Vrijdag
19 Juli
No. 169.
1912.
Feuilleton.
Kromme We jen.
50e Jaargang.
Land- en Tuinbonw.
VLISSINGSCHE COURANT.
Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij de Uitgevers
Firma F. VAN DE VELDE jR., Kleine Markt 58.
ADVERTENTIÊNvan I4 regels 0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie, wordt de prijs slechts tweern aal berekend. Qrooie
letters en clichés naar plaatsruimte.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen. |J TELEFOONNUMMER 10. ^bonngmsniis-Hdsisrientiërs op zeer uoordeeiige uoorumsrden
rinnenland.
Het fort te Vlissingen.
De Brusselsche correspondent van
de Daily Telegraph" schrijft aan zijn
blad eenige beschouwingen naar aan
leiding der wederindiening van het
kustverdedigings-ontwerp.
Hij vindt, dat België vooral, maar
ook Frankrijk en Engeland moeten
protesteeren niet tegen het fort
zelf maar tegen het feit dat Ne
derland willekeurig de Schelde zou
kunnen afsluiten.
Volgens reeds vroeger door hem
verkregen inlichtingen, zegt deze cor
respondent, zullen andere maatregelen
worden genomen als een vriendschap
pelijk verzoek indien Koningin Wil-
helmlna's regeering doof blijft voor
dit laatste. j
Hij wijst dan nog eens op de Maas
kanalisatie en zegt dat beide kwesties:
België's hulp om de kanalisatie van
de Maas en de vrije vaart op de
Schelde, thans onderwerp van diplo
matieke onderhandelingen zijn.
De nieuwe Kamerpresident.
Naar wij uit goede bron vernemen
is de rechterzüde het eens geworden
over den opvolger van den heer
Van Bylandt als president der Tweede
Kamer. Niet dr. De Visser zal daartoe
gekozen worden, zooals aanvankelijk
het gerucht luidde, doch de tegen
woordige eerste vice-president, de
heer Van Nispen. (»Hbl.*).
Na afloop.
De Haagsche briefschrijver van
„De Tijd" maakt de balans op van
het afgeloopen zittingsjaar der Tweede
Kamer en komt tot de slotsom, dal
de resultaten niet erg schitterend zijn.
De schuld moet volgens hem ge
deeltelijk gezocht worden bij de rech
terzüde wier partijen beier tot over
eenstemming hadden moeten zien
komen, gedeeltelijk by het kabinet
dat zich beter had moeten vergewis
sen in hoever op overeenstemming
met de regeeringsmeerderheid voor
haar wetsvooistelien viel te rekenen.
Dan gaal de briefschryver aldus
voort
„Zijn dus het Kabinet en de meer
derheid niet zonder schuld aan het
negatieve resultaat van het jongste
samenzijn, de hoofdoorzaak is le vin
den bij de oppositie, die het mogelijke
en onmogelijke heeft gedaan, om het
Kabinet te beletten iets tot stand te
brenger.
Men denke zich een oogen'oiik, dat
de wet-Talma was voorgesteld door
een liberalen minister en dat niet de
Tweede Kamer, maar de Eerste Kamer
haar had verworpen. Wat zou men
dan hebben gehoord uit bijv. den
vrüzinnig democratischen hoek Maar
het ergste is toch gebeurd by de
—O
33.)
Baruch is naar boven geloopen
naar den vreemdeling.
Ook de vreemdeling heeft Esther
lief niet zoo lief als Baruch. Ba-
ruch heeft Esther alleen liefMaar
de vreemdeling heeft geschreeuwd
van schrik omdat Esther dood
was. Hü is geworden wit als sneeuw 1
hij heeft gebeefd hy heeft ge
wankeld. Zool. Baruch deed
de onzekere J bewegingen van een
wankelende na-
Ik dank u, zei Esther aarzelend
en zacht. Ga nu en laat mü alleen.
Ik heb nu rust noodig, Baruch, gy
moogt terugkomen, als ik beter ben
Zeg ook vader niets, als hy thuis
komt, hij zou te veel schrikken.
Baruch kuste nog eens den zoom
van Esthers kleed en sloop dan op
zijne eigenaardige wijze de kamer uit.
Radenwef. Wie ter wereld zou dur
ven beweren, dat de heeren Van Kar
nebeek, Patijn en Duys op sociaal
gebied hetzelfde willen Wie twyfelt
er aan, of de heer Van Karnebeek en
Duys zijn op dit gebied de grootste
tegenvoeters By de Radenwet heb
ben wij ze. gezien, strijdend niet al
leen naast elkaar, maar in dien strijd
wedüverend, wie daarin de grootste
dosis hartstocht mengen kon. Zelfs
bij het eenvoudig wijzigingetje van
het reglement van orde stonden fel
naast elkaar de heeren Troelstra en
van Karnebeek. Om naast elkaar te
strijden moet men een doel gemeen
hebben. Het gemeenschappelijk doel
is hier: -liefde tot of tegenzin van
sociale wetgeving. Welk kan het an
ders zijn dan een gezamenlijk be-
geeren, om de regeering onmogeiijk
te maken het tot stand te brengen?
Wat de reden mag zijn van deze
cooiinueele obstructie Laai zich een
andere denken dan dat aan al wat
links staat het wachtwoord is uitge
deeld om desnoods met behulp van
elk bondgenootschap een kabinet ten
val te brengen, dat zich geroepen
zou kunnen gevoelen bij de aanstaan
de grondwetsherziening het goed
recht van het bijzonder onderwys
met zooveel woorden te erkennen
Een detda oorzaak van de on
vruchtbaarheid van het jongste sa-
rnenzün is te vinden in den presi
dent. Men kan zich geen nobeler
mensch, geen vriendelijker verschy-
ning denkan dan graaf van Bijlandt.
Zijn geheele leven is een enkele po
ging om het allen naar den zin te
maken en vooral niemand leed te
doen. De oppositie heeft van deze
eigenaardige karaktertrekken een
schandelijk misbruik gemaakt. E'ktid
der linkerzijde zegt en doet precies,
wat het wi! en wanneer het wil Het
gaat buiten de orde en klaagt als
een ar.der er niet binnen blijft. En
voor al die toegeeflykheden zijn reeds
lang zoovele precedenten, dat de pre
sident zich met eiken dag zwakker
gevoelt. Niet alleen komen de regee-
rtng en de meerderheid daardoor in
het gedrang, maar gaat de parlemen
taire waardigheid steeds meer teloor.
Met alle waardecring voor den per
soon zal ieder het een geiuk moeten
achten, dat graaf Van Bijlandt zich
niet langer beschikbaar stelt.
Is de toestand hiermede hopeloos
In geen enkel opzicht. Men behoeft
nooit te wanhopen, wanneer men
weet, waar het kwaad schuilt. Dank
zij de reglementswijziging kunnen in
October voor openbare behandeling
naast de Ziektewet gereed liggen de
Invaliditeitsverzekering en hat Tarief.
Menheeftdusdan de keuze bij da volg
orde der gerechten en kan dadelijk aan
vallen. Tijd is er genoeg. Alles hangt
er van af of men dien goed gebruikt.
Esther was alleen! Uitgeput viel
zy weder in haar stoel neder en
vouwde de handen in den schoot. Zy
boog het hoofd achterover en sloot
de oogen, als wilde zij nog eenmaal
verzinken in het paradys der droo-
men, waarin zij zich te voren, ware
het dan ook maar voor weinige mi
nuten, bevonden had. Nu, met geslo
ten oogen, was het haar weder alsof
de vreemdeling aan hare linkerzijde
stond, als hoorde zij opnieuw den
klank zijner stem en een zalig beven
doortintelde haar.
Het was een genot nog eens te
herhalen, wat zü gevoelde, wat ge
schiedde, toen het bewustzijn terug
keerde. Zy pynigde haar arm, door
de onmacht verward brein, zich ook
het geringste, ook de kleinste,
omstandigheid te herinneren, en
als £zy aan het oogenblik geko
men was, waarop de vreemdeling
de kamer verliet, ijlden hare gedach
ten weder naar het begin terug en
nog eens, voor de derde maal, voor
de tiende maal, en altijd weder door
leefde zy die oogenblikken, die zoo
zonderling waren, die een zoo onge
kend gevoel over haar gebracht had-
Er is daarvoor alleen noodig, dat
niet elke individueele minister uitgaat
op zyn ideaal, onverschillig wie hem
helpt het te verwezenlijken, maat dat
het kabinet onder vaste leiding, stuurt
naar de afwerking van zyn program
in samenwerking met de meerderheid,
waarop het steunt:
dat de meerd rheid, onder samen
werking der feiders, vastbesloten zich
zet aan de afwerking van het pro
gram, niet vragend, en vooral niet
angstig vreezend, wat de linkerzijde
of de liberale pers zal zeggen
dat onder vaste leiding van een
krachtigen voorzitter aan de minder
heden de rechlen worden gelaten,
waarop zy aanspraak hebben, ma3r
aan hare buitensporigheden vóór de
eer van het Parlement een einde
wordt gemaakt.
Jhr. Mr. W. F. Rochussen f
Te 's Gravenbage is gisteren over»
leden jhr. mr. W. F. Rochussen, oud
lid van den Raad van State, en oud
minister van bu tenlendsche zaken in
den ouderdom van byna 80 jaren.
Jhr. Willem Frederik Rochussen
was de zoon van den bekenden
staatsman en Gouverneur Generaal
van Ned. Indië, jhr. Rochussen. De
thans ontslapene voltooide zijn stu
diën te Amsterdam en trad daarna in
den diplomatieken dienst. Als gezant
vertegenwoordigde hij ons land bij
verschillende vreemde Hoven, laatste-
lyk in 1880 le Berlyn, Van 1881 tot
1883 was jhr. Rochussen vervolgens
minister van buiteniandsche zaken.
Zeer spoedig na zyn aftreden als
zoodanig werd hy benoemd tot lid
van den Raad van State, waarbij hij
deel uitmaakte van de afdeeling
buiteniandsche zaken en financiën.
Tot vóór enkele jaren had jhr.
Rochussen zitting in dit hooge Staats
college.
Van zijn hand verschenen tal van
geschriften op wetgevend gebied,
speciaal ook wat het fiiancie-wezen
betreft. -E;n zijner bekende werken
handelt voorts over administratieve
rechtspraak.
Staatscommissie voor de verdediging
van Nederlandsch-lndië.
Gisterenmiddag werd in de Trè-
veszaal te 's-Gravenhage de eerste
vergadering gehouden van de inge
stelde Staatscommissie voor de
verdediging van Nederlandsch-lndië.
De voorzitter der Staatscommissie
minister Heemskerk, hield bij deze
gelegenheid een rede, waarin hij er
dan nadruk op legde, dat de aanlei
ding tot het instellen van deze
commissie geenszins is gelegen in
de verwerping van het voorstsl van
minister WenlhoK tot aanbouw van
een nieuw pantserschip. Ook by
aanneming daarvan zou het onderzoek
den.
Eindeiyk trad de schemering in en
werd daarmede voor de eenzaam
droomende de kamer nog vertrouwe-
lyker, nog meer aan de wereld ont
rukt. Nu dacht zij er aan hoe op
dien avond juist om denzelfden tyd
de vreemdeling voor de eerste maal
ais gast deze kamer was binnenge
treden, en in hare verbeelding zag zij
hem weder aan da deur staan, de
lichtende oogen op haar gelaat ge
richt en den indruk niet verbergend,
dien hare verschüning op hem maakte.
Weder wekte zy in haar binnenste
de herinnering en ging in den geest
nog eenmaal alle voorvallen na, die
zij met dien man hid doorleefd, hare
gedachten bewogen zich slechts om
hem, hare gevoelens waren slechts
by hem.
Toch overviel haar daardoor een
gevoel van schrik. Wat was dat in
haar binnens e? Waarom keerden
hare gedachten steeds weder tot hem
terug? Waarom was hy het middel
punt van haar denken? En waarom
was hij dit, zy kon het zich zeiven
niet langer ontveinzen, geweest ge-
I durende den geheelen tijd, dien hy
zijn ter hand genomen, want de
regeering is overtuigd, dat omtrent
de defensie in Nederlandsch Indië en
hetgeen daarmede samenhangt, ten
spoedigste de meest volledige klaar
heid dient te komen.
Het gaat hier geenszins aileen oyer
de vraag, welk type van schepen
voor Indië zal kunnen worden ge
bouwd en beschikbaar gesteld.
Het vraagstuk is vee! ru'mer en
omvat alle vragen van algemeen
militairen, maritiemen, technischen
en finantieelen aard, in zoover zy
tot de herziening van het Indische
defensiewezen en van de bekostiging
daarvan kunnen leiden alsmede ook
de verhouding ten deze tusschen het
moederland en de koloniën.
Met den wensch dat de arbeid
der commissie niet negatief zou
wezen, dat zij den weg zou aanwij
zen ter betere verzekering van de
defensie van Indië en dat wat
mogelyk zal biyken ook zal ge
schieden, eindigde de minister deze
openingsrede.
Illuminatie op Koninginne-verjaardag
Het gtoote verlichiingsstuk op den
tweeden Boschvijver bij de illuminatie
in het Haagsche Bosch ter gelegen
heid van den verjaardag van H. M.
de Koningin op 31 Augustus, zal dit
jaar voo steiler» de vroegere hoeve
„Torenzicht", te Poeldijk, met ophaal
brug, hooiberg, enz. Dit gebouw, dat
geroemd werd als een mooi historisch
stuk architectuur uit het renaissance
tijdperk, is eenigen tyd geleden afge
broken een feit, dat destyds in de
vakbladen op architectonisch gebied,
zeer is betreurd. Het illuminatiesiuk
zal nu weder verlevendigen de her
innering aan „Torenzicht" dat in de
wandeling ook werd genoemd Van
Oidenbarneveld's huis, omdat beweerd
wordt dat de raadspensionnaris daar
ter plaatse zou hebben gewoond.
De aanvulling van onze munitie.
Op de begrooting van oorlog
voor 1913 zal een bedrag van
1,100,000 gulden worden aangevraagd
voor de reeds zoo lang dringend
noodige aanvulling der munitie van
de artillerie en de infanterie.
Paleis-Raadhuisquaestie.
Prof. Brugmans, die een onderzoek
zou instellen naar hei Paleis-Raad-
huisvraagstuk te Amsterdam is in
zijn thans verschenen rapport tot de
volgends conclusie gekomen In
1808 heeft Koning Lodewijk het
gebouw eenvoudig in bezit genomen,
met welk recht, biyve in het
midden gelaten. Men kan dus aan
nemen, dat het Rykseigendom is.
Na den val van Koning Lodewyk
gingen de rechten op Napoleon over.
met haar onder éen aak woonde Zij
trachtte hare gedachten van hem af
te leiden. TevergeefsTelkens keer
den zü terug tot het oogenblik, waar
op Walewski hare hand had gekust.
Zij hielden zich met hem, met hem
al'é n bezig.
Plotseling schrikte zy uit hare
d.oomen op. Zij was niet meesteres
harer gedachten. Een vreemde, de
monische macht dwong haar, haar
gedachten een bepaalde richting te
geveneene andere dan zij zelf wil
de, dwong haar hart tot deze wilde
slagen, wanne r zy aan den vreem
deling, aan het ontwaken uit hare
bewusteloosheid dacht. Deze demo
nische macht betoonde zich sterker
dan eenig ander gevoel, overwon
zelfs het ontzetten, de vrees, dever-
twyfeling by de herinnering aan de
vreeselyke waarheid, dat haar vader
het hoofd eener valsche muntersbende
was.
Esther had een gevoel, alsof alles
haar onverschillig was, zoowel wat
geschied was, als wat nog geschie
den kon, dat haar de vreeselyktse
toekoms», haar eigen ondergang, de
ondergang haars vaders haar onver-
Na den val van Napoleon op de
nieuwe nationale Regeering, met
andc-re woorden ook op Willem I.
Deze stond het gebouw op 2 Dec.
1813 af aan de stad Amsterdam, met
verzoek eenige vertrekken voor hem
disponibel te steiler. Ten slotte besloot
het bestuur van Amsterdam op 28
Jan. 1814 om het gebruik van het aan
de stad teruggegeven Paieis voorlco -
pjg aan den souvereinen vorst aan te
bieden. Op deze feiten rust de tegen
woordige toestand van het paleis. De
rechtequaestie is, voigens prof. Brug
mans, niet de hoofdzaak.
Voor Moes- en Bloemtuin, enz.
De zomerweelde openbaart z'ch niet
het minst in den rykdom en de pracht
van bloemen. Wat zou de zomer zyn
zonder Flora's kinderen 1 Van die
weelde moeien we zooveel mogelyk
genieten binnens en buitenshuis. Ook
binnenshuis door onze vertrekken met
wilde bloemen en snijbloemen uit den
hof op te sieren.
Al zijn het maar weinige en eenvou
dige bioemen, tot een tuiltje vereenigd,
het geeft tcch een vrooïtjken en ge-
zelligen aanblik. Verfrisschen is gere
geld noodig, want vele bloemen ver
welken spoedig. Maar niet steeds is
het noodig ze door andere te ver
vangen. Ten eeiste zorge men er
voor zooveel mogelyk met- lange
stelen te plukken of te snyden en doe
dit, terwyi ze nog niet geheel geopend
zyn. Niet waar, velen doen anders
ze plukken de bloemen als ze reeds
op heur mooist zyn, en nemen ook
eten tijd van den dag niet in acht.
's Morgens in de vroegte moet het
gebeuren. Dagelijks worde het regen
water verfrscht en dsabij wordt dan
het onderste stukje der bloemstelen
afgesneden. Op die wijze houdt men
de bloemen wel een anderhalve week
goed.
Vooral de rozenhof kan' ons nu
materiaal leveren. Vindt ge dit mis
schien jammer? Meent ook gy nog
waarde lezer en geachte lezeres, dat
door het iaten uitbloeien der rozen
de struiken gespaard worden? Niets
is minder waar, want juist het uitbloei
en der bloemen onttrekt aan de plan
ten de meeste voedingstoffen.'! Is daar
om aan te raden de rozen terstond af
te snijden, zoo da ze haar schoonsten
vorm hebben, al zou men ze alleen
tot versiering der woonvertrekken
gebruiken, 'c Geeft een dubbel voor
deel. Ten eerste blijft een afgesneden
roos langer goed, ais ze wèi verzorgd
wordt, dan een die aan den stam
blijft zitten. Voorts zal de rozenstruik,
wanneer do bloeiende bloemen gere
geld worden afgesneden, een menigte
nieuwe knoppen geven en blijven
doorbloeien.
schiliig was, dat slechts dal éene
belang voor haar had de man, wiens
oogen zy overal, waarheen zij de
hare ook wendde, op zich gevestigd
zag, nu eens hartelyk, dan weder
met eene uitvorschencie, vragende
uitdrukking.
Zy onderdrukte een breetvan schrik,
toen haar vader des avonds van zijne
zaken terugkeerend, baar verwonderd
vroeg, waarom zy in het donker zat.
Zij deelde hem in korte woorden
mede, dat zij ongesteld geworden
was en naar rust verlangde, daarna
stak zü licht aan, bezorgde den maai
tijd voor haren vader, om hem daar
na te vragen, of zij zich om uit te
rusten naai haar eigen kamer kon
begeven.
Hoe had zij gebeefd voor dit we
derzien, nu zy het geheim haars vaders
kende, zonder dat hij het vermoedde,
en hoe licht was haar deze eerste
ontmoeting geworden, hoewel slechts
daardoor, dat haar hart geheel met
andere gevoelens was vervuld. Zij
lette er nauweiyks op, dat haar vader
minder deelneming betoonde in hare
ongesteldheid dan anders.
(Wordt vervolgd.)