singen
i
ISSE.
Woensdag
Kt
ngen
ven
nschors.
No. 179
50e Jaargan
1912.
G"
31 Juli
mz. enz.
lemen
binnenland.
Feuilleton.
tandel
)t neemt
HAPPIJ
ijzondere
Verschijnt dagsiijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen.
INKER k RUH.
gehouden eene
^OREN,
jansen, ««mme Wefcn.
en scherp
jrdeel
leel
VLI3SIINGSCHE COURANT
Jging-
5LOTERIJ
aarborgd door
Prljs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.S0.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij de Uitgevers
Firma F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58.
ADVERTENTiëNvan 1—4 regels 0.40. Voor eiken rege!
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie, wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Qroote
letters en clichés naar plaatsruimte.
TELEFOONNUMMER 10.
Bbonrsemeïtis-Rdoerferttien op zeer ooordeelige uooriöaarden
zullen in het
ÏNSTRAT1ES
)MFOREN en
en van het huis.
■n de zaak betrok-
ge prijs. Schrijven
n dit blad onder
JXE-MOTOR-
'ORSLOEPEN
J, ROEISLOE-
Aanbevelend,
Het fort te Vlissingen.
Dj „Indépendance Beige* hot ont
werp tot aanleg van eer. foit te Vlis
singen besprekend, zegt, dat de kwes
tie van het bouwen van een fort te
Vlissingen onder haar nieuwen als
ouden vorm, voor België ernstig en
vol zwaarwichtige gevolgen bltjli. Als
wij, zegt het blad, besloten zijn met
de grootst mogeiijke energie de voor
gestelde oplossing te bestrijden, dan
is dit niet, omdat wij den Nederlan
ders 't recht willen betwisten in alle
onafhankelijkheid een of ander ge
deelte van hun grondgebied te ver
sterken of dat wij hen verdenken te
handelen onder eenlgen tui'enland-
schen invloed, maar omdat de bouw
van een fort te Vlissingen voor de
algemeene veiligheid van België even
tueel een zeer gevaarlijke bedreiging
beteekenf.
De Ouderdomsverzekering.
Het „Hal." bespreekt de invaii-
dileits- en Ouderdomsverzekering en
het plan om deze in October er door
te jagen. Tegen dien toeleg waar
schuwt het blad 't Plan van alge
meene Staatspensionneering lijdt aan
noodelooze overdaad. Maar dat van
dwangverzekering ook. Meer en meer
is men overtuigd, dat voor een land
ais het onze do oplossing op een
voudiger wijze gezocht worden moet
zooals Engeland, zooals Denemarken,
zooals sommige Australische Staten
uri systeem gevonden hebben. Maar
't kost in zooverre meer moeite, dat
men even zelfstandig heeft na te
denken, in stede van een germanisme
klakkeloos te aar.yaarden Men zal
moeten bedenken, da! men ten on
zen! goed gemeantebeheer heeft, om
de administratie waar te nemeneen
gemeentebeheer, da! geldelijk aan
zienlijk zal worden ontiast, dooi
aanmerkelijke vermindering der ar
menzorgplichten. Men zal moeien
edenken, dat een vootloopige in-
validiteiisverzorging veeleer natuur
lijkerwijze bij het reeds bestaande
ekenzorgwezen behoort te worden
aangeknoopt. Men zal de nadeelen
voor de volkskracht moeten zien te
vermijden, die onverstandige bijstand
aan behoeftigen vaak met zich
brengt. Men zal bezwaren onder de
oogen hebben te zien, die politiek
of favoribsme in een pensionneerings-
stelsei brengen kunnen. Men zal zich
bewust moeten zijn geen onverdeeld
goed te scheppenomdat veel zorg,
nu door familieleden, of door mees
ters aan oudgedienden bewezen, ver
vallen zai.
j Ja, ook omdat een schare van
ha va werkkrachten kanontsaan, die
voor een gosdkooper looa te ver
krijgen zijn. Er zal invloed op de
2 Terneuzen,
(Importeur.)
o—
43.)
1
O
pa
urn.
Toen ik op de plaafs kwam en de
achterdeur, die op de straat uitkomt,
«nee uitgaan, werd ik op het hoofd
.eslagenen viel dadelijk op den
rond. Toen ik bewusteloos lag werd
mij mijn geld afgenomen.
'Nu, en heeft men geen spoor
an den dader ontdekt vroeg Roth
mann.
7" ^n, spoor? antwoordde slim
lachend de blauwiok. Ik heb wei een
roa,ar ik zal miï eir wel voor
wachten het te volgen. Ik zou zelf
durven beweren met zekerheid ie we
ten, wie mij beroofd heeft.
vprh' vtoeS Rothmann schijnbaar
•an «tornaar0m Vervolët hem
an met i Q; weet toch wei, dat die
heeft 6e" ZWare Slraf te wachten
Juist daarom, antwoordde de
ioonen komen. Het hoe is van een
pensionneerftig dus niet zoo makke
lijk. Maar in a! die opzichten heef!
de dwangverzekering voor ons eigen
lijk nkts'voor.
De idee van spaarzaamheid, van
kapitaalvorming bevordert zij niet:
de premiebetaling wordt als een pure
belasting beschouwd. De idee van
„eigen hulp" voedt zij ook niet
want alles is opgelegd, waf er aan
is. En den zin" voor zelfbestuur
kweekt zij evenmin, want ambtena
ren, agenten en formulieren blijven
ten slotte schering en inslag. En hoe
de bureaucratie doordringt, daarvan
heeft nog onlangs de Duitsche di
recteur van 's Rijks verzekeringsamtit
een boekje opengedaan. Er is slechts
een grond, waarop men haar kon
verdedigen en dat is dezedat
de kosten niet op andere wijze
bijeengebracht zouden kunnen
worden.
Maar dit is voor Nedetland nog
allerminst gebleken. Reeds kon zeer
duidelijk worden aangetoond, dat
van de simpele 7.3 tniilioen, aie in
't ontwerp-Taima de Staat ais bij
drage moet geven voor een zeer in
gewikkeld vetrskeningsstei, jaarlijks
aan de arbeiders van 65 jaar en meer
een ouderdomspensiojnije van pi.m.
I 250 per week gegeven kan worden
volgens de eigen gegevens, bij het
weisontwerp-Taima gevoegd. En dan
rekent men nog niet eens de vele
administratiekosten, die dan bespaard
kunnen worden I
Bovendien is niets redelijker dan
het minimum van een Staatspensioen,
door eigen inleggeid voor vermeer
dering vatbaar te maken.
Ging men op een dergeiijken voet
in zee riep men een levenskrachtige
eigen organisatie van 't ziektevarze-
keringswezen in 't leven, waaronder
dan tevens de verzorging van in-
vaiieden aanvaard zou worden
en stelde men vervolgens naast het
Staatspensioen een instituut in voor
vrijwillige lijfrenteverzekering, aange
moedigd door Staatsbijdragen, dan
zou een zeer nuttig en levensvatbaar
en weinig kostertverslindend steisel
in 'i leven geroepen worden. Dan be
hoefden wij meteen over de misère
van het tarief in 't geheel niet meer
te spreken. Een ministerie dat zoo-
ietj aandurfde, zou aanspraak heb
ben op de nationale waardeering.
ook nog na 1913! Wat men nu wtl
aannemen, kan niet dan tot ongeiuk
en teleurstelling leiden.
De invaliditeitswet
In de mededeelingen die „de Tijd"
gegeven heeft omtrent hst verhandelde
in de Commissie van Voorberei
ding voor de Invaliditeitswet, wordt
onder meer gezegd dat de minister
geen principieel bezwaar bleek te
blauwrok, wii ik niet, dat hij gestraft
v/ordt. Dat zou een mooie geschie
denis zijn, want het is bepaald een
der onzen I
Een der uwen vroeg Rolhmann,
alsof hij niet begreep, wat de blauw
rok bedoelde. Deze scheen door die
vraag eenigszins verbluft en zesde
Ik bedoel een mijner bloedver
wanten, iemand uit onze familieJa,
ja, dat bedoel ik, het is een familielid
van mij, en zoo iemand kan ik
toch moeielijk in het tuchthuis bren
gen!
Daar hebt ge gelijk in, antwoord
de Rothmann, maar ge krijgt uw geld
niet terug, en voor zoover ik het kan
nagaan, hadt ge toen een aardig som
metje bij u.
O, op het geld komt het minder
aan, antwoordde de blauwrok, dat is
mij reeds van een andere zijde ver
goed.
Nu, danis het zaakje ook uit de
wereld, en is het ergste, dat ge ge
kregen hebt, die klap op uw hoofd,
die trouwens niet gevaarlijk schijnt
geweest te zijn.
Dat was ook niet tiet geval, en
als ik toen niet te veel gedronken had,
hebben tegen een wijziging in den
geest van het door den heer Aaiberse
op de Ziektewet ingediend amende
ment, om in de lagere loonkiasse een
grooter deel dan de heift van de
premie door den werkgever te doen
betalen.
Deze mededeeling is juist schrijft
„het Volk" indien men den voi'en
nadruk legt op het woord „princi
pieel". Doch de uitwerking van het
amendement was, volgens den minister
zoo onhoudbaar (vooral met het oog
op de landbouw-werkgevars) dat hij
er niet over gedacht had het amen
dement van den heer Aaiberse op
de Ziektewet over te nemen, e.i dat
evenmin kon doen ten opzichte van
het nu toegezegde amendement. Bo
vendien verklaarde de minister uit
drukkelijk niet in staat te zijn een
meer aannemelijken vorm voor het
denkbeeld te vinden.
Voorts meldt men aan „het Volk"
in het ontwerp Invaliditeitswet be
paalt art. 36 dat men na den 35jarigen
leeftijd buiten de verzekering valt,
omdat zonder deze leeftijdsgrens de
premies voor toetreding ep gevor
derden leeftijd veel hooger zouden
moeten zijn dan voor de jongetsn.
Van socialistische zijde is nu in
de Commissie van Voorbereiding
voorgesteld aan een Ra d van Arbeid
de bevoegdheid te geven van deze
bepaling af te wijken, indien iemand
buiten zijn toedoen na het bereiken
van het 35e jaar in de termen van
verzekering valt. Dit denkbeeld is
door den minister met r mp3tie ont
vangen en zal met den wiskundigen
adviseur worden overwogen.
Het Bewaarschool onderwijs.
Het hoofdbestuur van het Ned.
Onderwijzers-Genootschap, overtuigd,
dat de inrichting van het be waarschooi-
onderwijs dringend verbetering behoeft,
evenzeer overtuigd, dat deze alleen
afdoende te verwachten ts van eene
wettelijke regeling, heef! een ondet-
zoek ingesteld, teneinde met zekerheid
de zwakke punten ie kunnen aanwijzen
Het benoemde daartoj een commissie
van deskundigen, die een onderzoek
deed naar de bestaande bewaarscho
len en naar de behoefte er aan, waar
zij niet bestonden of zeer slecht
waren.
Zij kwam tot de volgende conclu-
siën 1. Goed ingerichte fröbelscholen
voor kinderen beneden den leerplich
tigen leefiijd zijn noodig. 2. De toe
stand van vele fröbelscholen (Je naam
fröbelschool is in 't rapport gebruikt
voor alie inrichtingen, die gewoonlijk
aangeduid worden door de namen:
be waai schooi, voorbereidende school,
kindertuin en f öbelschool) is niet
zoo, dat de ouders er hunne kinderen
in vol vertrouwen kunnen heenzenden.
3. Afdoende verbetering kan alleen
zou het met den knaap, die mij den
klap gegeven had, slecht genosg af-
geioopen zijn.- Nu, straf krijgt hij in
ieder geval, ai is het dan ook niet
door het gerecht. Waarschijnlijk is hij
reeds gestraft.
Zeker door uwe familie vroeg
Rothmann zoo voorzichtig mogelijk.
Voor echter de blauwrok iets kon
antwoorden, werd de deur geopend
en kwam Koppenhagen binnen, waar
op de blauwrok dadelijk opstond om
hem met eene eerbiedige vertrouwe
lijkheid te groeten.
Koppenhagen wierp een onderzoe
kenden blik op Rothmann en zeide
Nu, u vindt men ook overalZijt
ge weer eens in deze streek?
Ik werd, antwoordde Rothmann,
door eenige lieden bij mijn laatste
bezoek terugbesteld, maar de zaken
loopen mij trg tegen.
Dus zijt geniet t vreden vroeg
Koppenhagen.
In den laatsten tijd vooral nief,
antwoordde Ruthmar.n. Eerst lieten
de zaken zich nogal goed aanzien,
maar tegenwoordig wil het in het
geheel niet. Als ik altijd inkoopen kon,
zou ik nog wei zaken doen, maar
verkregen worden door wettelijke
regeling.
In een adres, door het hoofdbestuur
van het Ned. Onderwijzers-Genoot
schap tot H. M. de Koningin gericht,
wordt op verschillende gronden H.M.
eerbiedig verzocht, een wetsvoorstel
tot regeling van het bewaarschool
onderwijs aanhangig te wiiiett maken.
Teyens wordt verzocht de bewaar
school den naam van fröbelschool
te geven, omdat daarmede, naa? de
meening van een adressant, het barak
ter der bedoelde school beier wordt
aangeyen.
Een handteekenlng van dr. Kuyp er-
De bekende journalist, de heer
Biusse, vertelt in zijn rubriek „Onder
de menschen" in de „N. R. ^Ct." hoe
hij in zijn jongensjaren handteekenin-
gen van beroemde personen verza
melde.
Hij had heel wat moeite, om da
handteekening van dr. Kuyper machtig
te worden. Hij schrijft
„De eenige, die bezwaren maakte,
was dr. Abraham Kuyper. Wel ont
ving ook de vermaarde leider van de
antirevoiutrönaire partij mij heel vrftn-
deiijk in de studeerkamer van zijn
deftig huis aan de Prins Hendrikkade.
En ik zie hem nog slaan voor mijn
verwonderde oogen met een roods
fez op 't hoofd, een licht huisjasje
over 'n veelveryig fantasieves', en
goud beslikte roodlederen muilen aan
da voeten dat ik waarlijk 'n oogen-
blik in pijnlijke verlegenheid vreesde
mij in 't huisnummer te hebben ver
gist en bij ten loor.eeispeier te zijn
beland.
Maar mei] inns me iden tact stelde
de gvoote man mij op mijn gemak,
en redeneerde zoo amusant, zoo heeie-
maai in den geest van den hoogere-
burgerschooijongen, vroeg belangstel
lend naar mijn lecren, mijn liefheb
berijen, liet me vrij moedig schater
lachen om zijn grapjes, dat 't wel 't
gemoedeiijkste bezoek is geweest,
waaraan ik terugdenk uit dien tijd.
Doch mijn opgetogen blijdschap
over die echt prettige ontvangst door
den machtigen Calvinist, over wien
ik de menschen in mijn omgeving
wel met bewondering, doch vaak ook
in bijtenden spot en met vlammende
verontwaardiging had hooren spreken,
in die dagen van de paneelzagerij aan
de Nieuwe kerk ze liep aanvan
kelijk toch nog op een hevige teleur
stelling uit. „Want" zoo besloot
dr. Kuyper besiist „je kunt toch
niet van ntij veriangen, beste jongen,
dat ik zoo ijdel zal wezen om mijzelf
onder de „groole mannen" te schikken,
van wie je zegt de handteekeningen
te verzamelen in je boekje. Daar
komt mijn bescheidenheid van ge
moed tegenop
Toch heb ik dr. Kuyper's hand
verkoopen kan ik letterlijk niets. Na
tuurlijk heb ik niet altijd zooveel
geld, dat ik maar aan het inkoopen
kan blijven, daar ik onmogelijk alles
tot goede prijzen naar mijn land kan
zenden.
Waar kemt gij vandaan vroeg
Koppenhagen.
Ik ben uit Westphalen, antwoord
de Rothmann.
Zijt ge uw heele leven lang
koopman geweest?
Deze vraag scheen Rothmann eerst
eenige oogenblikken in verlegenheid
te brengen. Wat beteekende deze
Wilde Koppenhagen daarmede te
kennen geven, dat hij wel wisl, dat
Rothmann eigenlijk geen koopman
was, maar deze vermomming slechts
met een bepaald deel gekozen had
Hij trachtte zich zoo onbevangen
mogelijk voor te doen, en zeide dan
Ik was niet altijd koopman, maar
waarom vraagt ge daarnaar?
Och, alleen omdat het mij zoo
voorkomt, dat ge niet geheel op een
koopman lijkt, ge schijnt meer ge
leerd te hebben dan andere kooplui
van uw soort. Dat hoort men aan uw
spraak en bemerkt het aan ai uw
teekening wel degelijk in mijn boekje
staan Want ik heb geopperd, of er
dan geen vrienden in professors om
geving waren, die haar, op mijn ver
zoek, aan mij zouden willen afstaan
uit een brief.
Daarop had hij met ernstig gerim
peld voorhoofd een wijle zwijgend na
s'aan denken, en beslist„Ik zal 't
voor je vragen aan mijn zoon".
Doch toen ik 'n beetje spijtig meende
dat professor de brieven aan zijn kin
deren tocli wel niet voluit zou onder-
teekensn, werd ik met vriendelijken
aandrang de kamer uitgedreven. Den
zelfden avond had ik zijn begeerde
handschrift voor mijn album al thuis
op 'n briefkaa t, waaronder 't kriebel
klein en haast onleesbaar geschreven
regeltje,,Mijn zoon heeft tot zijn
spijt niet disponibel wat u dienen
kan", de he?le verdere ruimte werd
ingenomen door zijn handteekening.
Volksweerbaarheid.
De minister van ooriog heeft aan
den majoor jbr. AUing van Geusau,
hoofd der ite afdeeüng van zijn
departement, opgedragen om op den
lea Augustus a.s. een bezoek te
brengen aan het kamp der Koninklijke
Nederiandsche Weerbaarheidsvereeni-
ging te Laren en op den 5en Augustus
aan het jongenskamp der veteeniging
Volksweerbaarheid bij Harderwijk.
De .minister wenscht daarmede te
toonen hoezeer het streven dier
vereenigingen, om ons volk weerbaar
ie maken, zijne belangstelling beeft.
Ned. Vereeniging tot afschaffing van
alcoholhoudende dranken.
Gisteren vtrgaderde te Haarlem
de Nederiandsche Vereeniging tot af
schaffing van alcoholhoudende dran
ken, onder voorzitterschap van den
P. van der Meulen.
Aan hei jaarverslag van den secre
taris, den heer Jansonius, is ontleend,
dat het aantal leden in het afgeloo-
pen jaar vermeerderde met 1590, het
aantal adspiranten steeg van 1279 tot
1459, terwij! het getal afdeeiingen
vooruitging met 23 en thans 281 be
draagt.
Het aanlal leden bedraagt thans
18,000. Het aantal begunstigers 2102.
De rekening en verantwoording yan
den penningmeester werd goedge
keurd; ze sloot tot een bedrag aan ont
vangsten er. uitgaven van f 22,655.62s
met een nadeelig saldo van f 11.526.
De begrooting voor 1913 tot een
bedrag in ontvangsten en uitgaven
van f24,156 526 werd goedgekeurd,
na eenige opmerkingen over de hooge
kosten van het orgaan „De Blauwe
Vaan", dat een uitgaaf eischt van
f 12,720 tegenover een ontvangst van
f 10 800.
Aangenomen werd het voorstel van
het hoofdbestuur om met ingang van
doen.
Och j3, antwoordde Rothmann
met een zucht, ge hebt gelijk en schijnt
werkelijk een menschenkenner te zijn.
Ik ben niet altijd koopman geweest
en heb ook wel een en ander geleerd.
Maar het ongeluk, het ongeluk
Wat waart gij dan vroeg Kop
penhagen.
Ik was onderwijzer antwoordde
Rothmann, gedurende eenige jaren on
derwijzer in mijn vaderland.
Zoo, zoo! zeide Koppenhagen.
Nu, wat hebt ge dan gedaan, wat is
er gebeurd, dat ge uwe betrekking
hebt verloren
Ge vraagt ook iemand, zei
Rothmann half ontwijkend, het hemd
van het lichaam. Maar ik weet niet,
waarom ik u mijn vertrouwen ook
niet zou schenken, daar gij een fat
soenlijk en vertrouwbaar man schijnt
te zijn. Ik zai het u daarom maar
verraden. Ik heb we! een beelje licht
zinnig geleefd en had daardoor wat
veel geld noodig, dat ik mij op wis
sels verschafte.
(Wordt vervolgd.)