoeveel tevredenheid en
zelfs geluk zou zoo'n brandje kunnen
stichten in de huisjes van hen, die
nu genoodzaakt zijn, in de kou te
z tten, een koud „potje" te eten.
Laat ik hopen, dat 't den „heeren,"
die te zeggen hebben over 't ge
boomte in 't bosch, zal behagen, het
afval ter beschikking te stellen van
hen die daarvan een partij wenschen
te ontvangen.
Dan beleeft men van 'i sprokkel
hout meer plezier dan thans.
De raad heeft 't Maandag weer ge
had over de belastingquaestie, waar
over ik u in een vorigen brief reeds
een en ander vertelde, 't Is er nogal
warm toegegaan.
't Slot van de discussies was, dat
de heer de Groot een motie voor
stelde van den volgenden inhoud
„De Raad, kennis genomen heb
bende van het praeadvies van B. en
elkaar in aanraking brengt. Zij ver
eenigen zich ten slotte en vormen
eene zelfstandigheid, die zich geheel
anders voordoet dan elk der oor
spronkelijke lichamen op zich zelve.
De aanraking, waardoor deze licha
men zich met elkander verbinden,
wordt by gebrek aan juiste formule,
aantrekking, verbinding genoemd. Het
komt my voor, alsof er in deze on
bewerktuigde, onbezielde stoffen even
wel een soort van ziel, van wil woont
Schud uw hoofd niet ongeloovig,
maar laat my uitspreken. Wanneer
wy den blik vestigen op de eigen-
iyke willekeurige verwantschap, dan
wordt door dezen naam reeds aan de
zoogenaamde doode stoffen het ver
mogen van kiezen toegekend.
Ik wil u ais voorbeeld slechts her
inneren aan eene zeer gewone delf
stof, de kalksteen of koolzuren kalk.
Als een vaste lichaam is de kalk
met een gas, het zoogenaamde kool
zuur verbonden. Wat gebeurt nu, als
men het met een ander zuur, b. v.
zwavelzuur in aanraking brengt?
(Wordt vervolgd.)