26 Juni
Woensdag
No. 149
50e J aargan
1912.
Feuilleton.
Kromme Wegen.
BINNENLAND.
5 jr.
r*
VLISS1NGSCHE COURANT.
Prijs per drie maanden 1.30, Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij de Uitgevers
Firma F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58.
ADVERTENTIÊNvan 14 regels 0.40. Voor eiken rege
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie, wordt de prijs slechts /weemaal berekend. Qroote
letters en clichés naar plaatsruimte.
Verschijn! dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen,
TELEFOONNUMMER 10.
Bbonnements-Bdoêrfenfiën op zeer ooordeelige voorwaarden
JfW Nieuwe Abonné's, uitge
zonderd bij weKelfjKsche be
taling, ontvangen de dagelijks
verschijnende „VLISSING
SCHE COURANT" Koste-
i o o s tot 1 Juii.
Een nieuwe Bakkerswet?
Naar wij van doorgaans goed in
gelichte zijde vernemen, bestaat bij
enkele Kamerleden het plan, een nieuw
ontwerp-Bakkerswet in te dienen, in
hoofdlijnen overeenstemmend met het
ontwerp Talma, doch op eenige on-
derdeelen gewijzigd, teneinde aldus
aan de bezwaren van sommige te
genstemmers tegemoet te komen.
(.Tijd').
Bakkerswet.
In een vergadering der a. r. kies
vereniging te Enkhuizen werd na
breede bespreking de volgende motie
aangenomen
„De a. r. kiesvereniging „Neder'and
en Oranje" te Enkhuizetr, verklaart
in haar vergadering van heden, den
20en Juni 1012, dat zij mtt leedwe
zen vernomen heeft het verwerpen
van 't ontwerp Bakkerswet en dit
niet alleen ter wiiie van den minister
van landbouw, handel en nijverheid,
den heer Talma, voor wiens kloeke
verdediging van genoemd ontwerp
zij eerbied heeft, maar ook ter wille
van vele bakkerspatroons en van de
duizenden bakkersgezellen, die nu
langen tijd de zegeningen van een
voldoende nachtrust en een korteren
arbeidsduur zullen derven, zoodat
een sociale misstand bestendigd blijft.
Zij spreekt den wensch uit, dat
trots deze teleurstelling de sociale
ontwerpen als ziekte- en invaliditeits
verzekering in 't belang van den
werkman tot stand mogen komen,
betreurt de houding van sommige,
speciaal rechtsche leden, van wie zij
iets gansch anders meent te mogen
verwachten, spreekt ats haar meening
uit, dat minister Talma met mannen
moed en gloed van overtuiging heeft
gearbeid, en betreurt, dat, haar in
ziens, zulk een totaal gemis van een
heid aan de rechterzijde valt te con-
stateeren".
Spoorwegen in
Zeeuwsch-Vlaanderen.
De minister van waterstaat acht de
bezwaren tegen de wetsontwerpen,
ontleend aan de omstandigheid, dat
het kaphaal der maatschappij, welke
met den aanleg en de exploitatie der
ontworpen lijnen zai worden belast,
voor een belangrijk deel van Belgi
sche zijde wordt verstrekt, in sterke
-O—
13)
Zoo waar er een God leelt, zal er
eene afrekening met hen gehouden
worden 1
Walewski zag verrast op, toen hij
de laatste op hartstochtelijken toon
door Peiser uitgesproken woorden
vernam en deze scheen in het spelen
van de rol eens geestdrittigen patriots
een zeker genoegen te vinden, want
de rechterhand als tot een afleggen
van een eed opheffend, sprak hij
plechtigIk ben maar een arme jood,
doch bemin mijn arm Poolsch vader
land even innig als maar eenig edel-
man..het doen kan. De graaf bevindt
zich in het huis van een patriot.
Oak ik ben bereid wraak op Rus
land te nemen, ook ik wil met alie
krachten bijdragen tol den ondergang
van den gruwzamen onderdrukker
«n misschien zijn mijne krachten
mate overdreven. Waar bij deze lijnen
zoowel Nederlandsche als Belgische
belangen zijn betrokken, in samen
werking van N.'deriandsch en Bel
gisch kapitaal aangewezen. Het is dan
ook onjuist om de Nederlandsche en
Belgische belangen in dat geval a's
tegenstrijdig te beschouwen, zelfs al
zou er aanleiding bestaan voor de
vrees-, dat bij de exploitatie van deze
lijnen in het bijzonder gelet zou wor
den op de belangen der in België
gevestigde suikerfabrieken. Immers
door de aansluiting aan die fabrieken
worden dan toch in elk geval de
landbouwers in Zeeuwsch-Vlaanderen
in hooge mate gebaat.
En wat de vrees betreft, dat de
Belgische suikerfabrieken door lage
vervoerprijzen zuilen worden bevoor
deeld, de minister heeft de bedoeling
om in de te sluiten concessie- en sub
sidie overeenkomst de bepaling op te
nemen, dat alie tarieven en de later
daarin aan te brengen wijzigingen aan
de goedkeuring van den minister van
waterstaat moeten worden onderwor
pen in dier voege, dat brgunstiging
van bui enlandsche inöustrieele on
dernemingen boyen Ne terlandsche
uitgesloten zal zijn.
De benoeming van prof. Noordtzij
Inzake de benoeming van prof..
Noordzij bestaat bij een aantal predi
kanten uit de Ned. Herv. Kerk het
voornemen, aan de Synode te ver
zoeken dat zij zich in naam der kerk
tot de regeering riekte met een ern
stig protest tegen de voormelde be
noeming.
De bedoeling is te dien einde een
ontworpen adres in het begin der
volgende maand aan de Synode te
zenden. Predikanten, die het adres
willen onderteekenen kunnen zich
richten tot dr. F. van Gheel Gdde-
meester, Toussainikade 35. den Haag,
of tot dr. J. E. R. Slotemaker de
Bruine, F. C. Donderstraat 11 Utrecht.
Militaire berichten.
De minister van oorlog heeft, op
de gebruikelijke wijze, am de korp
sen van het leger toestemming ver
leend tot deelneming aan den grooten
nationale» schietwedstrijd,uitgeschre
ven door de Koninklijke veraeniging
van Nederlandsche scherpschutters ie
Amsterdam te houden van Donderdag
4 juli tot en met Dinsdag 9 juli a.s.
op het landgoed Oekenburg te Loos-
duinnen.
Aan de autoriteiten dar landmacht
heeft de minister van oorlog mede
gedeeld dat het hem gewenscht voor
komt dat van de bevoegdheid tot het
verleenen van permissie na het uur
van avondappèl, geen gebruik wordt
gemaakt ten aanzien van minde; jaii-
gen, tenzij door de ouders of voogden
een verzoek tot het verleenen van
niet zoo zwak als men wellicht ge
looft
Walewski was bij het vernemen
dezer woorden opgestaan en me!
verbazing op zijn gastheer toege
treden.
Hij reikte hem de hand. Peiser,
gij kunt niet gelooven, hoe goed het
mij doet in dezen tijd van kommer
en angst een Poolsch patriot te ont
moeten. Geef mij uwe hand.
Peiser maaakte een linksche bui
ging. Het zou niet passen, zeide hij,
indien de arme Jood met den hoog
geboren heer als vriend en broeder
zou willen verkeeren.
Spreek zoo nietantwoordde
Walewski met stralende oogen. Vader
landsliefde kent noch verschil van
godsdiens! noch van stand. Alle
patriotten zijn vrienden en broeders.
Hij greep Peiser's hand en schudde
die hartelijk.
Het vaderland kan dus op den
graaf te allen tijde rekenen vroeg
Peiser loerend.
Te alltn tijde 1 Kunt gij daaraan
twijfelen
Neen, ik twljlel nu niet. Maar
misschien herinner ik den gena
dergelijke permissie mocht zijn gedaan.
Wanneer binnenkort de nieuwe
legerorganisatie wordt ingevoerd zul
len er bij het wapen der infanterie
36 adjudanten-onderofficier en 240
sergeanten-majoor noodig zijn. Het
daardoor te ontstaan incompleet in
den rang van. sergeant zai, zoo niet
onmogelijk, zeer moeilijk kunnen
worden aangevuld, omdat er ruim
700 korporaals incompleet ziju.
Oud-Archiet.
Het verslag is verschenen om
trent het oud archief alhier over het
jaar 1911.
Bij den aanyang van mijn eerste
jaarverslag, aldus zegt de archivaris,
de heer H. G. van Grol, zij 't mij in
de eerste plaats vergund, mijn dank
te betuigen aan mijn voorganger, den
heer P. K, Dommisse, die den
lsien Juli mij de sleutels overgaf
voor de groote welwillendheid, waar
mede hij voor dien datrm mij in de
geheimen van zijn ambt heeft inge
wijd, zoodat het mij vrij spoed'g
mogelijk bieek, mij min of meer thuis
te gevoelen in mijn nieuwen werk
kring, al heeft lut mij ook daarna
aan zijn gewaardeerde voorlichting
niet ontbroken. In de tweede plaats
mag ik niet nalaten de tot heden
ondervonden medewerking van het
gemeentebestuur me! erkentelijkheid te
„boekstaven" in letterlijken zin, waar
het betrof meer of minder kleine
verlangens in te willigen en zoo geeft
mij dit reden hdopvol, den blik te
slaan op de toekomsy waar de?e
groole eischen zal steilan aan da
werkkracht van den archivaris in het
bnlang van het oud-archief.
Immers mijn eerste taak zal zijn,
de daar aanwezige bibliotheek te
catalogiseeren en daarna het archief
zelf te inventariseeren. Wat het eerste
gedeeite betreft over het tweede,
een arbeid van jaren valt voorloopig
niet te spreker, omdat pas na vol
tooiing van den catalogus daaraan
kan begonnen worden, hetbeiang
daarvan zal een ieder duidelijk zijn.
De bibliotheek immers bevat een
aantal werken met zeer veel zorg
bijeengezameld door derf heer Willem
van der Os en aan de stad cadeau
gedaan. De pië'eit voor den jongen
overledene brengt al van zelf mee,
dat deze belangrijke collectie van
werker, betrekking hebbende op
Zeeland, Walcheren en Vl'ssingen in
't bijzonder, onder de oogen van 't
publiek komt. Maar behalve deze,
van btlang voor de plaatselijke ge
schiedenis, bevat die verzameling ook
tal van werken van voormalige be
roemde plaatsgenooten of daar be
trekking op hebbende. Misschien kan
geen Universiteitsbibliotheek bogen
of een zoo complete Bellamy- of
digen heer binnenkort aan deze
woorden.
Gij zult mij steeds bereid vin
den. Hoe eerder, hoe iiever. Ma3r
laat ons nu nog even over mijn
arme moeder spreken, die eveneens
niets vuriger wensch! dan de be
vrijding des vaderlands. Hebt gij haar
bericht doen toekomen betreffende
mijne redding
Dat zou zeer onvoorzichtig van
mij geweest zijn, en had de genadige
vrouw in groote moeilijkheden kunnen
brengen
Langs den gewonen weg zeker,
maar zouden haar door een tusschen-
persoon niet eenige regelen kunnen
toegezonden worden
Hoe zal zij z'c'i thans over mij
beangstigen, teru ijl eenig weinige
woorden voldoer.ee zouden zijn om
haar gerust ie s'ellen
De gemdige vrouw, merkte
Peiser op, moet wel bericht ont
vangen hebben, dal haar zoon ont
vlucht is, en dit is voorloopig ge
noeg, want hoofdzaak is toch maar,
dat hij over de grenzen gebracht is.
Nu zullen juist wegens uwe vlucht,
de. Russen uwe moeder ten scherp.-t.
Deken- en Wolflitteratuur als onze
stadsbibliotheek.
Niet alleen dus voor Vlissingen,
maar ook voor de wetenschap, om
van de nagedachtenis aan den heer
Van der Os nog te zwijgen, is het
van belang dat een volledige catalogus
van de geheele bibliotheek door den
druk gepubliceerd wordt. Hieraan dus
in de eerste plaats, naast de gewone
loopende werkzaamheden zal de ar
chivaris zich hebben te wijden.
Na deze algemeene inleiding ga ik
over tot het verslag over 1911, eerst
in breede trekken, daarna meer in
bijzonderheden.
Al is de tijd, dien ik aan het Oud-
Archief verbonden ben nog kort en
is dus bij het trekken van conclusie's
en het opwerpen van stellingen voor
zichtigheid aanbevolen, toch heb ik
reeds meermalen ondervonden dat
het zeer te betreuren vait, dat het
belangrijke A-chief der groote kerk
niet onder beheer staat van den ge
meente-archivaris.
Herhaaldelijk toch komt het voor,
dat de leemten, die het gemeentelijk
Oud-Archief door den rampzaligen
brand van 1809 vertoont, worden
aangevuld door het Kerkelijk Archief
vooral voor het beantwoorden van
genealogische vragen, is dit schier
onmisbaar.
De commissie voor Geschied en
Oudheidkunde van de maatschappij
der Nederlandsche Letterkunde heeft
in hare vergadering van November
1910 besloten te trachten tegen het
jaar 1913 als bijdrage tot een waar
dige viering van he. lOOjarig Her
denkingsfeest van Neerlands herstel
ling in 1813 een Historisch gedenk
boek uit te geven.
Het doel, hetweik de H. C. hoopt
te bereiken is, dat bij de algemeene
feestviering, die in 1913 over het
geheele land kan worden verwacht,
zooveel mogeiijk ir. aiie gemeenten
antwoord zat kunnen worden gegeven
op de vraag: „hoe is die omwente
ling hier tot stand gekomen O.n
tot dit d^e! te geraken, moet voo af
een onderzoek worden ingesteld naar
alle nog aanwezige niet gedrukte
bronnen betreffende de omwenteling
zoowel in de rijks-, provinciale, ge
meentelijke en kerkelijke (van aiie
gezindten) Archieven, als naar aan-
teekeningen, brieven, dagboeken en
verdere bescheiden (ook prenten,
platen, schilderijen,) die zich in het
bezit mochten bevinden van bijzon
dere personen. Dit onderzoek wenschi
de H. C. uit te strekken over alle
gemeenten van het rijk, voor de
leiding van het onderzoek in de
ve;schillende provincie's zijn provin
ciale commissie's gevormd: voor
Zeeland ook een, waartoe mijn voo,-
ganger o.a. was uitgenoodigd.
Deze verzocht mij zijn plaats in te
doen bewaken, en indien iets ontdekt
werd, dat uwe tegenwoordige ver
blijfplaats gissen deed, zou dit niet
alleen u zeiven, maar ook uwe
moeder in gevaar brengen. Reeds
hetfschriftis gevaarlijk, als het herkend
wordt.
Misschien zou iemand anders
voor mij kunnen schrijven.
Wie zou het moeten doen Ik
kan geen andere dan Hebreeuwsche
letters schrijven en een ander in het
geheim te betrekken, alleen om een
paar regels te schrijven, dat zou toch
onverstandig zijn
Walewski aarzelde een oogenbiik,
daarna vroeg hij
Zou het niet mogelijk zijn, dat
uwe dochter die weinige regels voor
mij schreef? Gij kunt niet begrijpen
hoeveel rustiger ik zou zijn, indien
ik wist, dat mijne moeder bericht
omtrent mij had
Mijn dochter zei Peiser. Hm
JaDie kan alles schrijven Poolsch,
Fransch, Duitsch. Zij heef! zeer veel
geleerd. Ik zal eens over de zaak
nadenken. Maar nu, goeden nacht
P-iser vertrok zonder antwoord af
i w chI:i f' b g-:f z'c'i naprbene-
netnen, aan welke uitnoedigirg ik
gevolg heb gegeven. Dieno e-een-
iconislig plaatste ik in de „Vliss.Cour."
van 25 Juli '11 een oproeping tot
alle ingezetenen, wier voorouders in
dien tijd hier hebben gewoond om
eventueeie bescheiden onder hen be
rustende, ter inzage aan mij te geven,
doch tot heden zonder resultaat. Ik
hoop in den ioop van dit jaar nog
eens op het belang ervan te wijzen.
Tot een voorloopig onderzoek
ben ik eenige malen naar het Rijks
archief te Middelburg geweest. Veel
van belang heeft dit vooralsnog niet
opgeleverdwat reeds gedrukt was
door tijdgenooten, werd meerendeels
bevestigd, doch veel nieuws werd
niet gevonden wellicht, dat particu
lieren in verborgen hoekjes onder
„oude romme." nog wel eens iets
kunnen opdelven, wat tot heden neg
niet bekend was. Toch hoop ik bij
mijn jaarverslag van 1912 nog nader
op mijn onderzoekingen terug te ko
men, daar ik voor de plaatselijke
geschiedenis r.og wel enkele aardige
gegevens heb kunnen ontdekken, wat
tot heden niet bekend was. Er zij hier
intusschen reeds opgewezeo, dat he-
gn Mei 1814 eerst de zon der vrijheid
voor Vlissingen doorbrak, zoodat het
voor Vlissingen (en geheel Walcheren)
histonsch meer juist zou zijn in Mei
1914 het 100 jadg herdenkingsfeest
te vieren en wel den 6den Mei („Le
6 Mai au matin s'embarque et part
le restant de ia garnison.") Zooais
gezegd, hoop ik in het volgend jaar
verslag dit breeder te motiveeren.
De berichten in de bladen over den
noodlottige» brand van den 5den
Sept. 1911, die de Groote Kerk ver
nielde, gaven mij aanleiding in de
„Vliss. Courant'' van 7 Sept. een
verbetering te plaatsen van het abu
sievelijk als 1328 aangenomen stich
tingsjaar, overgenomen uit het bekende
werk van Winkelman. Mijn voorgan
ger immers heeft in zijn belangrijk
werk „De Ambachtsheerlijkheid Vlis
singen" duidelijk aangetoond, dat
tusschen 1304 en 1309 de Kerk ge
bouwd is. Op verzoek van de directie
van „Het Leven" plaatste ik in dit
blad van 12 Sept. j.t. een beknopt
overzicht van de geschiedenis der
kerk.
In het laatste trimester van 't jaar
liepen er geruchten over het afbreken
van het Oude Beursgebouw; om te
trachten de belangstelling voor de
bescheiden monument uit vroegere
handelstijden te verhoogen, plaatste
ik in de „Vtiss. Cour." van 20 No
vember 1911 een artikel, gewijd aan
dit gebouw, dat als bijlage in het
verslag is opgenomen.
De overige werkzaamheden' van
den Archivaris bestonden in het be^
antwoorden van gevraagde inlichtin
gen.
den, naar zijne werkkamer; waar hij
nog lang in gedachten verzonken
aan de schrijftafel zat, ten slotte in
zichzelf mompelend: Hij zal het
doen Ik geloof het zekerHij is
jong, vurig en vol haat jegens de
Russen. Hij zal ieder middel tot
wraak aangrijpen. Aan zijn verlangen
tot het schrijven van dien brief zal
ik voidoen
De volgende dag was een Vrijdag.
Peiser bleef tehuis en werkte in
zijne kamer. Des namiddags liet hij
zijne dochter roepen en zeide alleen
Hedenavond zal onze gast met
ons aan tafel komen. Wil daarop
dus bij het bereiden van den maal
tijd rekenen,
Vervolgens hield hij zich met een
zeer geheitnzinnigen arbeid bezig,
waartoe hij Zich naar den keider
begaf, die tot distillatie der geestrijke
dranken diende.
(Wordt vervolgd.)