N, ank ven. Dinsdag 1 Juni No, 130 1912. Feuilleton. Haaf en Smarf. 50e Jaargang, de. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen. BINNENLAND. v'endijk. IpafckiDg. ream [en nacbt ilstr. 8 It. {AND, :n op «foord i Gro- PER- Fging Mid- .35 d) |5 95 (di h) 8.50, e 15 L0.45, tot rs.— 8.57 i.20 9.40 8.5 i 11.02 L2.0 VUSSINGSCHE COURANT. Prfls per drie maanden ï.3Q. Franco per post 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij de Uitgevers Firma F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58. ADVERTENTIÉNvan 1—4 regels 0.40. Voor eiken regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie, wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Qroote letters en clichés naar plaatsruimte. Koninklijk bezoek aan Parijs. Bij bewolkte lucht, maar zonder regen, kwamen Koningin V/ilhelmina en Prins Hendrik Zaterdagmiddag om kwart over vier te Parijs aan. Een kanonschot kondigde de aankomst op het station van het Bois de Bou logne aan. Een breede draperie is voor den ingang van het station ge hangen, een breede roode looper is op het perron gelegd. Groen en bloe men, tropheën, Nederlandsche en Fransche vlaggen versieren smaakvol het station. Een compagnie van de tepublikeinsche garde met vaandel en muziek brengt de militaire eerbewij zen aan president en mevrouw Fal- lières, die omringd zijn door de leden van de regeering, de prefecten van het Seine-departement, de secretaris sen-generaal van de beide prefectures, de voorzitters van den gemeenteraad en van den aigemeenen raad van het Seine-depaitemert, generaal Florentin en hooge spoorwegambtenaren. Dit gezelschap begeeft zich naar het koninklqk salonrijtuig, waaruit de Koningin en de Prins gemaal stappen. President Falliè'es buigt en kust de hand van Hare Majesteit, daarna drukt hij den Prinsgemaal hartelijk de hand. De muziek speelt het Nederlandsche Volkslied. De president en de Konin gin stellen wederkeerig hun gevolg voor. Voorafgegaan door Mollard, directeur van het protocol en Lépine politie-prefect, bereiken Koningin Wilheimina aan den arm van Failiè res en mevrouw Failières aan den arm van Prins Hendrik, den uitgang. Op het oogenbltk, dat Hare Majesteit, de president en Prins Hendrik op oe Place Dauphine verschijnen, presen teert het 25 ste batalion infanterie onder commando van een kolonel, het geweer. De muziek speelt het Wilhelmus101 kanonschoten worden gelost. De menigte staat dicht op eengedrongen achter een haag van politieagenten en juicht Hare Majes teit toe. Generaal Maunoury, militair gou verneur van Parijs, gevolgd door een schitterenden staf, treedt naar voren en salueert met den degen. Hare Ma jesteit is blijkbaar zeer ontroerd door de ontvangst, die haar door de Parij- sche bevolking is bereid en dankte buigend, Prins Hendrik salueert. Dan stelt zich de stoet op. Hare Majesteit, de president en vice-ad- miraal de Jonquière nemen plaats in een rijtuig met vier paarden a la Daumont bespannen. Het rijtuig wordt door een corps soldaten voorafge gaan. In een open rijtuig, eveneens a la Daumont bespannen, volgen Prins Hendrik, mevrouw Failières en de heer Ramondon. in volgkoetsen 62.) Als had de tooverstaf een er booze fee al wat leefde in steen veranderd, zoo bewegenloos en zwijgend bleef de menigte staan. Niemand waagde het een beweging te maken. Men vreesde de waanzinnige daardoor te prikkelen en tot het uiterste te drijven. Slechts Prisca lag op de knieën, prevelde gebeden en zuchtte„O God, vergeef mij mijn leugen en erbarm u over mij." „Ziet, welk een zoenofferriep de krankzinnige in geestvervoering toen sprong zij weer terug in de kamer. Dan was ook de verlamming der menigte geweken en een deel der brandweer drong het gebouw binnen. Het gevaar groeide van minuut tot minuut aan en daarbij bleef Constance met onverzettelijken wil by haar besluit, om de zoekenden te stijgen daarna de leden van hei ge volg, minister Poincaré, Peliet de Frar.sche gezant aan ons hof enz. De stoet bereikt langs de avenue du Bois de Boulogne het ministerie van buiteniandsche zaken. Langs den geheelen weg, dien de koninklijke stoet volgde, stond een dichte menigte geschaard, die de Koningin geesidriftig toejuichte. H. M. was blijkbaar zeer voldaan over de ontvangst haar door de Pa- rijzenaars bereid, en lachte hen vriendeiyk toe. De Prins groette op militaire wijze. De stoet kwam om 4.45 voor het gebouw van het ministerie van bui teniandsche zaken aan. Een afdeeling der eere wacht bracht het miiitair sa luut aan de koninklijke vlag. De president der republiek bood de Ko ningin den arm aan bij hei bestyger. van de trap voor het gebouw. De Prins geleidde mevrouw Failières- De Koningin en de Prins werden door mevrouw Poincaré ontvangen, die hen naar hun apattementen bracht. De Koningin zeide tot president Failières, dat het haar groot genoegen deed hem een tegenbezoek te brengen ter beantwoording van zqn bezoek aan Amsterdam. H. M. betuigde haar erkentelijkheid voor de zoo hartelijke ontvangst haar door de bevolking bereid. Aan het diner in het Elysée sprak president Failières den volgen den toast uit: „Het is met bqzonder genoegen, dal ik dezen avond Uwe Majesteit begroet uit naam van Frankrijk en van dg regeering der republiek, In de maand Juli van het voorgaande jaar heeft Uwe Majesieit mijn tegen woordigheid in haar hoofdstad wel willen beschouwen ais een bewijs van de uitnemende betrekkingen, die onze beide landen met elkander onderhou den. ik ben overtuigd, dat Uw verblqf onder ons de viiendschappeiyke be trekkingen nog zal versterken. Door de ontvangst, die Uwe Ma jesteit hier ondervindt, kan zij zich rekenschap geven van den aard der gevoelens die van de zijde der Fran sche natie worden toegedragen aan de beminnelijke vorstin, die ons heden de eer aandoet van Haar bezoek. Het koninklijk bezoek geeft ons gelegen heid tot betuiging van onze eerbiedigs sympathie voor Uw persoon en van onze gevoelens voor Uw schoon en edel land. Parijs acht zich gelukkig U zqn dank te Kunnen betuigen voor de be zoeken, die U reeds voor Uw kroning hier gebracht heeft. Frankrijk verheugt zich in Nederland te kunnen begroe ten een land, waarop het naijverig is om zijn onafhankeiykheidszin en zijn economische hulpbronnen. volgen. Te vergeefs verzocht Gisbert haar, achter te blijven te vergeefs beval hij het haar. Zij week niet. Ais ijzeren schroeven omklemden haar bleeke handen zijn arm. Hij was ge noodzaakt de half machielooze mee te sleepen, wanneer tuj haar wilde beletten in zinnelooze opgewonden heid blindelings voorwaarts te ijlen en het eigen leven geheel doelloos te wagen. Zij had aile zelfbeheer- sching verlorenzij had siechts eene gedachtedat zij het spoor van haar moest volgen, al was het ook midden in den vlammengloed. Nu kruipend dan gebukt loopende bereikte men eindelijk de tweede verdieping, doch van mevrouw von Arnhei'm was geen spoor ie ontdek ken. De waanzinnige scheen te vluch ten voor het vuur, dat zij zelf had aangestoken. Waar zou men haar zoeken In welke der veie kamers en gangen mocht zij zich bevinden Daarbq kwam nog, dat de brand weer niet voldoende geoefend was en dat het haar aan een goede leiding ontbrak, „Ik stik", steunde plotseling Con stance. „Die rookl Die rook" TELEFOONNUMMER 10. fibonneitienfs-IWuerfeRfiën op zeer uo@i*d®e!ige woorusaarden Failières hoopte, dat Hare Majesteit zou behouden een aangename en duurzame herinnering aan de uren, in Frankrijk doorgebracht. Hij besloot mét de gezondheid te drinken van de Koningin, de Koningin moeder, den Prins, Prinses Juliana, en op den roem en den voorspoed van Nederland". H. M. de Koningin verklaarde in haar dankwoord, dat zij zich geluk kig gevoelde het bezoek te kunnen beantwoorden, dat de president het vorig jaar aan Nederland geeft ge bracht en waaraan zij en haar land genoten een byzonder aangename herinnering bewaren. De uitstekende betrekkingen, die onze beide landen zoo gelukkig ver eenigen, zijn mq een waarborg, dat in de toekomst de banden van vriend schap nauwer kunnen worden toege haald. Deze betrekkingen dagteekenen reeds van af de middeleeuwen. De Fransche beschaving vond een vrucht baar veld van ontwikkeling in de Nederlanden. De Fransche letterkun de en schoone kunsten hebben er alfijd ijverige beoefenaars gevonden. Wij koesteren diepe bewonderina voor het genie en den ijver van uwe edele nalie. De koningin zeide voorts dat het haar persoonlijk aangenaam was weder te Parijs te zijn. Zij istrotsch op het Fransch bloed, dat in haar aderen vloeit. Ten sloite dronk de Koningin op de gezondheid van den president, van mevr. Faillières, op den roem en den voorspoed van Frankrijk. De muziek speelde hierop de Nederlandsche en Fransche volkslie deren. Het diner op het Eiy^ée eindigde te 9 uur. De koningin en de Prins, met den presideni en mevr. Fall ères begaven zich hierop naar de zaai, waar koffie werd gediend. Daar onderhielden zich de Koningin en de Prins mei Poinsaré, Dubost, Deschanel, Baurgeois, Delcassé en Briand, waarna de s'oef zich naar de Opera begaf, waar men fe 10 uur 10 min. aankwam. De Koningin sprak den hierbo ven vermelden troost m?t zeer duide lijke stem uit en legde bijzonderen nadruk op de passage, waarin zij zeide van Franschen oorsprong te zyn. Zie verder Laatste Berichten. De Octroolraad. Zaterdag, op den dag waarop de Octrooiwet in werking is ingetreden, installeerde minister Talma den Oc- trooiraad, in het gebouw van het bureau voor den Induslrieelen Eigen dom, waar ook die raad zetelt. Een aantal autoriteiten woonden de plech tigheid bij. De minister wees op de belang- rqkheid van het feit, dat het octrooi De Vrijheer ving haar op in zijn armen en droeg haar weg over ver koolde, gloeiende puinhoopen, heur haar en baar kleederen zooveel mo gelijk baschermendjtegen de vonken. Zelf bijna verdoofd en in zijn bewe gingen gehinderd door den last, be reikte hij slechts met moeite den uitgang. Toen de koele nachtlucht om haar slapen waadde, kwam de jonge vrouw weer tot bewustzqn en wilde weer, vertwqfelend den naam van haar kind roepende, in het huis qlen. Daar klonk plotseling een luid ge kraak; een deel van den zolder der oude zaal was ingestort. Onmiddeliyk daarop hoerde men een schellen lach en zag men een witte gestalte door een der vertrekken sluipen, dat ook reeds door het vuur was aangetast op het balcon verschijnen. Het was de krankzinnige, die nog altijd den kleinen Koert aan de borst hield ge drukt. Een windvlaag dreef de vlam men juist in ha3r richting; zij lekten reeds de beide vrouwengestalten, op wier gebogen nek het balcon rustte. De ongelukkige stiet een ontzettend angstgeschreeuw uit en liep als een recht, 33 jaar geleden afgeschaft, thans in anderen vorm weer is her steld, de bekroning van een arbeid van jaren, en nog wel eene bekro ning, die bijna geen tegenstand on dervond. De minister weet dit voor een goed deel aan de uitstekende voorbereiding. De minister gaf vervolgens een korte schets van de actie voor eene nieuwe Octrooiwet gevoerd en noem de haar voor de nyverhaid een zaak van groot belang, vooral als zy goed wordt toegepast. Daarvoor deed de minister een beroep op de leden van den Octrooiraad, schetste hoe hq zich diens optreden denkt, en meent dat aan de scherpzinnigheid van voor zitter en leden kan worden overge laten, dat de toepassing der wet goed zal zyn. De minister eindigde met de beste wenschen uit te spreken voor de goede resultaten van de werkzaam heden van den Octrooiraad. De voorzitter van den Octrooiraad, mr. Snqder van Wissenkerke, daarop het woord krijgend, noemde het oogenblik zeer belangrqk en herin nerde er o.a. aan, dat in drie wereld- deeien (behalve in Nederland ook in Az en Amerika, Ned. Indië en Curasao) de wet wordt ingevoerd en wees er op, welke voordeelen in verschillende landen door een Oc trooiwet zyn verkregen, o.a. in Frank rijk en Zwitserland. Uitvoerig zette spr. daarop ook zijne meening over de werking der wet uiteen en deed teven3 een beroep op verschillende personen, o.a. de leden der Haagsche Balie en leden der rechterlijke mach'. Hij dankte de vertegenwoordigers dezer lichamen voir hunne aanwe zigheid en hij eindigde met minister Talma zyn dank te betuigen voor de welwillendheid om ia deze byeen- komst het woord te hebben willen voeten. „Moge het Uwe Excellentie gegeven zqn, eenmaal getuige ie zijn van een algemeene lofspraak in bin nen- en bu tanland op de nieuwe Nederlandsche Octrooiwet aan welker voorbereiding en tot stand brenging en aan welker begin van uitvoering Uwe Excellentie een zoo belangrijk aandeel had", aldus besloot spreker zijne rede. Het nieuwe hospitaaischip „De Hoop". Zaterdagmorgen had in de Zieken en kerkzaai van het nieuwe hospitaal kerk-schip „de Hoop" een plechtige dienst plaats ter gelegenheid van de eerste reis van het schip. Tal van bestuursleden, een aantal dames van het eere-bestuur en der Amsterdamsche en Haagsche hoofd- comité's waren hierby tegenwoordig. Mr. E. N. Rahusen hield een kor;e wild dier heen en weer, van tijd tot tqd stil houdende om met schelle stem te roepen„Ziet, wel een zoen offer Dat is de heilige, alles loute rende gloed Vertwyfelend wrong Constance de handen en jammerde: „Nader haar niet, of zy stort met het kind in de vlammen. O, God, bespaar mijn lieveling, en ik zal een andere, een betere worden. Geen dwaze, zondige gedachte zal meer ruimte vinden in mijn ziei De waanzinnige was blijven staan en staarde met fonkelenden blik naar de langzaam terugwijkende menigte. Zij scheen te meenen, dat haar blik een verlammende werking uitoefende en dat haar bewegingloosheid die der anderen ten gevolge had. „Blijf zoo onbeweeg'lqk staan riep iemand met gedempte stem en toch op bevelenden toon. „Geheel en al onbeweegiqk! En houdt haar scherp in het oog I" „Huis Rainer onze vroegere commandant", fluisterden de lieden tot elkaar. „Die weet hetl Doet wat hij zegt." Rainer stond zoo, dat de k'ankzinnige openingsrede en gaf daarna het woord aan ds. Engeibert. Op uiinoodiging van den voorgan ger zongen de aanwezigen Psalm 846, waarna de predikant sprak naar aanleiding van het woord van Paulus„Het oude is voorbijgegaan 't is alles nieuw geworden." De plechtigheid weid besloten met Gezang 273: 1. Mevr. Labouchère bespeelde het orgel. Hierop stoomde het schip op naar ljmuiden. Schipper Harding bezoek (allereerst de Shetland - eilanden, om langs de Schotsche kust de haringvloot te volgen. In September pas keert men huiswaarts. Verbetering positie Marine personeel. De commissie welke door den minister van oorlog, ad interim minis ter van Marine, by beschikking van 30 Mei j.l. is ingesteld, met de op dracht le. na te gaan of en zoo ja welke wijzigingen in de beslaande traktementsregeling der onderofficie ren en minderen (der marine) zouden zijn aan te brengen om deze te doen beantwoorden aan billijke eischen 2e. te adviseeren omtrent de verzoeken neergelegd in de verschillende aan den minister van marine toegezonden en aan de commissie overgelegde desbetreffende requesten, zal zyn saamgesteid uit: den kapitein-luite nant ter zee J. J. Oudemans, lid en voorzitter; den kapitein der mariniers A. H. Bakker; den luitenant Ier zee le klasse A. F. Gooszen; den officier van administratie 2e kl. H. B. van Dam als ledenden officier van ad ministratie 2e kl. J. J. G. Jas ais lid en secretaris; den opperscnipper L, Vedderden sergeant-ziekenverpleger J. H. Cordes, den sergeant-stoker F. H. j. Veltman en den korporaal der mariniers C, G. Bicker als leden. Vreemdelingenverkeer. Te Arnhem is de vergadering gehouden van secretarissen van de bij den Nat. Band van Vreemdelingen verkeer in Nederland aangesloten vereenigingen, welke vergadering o.m. besloot aan de algemeene vergadering van den bond voor te stellen om aan de spoorwegmaatschappijen te verzoe ken de bijzondere vacantiekaaten weer in te stellen en om in te voeren zeven- en veertiendaagsche abonnementskaarten, geldig voor ge heel Nederlandom gedurende de tentoonstellingen van 1913 aan de stations van de plaatsen, waar tentoon stellingen worden gehouden gidsen te plaatsen met het uniformteeken V. V. V.om bij de gemeentebesturen aan te dringen op weltelqke maatre gelen tegen de onfsiering van stads en landschapsschoon, waartoe ver- hem niet zien kon. Constance wist zelf niet wat zij hoopte, doch zij ijlde op hem toe. greep zqn handen en smeekte„Red mijn kind, en zoo lang ik leef zal mijn dankbaarheid u loonanEeuwig zal ik u als mijn weldoener be schouwen Ongeduldig schoof hy de schoone vrouw weg en antwoordde ruw: „Wanneer het inq gelukt, het ergste te verhoeden, behoeft gij mq niet te bedanken. Wat ik doe, geschiedt niet ter willesvan u, doch van Hitdegard. En thans rustig 1 Geen geschreeuw niets wat de krankzinnige kan doen schrikken." De hoogmoedige barones zonk biddend op de knieën. Ondertusschen plaatste Rainer een ladder tegen hel venster van de hoekkamer, zonder dat de waanzinnige hem kon zien hy klauterde naar binnen. Een natten doek tusschen de tanden houdende, sloop hq gebukt en voorzichtig verder. Als een roofdier dat zqn prooi zal overvallen, naderde hij be hoedzaam het balcon. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1912 | | pagina 1