Eerste Blad.
"MHffZIgjr~
Maandag
8 Juli
Dit niiiner bestaii uit 2 liaden
Gemeentebestuur.
Feuilleton.
Kromme
No. 159.
50e Jaargang,
1912.
Brieven uit de Hofstad.
VLISS1NGSCHE COURANT
Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50.
Aizonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij de Uitgevers
Firma F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58.
ADVERTENTIÉNvan 1—4 regels 0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie, wordt de prijs slechts twee maal berekend. Qroote
letters en clichés naar plaatsruimte.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen.
TELEFQONHUMMEB 10.
ffóonnemsnts-ftduerfetifiërt ep zeer uoordeelige uoorwaarden'
SCHOOLWEZEN.
De plaatselijke Commissie van
Toezicht op het Lager Onder
wijs maakt bekend
dat de OPENBARE LESSEN
aan onderstaande gemeente scholen
zulien worden gehouden als volgt
Maandag 8 Juli, 2—4 n.m.,
school C (hoofd de Heer JURRY)
klassen 6, 6a en 7
Dinsdag 9 Juli, 2-4 n.m., school
D (hoofd de Heer DE VRIES) 6e
kiaSse
Donderdag 11 Juli. 2—4 n.m.,
school E (hoofd de Heer FRiJLlNOj
klassen 6, 6i en 7
Vrijdag 12 Juli, 2—4 n.m.,
school F (hootd de heer V. D, SL'KKE)
12e klasse.
Ouders, voogden of verzorgers van
leerlingen en belangstellenden worden
uiigenoodigd deze lessen bij ie wonen
terwijl ean hen op die zelfde uren
gelegenheid wordt gegeven tot bij
wonen der lessen in alle klassen.
Da Comm'ssie voornoemd.
JOS. VAN RAALTE, Voorzitter.
A. KLOEKE, Secretaris.
Men heeft de muziek genoemd
een zonderling en wonder ding, dat
men wei hoort maar niet zieteen
hartbetooverend samenspel.
Een spel van tonen dus, van klan
ken, van geluiden. Wij gelooven dat
het hier op het gebruik van het
woordje spel aankomt en dat niemand
er aan denken zou om aan eenige
klanken of geluiden den naam van
muziek te geven, wanneer ze niet in
zekere regelmatige orde elkander op
volgden, zoodat er een onmiskenbaar
onderling verband bestaat, die het
oor streelt en op de eene of andere
wijze het gemoed treft. Dat streelen
der zintuigen noemen wij welluidend
heid en het staat vast dat welluidend
heid voor den een vrij wat meer is
dan voor den andermaar toch mo
gen wij bij normaal ontwikkelde
menschen van gewone beschaving
gevoei voor muziek onderstellen. Zij
vernemen zulke welluidende tonen
gaarne en zullen zeker den naam van
muziek niet schenken aan eenig ge
luid waaraan de bovenomschreven
kenmerken ontbreken.
Wij schenken ook niet den naam
van muziek aan bloot natuurlijke ge-
23.)
Peiser zeide, toen zij zich aan tafel
zette Onze gast moet heden maar
alleen boven eten. Wij zijn moede en
gaan vroeg te bed.
Hoe zij er hem in het binnenste van
haar hart-voor dankte, dat hij haar
hedenavond eene ontmoeting van
Walewski bespaarde, waaraan zij ge
durende de gebéele terugreis met angst
had gedacht. Neen, neen, heden kon
zij dien man niet zien, naar wiens
tegenwoordigheid zij tot nu toe had
verlangd, er was iets in haar gemoed,
dat het haar onmogelijk maakte heden
juist dezen man tegemoet te treden,
heden na deze gebeurtenissen, deze
smarten.
Toen het avondeten geëindigd was,
en Esther zich in hare kamer" wilde
terugtrekken, riep haar vader haar
terug.
luiden, al zijn die geluirpii ook nog
zoo krachtig of verheven. Hoe men
de muziek ook opvatte of beschouwe,
hoe zij ook worde voortgebracht, in
het wezen der zaak is zij gegrond
op de menschelijke stem, die, als ze
min of meer volmaakt is, het schoon
ste van alle geluiden vormt.
Iets welluidends, daarop gegrond,
op de eene of andere wijze voort te
brengen, schijnt altijd een aantrek
kelijke zaak te zijn geweest. Vermoe
delijk heeft het toeval de mogelijkheid
daarvan aan het licht gebracht. Als
men een los op twee voorwerpen
liggend stuk glas met een klein hou
ten voorwerp aanraakt, dan ontstaat
er een geluid, dat, als de omstandig
heden medewerken, bijzonder wel
luidend kan wezen. Als men met den
mond een geluid voortbrengt aan het
einde van een papieren rol of metalen
voorwerp van dien aard, doet men
dezelfde ervaring op en het is zoo
goed als zeker, dat het eigenlijke
snarensjrel op geen andere wijze kan
ontdekt zijn. Toen deze ontdekkingen
gedaan waren kwam mer. op de ge
dachten om voorwerpen of instru
menten te vervaardigen, die het ver
mogen hadden om voortdurend wel
luidende tonen op eene bepaalde
van den menschenlijken wil afhanke
lijke wijze voort te brengen, waarbij
men rekening had te houden met de
zelfde eigenaardigheden en verschijn
selen die de menschelijke stem
vertoont en het is ons allen be
kend tot welk een hoogte men het
in den loop der eeuwen daarin ge
bracht heeft.
Een dichter heeft van de taal der
noten en de muziek is immers ook
een taal, een voertuig der gedachte
gezegd dat zij iedere weelde en
iedere smart van 't diep gevoelend
menschenhart in haar teoverkring
besloten houdt. Even als dat verhe
ven spreken.dat wij den menschelijken
zang noemen, verzachtend en ver
edelend op het menschelijk gemoed
werkt, zoo werkt daarop ook de op
de menschelijke stem gegronde mu
ziek.
Muziek schoon te vinden, er zich
in te verlustigen, er naar te verlan
gen, is dan ook gelukkig geen kunst,
maar een louter gevolg van onzen
aanleg, onze ontwikkeling en van de
zedelijke hoogte waarop wij staan.
Van daar dat bijna ieder mensch het
genot der muziek kan smaken want
eenig vermogen daartoe heeft ieder
en 't ligt maar aan ons zelf, of het
zich ontwikkelen zal, zooals het veel
ligt aan onze ouders, of het zich bij
onze kinderen zal ontwikkelen.
De muziek persoonlijk te beoefe
nen, met dat gelukkig gevolg, dat
men het doel der muziek bij anderen
bereikt, is echter wel degelijk een
kunst. Zooals er menschen zijn die
Lees dezen brief eens, en zeg
mij wat hij inhoudt
Zij ontvouwde een stukje papier,
waarop met een sierlijke vrouwenhand
in het Fransch geschreven was
„ik dank God, dat gij daar gelukkig
zijt aangekomen. Verfr ~uw u dien man
gerust toe, hij is onze vriend."
In het eerste oogenblik vermoedde
Esther reeds, dat dit het antwoord
der moeder op de regelen van den
gast was, die zij voor hem had over
geschreven. Hoe zou hij er z'chover
verheugen deze regels te lezen en hoe
gelukkig moest zijne moeder geweest
zijn.
„Nu, hebt ge het gelezen?" vroeg
Peiser, ongeduldig over het nadenken
zijner dochter.
Esther schrikte uit haar gepeins op
en deelde hem den inhoud mede.
Het is goed, zeide hij. Gij kunt
gaan slapen. Goeden nacht.
Hij drukte een kus op het voor
hoofd zijner dochter, en deze verliet
de kamer, om zich naar haar eigen
vertrek te begeven.
Over Peiser's geiaat vloog een
lachje, dat zijne trekken nog meer
ontsierde, want het geleek tegelijkertijd
nimmer goed een vreemde taal lee-
ren, zoo zijn er-ook menschen die
nimmer iets wezenlijks van de mu
ziek maken. Hier geldt het uitslui
tend een quaestie van aanleg en
ontwikkeling en wanneer ouders,
hetzij uit eigen -ervaring, hetzij uit
voorlichting door anderen, weten dat
hun kinderen die gaaf missen, dan
doen zij zeer onverstandig, door hen
te noodzaken of te overreden om
muziek te leereu of toe te geven
aan der. mensch der kinderen daar
omtrent. De begaafde mensch, de
kunstenaar van aanleg, brengt het
niet eens ver zonder veel moeite en
vooral zonder veel opoffering van
tijd, die de niet begaafde oneindig
beter op andere wijze kan besteden.
De muziek is niet overal in eere.
Bovendien is zij in enkele opzichten
ontaard. Met welke kunst is dat
trouwens niet het geval De mensche
lijke winzucht heeft er zich van
meester gemaakt om minderwaardige
instrumenten aan te wendende
menschelijke hartstocht gebruikt die
instrumenten weer, ja soms zelfs ook
de goede, om minder edele hartstoch
ten op te wekken. Onze kermissen
en andere volksfeesten, onze danslo-
kalen enz. weten daarvan te verhalen.
Het straatorgel wékt lang niet altijd
edele gedachten op, ontwikkelt zelden
het gevoel voor de kunst, ja is soms
niet eens in staat om ons wat af te
leidener zijn wanklanken genoeg
in het leven.
Maar wij weterl niet waarom het
groote publiek niet even goed als
anderen va:' de-.'*ï-erl»ke gaven der
kunst zou mogen genieten en daartoe
is heel weinig noodig. Daarom wer
ken goede volksconcerten zoo uitste
kend.
Toen onlangs het bekende lied
van de „Titanic" eensklaps op alle
straatorgels weerklonk, keurden som
migen dat af. Waarom toch Velen
uit het volk luisterden er toch naar
met groote aandacht en belangstelling.
Zulk een plechtig lied behoeft dan
toch ook niet onmiddellijk te worden
voorafgegaan of gevolgd door een
dronkemanspolkaWanneer wij er
ons op toelegden onze straatorgels
zoo zuiver mogelijk te houden en er
alleen ernstige, althans welluidende
stukken op te doen hooren, zooals
vaderlandsche en volksliederen, waar
van wij een schoone collectie bezit
ten, de beste aria's uit de bekende
werken der groote toonkunstenaars,
enz., dan zou dat op den smaak en
het gevoel van het volk zeer zeker
hoogst veredelend werken.
Wij hebben boven gezegd, dat
de muziek gegrond is op de schoone,
menschelijke stem. Laat ons echter
goed bedenken, dat ze niet is een
nabootsing daarvan. Kunst is niet een
nabootsing der natuur. De slaafsclie
listig en boosaardig.
Dat was goed van u, mevrouw
de gravin, mompelde hij, alsof hij
met een afwezenden persoon sprak,
iets beters hadt ge niet kunnen schrij
ven Dat past voortreffelijk bij mijn
plannen.
Dit gezegd hebbende, verliet hij de
kamer, steeg de trap op en klopte,
in weerwil van het iate uur, aan de
deur van het kamertje, waarin Wa
lewski verblijf hield.
Ik dank u, dat gij nog bij mij
komtvoerde deze hem tegemoet.
Deze dag heeft mij langer geduurd,
dan nog ooit een andere.
Daarvoor wordt de heer graaf
nu ook beloond, antwoordde Peiser
en. overreikte hem het briefje.
Walewski overmande een onge
huichelde ontroering. Hij kuste het
'schrift zijner moeder, en herlas het
telkens weder.
O, dat is haar hand, haar lieve
hand. Wanneer zal ik die weder zelf
kussen mogen Sinds drie jaren heb
ik mijne geliefde moeder niet gezien.
Da edele vrouwe zou er zich
ook in verheugen haar innig geliefden
zoon te zien, maar zij moet zich thans
nabootsing der natuur, heeft Bulwer
eens gezegd, heeft altijd iets stuitends
in zichde man die het gesnater
van een gans nabootst of het geknor
van een zwijn, al is het zoo nauw
keurig dat hij ons misleidt, ontvangt
slechts een lof dien hem vernedert
en ook de groote wijsgeer Kant
meent dat zelfs de nauwkeurige na
bootsing van een nachtegaal door
een man mishaagt, als wij ontdekken
dat het naaperij is en niet de nach
tegaal.
Neen, de hand bootst de natuur
niet na, maar grondt zich op de
studie der natuur, kiest uit de natuur
wat het best overeenkomst met hare
eigen bedoeling en legt er in wat de
natuur niet bezit, namelijk de ziel
van den mensch.
in dien zin beschouwd is muziek
zeker de zuiverste, de meest onmiddel
lijke, de meest werkelijke kunst.
Onze gemeente gaat boeren Zie
daar 't nieuwste, 't aller, allernieuwste
Als er een gemeente vooruitstrevend
is, is dat zeker wel 's Gravenhage
Hoe 't zoo komt Wel heel een
voudig. Een man, die wel graag een
aardig duitje verdienen wil, had 't
plan geopperd, dat er wel wat zou
zitten in 't oprichten van een hötel-
pension, in de Boschjes van Poot.
Deze boschjes liggen even buiten
Duinoord in de duinen en worden
door wandelaars druk bezocht, nog
drukker door vrijende paartjes, omdat
men elkaar daar „vanwegens" de
bosschjes zoo echt „knuffelen" kan.
De persoon in kwestie wil daar,
van de wandelaars bedoel ik, profijt
trekken, en verzocht aan de ge
meente een stuk grond te mogen
overnemen om daarop een hötei,
tevens pension te zetten.
De gemeente nu wil van verkoopen
van grond niets weten, geeft alleen
maar terrein in erfpacht uit. In dit
geval wil zij dit ook niet, omdat de
stad zich zoo uitbreidt en te gelegener
tijd de grond wel eens hoog noodig
zou kunnen zijn.
Burgemeester en Wethouders dan
stellen voor, dat de gemeente daar
zelf een gebouw neerzet, wat onge
veer f 30.000 zal kosten.
Dit gebouw wil ze dan aan den
theetuin-liefhebber voor een aantal
jaren verhuren, dan blijft zij, zoo
zeggen Burgemeester en Wethouders,
baas.
Op zijn minst genomen, vind ik de
geschiedenis gevaarlijk Heel gevaar
lijk ook.
De vraag toch is, of de zaak wel
zeer bijzonder zal marcheeren. De
ondernemer of, hij die 't onderne
men wil, mag nu wel denken van
tevreden stellen met het bewustzijn,
dat hij gered is.
En dat dank ik u, antwoordde
Walewski warm. Ook mijne moeder
gedenkt uwer vriendelijk.
De genadige vrouw was altijd
zeer vriendelijk jegens mij.
Maar vertel mij nu eens, vraagde
Walewski belangstellend, hoe zijn
deze regels in uw handen gekomen
Zeker weet gij nog wel iets meer
omtrent mijne moeder?
Ik kreeg den brief door bemid
deling van een bevrienden vracht
schipper. De genadige vrouw bevindt
zich zeer wel. Men heeft haar wegens
de vlucht van haren zoon verhoord,
en doet haar in het geheim nog
scherper bewaken dan te voren, maar
men heeft haar verder niet lastig
gevallen. In ieder geval mag zij War
schau niet verlaten, en grootere reizen
zou de genadige gravin, naar ik ge
loof, ook wei niet maken.
Waar om niet? vraagde Wa
lewski.
HmHm 1 ik weef niet of ik
goed ben onderricht, maar ik geloof,
dat de financieele aangelegenheden
der genadige vrouw niet van de beste
wel, ik ben daar nog lang zoo zeker
niet van.
Pensiongasten komen er niet, dat
kan veilig aangenomen worden,
daarvoor ligt 't stuk grond en daar
voor zal de theetuin te ongunstig
liggen. Wil men 's zomers toch in
den Haag in pension, dan gaat men
of in den Haag op kamers wonen, of
men gaat naar Scheveningen.
Blijven dus alleen over de wande
laars die daar wat komen rusten en
wat drinken. En nu ben ik er niet
zoo zeker van, dat de limonade ver
koop en de koffie- en theeklanten een
bedrag op zullen brengen, zoo hoog,
dat de hooge huur er af kan en dat
tevens de hotelhouder kan verdienen.
Nu zal ik niet zeggen dat de man
in dit geval niet aan zijn verplich
tingen zal kunnen voldoen, dat zij
verre van mij, ik ken hem niet eens,
maar 't is dan toch mogelijk en o
weé, dan zit de gemeente met een
gebouw van 30 mille, waaraan zij
niets heeft.
Bovendien, de huurder kan ook
de huur opzeggen na 't verstrijken
van de huurtijd en is 't dan zeker
dat er, als de zaken niet gaan, een
andere liefhebber komt opdagen
Neen toch, en dan zit de gemeente.
ik geloof dan ook, dat de gemeente
in dit geval de zaak door den on-
dernemenden baas zelf laat opknap
pen, hem den grond geeft en hem
kalm zijn gang laat gaan, als hij
maar zorgt, dat 't natuurschoon daar
behouden blijft.
En dan nog, als de zon ter kimme
neigt, dan de deuren v an 't gebouw
potdichtVanwege de zedelijkheid,
want gebeurt dit niet enfin de
boschjes van Poot staan niet in een
al te beste reuk bij de Hagenaars
Alweer iets stevigs. De gemeente
zal grooter worden en niet zoo'n
klein beetje.
Burgemeester en Wethouders, die
altijd zwanger gaan van grootsche
plannen, hebben zoo in een hap en
een slok, de gemeenten Rijswijk en
Voorburg bij 's-Gravenhage gelapt en
Loosduinen en Wassenaar voor een
belangrijk deel ook maar ingepalmd.
Den Haag vooruit is nu eenmaal
't devies van ons bestuur en daarvoor
is noodig, dat het de armen kan
uitslaan.
Dat den Haag aan Voorburg de
tanden liet zien, is al bekend vanwe
ge de gaskwestieook Rijswijk
hoorde af en toe een gevaarlijk
gebrom.
En Loosduinen zag reeds de voor
posten van 't Haagje aankomen, alles,
tot Loosduinen is bebouwd.
Nu heeft men 't maar ineens goed
gedaan en heeft in de plannen een
stuk van Wassenaar ook maar even
ingeslokt.
zijn.
Walewski verschrikte merkbaar.™
Heer des hemels, riep hij uit, mijne
moeder lijdt gebrek?
Neen, neen, berustigde Peiser,
van gebrek is geen sprake, maar de
genadige vrouw heeft, zooals ik ge
hoord heb, bijna haar geheele ver
mogen ten offer gebracht, om de be
ambten om te koopen, die uwe vlucht
hebben mogelijk gemaakt.
Om mijnentwil alzoo heeft mijne
moeder zich geruïneerd, zei na een
pauze Walewski op somberen toon.
Ik geloof hetl Ik ken haar goede
hart! Maar het bericht is voor mij
zeer droevig. Maar ik bedenk daar,
dat mijne moeder nog bezittingen in
Oostenrijk en Gailicië heeft, maar
sinds jaren heb ik daarover geen
bericht en dus ook geen kennis er
van.
Ik spreek ook slechts van wat
ik gehoord heb, antwoordde Peiser.
De goederen in Gailicië zijn nog
aanwezig, maar worden slecht be
stuurd.
(Wordt vervolgd.)