ma.
Vrijdag
7 Juni
Haaf en Smarf.
No. 133.
50e Jaargang,
1912.
Feuilleton.
,ank-
liers
ters
•Sloten.
BINNENLAND.
RIE.
BRIEK
isteden
treding
J
oezicht
Stoom-
week,
brieven
omtrent
■opgave
ehuwd,
getuig-
.2557,
leien
voor»
»m,
lachine-
I Ik raad
ben proaf
f heb de
veraohil-
rinderen,
j herstel"
niet an-
twerking
IADE.
othekers
i Oo. Den
VLISS1NGSCHE COURANT
Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij de Uitgevers
Firma F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58.
ADVERTENT1ÊNvan 1—4 regels ƒ0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie, wordt de prijs slechts twee maal berekend. Oroote
letters en clichés naar plaatsruimte.
Verschijnt - dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen. TELEFOONNUMMER 10, II abonnements^doertentign op zeer uoordeelige ooorwaarden
Frankrijk en de Viissingsche kwestie.
Onder dit opschrift bespreekt de
„Köinische Zeiting" de opmerkingen
over de bekende kwestie dei verde-
dig'nswerken van Vlissingen, welke
het bezoek van H. M. de Koningin
aan Patijs enkele F ranse he bladen in
de pen heeft gegeven.
Het blad betoogt, dat zonder die
verdedigingswerken den Engelschen
gelegenheid zou worden gelaten, om
zooals de voorstanders van een En-
gelsch-Fransch samengaan tegen
Duitschland net zich denken, eventu
eel door de Schelde en dooi België
met een leger Duitschland binnen te
vallen, en zegt dan
„Beslaat er voor de Nederlanders
een Duitsch gevaar, dan bestaat bet
slechts daarin, dat zij een in dit plan
van bondgenootschap begrepen actie
op het vasteland gelegenheid zou
openlaten en tot uitvoering ervan een
passieve hulp zou verleenen, welke
grond zou opleveren, om Nederland
mede verantwoordelijk te stellen".
Indien dus de heeren Poincaté en
baron van Swinderen thans de Viis
singsche kwestie en de positie voor
Nederland in Europa besproken heb
ben, meent het blad, dat de Neder-
lar.dsche regeering zeer zeker haar
gezichtspunten te dien aanzien naar
deze verantwoordelijkheid in over
eenstemming heeft gebracht.
De verwerping van de Bakkerswet.
Evenals verschillende dagen tijdens
de behandeling van de Bakkerswet
in de Tweede Kamer, was gisteren,
met het oog op de stemming over
die wet, welke des namiddags zou
plaats hebben, het Binnenhof de plaats
van samenkomst van vele bakkers
gezellen en belangstellenden in den
afloop van de stemming.
Een lange queue werd gevormd
tóór den toegang tot de publieke
tribune, ofschoon dit de nieuwsgie
rigen des ochtends natuurlijk niet veel
hielp, want bij het intreden der pauze
moet het publiek de tribunes toch
weer ontruimen en moet een nieuwe
queue gevormd worden om lij lig
toegang tot de middagzitting te ver
krijgen.
Nabij den hoofdingang van het
Kamergebouw bewogen zich mannen
met borden met toepasselijke op
schriften tegen den nachtarbeid en
deelden geschrf-.en uit, terwijl ook
een wagen werd rondgedragen bevat
tende plakkaten met opschriften.
Een der patroons die op de kamer
tribune was geweest werd, op het
Binnenhof komend, achtervolgd door
een troep bakkersgezellen, die een
weinigvriendelijke houding aannamen.
De achtervolgde ging ten slotie café
65.)
o-
Op sommige tijden was haar geest
geheel gezond, dan weder volgden
dagen en weken, waarin zij in een
zenuwachtige opgewondenheid ver
keerde daarom hielden wij u zoover
mogelijk van haar verwijderd, want
uw jeugdig gemoed kon schadelijke
indrukken ontvangen.O verigensscheen
zij geheel kalm. Zij raasde en tierde
niet en men kon daardoor haar be
klagenswaardige toestand, die steeds
op gezette tijden wederkeerde, ver
bergen. Uw vader werd ziek, en
spoedig kon ik mij niet ontveinzen,
dat zijn einde naderde. Hij zelf voelde
het ook. Nu was het met mijn kalmte
gedaan. Als een wilde droom brak
de lang onderdrukte hartstocht los
hoe meer ik het dierbare leven zag
afnemen, hoe minder ik mij met de
gedachte aan het onherstelbare ver
lies vertrouwd kon maken. Als ik
Riche binnen om aan deze manifes
tatie te ontkomen.
Ofschoon met eenige zekerheid
nog niets gezegd kan worden ten
aanzien van de houding, welke het
zij minister Talma, hetzij hetgaheele
Kabinet zal aannemen na het Kamer
votum over de bakkerswet, wordt
toch in welingelichte parlementaire
kringen vrij algemeen aangenomen,
dat de verwerping der w;t geen
politieke gevolgen za! hebben en wel
vco-al met het oog hierop, dat mi
nister Talma in verband met de reeds
in behandeling zijn Ie ziekta-verz j-
kering, moeilijk uit het Kabinet zou
treden.
Hofbericht
Op den aangegeven tijd (7 u. 30
m. gisteravond) is de Koninkiijke
familie per extra, volledigen trein
var. het Loo via Hamburg naar Kra
kow in Mecklenburg vertrokken.
Pe tweespan, in halfgesloten rijtuig,
waren de Koningin, de Prinses, freule
Van de Poll en mej. Marling naar
den gereedstaanden trein gereden,
terwijl de Prins en gevolg zich te
voet naar den trein begeven hadden.
Op het perron waren aanwe
zig de burgemeester van Apeldoorn
en baron B-ntinck, van wie de Ko
ningin en de Prins met enkele woor
den en een handdruk afscheid namen.
Voordracht vacature Hooge Raad.
De Tweede Kamer heeft de vol
gende voordracht aan H. M. de Ko
ningin opgemaakt ter vervuiling van
ec.i vacature in den Hoogen Ra:d,
ontstaan door de benoeming van den
raadsheer jhr. mr. W. H. de Savornin
Lohman, tot vice-president van dien
Raad 1 mr. H. Hesae, raadsheer in
het gerechtshof te Arnhem 2. jiir.
mr. R. Feith, raadsheer in het ge
rechtshof te 's Oraveniiage en 3. mr.
H. C. Dresselhuys, secretaris-generaal
bij het departement van justitie.
Het Koninklijk bezoek aan Parijs.
De „Temps" zegt naar aadeiding
van de reis van H. M. de Koningin
van Nederland en de politieke be-
teekenis ervan het volgende
„Wij zouden meer vrijuit spreken
indien wij niet zoo pas hadden ge
constateerd dat zekere personen zich
niet kunnen Onthouden steeds de rol
van spelbreker te spelen.
Frankrijk heeft de Koningin en den
Prins naar zijn beste vermogen ont
vangen zonder er aan te denken dat
de ontvangst, die zoo goed geslaagd
is, esnigïzins onaang-nnam zou kun
nen zijn aar. wien dan ook.
Het schijnt echter dat we ons ver
gist hebben. De Parijsche correspon
dent van een Duitsch bi >d, sinds lang
specialiteit in dergelijke uitvallen,
neemt de Fiansche pers onderhanden
mijn biikken hemelwaarts wendde,
welden geen deemoedige gebeden in
mij op, doch klonken wanhoopskre
ten van mijn lippen. Het scheen mij
toe, alsof ik recht had gehoord te
worden, alsof ik een schadeloosstel-
iinh hebben moest voor mijne van
alle vreugde beroofde jeugd.
Geloften deed ik. Mijn eigen bloed
zou ik in zijn aderen geieid hebben,
mijn kracht en gezondheid aan hem
weggegeven. Ik haatte mij zeiven,
omdat ik zoo krachtig, als uit ijzer
gemaakt scheen, terwijl de schaduw
des doods over zijn gelaat lag. Toen
moet ik verraden hebben, wat ik
steeds zoo vol angst verborgen had,
want enkele uren voor hij van de
weteld afscheid nam, riep uw vader
mij aan zijn bed, greep mijn hand
en zag mij diep en iang in de oogen,
Alexandra, gij hebt veel van tnij
gehouden, zeide hij met zwakke slem.
Ja, Gregor veel, herhaalde ik.
Voor de majesteit van den dood week
de valsche schaamte. Het maakt
mij trotsch door hem begrepen ie zijn.
Vervul dan mijn laatsten wensch,
ging hij voort. Ik weet, dat wal gij
tnij belooft, door u zal gehouden
omdat deze meent te moeten wijzen
op den oprechlen eerbied, welken
men in ons land voelt voor de vol
komen autonomie van Holland op
diplomatiek en politiek gebied-
Etn oud Fransch spreekwoord zou
volkomen op dit geval van ze'fbe-
schuldiging van toepassing zijn. Wij
zullen ons ervan onthouden het bier
weer te geven, maar alleen er op
wijzen dat er in Frankrijk nooit een
brochure is verschenen, waarin Hol
land als economisch afhankelijk wordt
gequaiificeerd en bedreigd wordt met
uitdroging in geval het land zich niet
zou willen verbinden aan hei scheep-
vaarlregiement, dat men het wil op
dringen.
Dit zij gezegd om t gen een fout
tegen den goeden smaak, die verme
den had moeten worden, op te komen."
Onderscheidingen.
Da Parijsche correspondent van
het „Hbl." deelt nog mede, dat de
burgemeester van 's G aven rage jbr.
mr. dr. Van Karnebeek commandeur
van het Legioen van Eer geworden
is, en de heeren Deiprat en Fabius
uit Amsterdam, officier. De andere
heeren die deze dec oraties al hadden,
zooals de burgemeesier van Amster
dam, kregen mooie Sè/res-vazen !en
geschenke.
Commissie van advies Marinebeleid.
De minister van oorlog, ad int rim
minister van marine, heeft een com
missie bemoemd om verschillende
vraagstukken var. ma-fhebeleid in
studie te nemen en den minister
daaromtrent van advies te dienen.
In den commissie zuilen zitting
nemen vice-admiraal Fr. C. E. L.
Koster, schout-bij-nacht G. F. Tyde-
man, schout-bij-nacht G. P. van Hek-
king Colenbrander, gep. schout-bij
nacht titulair W. A. Mouion, kapitein
ter zee W. C, J. Smit, J. A. M. T.
Brom, C. C. Zeegers Reijser, adj. in
buitengew. dienst'van H M. de Ko
ningin, J. Rrmbottne', W. J. G.
Umbgrove, kapitein luit. ter zee A. J.
van Stockum, J. H. Zeeman, H. E.
baron van Asbeck, adj. v. H. M. de
Koningin, K. F. Sluys, E. P. Wester-
veld, jhr. G, L. Schorer, directeur
van scheepsbouw, J. F. van Brek,
hoofdingenieur der marine, J. S. van
Veen, inspecteur Marine Stoomvaart
dienst, J. H. Gijsen.
Vacantiekaarten.
Gedurende de maanden Juli, Au
gustus en September zullen deS ,S.,
de H. IJ. S., de N. C. S. en de N. B.
D. S. weer de bekende vacantiekaar
ten uitgeven. De prijzen zijn 1ste
klasse f 4, 2de klasse f 3 en 3da
klasse f 2.
worden.
Ik zou de geheele wereld trot-
seeren, zelfs al zouden hemel en
hel er zich tegen verzetten, riep ik uit.
Beloof mij dan, dat gij Olga nooit
aan vreemde handen toevertrouwt en
dat, voor zoover het in uw macht
staat, gij het voor haar verberge, dat
haat geestvermogens gestoord zijn.
Ook Constance mag het niet weten
hare opgeruimdheid zou er door lijder.
Nog is zij slechts een kind en lijd
zaam. Zij zai er aan gewennen in u
hare tweede moeder te zien en uit
de nabijheid van de naar rust smach
tende zieke blijver. Is ciit niet het
geval, zend haar dan naar een kost
school.
Het voortduren !e spreken had hem
zeer uitgepu'. Woes onbezorgd, zeide
ik hem, uw wii is voor mij heilig.
Zooais gij het'wilt zal geschieden.
Wat ik u in dit oogenbiik beloof,
zal ik volvoeren. Voor dengene, die
wil, bestaan er geen moeilijkheden.
Leg rustig uw hoofd terneder tot den
eeuwigen slaap, ik blijf waken Zijn
lippen bleven gesloten, maar zijne
hand rustle in de mijne, totdat hij
den laatsfen ad-m ui blies. Ik trachtte
Neerbosch.
De feestelijke bijeenkomst ter gele
genheid van het 49,te jaarfeest van
de Weesinrichting te Neerbosch
opende ds. A. Pijnacker Hordijk, uit
Nijmegen, voorzitter van het bestuur
van Neerbosch, gisterenmiddag met
een hartelijk welkomdaarna hield
prof. dr. H. M. van Nes, uit Leiden,
een feestrede.
Vervolgens bracht de directeur ds
J. Schrijver het jaarverslag uit, dat
liep tot 1 April 1912. Na de mededee-
ling dat ook in Neerbossche kringen
reeds wordt gesproken van een plan.
1913, in welk jaar de inrichting 50
jaar bestaat, wees de directeur op
het v.le, dat in den lande opliefda-
digheidsgebied wordt gedaan. Vooral
in de laatste jaren werd er veel voor
het kind gedaan, met name voor
weezen en gebrekkigen.
Bij de sluiting van het boekjaar
had de inrichting 495 kinderen.
Velen hunner geven geen zorg, zij
ontwikkelen gewoon. Maar ook niet
weinigen zijn zwak van gestel. Vijf
stierven in 1911.
Ook zijn er achterlijken, die onmo
gelijk kunnen worden opgeleid voor
eenig vak. Twee verpleegden moesten
wegens wangedrag worden weggezon
den, twee werden geplaatst in de
Huizen van Barmhartigheid te Wagen
borgen en één jongen werd voor den
tijd van vijf maanaen gebracht naar
een rijksopvoedingsgesticht.
Van de 253 kinderen, voor wie
piaats werd gevraagd, werden 59
opgenomer.
In het Moederhuis zijn 60 jongens
en meisjes van éan week tot 7 jaar
oudop de bewaarschool gaan 40,
op de lagere school 210 kinderen,
terwijl 117 jongens de vakscholen
volgen e de niet m er schoolgaande
meisjes in de verschillende huizen
der inrichting leeren hetgeen iedere
vrouw behoort te kennen.
Ter gelegenheid hunner vijftigjarige
cchtvereeniging schonken de heer en
mevrouw Ten Cate—Engberts te Al
melo de volgende giften aan het
ziekenhuis f 5000, de Hervormde dia
conie f4000, roomsch-katholiek arm
bestuur f 1500, het gereformeerd
armbestuur f 1000, het Israëlietisch
armbestuur f 500, het christelijk ge
reformeerd armbestuur f 250, de
kinderbewaarplaats f 250.
RECHTSZAKEH.
De zaak ds. Ewoldt.
In den avond van 16 Februari jl.
te ruim 10 uur, werd er bij den ar
beider H. Bouwstra, wonende aan
den rijksstraatweg van Sneek naar
Lemmer onder behoor van het dorp
Tjerkgaast, op de ruiten getikt. B.
te vergeefs mij een plaatsje in uw
hart te veroveren, doch des ondanks
liet ik u niet van mij gaan. Gij ge
leekt op hem en daarom had ik u
lief als mijn eigen dochter. In Olga's
toestand kwam geen verbetering.
Steeds had zij oogenblikken, waarin
zij volkomen toerekenbaar was en
wanneer de donkere zwaarmoedigheid
haar beheerschte, hield ik u verre
van haar vandaan. Zoo groeidet gij
op, doch als ik aan uw toekomst
dacht, kon ik de bittere zorgen niet
van mij afwenden. Wat moest er van
u worden in onze eenzaamheid Toen
de brief van Hohenfels kwam, werd
het mij duidelijk dat deze uitnoodi-
ging niet afgeslagen mocht worden.
Gij alleen kondet haar intusschen
niet volgen en van mijn zuster wilde
ik in geen geval scheiden. Zij was
er zoo aan gewend geraakt mij in
alles - te laten beslissen, dat het mij,
toen zij zich tamelijk beier gevoelde
niet moeilijk was haar toestemming
te krijgen.
Eenige toestemmende letters, die ik
zeif schreef werden weggezonden en
voor de reis het gunstigste oogenbiik
gekozen. Dat een geheete reeks ver
deed open en voor hem stond een
onbekende heer, die hem toefiep
„Mijn vrouw is in de sloot gefietst,
ze ligt bij het bruggetje, help mij".
Met twee zwagers van B., die bij
hem op visitie waren, wendde men
zich naar de dichtbljzijnde duikersluis,
waarin men een vrouw zag ligger,
met het hoofd op den graswal
voorover. Een der zwagers maakte
de opmerking, dat de heer de vrouw
verder op den wal had moeten trek
ken, waarop deze antwoordde „ja,
maar ik was niet bij machte er haar
verder uit te halen".,;
De drenkelinge werd op den wal
gehaald en de zwager D. de Boer zag
al dadelijk, dat de drenkelinge dood
was.
Bouwstra herkende nu in den hem
eerst onbekenden heer ds. Ewoldt,
predikant bij de Hervormde gemeente
te Oosterzee. Het lijk werd daarop
naar de boerderij van Schaap ge
bracht. Ds. E. deeide mede, dat hij
voorop gefietst had, zijn vrouw achter
hem aan- 't Was zeer mistig plot
seling had hij bij de brug een plons
achter zich gehoord en bleek, dat
zijn vrouw in het water was geraakt.
Hij was ter redding gesneld, maar
kon zijn vrouw niet op den wal
trekken en had toen hulp gehaald.
Gegeven de slechte verstandhou
ding, die door ds. E's levenswandel
(hij was reeds voor de tweede maal
deswege geschorst) tusschen zijn
vrouw en hem bestond, vond men
het ongeluk verdacht, te meer, waar
men het algemeen onwaarschijnlijk
achfte, dat mevr. E,. die zeer goed
fieiste, öarr op die plek een verkeer
den weg had ingeslagen en niet het
fietspad had gehouden.
De justitie gaf last ds. E. a3n te
houden, zij stelde een loco-onderzoek
in en het lijk van mevr. E. werd
door de doktoren Peters te Heeren
veen en Ykema te Sh Nicolaasga ge
schouwd.
De rechtbank gelastte daarop E's
gevangenhouding, met bevel tot in
structie, die door den rechtercommis
saris mr. J. E Boschloo geleid
werd.
Vele personen werden gehoord
ds. E. bleef bij zijn verklaring, dat
zijn vrouw in het water gereden
was e i hier een ongeluk had plaats
gehad.
Hij schreef brieven aan zijn familie,
waarin hij zijn onschuld volhield en
welke brieven in het „Nieuwsblad
van Friesland" werden gepubliceerd.
Den 20m Maari werd de gevan
genhouding van ds. E. met 30 dagen
verlengd. Bij de instructie was ge-
bleker, dat mevr. E. bezweken was
am vooraf gepleegd uiterlijk geweld
en toen te water was geworpen. Geen
ongeluk dus, maar misdaad.
De instructie werd voortgezet en
trekken fe onzer beschikking gesteld
werd in het anders onbewoonde slot,
maakte het mij gemakkelijk het geheim
te bewaren, en zou mij ook verder
gelukt zijn, had zich Olga's ziekte niet
opvallend verergerd. Terwijl zij vroe
ger rustig in haar kamer bleef, sloop
zij 's nachts weg, sloeg een becide-
iaken om zich heen en begaf zich
naar u. Sinds dien tijd leefde ik in
gestadige zorg, en zoodra zich (eeke
nen van verandering voordeden, waak
te ik afwisselend met Prisca, op wien
ik vertrouwen kon. Toen het paviljoen
atbrandde, ging het als een lichtstraal
door mijn hoofd, dat mijn zuster er
deel aan had, nochtans schonk ik de
verzekeringen van de anders trouwe
en toegewijde dienares geloof, anders
zou ik met kracht voor den onschul
dig verdachten man opgetreden zjjn.
Nu kon ik mij niet ontveinzen, dat de
toestand steeds erger werd. Daarom
besloot ik haar naar Moscou terug
te brengen en mij daar geheei aan
haar verpleging te wijden. Het nood
lot wilde het anders. Haar ziei zou
zich losrukken en tot God gaan, om
in de bron van het eeuwige licht,
waarvan na'-^chc schaduwen