es.
igen
r ruh«
ren,
tANS,
HUUR.
R.
EZEE.
Zaterdag-
24 Augustus
Feuilleton.
Kromme Wejen.
No. 200.
durige
lening,
den.
CR SR.
50e Jaargang.
1912.
iningen.
am.
s1912 en
ïamiddaes
even.
srvoerd.
iELIJK
>1.
aen
2.
i met Bo'
btplaa ts.
st-Souburg.
NS
UIS
48 (boven.)
iowanteii
nt per Kilo
urant.
IZierikzee
nm. 3.15
3.15
is
- 3"\l
3Al
3.15
iden eene
enz.
SïS
)REN
VL1SS NGSCHE COURANT
Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij de Uitgevers
Firma F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58.
ADVERTENT1ÈNvan 1—4 regels ƒ0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie, wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Qroote
letters en clichés naar plaatsruimte.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen.
TELEFOONNUMMER 10.
lö lien Cumul IhImi! »»n 81
Binnenland.
De nieuwe Bakkerswet.
Naar „De Tel," verneemt, zaMn de
Tweede Kamer een voorstel worden
gedaan om hetontwerp-Aalberse voor
een nieuwe Bakkerswet direct na de
nieuwe Indische begrooting in de
afdeelingen te behandelen.
De bedoeling zou zijn, de openba
re behandeling zeer te bespoedigen.
Het Tehuis voor alleenstaande
Blinden te Wolfhezen.
Het besluur van het Tehuis voor
Alleenstaande Blinden te Wolfhezen
mocht van H. M. de Koningin, een
telegram van gelukwensch ontvangen
en dit niet alléén voor het bestuur,
maar ook voor de inwonenden. Vele
telegrammen van gelukwenschen wer
den op den openingsdag ontvangen.
Z. K. H. de Prins, beschermheer
van „Nationale Blindenzorg," schonk
f50 ter gelegenheid van de inwij
ding.
Mevr. R. Sttubbe, Driebergen, cor
respondente van „Nationale Blinden
zorg" voor Franeker, bood den stich
ter op 20 Aug. namens eenige cor
respondenten een pendule met coupes
aan, met een inscriptie op zilveren
In verband met de opheffing van
het voorbereidend militair onderricht
zal met ingang van 1 September a.s.
slechts 1 kapitein per provincie be
last worden met de leiding van het
locaal militair onderricht.
Roode Dinsdag.
Naar uit Den Haag aan „het Volk"
wordl gemeld, heeft gisteren de bur
gemeester aan de heeren Vliegen en
Van Kuykhof, voorzitter en secretaris
van de S. D. A. P., medegedeeld,
dat toestemming tot het houden van
een optocht op Rooden Dinsdag ge
weigerd is.
Generaal Booth.
Een onophoudelijke stroom van
telegrammen bracht reeds gisteren in
het hoofdkwartier van het Leger des
Hells uit alle deelen der wereld be
tuigingen van deelneming in het
verlies dat het Leger met den dood
van zijn stichter en leider had geleden,
telegrammen die tegelijk even zoovele
bewijzen van waardeering voor diens
werk waren. Van koning George
ontving Bramwe 1 Booth het volgend
telegram„Het is met groote droef
heid, dat ik li t bericht van het
overlijden van uw vader verneem.
De natie heeft een groot organisee-
tend talent verloren, en de armen
64.)
Dan zal het eehter tijd worden,
«1de Koppenhagen, dat uwe zuster
maakt, dat zij wegkomt, ik kan hier
met uwe geheele famillie te eten geven
en u een gezelschapsjuffrouw bezor
gen, daarin heb ik geen zin. Gij zult
«it wel inzien, dus wendde hij zich
de oude vrouw, dat er niets meer
voor u te doen is.
Deze, die gebukt in een stoei zat
n op haar stok leunde, werd eerst
J?'een krampachtig hoesten over-
Hen antwoordde daarna met
ins?. 8tem 'k w" wel Saan>
ik m hier overt,odig ben, maar
dat mijne zuster nog wel
zon k "oodig heeft. Zij is nog
datengewoon zwak en ik vrees,
zornto wedtr zal instorten, indien zij
zond« verpleging is.
v,0uw bracht deze woorden mét
een oprecht en opofferend vriend, die
zijn leven gaf om hen op practische
wijze te helpen. Eerst In de toekomst
zullen wij ten volle weten hoeveel
goeds hij voor zijn medeschepselen
heeft tot stand gebracht. Thans is er
algemeene rouw over hem. Ik deel
daarin en betuig u en uw familie
mijn oprechte deelneming in het
veriies, dat u gefroffen heef'." Verder
kwamen er betuigingen van deelne
ming in o.a. van den aartsbisschop
van Canterbu y, den deken van
Hereford, den rabbi van de B yswater
Synagoge, de Lord Mayor van Lon
den, enz.
Wie door den generaal tot zp
opvolger is aangewezen, is nu be
kend, nl. Bioth's oudsten zoon, Bram-
well. Deze is thans 56 jaar oud, en
30 jaar lang hoofd van den staf ge-
wees'.
Uit de levensbeschrijvingen, die de
Engelsche bladen van den overledene
publiceeren, releveeren wij alleen
nog, dat aan dezen ook in zijn hui
selijk leven verdriet en zorg niet zijn
gespaard. In 1890 verloor hij zijn
geliefde vrouwzijn tweede zoon,
Ballington, verliet in 1896 het Leger
om in Amerika een afzonderlijke
godsdienstige en philantropische ver-
eeniging op te richten, die naast en
vaak tegen de afdeeling van het Le
ger des Heils daar, onder leiding
van zijn zuster Eva, werkle. Alle po
gingen tot verzoening fusschen vader
en zoon stuitten op den onwil var.
den laatsten af. Ook de mededee-
ling van zijn zuster Eva, dat het
met zijn sader ten einde liep, schijnt
Ballington niet tot zachter gevoelens
te hebben kunnen stemmenhij heefi
er althans niet op geantwoord, en er
is ook nog geen bericht van hem
ingekomen, dat ook hij de begrafe
nis van zijn vader, die waarschijnlijk
volgende week Donderdag plaats
heeft, zat bijwonen.
Van zijn andere kinderen verloor
er een, Emma, enkele jaren geleden
het leven bij een spoorwegongeluk
in de V. S., terwijl een andere on
herstelbaar invalide is.
Door het Hooïdkwartier van het
leger des Heils te Amsterdam, zijn
gratis verkrijgbaar gesieid, fraai uit
gevoerde foto's van den Generaal,
papierformaat 27 bij 40 c M.
Bij voldoening der embai'age en
frankeerkosten zijnde 5 cent, worden
ze aan ieder lezer van ons blad franco
toegezonden.
Het te vermelden adres isHan
dels-departement, Leger des Heils,
Prins H-ndrikkade 49 51. Amsterdam.
Zeemans* en
Visschersbeurs.
(Vervolg.)
Het nader advies van den heer mr.
Heijse is ingekomen 23 Mei 1912,
moeite uit en hoestte daarna weder
bedenkelijk.
Uw verpleging zal ook niet veel
te beteekenen hebben, antwoordde
Koppenhagen. Ik geloof, dat ge zelf
meer verpleging noodig hebt, dan uw
zuster. Best mogelijk, dat ge hier ook
nog ziek wotdt, en ik het pleizier kan
hebben u op mijne kosten te laten
begraven. Die grap houdt op uiterlijk
overmorgen maakt ge dat ge weg zijt.
Het reisgeld zal ik dan geven.
Ik heb mij met die gansche zaak
laten overrompelen nooit had ik er
in moeten toestemmen. Maar gij, dus
wendde hij zich norsch tot Wolf, kunt
ook niets dan klagen, huilen en jan
ken. Ik herinner er u nog eens aan,
voegde hij er fluisterend bij, dat ik u
voor iedere, ook de geringste kleinig
heid verantwoordelijk stel, die door
de aanwezigheid van dit oude wijf
in mijn nadeel mocht ontstaan. Blijf
heden thuis en maak niet weder van
die wandelingen in den omtrek, die mij
zeer verdacht voorkomen. Waarschijn
lijk kom ik in den loop van dea na
middag terug en hebu dan mogelijk
noodig.
Nadat Koppenhagen de familie
Abonnements-Aduertentiën op zeer woordeelige voorwaarden
waaraan het volgende is ontleend
Mijn beschouwingen over de twee
zéér diverse bestanddeelen van, wat
ik nu ter onderscheidingen van kapi
taal, wil noemen het vermogen der
instelling, heb ik nog nader over
wogen, met slechts dat resultaat, dat
ik die alsnog in allen deele onder
schrijf. In afwijking van hetgeen door
den heer Van der Meer werd opge
merkt, of beter gezegd ter nadere
verduidelijking daarvan, wil ik even
wel nog relateeren, dat zijn meening,
als zoude het kapitaal in engeren zin
wèl mogen worden aangesproken,
indien tot opheffing is besloten, niet
door mij wordt gedeeld, en daarvoor
ook in mijn eerder advies geen grond
is te vinden. De bestemming van dat
kapitaal in engeren zin, zal ook
bij opheffing der instelling, altijd
nadere regeling behoeven, in den zin,
als bij mijn eerder advies, onder
meer bij de resumptie, bericht. Waar
echter de heer Van der Meer de be
stemming ook van dat kapitaal in
engeren Zin na eventueele ophefffng
bespreekt, kan ik gereedelijk toe
geven, dat wij practisch tot hetzelfde
resultaat geraken. Het onderscheid
tusschen dat kapitaal in engeren zin,
en het overige gedeelte van het ver
mogen mag niet uit het oog worden
verloren.
Wat genoemde heer Van der Meer
wijders betoogt over de inzichten des
heeren Van Niftrik en diens in ieder
geval zéér te waardeeren berekening,
ligt buiten mijne bevoegdheid. Toe
gegeven moet echte/, worden, dat
opgelegde interessen evenmin als
contribu'iën van leden, niet onder
het kapitaal in engeren zin mogen
worden begrepen.
Waar evenwel de rekeningen eerst
per 1885 aanwezig zijn, zooals wij uit
de mededeelingen van den heer Van
Niftrik leeren, wordt daardoor be
vestigd mijne meening, dat de be
somming van het cijfer van wat eigen
lijk het juiste beloop van dat kapitaal
in engeren zin is, niet zoo gemak
kelijk zal zijn te maken. Tot mijn
teleurstelling geeft het archief derhalve
daarin blijkbaar geen nader licht. Er
zal dus niet anders overblijven dan
een waardeering, en indien in dat
geval de berekening van den heer
Van Niftrik willekeurig wordt geacht,
dan geldt toch ditzelfde voor iedere
andere becijfering. Bij gebreke van
de noodzakelijke gegevens, is eenige
willekeur niet te vermijden, en men
mag niet uit het oog verliezen, dat
het kapitaal in engeren zin, het grond-
kapitaal, zooals de heer Van Niftrik
het niet oneigenaardig betitelt, on
gerept moet blijven bij niet opheffing
om als zoodanig te worden bewaard,
en in het andere geval, om als zoo
danig eene bestemming te vinden, al
moge dan in het laatste geval de
Wolf verlaten had, heerschte daar
alles behalve meer de nederige stem
ming, de eerbiedigs vrees, die men
gedurende zfne aanwezigheid had
betoond. Vooral Wolf was zeer opge
wonden en riep ofschoon met gedemp
te stem;
Die ellendige lomperdHoe
waagt hij het thans ons te behande
len. Maar wacht, schoft, het zal u
betaald worden! Ge hebt daarboven
zeker weer een nieuwe misdaad op
touw gezet, maar we zullen er wel
achter komen I
Ontmoet gfj Rothman heden niet?
vroeg vrouw Wolf.
Ik heb hem gisteren geschreven,
antwoord le Wolf, maar hij is heden
in Myslowitz en niet voor den avond
te spreken. Ik zal afwachten, wat
vanavond gebeu'', om hem mogelijk
nog bericht te kunnen geven. Deze
zieke, waarvan Koppenhagen spreekt,
schijnt mij eerier toe een gevangene
te zijn.
Er is ook niemand verder bij
haar, merkte vrouw Wolf op, dan die
vrouw.
Zou et geen mogelijkheid be
staan, vroeg de oudere zuster, die
quaestie gemakkelijker zijn te onder
vangen.
Ik ben intusschen van ooideel, dat
men eerder geneigd moet zijn, dat
grondkapitaal wat ruim te nemen,
dan omgekeerd. Het is niet de be
doeling dat kapitaal onregelmatig aan
te dikken, of zooals de heer Van der
Meer het wil noemen, zooveel moge
lijk te redden, doch om een zoo juist
mogelijk beeld te verkrijgen, en daarbij
mag men de mogelijkheid van gedane
giften aan het kapitaal in engeren
zin als zoodanig niet uit hef oog
verliezen. Iedere gift toch gedaan aan
de instelling, bedoelt, tenzij anders
is beschikt, vergrooting van dat kapi
taal in engeren zin, en dat mag,
zoolang de instelling bestaat niet
worden losgemaakt.
Ik zou in overweging willen geven,
om over de uitwerking dier splitsing,
ook het gevoelen van den wiskundi
gen adviseur in te winnen. Deze kan
met zijn ervaring wellicht een middel
aangeven, om der waarheid zoo nabij
mogelijk te komen.
Behoudens deze opmerkingen, is
het voorstel van wijlen den heer Van
der Meer, duidelijk, afdoende en ge
documenteerd. De Raad zal echter
hebben te beslissen, of voor de op
heffing termen aanwezig zijn, want,
alweder, dit ligt buiten mijne com
petentie. Gelijk ik in mijn eerder
advies mocht opmerken, wil ik her
halen, dat daarbij in hoofdzaak twee
overwegingen in aanmerking komen
le. de overweging of het fonds nog
langer noodig is
2e. de niet minder gewichtige over
weging, of het bij niet meer opnemen
van loodsen en dergelijke personen,
nog langer kan bestaan.
Wat punt 3 van het voorstel van
heer Van der Meer betreft, veroorloof
ik mij de volgende meening voor te
dragen.
Alreeds in mijn eerder advies, stelde
ik bij de resumptie op den voorgrond,
dat aan de tegenwoordige genieters, op
de een of andere wijze vergoeding
moet worden gegeven, voor de nadee-
len die zij door het dalen der uitkee-
ringen hebben ondervonden. In den
tijd hunner contributie, hadden zij
gerechtvaardigde uitzichten, die niet
of niet geheel zijn verwezenlijkt, en
dit buiten hun schuld, maar door de
eenmaal geschiede kapitaliseering van
wat ik eerder reserve mocht noemen.
Komt men nu tot een oplossing, dan
behoort hiermede in de eerste plaats
rekening te worden gehouden. Dit kan
geschieden,öf door een uitkeering voor
éénmaal, öf door een verhoogde
nadere uitkeering, als vergoeding voor
de gedurende langeren tijd ondervon
den kortingen. Hierbij mag echter in
het oog worden gehouden, dat bij de
berekening der schadevergoeding we
gens gedorven uitkeeringen, voor
thans merkwaardig recht bij het
venster stond, en eene voor eene
vrouw buitengewone lengte had, zich
met de gevangene in betrekking te
stellen, of ten minste trachten te
weten te komen of zij werkelijk eene
zieke is
Naast de kamer, waarin zich de
zieke bevindt,sprak vrouw Wolf thans,
bevindt zich een kleiner kamertje, dat
wij tot nu toe als bergplaats bezig
den. Wij hebben daar echter op bevel
van Koppenhagen alles moeten weg
ruimen, toen de kamer in gereedheid
werd gebracht.
Ik zal beproeven in dit vertrek
te geraken, verklaarde de zuster.
Tegen mij zal men wel de minste
verdenking koesteren.
Zij strompelde voorzichtig de trap
op. Toen zij intusschen de krakende
trap nauwelijks bestegen had, kwam
de vrouw, die Esther bewaakte, buiten
de kamer en riep de naar boven
komende dreigend toe zich dadelflk
te verwijderen. Deze moest daarom
de poging opgeven, langs dezen weg
iets te vernemen en vrouw Wolf ge
raakte in grooten angst, dat Koppen
hagen er iets van zou vernemen.
geen der tegenwoordige genieters op
een hoogere uitkeering behoeft te wor
den gerekend, dan die welke in gelijke
gevallen werd uitgekeerd op het
oogenblik, dat zij als contribuant of
lid toetraden.
Behoudens deze verhooging voor
de tegenwoordige genieters behoort
de positie van de tegenwoordige en
toekomstige trekkers dezelfde te zijn.
Hunne rechten zijn dezelfde, nu een
maal naar een voor allen gelijk tarief
wordt uitgekeerd. Zijn er onder de
toekomstige trekkers die als contribu
ant zijn toegetreden op een oogenblik,
dat de geheele uitkeering nog werd
verleend, dan behoort ook ten hunnen
aanzien met bovenbedoelde (anders
slechts in de toekomst te lijden) schade
rekening te worden gehouden.
Verkeeren alle toekomstige contri
buanten in dat geval, dan is de be
rekening voor alle, zoo tegenwoordigs
ais toekomstige trekkers gelijk, met
uitzondering alleen hiervan, dat
laatstbedoelde nog een werkelijke
schade hebben geleden, en eerstbe
doelde wel, die in voege als voorschre
ven allereerst behoort te worden
vergoed,
Men zal vragen of dat „allereerst"
dus „preferent" vergoeden, niet on
billijk is, jegens hen, die eerst in de
toekomst voor eene uitkeering in
aanmerking komen, en bij den finan-
tieelen toestand van het fonds, dan
wellicht toch minder zullen genieten,
dan hun aanvankelijk uitzicht was
geopend.
In antwoord daarop, dat dit, als het
zich voordoet, een euvel is, waartegen
geene voorziening bestaat. In iedere
instelling hebben wij te maken met
den toestand, zooals die zich voordoet
op het oogenblik waarop wij zijn, en
met de rechten van hen, die een op-
eischbaar recht kunnen doen geiden,
althans in billijkheid kunnen ver
wachten. Moest men met de geheele
toekomst rekening houden, dan zou
men alle vroeger gedane uitkeeringen
mede in aanmerking hebben te nemen,
en dit toch ware een besliste onmo
gelijkheid.
Bij de beoordeeling daarvan mag
ook niet uit het oog worden verloren,
dat in het geval van dit fonds van
een feitelijk recht als zoodanig geen
sprake is, waarom dan ook steeds
gelijk in de vorige alineq naar de
billijkheid moet worden gezien. Doch
als er een recht is, (en met het oog
daarop en in dien zin is in de vorige
alinea van een opeischbaar rechtge
sproken) dan hebben dit de tegen
woordige trekkers in de allereerste
plaats.
In dit opdicht verschil ik (dit verheel
ik mij niet) van gevoelen met den
heer Van der Meer, doch bij overwe
ging, moet, geloof ik, in het oog
springen, dat de door mij voorgestelde
Esther had zich, nadat Koppenha
gen haar verlaten had, op bet met
stroo gevulde ledikant neder gezet,
dat met de tafel en twee stoelen het
eenige menbilair van de kamer uit
maakte. Zij vertwijfelde in haar lo',
dat, hoe zij het ook beschouwde, geen
enkel lichtpunt aanbood. Zoo weinig
veitrouwen had zij in de barmhartig
heid en het medelijden van haar vader,
dat zij nauwelijks geloofde, dat hjj
eene groote som gelds zou opofferen
om haar te redden. Wat haar te
wachten was, indien zij in de macht
van den brutalen Koppenhagen bleef,
daaraan vermocht zij niette denken.
Hare bewaakster, schijnbaar eene
eenvoudige arbeidersvrouw, zette haar
later op den dag een s'uk zwart brood
en eenige bard gekookte eieren voor,
die zij zelve op eene kleine kachel,
die in de kamer stond, had toebereid.
Zij sprak echter, waarschijnlgk op
bevel van Koppenhagen, geen enkel
woord.
(Wordt vervolgd.)