m Dinsdag' 9 Juli aden [ken Gemeentebestuur. Feuilleton. Kromme Wegen. BINNENLAND. No. 160. 50e Jaargang. 1912. ma 1" Jing van Stuurlieden ter Koopvaardij. JKEN 5TEOO. met Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen. TELEFOONNUMMER 10. fibonnenients-ftdoertenfiin op zeer uoordeelige uoorioaarden bekendmaking, aangifte van nieuwe leerlingen bekendmaking. 24.) NGEN. EMBER a.s. I genheid tot n teerlingen reidingsklas- Stuurlieden» van solli» len Directeur 1 a.s. in Domburg wordt huis voor een jaren, de lagere kende. Referentiën reau „Dagblad van leigerslraat, B-eda, onder de strengste en, Glasdeuren en te Vlissingen in aag profielkaarten a ïvet. woordigers and: t Co., VLISSIINGSCHE COURANT. Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren, Postdirecteuren -• rechtstreeks bij de Uitgevers Firma F. VAN DE VELDE JK Kleine Mark^58. ADVERTENTIËN van 1—4 regels ƒ0.40. Voor eiken regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie, wordt de prijs slechts twee maal berekend. Groote letters en clichés naar plaatsruimte. voor de Openbare Lagere Scholen. Burgemeester en Wethouders van Vlissingen; brengen ter kennis van belangheb bende ouders of voogden, d. hunne kinderen of pupillen met den nieuwen cursus (aanvangende 19 Augustus ek.) wenschen toegelaten te zien tot eene der openbare lagere scholen in deze gemeente, dat vanaf Maandag 8 Juli tot en met Maandag 22 Juli e.k. uit sluitend ter Gemeente Secretarie (grif fie) iederen werkdag van des voor middags 9 tof 12 uren, gelegenheid tot aangifte van nieuwe leer lingen voor die scholen gegeven wordt en dat ingeschreven kunnen worden alle kinderen, die op het tijdstip der toelating den zesjarigen leeftijd zullen hebben bereikt en bovendien voor de scholen C. (Groenewoud), D(Groote Markt) en E (Wagenaarstraat), zij die vóór 19 Februari 1912 zes jaar worden. Hun, die in het bezit van een trouwboekje zijn, wordt verzocht dit bij de aangifte mede te brengen. Vlissingen den 6 Juli 1912. Burg. en Weth. van Vlissingen, VAN DOORN VAN KOUDEKERKE. De Secretaris, J. H. DOMMISSE, (L. S.) Afgekeurd vieesch. Burgemeester en Wethouders van Vlissingen maken bekend dat gedurende het 3e kwart. 1912 door den keurmeester van het slachtvee en vieesch afgekeurd zijn als nadeelig voor de gezondheid 2 kalvers, 3 varkens, 4 partijen ingewanden, 1 partij ham, 1 partij vet en 1 runderkop. Voorts herinneren zij belangheb benden voor zooveel noodig, aan bet bepaalde bij artikel 207, 3e lid der algemeene verordening van politie, luidende „Wanneer het herhaaldelijk voor komt, dat bij eenzelfden slager of vleeschverkooper, voor de gezond heid nadeelig vieesch wordt aange troffen, zonder dat daarvan aangifte is gedaan, zijn burgemeester en wet houders bevoegd, zulks met vermel ding van de namen der belangheb benden, ter openbare kennis te bren gen." Vlissingen, 8 Juli 1912. Burg. en Weth. voornoemd, VAN DOORN VAN KOUDEKERKE, De Secretaris, J. H. DOMMISSE, (Z.S) o— Wan; niemand trekt zich daar hare beiangen aan, en ook de genadige vrouw zelve kan geen verlof bekomen Warschau te verlaten. Ja, ja, dat alles kan ik mij denken, zei Walewski, onrustig op en neer loopend. De verschrikkelijke omstan digheden, waaronder mijn arme moe der zich bevindt, moeten ten slotte wel tot ondergang voeren. Maat voor mij zal zij geene uitgaven meer be hoeven te doen. Peiser, gij zijt mijn vriend, en hebt u een zoodanige betoond. Gij moet mij helpen ergens heen te gaan, waar ik zelf voor mijn levensonderhoud zorgen kan. Ik mag mijn moeder niet langer tot last zijn I Wat valt mijnen genadigen heer in? Waartoe deze droeve gedachten Voorloopig blijft mijnheer in mijn huis. Fonds ter verbetering van de kustverdediging. De Memorie van Antwoord is ver schenen nopens het wetsontwerp tot het instellen van een fonds ter ver betering van de kustverdediging, De regeering vangt aan mei mededeeiing, dat wordt afgezien de in het wetsontwerp voorgeste bezetting en bediening van de fronten der kustversterkingen personeel van de marine. Als reden hiervoor wordt opgege dat zich in de toekomst omstandig heden kunnen voordoen waarin de marine niet over genoegzaam perso neel zou kunnen beschikken om een voldoende bezetting van die zee- fronten te kunnen waarborgen. Mits dien is uit het wetsontwerp alles ver vallen, wat betrekking heeft op de aanvulling van het materieel der zee macht. Wat de kustversterkingen be treft, daarvoor was oorspronkelijk uit getrokken een bedrag van f 25,080,000. Al de daarmede beoogde voorzie ningen zijn voor ons defensiewezen van beteekenis en zullen op den duur tot uitvoering moeten komen. Zij heb ben echter niet alle dezelfde mate van urgentie. Bij den minister van oorlog heeft zich voorts sedert zijn optreden meer en meer de overtuiging gevestigd, dat, gelet op de behoeften der levende strijdkrachten, vooral aars meer artil lerie en aan behoorlijke organisatie van het verplegingswezen, op de ver betering der kustverdediging bezui nigd moet worden en wel door tot een in financieel opzicht gunstiger tijdstip uit te stellen die verbeteringen, welke geacht moeten worden in be iangrijkheid bij die dringende behoef ten der levende strijdkrachten achter Ie staan. Een en ander heeft er toe geleid, dat van het meerendeel der oorspron kelijk beoogde voorzieningen is afge zien en slechts die worden gehand haafd, welke in de eerste plaats wor den noodig geacht om in den onvol doenden toestand onzer kustverdedi ging te voorzien. Mitsdien wenscht men Ce aanvul ling en verbetering der kustverster kingen thans te beperken tot lo. het maken van een fort bij Vlissingen 2o. het verbeteren van het fort Kijkduin 3o. het vermeerderen van de vuur- uitwerking van de bestaande pantser- forten aan den Hoek van Holland, bij ijmuiden en op de Harssens. Wanneer te Vlissingen en op Kijk duin een krachtig, volgens de eischen des tijds ingericht en bewapend fort zal zijn tot stand gekomen en de Neen, neen, dat gaat niet! Help mij aiieen nog van 'hier weg, opdat ik ook u niet langer tot last ben. Ik ben bereid met handenarbeid in mijn onderhoud te voorzien, als het zijn moet. A!s het zijn moet! herhaalde Peiser, maar het moet niet zijn. De genadige heer blijft mijn gast, zoolang het hem bevalt, en zai een goeden patriot het geluk gunnen een vervolg den landgenoot bij zich te nemen. Neen, neen, heer graaf, geen tegen spraak. Gij beleedigt mij anders I De omstandigneden zullen zich wel wij zigen, wie weet zelfs in hoe korten tijd. Goeden nacht, goeden nacht 1 Laat de genadige heer zich toch aan geen droeve gedachten overgeven. Peiser verliet de kamer en daalde naar zijn werkkamer af. Hier, waar hi] niet begluurd kon worden, trok weder die boosaardige grijns over zijn gezicht en 'mompelde hij Dat heeft gewerkt. Hij is jong, levens lustig en patriot, waarom zou hij iets terugwijzen, wat al zijne plannen zoo goed dienen kan? In ieder geval, binnen enkele dagen zullen wij wel verder zienl vuuruitwerking der bestaande pant- serforlen te Hoek van Holland, ijmui den en op de Harssens zal zijn ver meerderd door verhooging van de vuursnelheid en wijziging van de munitie, dan zal daardoor reeds een groote verbetering dé* defensie aan de zeezij le verkregen zijn en zal de Joekomst met meer vertrouwen kun- - gorden tegemoet gezien, te meer wannéér ook het actief yermogen van ^het Viia^nematerieel zal zijn verraeer- or de aanvulling van torpedo- eiT'öhderzeebooten, zoomede door de nsclrstfing van nog 2 onderzee- n en nog een 4tai zeegaande torpedobooten ter vervanging van de kieine booten voor het Zuiderfrontier, waarvoor een eerste termijn op de Marinebegrooting voor 1913 zal wor den aangevraagd. Naar de meening van de regeering mag raet de uitvoering van de thans voorgesielde, tot den kleinst toelaat baren omvang teruggebrachte verbe teringen niet langer worden gedraald. Er is dan ook in het gewijzigd ontwerp op gerekend, dat begin 1913 met het werk een aanvang kan wor den gemaakt. De eerste begrooting van inkomsten en uitgaven van het fonds voor den dienst van 1913 zai iegelijk met de begrooting van het VlIIste hoofdstuk der staatsbegrooting 1913 en mei de vestingbegrooting voor 1913 worden ingediend. De totale kosten van de thans beoogde verbetering der kustverde diging worden op f 10,850,000 geraamd en we! f 5,360,000 voö&'i maken van een fort bij VlissingenJ 4,760,000 voar het verbeteren van het fort Kijkduin en f 730,000 yoor het vermeerderen van de vuuruitwerking van de forten aan den Hoek van Holland, bij Ijmui den en op de Harssens. Het ir. de wet vast te ieggen ma ximum bedrag der uitgaven voor de werken waarvoor het fonds bestemd is, oorspronkelijk bedragende 40 mil* lioe.n gulden, meent de Regeering thans op f 12,000,000 te moeten stellen. Wanneer de uitvoering in 1913 wordt aangevangen zuilen de werke lijke uitgaven over de jaren 1913 1916 verdeeld kunnen worden, aange zien voor de voltooiing van het nu voorgestelde 4 a 5 jaren noodig zul len zijn. Aannemende, dat ten laste van 1913 èen bedrag van 1 1,500,000 zal ver werkt worden en het resteerende be drag ongeveer gelijkmatig over de jaren 1914—1916 zal worden uitge geven, zal om een afdoening in 25 jaar (gerekend van de instelling v an het fond3j te bereiken, een annuïteit van f600,000 noodig zijn. HOOFDSTUK VI. Acht dagen mochten verloopen zijn sinds Rothmann vrouw Wolf voor tie eerste maal had bezocht. Hij was in dien tijd meermalen het huisje voor bijgegaan, doch zonder het binnen te treden. Op zekeren morgen echter, toen hij weer voorbij kwam, trad bet kleine. Poolsche meisje naar buiten, en noodigde hem uit binnen te komen, daar vrouw Woif hem wenschte te spreker. Rothmann trad dadelijk binnen en vond de jonge vrouw aan "de een voudige tafel zittend. Hare geheele houding was die eener zieke, het gelaat scheen nog bleeker geworden, de oogen zagen roo\ doch schitter den met een koortsachtigen glans. Ik heb u verzocht, hier te ko men, begon zij, tcneind. ueen dienst te verzoeken. Ik ben gaarne bereid u iederen dienst te bewijzen dien gij zoudt wenschen. Gij hebt mij onlangs haarvlech ten te koop aangeboden, ik zou u integendeel heden gaarne mijn haar te koop aanbieden. De Radenwet. Het „Hbld." zegt, dat met de aan neming van de Radenwet een onder hoofdstuk van onze parlementaire geschiedenis is besloten, dat men niet zal kunnen overlezen zonder een gevoel van tegenzin en teleurstelling. Oorspronkelijk werd de Radenwet geacht een onverbreekbaar verband te hebben met de Ziektewet, voor de uitvoering van de Ziektewet was de Radenwet noodig zonder de Ziek tewet had de Radenwet geen reden van bestaan. Begrijpelijk was het daarom dat, toen tijdens de behan deling van de Radenwet de heer de Savornin Lohraan eer. 25-tal amende menten op de Ziektewet indiende, bij aanneming waarvan vóór de uit voering der Ziektewet geen Radenwet noodig zou zijn, de behandeling der Radenwet geschorst werd om eerst die amendementen door de commis sie van voorbereiding te doen onder zoeken. En had de heer de Savornin Loh- man zijn amendementen gehandhaafd dan zouden deze ongetwijfeld eerst overeenkomstig het advies van de commissie van voorbereiding in de afdeeüngen behandeld zijn, eer mei de Radenwet werd doorgegaan. Heel anders werd beslisi, toen dezelfde amendementen door een liberaal wer den ingediend. Daarmede werd toen slechts be wezen, dat de rechterzijde tegen geen enkel misbruik van hare machtpositie opziet, dat zij een zelfde amendement komende van een der invloedrijkste poiitieké groepen der oppositie op geheel andere wijze behandelt dan wanneer het komt van een politicus, wiens stem zij wenscht, wiens tegen stand zij vreest. Daarmede heeft de rechterzijde slechts bewezen, eenstemmig te zijn, niet wanneer het om beginselen gaat, maar wanneer het er om gaat een minderheid even onhoffelijk als de loyaal te bejegenen. Doch daarmede werd tevens beves tigd, dat de rechterzijde erkendede Radenwet heeft slechts beteekenis om en door de ziekteverzekering. Naar de oorzaken der wijziging in de houding der regeering moet men de regeering niet vragen, doch den partijleider. De partijleider, die op de meest cynische wijze openlijk de regeering gedicteerd heeft wat gedaan, hoe gehandeld moest worden, ten einde de partij in 1913 een stembus overwinning gemakkelijk te doen maken. Het is voor het eerst in onze ge schiedenis zegt het „Hola." dat een dergelijke Tammany Hall-heer schappij gevoerd wordt en dat een „pariy boss" 's langs regeering voor schrijft-, hoe 's lands zaken het best Zij trok het mutsje van het hoofd en Rothmann aanschouwde een paar donkerblonde haarvlechten, welke weiiswaar tengevolge der ziekteeenigs zins gedund waren, maar toch nog by uitzondering vol en glanzend schenen. Vrouw Wolf had het hoofd verle gen en iwgfelend gebogen en fluisterde nu Wilt gy mij deze vlechten af- koopen En wilt gij my, vraagde Roth mann, zeggen waarom gy u van dit sieraad wenscht te ontdoen Ik heb geld noodig, antwoordde de zieke, dringend noodig. Ik bid u, doe een bod en maak het kort. Hier ligt een schaar klaar, maar doe het spoedig, anders begeven my de krachten. Daar Rolhmann aarzelde, ging zy voort Of kunt gij ze niet gebruiken? Wilt ge ze niet koopen? Rothmann was door de opwinding der vrouw en haar aanbod ten hoog ste verrast. Hy antwoordde Ik ben gaarne bereid u de vlechten af te koopen en u ook een in het belang van de party geieid worden. Van het vele immoreele en onwaarachtige, dat door den leider der antirevoluliormaire pariij in de politiek van ons land gebracht is, meenen wy dat dit 'och wel het ergste en het meest bedenkelijke is. Rapport der Militaire Luchtvaart commissie. By beschikking van den minister van oorlog van 26 Maart 1910 werd een commissie ingesteld om rapport uit te brengen omtrent den huidigen stand der milita're luchtvaart en daarmede verband houdende voor stellen te doen. Na ruim twee jaar is dit rapport met de gevraagde voorstellen ver schenen. Het „Centr." deelt omtrent den inhoud mede, dat in groote trekken wordt aanbevolen het aanschaffen vanéen kabelvlieger, een kabelba- ionafdeeling met twee vliegerballons en een vrije ballon, instrumenten enz. om het NedeElandsche motor- luchtschip „Duindigt" in gebruik te nemen, en twee vliegtuigen met twee leertoesteiisn, een en ander vergezeld van een voorloopige organisatie van het personeel. Generaal Den Beer Poortugael. Heden is het 60 jaar geleden, dat de oud-luit.-generaal J. C. C. den Beer Poortugael, te 's-Gravenhage, lid van den Raad van State en oud- minister van oorlog, tot officier werd benoemd. De thans tachtigjarige genetaai is schrijver o. a. van „het Oorlogsrecht" en van verschillende andere werken op militair-geschiedkundig en op volkerenrechtskundig gebied. Als ge volmachtigd gedelegeerde heeft hij Nederland vertegenwoordigd op de eerste Vredesconferentie in 1899, te Genève, in 1906 op de conferentie tot herziening van de conventie van 1864, omtrent het Roode Kruis en in 1907 op de tweede Vredesconferentie Hei congres van den Bond voor Staatspensionneering. Aan het Congres voor Staatspen sioen, door bovengenoemden bond te houden op Zaterdag 3 Aug. a. s,, te 's Gravenhage, zal deelgenomen worden doorVryz. Dem. Bond, Soc. Dtm. Aibeidersparty, Bond van Vrye Liberalen, Liberale Unie, Nederl. Ver bond van Vakvereenigingen, Chr. Soe. Bond, Vrye Vrouwen Vereeniging en de Vereeniging tot beh. v. d. bel. der Vrouw verder nog een 40-tal pa troons- en werkliedenverenigingen en -bonden en vele afdeelingen van den Bond voor Staatspensio- neering. zeer aannemeiyken prijs te betalen. Maar daar het afsnyden van het haar eene onvermijdelyke, zy het dan ook tijdelijke ontsiering van uw gelaat tengevolge heeft, zou het toch noodig zyn eerst de toestemming van uw man te vragen. Neen, neenriep de zieke ver schrikt, hy mag van niets weten, tot geen prijst Daarom liet ik u halen, terwijl hy weg is. Misschien is het geen ik doe verkeerd, maar ik kan niet anders. Ik smeek u, doe het spoedig. Gy weet niet, hoe vreeseiyk deze toestand voor my is. Gy kunt het toch voor uw echt genoot niet op den duur verbergen, wat er met uw haar gebeurd is, in dien ik het koop, merkte Rothmann op. Dat weet ik, maar ais het een maal gebeurd is, kan er niets meer aan veranderd worden. Hy zal er zich in schikken moeten. Maar nu heb ik oogenblikkelyk geld noodig. Rothmann was de zieke dicht ge naderd en zeide op hattelyken toonEn wilt gy my niet zeggen hoeveel geld gy noodig hebt (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1912 | | pagina 1