1912.
Zaterdag
31 Augustus
Gemeentebestuur.
en waarlijk blijde dag.
Feuilleton.
Kromme Wejen.
50e Jaargang,
bekendmaking.
(31 Aug. 1912.)
BINNENLAND»
doe!-
Vlissingen in 1911.
No. 200.
VLISSINGSCHE COURANT.
Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers S cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij de Uitgever»
Firma F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58.
ADVERTENTIÈN van 1-4 regels 0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie, wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Qroofe
letters en clichés naar plaatsruimte.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen.
TELEFOONNUMMER 10.
lT<r inza?e liggen van de lijst der
Kiesbevoegden voor de Kamer van
Kcophandel en Fabrieken.
Burg. en Weth. van Vlissingen
brengen Ier kennis van belangheb-
enden
dat de lijst der kiesbevoegden voor
e Kamer van Koophandel en Fa-
rieken alhier definitief opgemaakt is
dat deze lijst gedurende acht dagen
„gaande 2 September 1912 vooreen
eder Ier Gemeente-Secretarie ter
nzage ligt
en dat bezwaren tegen die Iqst,
elzij die den klager, hetzij d.ie an-
ere personen betreffen, binnen acht
agen na heden bij de Gemeente
unnen ingebracht worden.
Vlissingen, 30 Augustus 1912.
Burg. en Weth. voornoemd,
AN DOORN VAN KOUDEKERKS.
De Secretaris,
W1TTEVEEN.
|uist honderd jaar geleden stonden
e legers van den grooten Napoleon,
aaronder zich ook zoovele duizen-
Nederlanders bevonden, in het
i van Rusland, om er den strijd
et den kolossus aan te binden. Toen
vchlle ons landje onder een onge-
ende verdrukking en er zou zeer
ig noodig geweest zijn, om het
Immer van de kaart weg te
"taliën,
Honderd jaat later is het Holland -
che volk een volk zoo vrij als er
einig zijn, is Nederland een wslva-
endt en beschaafde staat, welks
evolklng rustig voortarbeidt aan de
erken van voor uitgang en bescha-
waaraan het zich heeft gewijd,
Jjn plicht en roeping in de rij der
alien meer en meer helder begint in
zien.
Weik tijdsgew.' icht, dat tijdsgewricht
an een eeuwWelk eer. verleden
welk een hedenIa die dagen
oleindde |an Frederik Helmers zijn
"ollandsche Natie," dat uitgebreide
n budangewoon vaderlandslieved
Pichtstuk, dat vooral in die dagen toe
ang toi de harten moest vinden,
aatio hij de voornaamste gebeurle-
iasen sedert de vroegste tijden be
ng, waaraan onze historie zoo rijk
Veler haiten bezielde hij door zijn
hoone klanken en menige ziel heeft
'i' om met zijn eigen woorden te
teken, tot der vaderen moed en
acht ontgloeid.
In die zangen verplaatst de dichter
bij het graf van Willem I, waar
1 met gouden letteren aan den wand
70.)
Hij tastte hier rond tot hij de stukjes
ats en de overschotten van wijn
rood gevonden had, die hij be-
ens he' breekijzer in zijn schuii-
bracht, ook gleden zijne han-
herhaaldelijk over de metalen
ik nütVan llel aa"gemunte geld, en
,i„. ,ware een plotselinge ingeving
nf. "et Walewski eenige del
In ü!f atuklcen in zijn zak glijden,
hli liiüi" dan een half uur had
ieticM vefh°rgen verblijfplaats in-
ff het Waft hom ofcrtf hii hlpi»
ten ar J!1 1161 was hem, alsof hij hier
tysi er Sev°el van veiligheid had.
en L^ioestand nog altijd treu-
i|D AJ. ---«ihiiu neg asigu H'-M
®t>8 daa.'j ziïne verschrikkelijkheid
Wet S !01 vermeerderd, dat hij
IWnnen deze°l lan& hij zich reeds
*elke turt f, er8wefken bevond, en
«el on Ho da2 of nacht het thans
°PPervlakte der aarde zijn
ziet gebeReld, dat daar rust de redder
van 't verdrukte vaderland. In die
zangen verhaalt hij dan den breker
van 's lands kluister, schetst hij zijn
deugd, zijn moed, zijn wijs beleid,
zijn standvastigheid en trouw en zijn
dood voor het vaderlandverhaalt
hij van Maurits, den groolsten vel iheer
in der vadren gulden eeuw, brengt
hij het off-r van zijn hart aan al de
Oranjes die Nederland uit kleine be
ginselen groot hielpen worden. En
dan gewaagt hij van een volk van
rouw, die de schimmen dier helden
wezens door het droef besef van
's aardrijks ramp stoort en stille wee
moed doet geboren worden, om dan
den iach tejjdoen herleven in 't oog,
de rust te doen terugkeeren in de
ziel. Din herkent men weer het oude
Nederland, door zijn val gelouterd.
Ja, gelouterd, dat was ons vaderland
wel in de eerste jaren der 19r eeuw.
De ontzaglijke fouten die men begaan
had werden gekend en erkend en men
was ten volle bt reid om voortaan
eendrachtig samen te werken en het
kleinzielig geharrewar te laten varen.
Men was ten volle bereid, opnieuw
te eikennen de groote verdiensten
der Oranjes, door en met wie Ne
derland zijn eertijds groote en grooi-
sclse plaats onder de volkeren van
Europa had ingenomenmen kende
te dien einde geen partijschappen
meer en zag met smartend verlangen
uit naar een geest van vrijheid en
orde, die alleen leven kon onder een
symbool als Oranje.
Tosn werden Nederland en Oranje
voor goed ééntoen wist men dat,
bij alle dwaling en onvolmaaktheid,
tusschen een vorstenhuis en een volk,
die meer dan drie eeuwen lief en
leed hebben gedeeld, een band ont
staat dien men n et straffeloos ver
breken kan. En die band bestaat dan
ook bij de kern van het volk onver
zwakt tot op dezen dag van vreugde
en voldaanheid.
Het is een onloochenbaar feit, dat
Nederland en Oranje niet steeds éen
zijn geweestvan des te meer betee-
kenis is het, dat de Iood der dingen
ditn o'verbreekbaren band gevormd
heeft. Sinds Willem de Zwijger, de
rijke, grootsch en vroolijk te Brussel
levende vorst den droeven ernst des
levens had leeren kennen en naar
Dillenburg vertrok hebben de lotge
vallen van Nederland en Oranje tel
kens een merkwaardige overeenkomst
gehad en was er telkens, en steeds
meer, eenheid van belangen. Uit het
natuurlijk verbond, dar zelfbehoud ten
grondslag ,had en later herhaaldelijk
werd bevesFgd, ontstond een band,
althans met een deel van het volk,
een band die voortdurend hechter en
sterker werd, die zich telkens tot een
aanzienlijker deel der ratie uitbreidde
en, na verloop van eeuwen, tot we-
kon, maar vooral door de geringheid
der hoop, dat hij ooit weder het dag
licht zou aanschouwen.
Zou Baruch terug komen Wei had
hij het hem op zijne eigenaardige
wijze meermalen beloofd, maar zou
hij in slaat zijn zijn woord (e houden
Was het niet verschrikkelijk met
lichaam en ziel afhankelijk te zijn van
de plannen en inzichten eens waan
zinnigen
Hoe echter, als Baruch eens niet
terugkwam, maar in zijne plaats de
mannen, die hier werkten Zou er
dan nog redding voor den gevangene
mogelijk zijn
Tusschen hoop en vrees, tusschen
moedeloosheid en een ernstig pein
zen op middelen tot redding, zweef
den Walewski's gedachten onophou
delijk heen en weder. Misschien ook,
dat deze tijd hem, door het gevaar,
waarin hij verkeerde, de eenzaamheid
en duisternis, slecht zoo lang scheen.
Ten slotte vond hij troost in het ge
bed. Op wonderlijke wijze was hij
uit het eerste gevaar, dat hem binnen
de hut dreigde, gered geworden,
waarom ook zou hij dus aan zijn
verdere redding wanhopen?
fibonnements-Adwerfantiën ©p zeer uoordaeiige uoormaarden
zeniijke eenheid leidde. Eerst kwamen
nog die vaak grootsche, maar ook
vaak dneve tflden, toen Oranje nog
een partijleus was en daarom nog
niet alles voor hei vaderland kon zijn,
wat slechts door de natuurlijke histo
rische ontwikkeling der gebeurtenis
sen mogelijk zou worden.
Juist die natuurlijke ontwikkeling
en dat samen opgroeien, waardoor
het heden het heden geworden is,
waardetren wij het hoogst. Ook bij
onze herdenking der treurige dagen
van vóór meer dan honderd jaren,
zien wij hoe duidelijk dat toen bleek,
ook toen wij de nimmer waarachtig
gewaardeerde vrijheid en onafhanke
lijkheid herkregen. Dat was een tijd
perk van verzoening en daarom ook
van meer zegen. Er kwam nog wel
een lange periode van strijd, maar
het was meer geworden de natuurlijke
s'rijd der ontwikkeling, die trouwens
nog voortduurt en immer za! voort
duren.
Maar Oranje staat boven de par
tijen, staat ook boven hen die, door
misbruikte namen verleid en door
gansch niet schuldige leiders aange
vuurd, ook weer in onze dagen den
strijd tegen de natuurlijke ontwikke
ling der vrije orde hebben aangebon
den. Waar allen te samen werkten,
daar zouden wij meer vruchten heb
ben geoogst van den boom van het
constitutioneele leven, maar al past
ons, bij den zeer matigen oogst, op
onzen staatkundigen arbeid verkregen,
ook moed en nederigheid, al zijn wij
volstrekt niet zonder sci.aamte, wij
zijn evenmin zonder dank en hoop
en gevoelen ons vrij en gelukkig in
den regeerirgsvorm.die mils wij ijver'g
naar zijne ontwikkeling streven, de
minste gevaren oplevert en de meeste
uitzichten op die groote mate van
zekerheid, waarin welvaart en voor
uitgang de rijkste bronnen vinden.
N'emand kan ontkennen dat onze
geliefde Koningin echt constitutio
neele deugden sieren. Hoe innig leeft
zij met ons vo'k mede, en hoeveel
hechter is de band, die ons aan het
Oranjehuis verbindt, in de laatste
dertig jaren geworden, sedert den
tijd loen we, als ridders, ons schaar
den om den troon der kleine Koningin,
die nu reeds zoo ijverig heeft gear
beid om een zeer jong leven, dat wij
nu reeds liefhebben, te leiden in het
rechte spoor.
Met de Koningin hebben wij me
degeleefd in blijde en droeve dagen,
in de jaren der kindsheid, onder
moedervleugels en op eigen wieken,
ook in die gelukkige ure, toen der
bruiden kroon haar op de tokken
rustte en zij hart en hand schonk
aan den kloeken man, op wien wij
als Nederlanders irotsch zijn dat hij
tot de onzen behoort.
Wij blijven vereenigd in wenschen
Hij sliep weder in, doch vreese-
lijke droomen martelden zijnen ge-
kwelden geest ook in den slaap.
Plotseling schrikte hij ep. Wat was
dat Hoorde hij niet weder stemmen,
schemerde niet licht in de ruimte
Walewski ontwaakte volkomen en
overtuigde zich, dat hij gelijk had.
Voorzichtig hief hij zijn gelaat over
den kant en zag twee hem onbekende
mannen in arbeiders kleeding, en
waarvan de éen een licht droeg. De
mannen naderden weder de deur van
de hut en Walewski vermoedde niet
ten onrechte, dat het dezelfde mannen
waren, die hij al ééns had gehoord.
Hij spande zijn gehoor in en ver
nam het volgende gesprek, waarvan
hij den Inhoud groo endeels verstond.
Willen wij het nog eens met
het slot beproeven? vroeg er éen.
Dat he ft toch geen nut, ant
woordde de ander, wij krijgen het
niet open. Zou het niet mogelijk zijn
om op een andere manier binnen te
komen
Ik zei het u reedshet dak
bestaat maar uit opgespijkerde plan
ken. Als het ons gelukt met een
breekijzer er eenige van los te brijgen,
en hopen, God spare ze nog allen
lang voor land en volk, pok haar
wier overge!ukk:ge levensavond, een
leven verFcht van innig meeleven
voor de belangen van het nieuw aan
genomen vaderland.
En laat ons, warr wij ongetwijfeld
oprecht zijn in onze wenschen, niet
vergeten hoeveel wij er zelf toe kun
nen bijdtagen om ze in vervulling te
zien gaan. Hoe meer wq streven naar
eenheid en vereeniging, hoe minder
wij den nadruk leggen op hetgeen
verdeelt, hoe ijveriger wij ons In
spannen om het vele voor staat en
maatschappij te bereiken dat nog
voor bereiking vatbaar is, hoe milder
wij de krachten verspillen in nutte-
loozen partijstrijd, hoe meer uitzicht
er beslaat dat Oranje en Nederland
steeds inniger te zamen zullen wer-
kf n aan de groote en verhevene taak,
die voor vorsten en volken is weg
gelegd en die niet bij menschen en
jaren, maar bij geslachten en eeuwen
telt.
O
Waai uit dan, o vla?, zij een lolk
onzer innige bede voor haar die heden
verjaart. Wapper vroolijk boven onze
juichkreet
Lang leve Neeriands geliefde
Vorstin
Nood in West-lndië.
Reeds is gemeld, dat Prinses Juliana
medehelpt aan het vlechten van (uil
tjes voor den bloemverkoop ten voor-
deele der geteisterde bewoners op
Cüragao. Daaromtrent nog een aardige
bijzonderheid.
Al spelende onder het maken der
heidebouquetjes, bedacht de Prinses
voor de arme menschen in West-lndië
eenige bloemstukjes van heide te
maken.
H. M. de Koningin heeft toen aan
elk van 24 opgegeven adressen zulk
een bloems'ukje door de P<inses ge
maakt doen zenden als bijdrage tot
verkoop ten behoeve van het goede
Benoemingen.
Bij Kon. beslu:t is lo. aan de offi
cieren-machinist der le klasse H. J.
Lagaaij en G. P. W. Van der Klugt
op hun verzoek wegens langdurigen
dienst eervol ontslag uit den zeedienst
verleend onder toekenning van pen
stoen, aan eerstgenoemde met den
eersten October 1912 en aan laatst
genoemde met den eersten Sept. 1912;
23. aan den officiermachinist der le
klasse H. J. A. Lagaaij met den
datum, waarop hij is op pensioen ge
steld, verleend den titulaf ren rang van
Inspecteur van de Marine Stoomvaart
dienst (rang van kapitein luit. ter
dan kunnen wij er inkomen, en als
we klaar zijn de planken weer vast
spijkeren. Niemand zal vermoeden,
dat we er op die wijze binnengedron
gen zijn.
Walewski had, toen hij dit gesprek
hoorde, zijne ijzeren stang vastgegre
pen en snel bij zichzelven overlegd,
dal hij slechts met twee tegenstan
ders ie doen had. Misschien gelukte
het hem beiden te overweldigen, want
de verrassing der bezoekers, die op
zijne aanwezigheid niet verdacht wa
ren, had hij in zijn voordeel. Als het
echter eens éen van hen gelukte te
ontvluchten en alarm te maken, wat
dan
Ik ben niet voor dien weg door
hel dak, sprak nu de andere der
beide mannen, wij moeten dan de
spijkers er weer inslaan, en ge weet
hoe het hier klinkt, zoodat allicht de
andere wacht boven ons het zou
kunnen hooren. Willen wij het nog
maar eens met het slot probeeren
Ik dacht, dat ge van het slot
wel genoeg hadt, luidde het antwoord.
De een der beide mannen trad echter
nog eenmaal op de deur toe en drukte
bij wij re van prref op de klink. Tot
zee)3o. het bedrag van het pensioen
bepaald voor den officiermachinist
Lagaaij op f 2630 's jaarsvoor den
officiermachinist Van der Klugt op
f 2425 's jaars; 4o. bij den marine
stoomvaartdienst bevorderd tot c-fiicier
machinist der le klasse met ingang
van den eersten September 1912 de
officier machinist der 2e klasse O. A.
Qsll en met ingang van den eersten
October 1912 de offcier machinist
der 2e k». K. C. W. E. Hantzsch.
Militaire berichten.
H.t ligt in het voornemen het
inst uctie-bataljon te Kampen op te
heffen.
De vermoedelijke ophefiing houdt
volgens de „Avp." verband met het
voornemen van den minister van oor
log, om te Kampen een Centrale Ka
de,1 school te vestigen voor het wapen
der infanterie.
Voortaan zouden dan alleen die
personen tot een vrijwillige verbintenis
bij de korpsen worden toegelaten,
welke geschikt worden geacht tot
opleiding tot den officiersrang.
Da opleiding zal dan worden
genoten bij een te Kampen op te
richten kadeischool, waar, na een
tweejarigen cursus, examen voor den
sergeants-rang wordt afgelegd.
Voor de 4 plaatsen als adspirant-
adminis'.tateur bij de zeemacht hebben
zich aangemeld 13 candidates Het
geneeskundig onderzoek zal plaats
hebben op 3 September as.
Blijkens bij het depaitement van
marine onlvargan bericht zijn Hr.
Ms. torpedobootjagers „Jakhals" en
„Bulhond" onder bevel van den luit.
ter zee der le klasse F. H. baron van
Dedem, 29 dezer van Nieuwediep
naar zee vertrokken ter aanvaarding
van de reis naar Oost Indië.
Hr. Ms. Frislo.
De tweede paniserboot van de Kon.
Ned. Marine, Hr. Ms. Frisio, zal Don
derdag a.s. 's nam. 2 uur, op 's rijks
werf te Amsterdam te water worden
gelaten.
Het schip heeft dezelfde afmetingen
als de „Biinio," die den 12en j. I.
van stapel is geloopen.
(ülf hef Gemeenteverslag.)
Vervolg.)
Over het Centraalbureel van het
plaatselijk net der Algemeene Teie-
phoon-Maalschappij, voorheen Rib-
bink van Bork Co., werden gedu
rende 1911 347409 gesprekken ge
voerd.
Het aantal gevoerde gesprekken
over 1910 bedroeg 254081.
Het aantal aangesloten perceelen
bedroeg op 31 December 1911 181
zijne verbazing ging de deur open.
Walewski bemerkte, dat de beide
arbeiders over deze omstandigheid
geheel verbluft waren.
Hoe i3 dat mogelijk vroeg de
een. Gisteren was iedere poging te
vergeefs, de deur ging niet open. En
nu opent zij zich van zelf.
Oek, antwoordde de ander, zij
was niet gesloten, we zullen verzuimd
hebben op de klink te drukken, an
ders moest de deur ook gisteren open
gegaan zijn.
Zoo moet het wel zijn, zeide
zijn metgezel.
Hierop verdwenen beiden binnen
de hut, en Walewski hoorde het
klinken van geld, waaruit hij terecht
opmaakte, dat de mannen zich van
een gedeelte van het vaische geld
voorzagen.
Een oogenblik vatte hij het plan
op, naar beneden te springen, de
deur te sluiten en de beide mannen
in de hut gevangen te houden.
(Wordt vervolgd.)