Woensdag
5 Juni
IS o. 131. 50e Jaargang.
1912.
Feuilleton.
Haat en Smart.
Vsrschijnt dagelijks, uiiaesoraderd op Zots- en Feestdagen.
ftbonnements-BdoerfsnfiSn op zoer ooordeeiigs ooorioaarden
BINNENLAND.
TELEFOONNUMMER 10.
Dr. Blooker. f
Te Voorburg is gistermiddag na
een langdurige ongesteldheid overle
den dr. G. F. Bicoker, oud-lid der
Tweede Kamer, oud-wethouder van
Amsterdam, ridder in de orde van
De Nideriandsche Leeuw, enz.
VL1SS1NGSCHE
Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij de Uitgevers
Firma F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58.
COURANT.
ADVERTENTLEN van 14 regels 0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie, wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Qroote
letters en clichés naar plaatsruimte.
Koninklijk bezoek aan Parijs.
H. M. de Koningin en de Prins
ontvingen gisteren de vreemde gezan
ten en de leden der Nederlandsche
kolonie. Zij onderhielden zich aller
hartelijkst met de personen, die haar
door den Nederiandschen gezart
werden voorgesteld. Daarna ontving
H. M. een delegatie van de stad
Orange, departement Vaucluse, die
voorgesteld werd door den burge
meester Lacour. Deze bracht aan de
Koningin de eerbiedige hulde van de
stad Orange en bood Haar een album
aan, bevattende foto's van deze stad.
De Koningin dankte voor dit geschenk
en verklaarde, dat zij met aandoening
gezien had, dat de herinnering aan
de betrekkingen, die vroeger bestaan
hadden tusschen haar huis en het
vorstendom Orange nog levendig was.
Zij herinnerde er aan, dat zij trots is
over het aandeel, dat haar voorvade
ren namen aan de ontwikkeling der
stad Orange.
Na het dejeuner in de legatie en
alvorens zich naar het stadhuis te
begeven, reden de Koningin en de
Prins om 3 uur naar de kerk „Ora-
toire" in de Rue Saint Honoré. De
stoet begaf zich doorde kerk, onder
het spelen van het g»ote orgel, naar
het denkmaal van admiraal Coligny.
De predikant :n Couvé, voorzitter van
de „Union Consistoriale* en Roberti,
voorzitter van den „Conseil Presby-
teral de l'Oratoire" ontvingen de
Koningin. Deze dankte en drukte haar
vreugde er over uit dat zij zoovele
aanwezigen vereenigd zag om het
denkmaaal van Coligny, éen in het
levend geloof in Christus.
De Koningin legde een krans neder
aan den voet van het graf van Colig
ny. De volksmenigte in de Rue de
Rivoli samengepakt, juichte haar luide
toe. De Koningin bevestigde den krans
aan het klimop dat het voetstuk van
het denkmaal bedekt en verleende
onderscheidingen aan de predikanten.
Het weder bleef goed, ofschoon zoo
nu en dan bedekt. Op weg naar en
van de „Oratoire" en op den tocht
naar het stadhuis werd de Koningin
door de bevolking met eerbiedige
geestdrift begroet.
Ten stadhuize werden de Koningin,
Prins Hendrik, President Fallières en
mevrouw Fall es plechtig ontvan
gen, Het stadhuis was versierd in de
Fransche en Hoilandsche kleu;en.
Aanwezig waren vele personen uit de
diplomatieke, politieke en elegante
wereld. De Koningin werd ontvangen
door den ondervoorzitter van den ge
meenteraad Caire en door den.heer
De Lanney, prefect der Seine, terwijl
een muziekcorps het Nederlandsche
volkslied en de Marseiïlaise speelde.
De municipale garde vormde een
eerewacht. Aanwezig waren o.a. mi
nister Poincaré, de meesie ministers,
jhr. De Stuers, en de burgemeesters
en wethouders van Den Haag en
Amsterdam.
De onder-voorzitter van den ge
meenteraad, Cesar Caire, bracht aan
de Koningin de eer'aiedige hulde der
stad Parijs en aan Prins Hendrik de
gevoelens van hoogachting der be
volking o'er. Hij roemde de liefelijk
lachende bevalligheid en de goedheid
der Koningin, die de toegenegenheid
gewonnen heeft van een geheel volk,
dat trotsch is op zijn onoverwinne
lijke onafhankelijkheid. Het bezoek
der Koningin is een waarborg, dat
de verstandhouding tusschen de beide
landen steeds bartelijker worden zal.
De burgemeester eindigde zijn rede
met een heilwensch uit te spreken
voor Prinses Juliana.
Des avonds gaven minis'er-presi-
dent Poincaré en mevrouw Poincaré
een diner ter eere van Koningin
Wilhelmina en Prins Hendrik. Be
halve de vorstelijke bezoekers en de
Fransche president en diens eehtge-
roote zaten 150 gasten aan, waaronder
leden van het gevolg van de Koningin
en den Prins, de presidenten van
Kamer en Senaat, oud-president Lou-
bet, alle ministers en onder-secreta-
r'ssen van Siaat en bekende per
soonlijkheden op het gebied van po
litiek, letteren, watenschappen en
kunst en voorts militaire en civiele
autoriteiten.
Na het diner had een toon eeivoor
stelling plaais ter eere der Koningin.
Het programma voor deze voorstelling
'was samengesteld door den heer
Mollaid, directeur van het protocol,
in samenwerking met den heer
Adrien Bernheim, regeeringscommis-
saris van het gouvernement. Was de
voorstelling van Zaterdagavond aan
de vocaal-dramatische kunst gewijd,
die van heden bevatte uitsluitend
dramatische kunst. Voor deze gele
genheid hebben madame Barthet en
Albert Lambert Jr. de „Nuit de Mai"
van Alfred De Musset voorgedragen.
Vervolgens kreeg men het tweede
bedrijf van Beaumarchais'„ Mariage
de Figaro", waarin optraden de dames
Marie Leconte (Ctié.-ubin), Céc Ie
Sarei (de gravin), Cerny (Suzanne),
de heeren Georges Berr (Figaro) en
Jacques Fenoud (Almaviva).
Tusschen de „Nuit de Mai" en
„Le mariage de Figaro„ dansten de
dames Zombelli en Meunier van de
opera karakteristieke oude dansen.
De voorste Hing werd geopend met
een onuitgegeven sonnet van Jean
Aicard„Salut a Sa Majesté la Reine".
Hare Majesteit volgde de voorstel
ling met zichtbaar genoegen. De soi-
rée eindigde te 11 uur 10. Koningin
en Prins begaven zich met den
President en den heer Poincaré naar
het buffet waar Hare Majesteit zich
de artisten liet voorstellen, die zij in
vriendelijke bewoordingen compli
menteerde met hun succes.
Te 11 uur 30 trokken Koningin en
Prins zich in hunne appartementen
terug, uitgeleide gedaan door den
President en mevrouw Faillières en
den heer en mevrouw Poincaré.
Gisterenochtend vertrokken H. M.
de Koningin en Z. K. H. Prins Hen
drik ie 9 08 van het Station des
Invalides naar Versailles, vergezeld
door president Fallières en zijn
echtgenoote. Een compagnie der garde
republicaine vormde de eerewacht.
Precies te 9.10 uur vertrok de speciale
trein naar Versailles, waar hij te
9,35 aankwam. De hooga gasten
werden daar ontvangen door den
burgemeester van Versailles en den
prefect van het Seine departement.
Te Versailles wapperden overal
Hoilandsche vlaggen in den slorm-
wind en regen.
In het kamp Satory, waar een troe
penrevue plaats had, was weinig
publiekalleen de gereserveerde
trubines waren vol. De daarop aan
wezigen juichten H. M. luide toe
toen zij in een oud Fransch postrlj-
tuig het terrein opreed en zich naar
haar tribune begaf.
Direct na aankomst van H. M. de
Koningin nam de veldslag een aan
vang. De blauwen hadden het pla
teau Satory in versterkte stelling be
zet. Van het Westen trok de roode
partij op. Eerst de c valerie een
charge, waarna een artiïieriedue!
piaats had. Daarna rukte de infante
rie op. Geweerschoten knetterden, ka
nonschoten daverden onophoudelijk.
Bij den laaisten stormaanval stond
H. M. de Koningin op het vootbal-
con der tribune en keek belangstel
lend naar de artilierie, die opgesteld
stond voor de tribune. H. M. de Ko
ningin begaf zich daarna aan den
arm van den president naar het mid
den van het terrein en stond vlak
achter de kanonnen, als deze afge
schoten werden. Het publiek juichte
haar onstuimig toe. Na de overwin
ning op de aanvallers begon het
défilé. Onder muziek trok ieder re
giment met ontplooit vaandei voorbij.
H. M, de Koningin zag het défilé
aan, staande op het balkon der tri
bune en boog voor de vaandels, die
door het opgetogen publiek met luid
applaus van „Vive 1' Armee" ontvan
gen werden. De eindelooze reeks sol
daten, zich gelijkvormig bewegend
over hei uitgestrekte terrein, leverde
een prachtig gezicht op. De oefenin
gen der dirigeables en vliegmachines
we den wegens den storm afgecom-
mandeèrd.
Na de troepenrevue werd in het
weer goed kunnen maken?'
„Gij moet weer opgewekt en
vroolijk worden en het leven lief
krijgen. Gij moet weer met beide
voeten vast op den grond staan en
er niet uitzien, alsof gij ons veriaten
wilt", zeide hij, terwijl hij haar in de
armen sloot. Zijn anders zoo ruwe,
harde stem was thans vol zachtheid.
„O, neen, nu bevalt het mij hier
te goed.
Het morgenrood eener gelukkige
toekomst glanst mij tegen."
„En zal, hoop ik, ook spoedig
weer de sneeuw uwer wangen kleu
ren", viel de grootmoeder in met
een gelaat, dat straalde van vreugde.
Ia de kamers op den „Edelhof",
waarheen de bewoners van het slot
waren gevlucht, werden intusschen
opgewonden toont elen afgespeeld. De
ter hulp geroepen gtneesheer ver
klaarde, dat de zwaar gewonde niet
kon worden vervoerd naar het goed
Schönborn, waarheen men zichvoor-
loopig wilde begeven. Zij worstelde
met den dood. ia het nevenvertrek
stonden de heer en mevrouw von
Hohenfels tegenover Dombrowsky,
die met den eersten trein was gekomen
paleis te Versailles het dejeuner ge
bruik.
H. M. de Koningin heeft aan pre
sident Fallières een staande oud-Hol-
landsche klok geschonken; de pre
sident schonk aan de Koningin een
bronzen beeld, voorstellende De Co
ligny. Voorts schonk H. M. aan mevr.
Poincaré een aquarel, aan mevrouw
Fallières een oud-Hollandsche, be
schilderde arreslee.
President Fallières heeft de Konin
gin nog een juweel-kistje geschonken,
door den bekenden Parijschen juwe
lier Falize vervaardigd.
Op de zijwanden van het koffertje
zijn de wapenschilden der elf Neder
landsche provinciën afgebeeld in ge
kleurde émaux en omslingeld door
guirianden van Oranjeappelen, uitge
voerd in dof goud.
Het deksel is versierd mei het
wapen van Nederland, waarboven
een gekroonde W.
De Koningin nam met zichtbaar
genoegen het fraaie geschenk, een
meesterstuk van goudsmidskunst, in
ontvangst.
Voor de Parijsche armen stelde de
Koningin den voorzitter van den
Parijschen gemeenteraad tienduizend
francs ter hand.
Gedurende het verblijf van H. M.
de Koningin te Parijs werd H. M.
een bezoek gebracht door de Groot
hertogin Wladimir van Rusland.
Om 3.19 kwam de vorstelijke stoet,
geëscorteerd door kurassiers voor het
vertrek van H. M. de Koningin op het
station te Versailles aan.
Op het perron stond een compag
nie met de vlag, de muziek speelde
en de menigte juichte„Vive la
Reine Vive la Hoiiande
H. M. onderhield zich met minister
Poincaré. Zij zeide zeer getroffen te
zijn door de hartelijkheid, haar op
het paleis van buitenlandsche zaken
betoond.
De president nam daarop afscheid
van H. M. de Koningin, boog diep
voor haar en kuste haar de hand.
De Koningin vertelde aan den pre
sident, welk een herinnering zij mee
draagt aan het bezoek aan Frankrijk
en de hartelijke ontvangst, baar daar
bereid. De (rein zette zich om 3.21
in beweging. De Koningin en de
Prins-gemaal bogen aan het portier
van den wagon voor den president
en de aanwezigen, terwijl de muziek
het Nederlandsche volkslied en de
„Marseillaise" speelde en het publiek
juichte„Vive Ia ReineVive ia
Hoiiande!'' De trein vertrok om 3 21,
en kwam om 8 44 te Laeken aan.
Koning Albert en koningin Eliza
beth namen plaats in het salonrijtuig
van H. M. de Koningin Wilhelmina
om haar tot Esschen te vergezellen. De
trein vertrok weer om 8 uur 51 min.
en Prisca. De laatste scheen als ver
pletterd.
„Zoo hebt gij mij dus bedrogen",
sprak de oude dame met onverbid
deilijke gestrengheid. „In dien nacht,
toen het paviljoen opbrandde, hebt
gij vergeten uw voorzorgsmaatregelen
te nemen. De ongelukkige vrouw is
niet ontkomen in de eerste verwar
ring, door het geroep van brand
teweeg gebracht zij was reeds lang
weg toen gij ontwaaktet. Met eigen
hand, in den waan een Gade welge
vallige daad te doen, stak zij den
brand aan. Tracht nu niet meer te
ontkennen."
„Het is zoo jammerde de dienst
bode.
„Ik had mfj toch aangeboden om
in een plaats te waken, daar gij u
reeds eenmaal onbetrouwbaar hadt
getoond."
„Maar zij scheen zoo rustig, dat
ik in het geheel niet bezorgd was en
toen vergat ik den sleutel uit het
slot te nemen en sliep in. Zij is in
het park geslopen; toen ik haar af
wezigheid bemerkte, ijlde ik haar na
maar het was te laat. Ik zag haar
juist nog uit het paviljoen komen
Mr. H. J. Kist f
M-. H. J. Kist, lid van de Eerste
Kamer der Staten Qeneraal voor de
provincie Noord-Holland, oud procu
reurvan hg» Amsterdamsch gerechlshof,
is Zondag op 75-jarigen leeftijd te
I aren, waar bij sinds verscheidene
jaren woonde, onverwachts overleden.
De krasse grijsaard was gistermid
dag op zijn dagelqksche wandeling,
toen hij zich plotseling ongesteld
voelde worden en neerviel. Een paar
voorbijgangers richtten hem op en
brachten hem naar de naastbij zijnde
woning waar hij weldra den iaatsten
adem uitblies. De in allerijl geroepen
geneesheer kon bij zijn komst niets
anders doen dan den dood, veroor
zaakt door hartverlamming consfa-
teeren.
Herman jacob Kist werd 25 Decem
ber 1836 te Leiden geboren. Hij ont
ving daar ook zijne academische
opleiding en promoveerde hij 7 Febr.
1861 tot doctor in de rechten. Na
anderhalf jaar aan de balie werkzaam
te zijn geweest, werd hij in 1863 be
noemd tot substituut officier van ju
stitie ie Tiei. In 1865 volgde zijn be
noeming tot substituut officier van ju
stitie aan de Amsterdamsche recht
bank, welke functie hij waarnam tot
1876, toen hij benoemd werd tot ad
vocaat-generaal aan het gerechtshof
te Amsterdam. Reeds in 1877 werd
hij echter benoemd tol procureur-
generaal aan dit gerechtshof, welke
beirekking hij lange jaren mocht
waarnemen. In December 1903 werd
hij ais zoodanig gepensionneerd.
V n. 1881— 1887 was mr- Kis?
van de Tweede Kamer van Amster
dam, i.i 1891 werd hij tot lid van de
Eerste Kamer gekozen, in welk staats
college hij tot zijn dood zitting had.
De overledene behoorde, wat zijn
politieke overtuiging aangaat, tot de
liberale partij.
Ten bewijze, dat mr. Kist zich ook
voor maatschappelijke instellingen in
teresseerde, kan dienen, dat hij o.a.
zitting had in het hoofdbestuur van
de Maatschappij tot Nut van het Al
gemeen.
De regeering erkende zijn verdien
sten door hem te benoemen tot rid
der in de orde van den Nederiand
schen Leeuw en tot commandeur in
de Oranje-Nassau orde.
Militaire Berichten
Morgen zal het 40 jaar geleden
zijn dat de generaal-majoor J. Bruce,
en een oogenblik later stond het in
brand."
„Waarom hebt gij mij de waarheid
niet gezegd
„ik durfde niet1"
,,En zoo werd een eerlijk man be
schuldigd van het schandelijkste mis
drijf," vie! Gisbert in en zich tot
Dombrowsky wendende, vervolgde
hij op een verwijtenden toon„Hoe
moet ik mij uw eigen gedragingen
verklaren, juffrouw? Door de on
gelukkige vrouw van de geheel e
wereld te isoleeren en niemand in
hare nabijheid te laten, zoudt gij ons
over haar toestand in een dwaling
laten, maar dat gij het gedaan
hebt is onverantwoordelijk en gewe
tenloos."
„Die afschuwelijke verschijning,
welke dien nacht voor mijr. bed
kwam, noemdet gij een droombeeld
van mijn koorts!" riep Constance
vol bitterheid uit. Leugen hebt gij op
leugen gehoopt en nog hebt gij het
gewaagd, herhaaldelijk tot mij te
zeggen„ik handel, zooais ik moet
en zooals hat goed is."
(Wordt vervolgd.)
o—
63.)
Nog stond daar de ongelukkige
ais versteend, doch de wind sloeg in
het witte laken en dreigde het in de
vlammen te drijven. Daar richtte
plotseling de gestalte van den krach-
tigen man zich achter haar op. Met
de eene hand ontrukte hij haar den
knaap, terwijl hij den anderen arm
om haar lichaam sloeg. „Vlug nu
Vlug! Help!" donderde zijn stem,
want een vreeselijke worsteling ont
spon zich tusschen hem en de vrouw
teiwtjl hij zich nauwelijks tegen haar
kon verweren, daar hij het kind moest
beschermen.
Het balcon werd van verschillende
zijden beklommen en het geredde
kind in de armen der moeder gelegd.
Nu kon Rainer de razende in be
dwang houden en hoopte hij haar
zonder letsel uit het brandende ge
bouw te kunnen brengendaar viel
een gedeelte der relief versiering en
trof de krankzinnige zoo, dat zij
bewusteloos ineen zonk. Haar in zijn
armen houdend, daalde hij den ladder
af, terwijl honderd handen zich uit
strekten om hem van zijn last te
bevrijden, die naar den „Edeihof"
werd gebracht. Zwijgend, bleek als
een gees', haar zoontje aan het luid
kloppende hart drukaende, volgde
Constance den treurigen stoet. Eerst
een uur daarna slaagde men er in
het vuur meester te worden. De
rechtervleugel van het slot geleek
een ruïnealleen de linker scheen
door het vernielende element ge
spaard.
HOOFDSTUK XVIi.
„Vader, vader en al zou ik dit
oogenblik moeten sterven, ik zou niet
klagen! ik zou tot Ooi gaan, zoo
zalig, dat het Paradijs mij niets
hooger zou kunnen schenken,"jubelde
Hildegard, Rainer's handen met kussen
bedekkende. „O, hoe heerlijk is het
toch, te kunnnn gelooven aan hen,
die mij boven alles lief heeft. Vergeef
mQ, o vergeef mij, dat ik aan u heb
kunnen twijfelen. Hoe zal ik het ooit