DAG
singan
Eerste Blad.
AN
Dit lummsr bestaat uit 2 bladen
Kromme Wegen.
DEL
I
16 September
No,219.
iSI|H.
FOREN,
Feuilleton.
50e Jaargang.
1912.
geêCö,
;rs.
BODE
II
Maandag
Aan den vooravond
van het Eeuwjaar.
Brieven uit de Hofstad.
f HAARD-
ijmen van
IRAOIETH
Telefoon 46.
Agenten der
IYPOTHEEK-
faerichten, dat
zijn als le
e'k gewenschl
e 43/, Af-
dingen gaarne
Telefoon 125.
i^oordeellgste
beste van alle
Iedere knot is
staand gedepo-
e r k. Verkrijg-
vinkeiiers.
nette
goede getuigen
lstraat 43.
HKER Si RÜH.
ehouden eene
uur zullen fn hf'
onstraties
omforen eo
rf
r.53
-4
8
s.a
f8
S3.
10.38
11 i
il
11.38
7.10
<J
a.
10.5
11.52
*8.-
8.67
8.20
9.4°
8.54,
11.02
12.2
Komt de boot
schlaiid. eQ ar
Oberhansen, er
de D-treinen tjjd,
ad Amsterdam»0116
VLISSINGSCHE COURANT.
Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postd;recteuren of rechtstreeks bij de Uitgevers
Firma F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58.
m
ADVERTENTIÊN van 1—4 regels 0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie, wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Qroote
letters en clichés naar plaatsruimte.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen.
TELEFOONNUMMER 10.
V."
Na de bevrijding van hetgeen men
gewoon is te noemen het Fransche
juk, een juk dat wij ons tamelijk
vrijwillig op de schouders hadden
genomen, maar dat ons anders toch
wel opgelegd zou zijn geworden, en
de daarmede gepaard gaande herstel
ling van onze onafhankelijkheid, is
nu nagenoeg een eeuw verloopen
een lange tijd voorwaar en die van
zeer groote beteekenis kan wezen in
hei leven van een volk. Voor ons
gaan de tijden zeer snel voorbij en
dat zal wel daarvan een gevolg wezen,
dat weinige groote en schokkende
gebeurtenissen in dat lange tijdsver
loop hebben plaats gehad. Niet dat
wij in de laatste honderd .jaren geen
geschiedenis hebben gehad, maar het
staat toch vast, dat over 't algemeen
genomen de tijden betrekkelijk rustig
waren, zoodat voordurend acht kon
geslagen worden op de ontwikkeling
onzer staats- en maatschappelijke
instellingen.
Het Weener-congres, dat na 1813
de ontredderde zaken van Europa
regelde, besloot tot de vereeniging
der noorderlijke en zuidelijke Neder
landen.
Reeds vooraf was, in 1814, een
nieuwe grondwet tot stand gekomen,
die uiteraard een zeer kortstondig
bestaan had.
Zooals reeds werd opgemerkt, moet
van Hogendorp reeds in 1811 hebben
ontworpen een schets voor een grond
wet derVereenigde Nederlanden. Men
meende verstandig le handelen door
in een nieuwe orde van zaken de
oude staatsmachten zooveel mogelijk
te doen herleven, opdat deze dan
het hoogste gezag zouden opdragen
aan den prins van Oranje en toen,
op 21 December 1813, de intusschen
tot souverein vorst uitgeroepen prins
bij besluit de zoogenaamde grondwet
van 1814 invoerde, was daarbij van
Van Hogendorp's schets een goed
gebruik gemaakt.
Dat er een constitutie zou komen,
die de betrekkingen tusschen den
vorst en het volk bepaalde en regelde
is een stellige voorwaarde voor de
verheffing van den prins geweest.
Van het schenken van een grondwet,
door den vorst aan het volk, het af
stand doen dus, door den vorst, vrij
willig, van een deel van het absolute
g, is nooit in dien tijd sprake
o-
82.)
Ongetwijfeld zouden zeer verzach-
tende omstandigheden voor hem plei
ten, ook had Rothmann beloofd al
net mogelijke te zijne gunste te doen,
®aar op het beslissende oogenbllk
kon ook zelfs de politie tegenover
de rechtbank niets doen, dan Wolf's
verdiensten in het licht te stellen.
Vrouw Wolf, die van de haar door
Koppenhagen toegebrachte slagen vol
komen hersteld was, betoonde in deze
oogenblikken van wachten en vreezen
oneindig meer moed dan haar man.
P sProk hem bedarend tcezij stelde
om voor, hoe toch eindelek het uur
0' verlossing slaan moest, waarin
olf uit deze onaangename verhou-
n8 geraaktezij wees hem tot troost
u, 0" verschrikkelijken tijd, dien hij
ma t,» PfH' toen h!f n0" in de
c"t van Koppenhagen was en ver-
geweest. Later zullen wij daarvan een
zeer verheven voorbeeld aantreffen.
In de proclamatie vanjJ2 December
1813 zegt de prins dat hij aanvaardt
wat Nederland hem aanbiedt en zulks
onder waarborging eener wijze con
stitutie, welke de vrijheid des volks
tegen latere misbruiken verzekerde.
Men wilde wel een monarchalen re-
geeringsvorm, maar tevens een volks
vertegenwoordiging.
Hierbij komt nog, dat de loop der
zaken den prins aanmerkelijk mee
viel. Hij meende stadhouder van de
geheele republiek te zullen worden,
zooals zijn vadermet uitgebreide,
vooral met beter omschreven be
voegdheden, om zoo te zeggen het
gekroonde hoofd eener republiek en
de prins, die de staatkunde ijverig
beoefend had, deed eens door pro
fessor Niebuhr het ontwerp van een
grondwet opmaken, waarin wel dege
lijk van een republiek sprake was en
waarin de staat zelf de souvereiniteit
bezat.
Bij de grondwet van 1814 werd
de souvereiniteit der Vereenigde Ne
derlanden opgedragen aan Willem
JFrederik, prins van Oranje-Nassau,
met den titel van Koninklijke Hoog
heid, om door hem en zijn wettige
nakomelingen erfelijk te worden be
zeten. Het recht van oorlog en vrede
werd hem opgedragen, ook het opper
bestuur over de geldmiddelen, het
leger en de vloot. Naar de moderne
opvatting der souvereiniteitsrechten
beteekent dit alles zeer weinig. Hon
derd jaar geleden kon men er nog
meer beteekenis aan hechten, maar
toch was ook reeds in de grondwet
van 1814 bepaald dat tot handhaving
der volksvrijheid en tot waarborg
voor een richtig beheer, een verga
dering van vijf en vijftig leden der
Staten-Generaal, door de Provinciale
Staten voor drie jaar benoemd, alle
buitengewone uitgaven zou toestaan
of weigeren er. evenals de vorst
wetten voordragen en er over stem
men. Er kwam een Raad van State
om de kroon te adviseeren en een
Rekenkamer voor de controle der
geldmiddelen.
Staten-Generaal, die over het ont
werp der grondwet konden oordeelen,
waren er toen echter niet, waarom
besloten werd om daartoe zes honderd
voorname burgers of zoogenaamde
notabelen, in de Nieuwe Kerk te
Amsterdam bijeen te roepen. Dat dit
een geheel willekeurig getal was,
bewijst het feit, dat er maar 474
opkwamen en dat men het werk
toen maar met die opgekomenen
heeft afgedaan. Artikelsgewijze stem
ming had niet plaats. Met een zeer
kleine minderheid tegen werd de
grondwet aangenomen en den volgen
den dag werd de souvereine vorst
ingehuldigd.
zekerde hem van hare liefde en trouw,
wat ook gebeuren mocht. Eindelijk
gaf dan ook Wolf aan hare troost
redenen gehoor, alleen wilde hij niet
den wensch zijner vrouw opvolgen
en zich ter rust begeven. Hij beefde
letterlijk van angst, dat zich misschien
nog in het uiterste oogenblik eene
stoornis zou voordoen, en was er
niet van af te brengen ieder kwartier
te gaan zien, of Koppenhagen wel
voldoende geboeid was.
Sinds Rukowski in het huis was, had
men Koppenhagen een z. g. n. knevel
op den mond gezet, ten einde hem
het schreeuwen te beletten. De toe-
s'and van den geboeide, waarin hij
zich nu reeds meer dan drie dagen
bevond, was natuurlijk een zeer on
aangename, maar tegenover een zoo
doortrapten booswicht kon men on
mogelijk met verschooning te werk
gaan, wilde men zich niet aan een
onherstelbaar onheil blootstellen. In
zijn machteloozen (rots weigerde hij
thans alle voedselhoe dikwijls
vrouw Wolf in wier borst nog
niet alle medegevoel voor ha: en vroe-
geren, thans weerloozen pijniger was
uitgestorven hein ook vroeg, of
flbonnements-ftduerfsiritiëtt op zeer uoordeelige uooriwaarden
Zooals reeds werd gezegd, besloten
intusschen de mogendheden tot ver
eeniging van de noordelijke en zuide
lijke Nederlanden. Wij hebben meer
malen opgemerkt dat dit een groote
fout was, in de toekomst een bron
van groote moeilijkheden, een daad
waarop men toch zou moeten terug
komen. Dat men in het noorden een
krachtig bolwerk tegen het onrustige
Frankrijk wenschelijk achtte, dit was
te verklaren, maar men had toch
niet mogen voorbijzien, dat beide
volken in schier alie opzichten onder
scheiden waren in taal, godsdienst,
beschaving, zeden en gewoonten. Ook
waren de beide volken, waarvan het
eene reeds zoolang in de vrijheid
gestaan had, het andere geen vrijheid
kende, elkaar sinds lang vreemd
geworden, reeds van het oogenblik
af dat het zuiden geheel onder de
gehoorzaamheid des konings van
Spanje terugkeerde.
Slechts vijftien jaren heeft die on
natuurlijke vereeniging geduurd, maar
de gevolgen hebben zich veel langer
doen gevoelen.
Hoe dit zij, de vereeniging maakte
eene nieuwe grondwet noodig, die
van 1815, die nog altijd bestaat, 't Is
waar, zij is herhaaldelijk gewijzigd,
tot tweemaal toe zelfs zeer belangrijk,
toch staat het vast, dat het een op
veel punten geheel verouderd en ten
heele waardeloos stuk is. Zeker moet
de eerbied van een volk voor zijn
grondwet, als basis van alle staatsin
stellingen, groot zijn, zoodat men
slechts in de uiterste noodzakelijkheid
tot verandering overgaatmaar van
de grondwet van 1815 kan men
zeggen dat zij,, niet v'-randerd, maar
alleen vernieuwd, een bron kan wor
den van gezond staatkundig leven.
Juist zal ik weer beginnen u te
schrijven over Den Haag en nog eens
Den Haag, als mij daar in mijn rustige
overpeinzingen komt storen 't bericht
dat de eene mensch zich aan den
ander vergrepen heeft, dat de eene
mensch den ander vermoord heeft,
dat de eene mensch om zich recht
te verschaffen, om zijn wraaklust bot
te vieren, den ander of liever de
andere, want die andere is een vrouw,
met 't geweld der wapenen heeft
vernietigd.
't Wordt bar in den laatsten tijd.
Sla een courant open, gij vindt er
minstens twee 4 drie moorden in. En
zoo is 't iederen dag. Een feit is, dat
't in den laatsten tijd erger is dan
ooit met de moordgeschiedenissen.
Wat daarvan de oorzaak is Och
de een vindt 't hierin, de ander daariit,
maar de ware oorzaken, daar raadt
men toch altijd maar naar.
hij iels te eten of te drinken verlang
de, schudde hij krachtig ontkennend
met het hoofd.
Rukowski werd eerst tegen tien
uur in den morgen wakker. Werkner
groette zoo vriendelijk mogelijk en
vertelde hem, dat zijn vriend op reis
was gegaan, maar het verzoek had
achtergelaten, dat Rukowski op hem
zou blijven wachten.
Tegen zes uur des namiddags ver
klaarde Werkner echter, overeenkom
stig zijne afspraak met Rothmann,
dat hij thans niet langer kon wachten
en verzocht Rukowski daarom mede
naar de dorpsherberg te gaan.
Rukowski begon nu eenige achter
dacht op te vatten, ofschoon hij
Werkner nog altijd voor een inge
wijde hield, maar dit wantrouwen
werd door een gelukkig toeval ver
dreven, zoodra zij de dorpsherberg
binnentraden.
De waardin, die, zooals wij weten,
den vorigen dag Werkner met Wolf
had te zamen gezien, toen deze
zich voor een vriend van Koppenha
gen uitgaf en met de bij dezen ge
vonden sleutels de kamer van Kop
penhagen opende, begroet e ntm
In 't onderhavige geval is de vrouw
weer in 't spel. Een moord uit minne
nijd
Het drama greep plaats in de Pas
toorswarande, een volksbuurt bij uit
nemendheid en eenige dagen zelfs
heeft men 't daar over niets anders
gehad dan over den moord.
De 49-jarige Eduard Gerretsen, gla-
zenwasscher van zijn beroep, heeft
gedurende een aantal jaren samen
gewoond met de even oude weduwe
Hoenstok, die in genoemde buurt een
groentenwinkel heeft.
Verleden jaar echter knoopte de
vrouw betrekkingen aan met een
koetsier, Jan van den Does. Men was
al zoover dat er over trouwen gespro
ken werd en Vrijdag nu zou 't paar
aanteekenen.
Gerretsen echter was woedend,
omdat hij afgestooten was en her
haalde malen heeft hij de weduwe
over willen halen, den koetsier te
laten loopen en hem weer bij haar te
nemen. De weduwe wilde hiervan
echter niets weten en toen de glazen-
wasscher zag, dat er niets met zacht
heid te beginnen viel, uitte hij be
dreigingen.
Helaas heeft hij zijn bedreigingen
ten uitvoer gelegd
Met een sleutel, die hij nog steeds
bij zich had, van den tijd dat hij bij
de vrouw woonde, heeft hij zich
's morgens vroeg toegang verschaft
tot den winkel. De vrouw lag te bed
in een alcoof en Gerretsen stoof op
haar af. Een korte woordenwisseling
onts'ond, toen knalden er drie schoten,
't Volgend oogenblik vloog de vrouw
hevig bloedend de straat op.
De buren waren door de schoten
uit hun slaap opgeschrikt en liepen
naar buiten. Een schoenmaker, die
den geheelen nacht gewerkt had, liep
naar den winkel, juist toen de vrouw
naar buiten kwam. Hij ving haar op
en droeg haar weer naar binnen. Hier
zakte zij in elkaar en stierf.
Op dat oogenblik klonk er weer
een schot en de schoenmaker, naar
't plaatsje achter de woning loopende,
vond daar den glazenwasscher liggen,
met bebloed hoofd. Hij had zich voor
't hoofd geschoten.
De vrouw en hij werden oogen-
blikkelijk naar 't gemeente-ziekenhuis
gebracht, waar de man geopereerd
werd en de kogel werd verwijderd.
Hij was niet levensgevaarlijk gewond
en zal binnen eenige weken wel weer
hersteld zijn. Hij werd, zoodra zijn
toestand dat toeliet, in verhoor ge
nomen.
De man zal dus, dank zij de we
tenschap, die in staat is tegenwoor
dig halve wonderen te verrichten,
weer beter worden om dan
jaren en jaren lang, misschien wel
voorgoed de gevangenis in te draaien.
De wet schrijft nu eenmaal voor
dadelijk als een vriend van Koppen
hagen en deelde hem mede, dat deze
nog altijd niet van zijne laatste reis
was teruggekeerd. Dit was voor Ru
kowski een vernieuwd bewijs, dat de
vreemdeling inderdaad een intieme
vriend van zijn chef was, zijn wan
trouwen verdween onmiddellijk en
maakte voor nog grootere vertrou
welijkheid plaats, toen Werkner de
waardin bevel gaf het beste uit keu
ken en kelder op te dragen. Rukowski
at en dronk met veel smaak, en toen
Werkner hem zoo terloops vroeg of
de herbergier en zijne vrouw, ook
tot het „gezelschap" behoorden, ver
nam hij dat dezen niet ingewijd wa
ren, dcch alleen achting voor Kop
penhagen hadden, omdat hij tamelijk
groote verteeringen maakte.
Wolf was tot het laats'e oogenbllk
bij zijne vrouw gebleken, om haar
niet weder met Koppenhagen alleen
te laten.
Tegen acht uur verscheen Rothman,
die de Ularen-afdeeling tot de haar
aangewezen posten aan de westelijke
zijde van het dorp gebracht had. In
de dorpsherberg verontschuldigde hij
z-.cr, «lat hij zoo l-ing uiigfbieven
dat alle pogingen aangewend moeten
worden om een zieke weer te doen
herstellen.
Maar nuchter bekeken, is het dan
niet wreed, dat in een geval als dit
een man, een mensch, weer opge
lapt wordt, alleen, want daar draait
de zaak dan toch om, om hem, als
hij 't bed weer verlaten kan, ais hij
weer hersteld is, in de gevangenis te
duwen wellicht voor zijn geheele
leven.
En dit geval staat niet alleen. Ik
herinner mij de geschiedenis van een
student, die een getrouwde vrouw,
die hij lief had, doodschoot en daarna
poogde zichzelf 't leven te benemen.
Hij werd, dank zij onze knappe medici
weer beter en thans zit hij achter slot,
zes jaren, lange jaren.
Was 't niet veel beter, dat derge-
gelijke menschen stierven?
Zelfs acht ik 't misdadig, die men
schen weer te doen genezen, alleen
met 't doel, 't gerecht zijn beloop te
laten hebben. Want dat is 't dan
toch per slot van rekening en al zegt
men dat niet met ronde woorden, ik wil
't aannemenal denkt men er niet bij.
Menschelijker zoude ik het vinden
die schepsels, die, worden zij beter,
toch voor hun leven ongelukkig zijn,
kalm hun dood te laten sterven, een
dood, die dan verlossing brengt.
Wij betalen belasting, veel belasting
zelf, om 't Rijk, onze gemeenschap
in stand te houden, om de zaken
netjes te doen marcheeren. En met
onze centen, met onze en anderer
belastingpenningen wordt zoo zuinig
mogelijk omgesprongen.
Dat kan men bijvoorbeeld lezen
uit 't verslag van de Rekenkamer,
instelling, die napluist of er ook geld
onnut wordt weggegooid I
Zie hier I
In 1908 kreeg de Rijks-bouwmees
ter in het eerste district een „extra
beiooning" van liefst f 4000, voor de
leiding en het hoofdtoezicht op den
bouw van stallen op het Koninklijk
domein Het Loo. Toen protesteerde
de rekenkamer. Volgens haar oefende
die bouwmeester die leiding uit als
Rijksbouwmeester, 't Rijk zij „Neen",
als hij dat doet is hij geen rijks
bouwmeester. Er werd door de Re
kenkamer f4000 gegeven, zuchtend.
Thans, lieve hemel heeft de bouw
meester weer een meevallerijc van
f 4000, weer voor leiding op het Loo.
De Rekenkamer denkt thans de regee
ring te pakken te hebben, wijst er op
dat de bouwmeester reeds vei hooging
van salaris heeft gehad, nadat de
regeering als volgt geredeneerd had
De menschen hebben zooveel werk
met de verbouwing op 't Loo De
regeering houdt echter vol, dat de
was en verklaarde deze vertraging uit
eene ontmoeting met Koppenhagen,na
mens wien hij gefingeerde groeten aan
Rukowski overgebracht had, met het
bericht, dat Koppenhagen nog in den
loop van den nacht in de werkplaats
zou komen. HQ noodigde nu Rukowski
uit, hem en Werkner naar deze plaats
te geleiden.
Rukowski verklaarde zich daartoe
dadelijk en met veel genoegen bereid,
maar men moest nog de komst van
Wolf afwachten, wien in deze slot
catastrophe eveneens eene rol was
toebedeeld. Deze verscheen ook
spoedig en éen oogwenk was voor
Rothmann voldoende om te weten,
dat alles in orde was, dat twee ver
trouwbare Ulanen den geboeiden
Koppenhagen zonder opzien uit het
aan het uiterste einde van dorp staande
huis van Wolf hadden afgehaald.
Nog éen dronk en dan braken de
vier mannen, onder het geleide van
Rukowski, op, om door de duisternis
van het woud de werkplaats te be
reiken.
(Wordt vervolgd.)