iijn,
ffie
ing
tf£l.
Woensdag
29 Mei
No. 125.
He
Feuilleton.
Haaf en Smarf.
50e Jaargang.
1912.
o.
ÏXJZE
in
leuren.
rs
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd ©p 2©n- en Feestdagen.
BINNENLAND.
Hat Festival te Middelburg
r
/alstraat
25
.55.
3
lot
van
5gras-
fRAAL
'1,
ke lik
jezwei
Prijs
Uhier
aij A.
iS. A.
i.
ie voor-
biding.
Iz.enz.
ïN ver-
jrootste
alles in
leveren.
ien.
JOON.
VAH
NGSCHE
Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij de Uitgevers
Firma F. VAN DE VELDE JR., Kleine Markt 58.
ADVERTENTIÈNvan 1—4 regels 0.40. Veor eiken regel
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie, wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Qroote
letters en clichés naar plaatsruimte.
TELEFOONNUMMEB 10.
fibonnements-Aduertentiën op zeer ooordeelige voorwaarden
Het Koninklijk bezoek aan Parijs.
Het gemeenlebestuur van Parijs
heeft den burgemeester der residentie
jhr. mr. dr. van Karnebeek uitgenoo-
digd om Zondag 2 Juni a.s. ten
raadhuize in de Fransche hoofdstad
tegenwoordig te willen zijn by de
ontvangst van H. M. de Koningin en
Z. K. H. den Prins door bovenge
noemd gemeentebestuur.
De burgemeester heeft deze vrien
delijke uitnoodiging aangenomen en
zal zich denkelijk Vrijdag 31 dezer
iegelijk met den burgemeester van
Amsterdam, die eveneens uilgenoo-
digd is, naar Parijs begeven.
Omtrent een interview, dat de „Fi
garo" heeft gehad met den Neder-
landschen minister van buiienland-
sche zaken over het aanstaand bezoek
van H. M. de Koningin aan Frankrijk,
meldt de Parijsche correspondent van
het „Hbl."
De minister begon te zeggen dat
men Holland moet kennen. Als men
elkaar niet kent, begint men elkaar
te wantrouwen, en zelfs tusschen
landen als Nederland en Frankrijk,
die geen groote gemeenschappelijke
politieke belangen hebben, moet
vertrouwen heerschen, om misver
standen te voorkomen.
Wijl in den laatsten tjjd de betrek
kingen tusschen Frankrijk en Neder
land weinig waren, begingen de Fran-
schen de dwaling niet te geiooven
aan de volkomen onafhankelijkheid
(de minister legde hierop grooten
nadruk) van Nederland. Zij beschouw
den Nederland als een soort verleng
stuk van bet groote naburige tijk.
Maar de Nederlanders zijn onafhan
kelijk; zij zijn Hollanders en willen
slechts Hollanders blijven. De grond
slag voor hun buitenlandsche staat
kunde is de meest volstrekte neutra
liteit. Men moet dit wel inzien. Zoo
Nederland een maatregel neemt, is
dit in het eigen belang, niet om een
der buren meer naar de oogen te
zien, dan een anderen.
Onze betrekkingen met Frankrijk
waten steeds uitstekend. De reis van
president Fallières heeft het nog weer
eens getoond, dat de sympathie voor
Frankrijk zeer sterk is in Nederland.
De Hollanders hebben president Fa
llières met geestdrift toegejuicht.
De reis der Koningin naar Parijs
zal er nog meer toe bijdragen, de
wederzijdsche kennis te doen toene
men. De juichkreten, die de ridder
lijke Franschen zullen doen weerklin
ken langs den weg van onze koningin
zullen weerklank vinden in de harten
der Nederlanders.
De correspondent voegt erbij, dat
de minister, evenals een aantal zijner
landgenooten, een vriend van Frank
rijk is, en dat, zoo de politiek van
O—
56)
„Tevergeefs trachtte ik te bidden
geen straal van Goddelijke genade
viel in den troosteioozen nacht
mijner ziel. Diep boog ik het hoofd
en leunde met het voorhoofd in mijn
gevouwen handen, doch het wilde
niet rustig in mij worden en voor
mijn oogen kronkelden heldere vlam
men. Behoedzaam sloop ik uit de
kerk en betrad haar sedert niet meer,
want het was mij duidelijk geworden,
dat men den staf had gebroken over
mijn vader en dit wetende zou ik
Haraid mijn hand reiken Nooit
„Maar kind, hij wil immers ver
weg met je."
„Wat baat dat De herinnering aan
het verleden zou met ons trekken. Zoo
lang de naam, dien ik draag,niet zuiver
is, word ik Camory's vrouw niet. In
dit opzicht heb ik ook mijn trots
«Die je het levensgeluk ontneemt".
Nederland noodzakelijk onzijdig is,
het Nederlandsche hart dit niet is".
De Figaro" weet mede te deelen
dat koningin Wilhelmina gedurende
haar verblijf te Parijs audiëntie zal
verkenen, aan een delegatie van het
stadje Orange en Vaucluse. Die dele
gatie zal bestaan uit de heeren Au-
guste Lacom, burgemeester en afge
vaardigde van Orange en Pourguety
de Boisserin, afgtvaardige van Vau
cluse. Orange, aldus merkt de „Figaro"
op,*ging met twee-en-dertig heerlijk
heden in Bourgonge aan het huis
Nassau over voor het huwelijk van
hertog Hendrik van Nassau, voorvader
van koningin „Wilhelmina mei Claude
de Chalons, zuster en erfgename van
den laatsien Franschen prins van
Oranje.
Het werd 11 April 1713 aan Frank
rijk afgestaan. Maar de titel van prins
van Oranje bleef aan het huis, dat
Holland zijn koningen bracht en de
tegenwoordige souvereine.
Prof. dr. A Noordtzij.
Bij Kon. besluit is benoemd tot
gewoon hoogleeraar in de faculteit
der godgeleerdheid aan de Rijksuni
versiteit ie Utrecht, om onderwijs te
geven in de geschiedenis van den
Israëlitischen godsdienst, de Israëli
tische letterkunde en de uitlegging
van hat Oude Testament, dr. A. Noordt
zij, leeraar aan het Gereformeerd
gymnasium te Kampen.
De nieuw benoemde hoogleeraar is
schrijft het „U. D." destijds
gepromoveerd aan de Leidsche Uni
versiteit met een dissertatie over het
Hebreeuwsche voortzetsel Ei. Hij is
de zoon van den bekenden theoloog
M, Noordtsij, hoogleeraar aan de
Theologische School te Kampen. De
nieuw benoemde professor heeft zich
vooral bekend gemaakt door tal van
opstellen, verschenen in het „Tijd
schrift voor Gereformeerde theologie",
o. a. schreef hij over de opgravingen,
die den laatsten tijd hebben plaats
gehad in Babylonië en debeteekenis
daarvan voor de bijbelsche historie.
In zijn artikelen koos hij positie te
genover de historische kritiek.
Salarissen onderwijzers.
De gemeenteraad van Amsterdam
langdurig beraadslaagd over de sa-
larisregeting van het onderwijzend
personeel aan de openbare lagere
scholen. Een motie, strekkende tot
gelijke satariëering van mannelijke en
vrouwelijke onderwijskrachten, werd
verworpen met 25 tegen 15 stemmen
een tweede motie, ten doel heb
bende als het gevoelen van den raad
uit te spreken, dat het maximumsa
laris bij het onderwijs niet minder
behoort te zijn dan dat der adjunct
commiezen ter gemeentesecretaire
(f2100), gewijzigd na verwerping der
„Die mij bewaart voor de wreede
straf, dat ik ééns zal moeten zeg
gen, dat ik de edelmoedige opwel
ling van den beminde heb misbruikt
om hem ketenen aan te leggen, die
hij dan verwenscht. Zie ik een scha
duw op zijn voorhoofd, dan zou ik
beven tot in mijn binnenste en den
ken: hij heeft berouw 1 De vrees dat
hij een beleedigende uitdrukking over
mij zou kunnen hooren, zou mij nooit
met rust laten, en wanneer hij zich
in de eenzaamheid met mij zou wilien
terugtrekken, zou voortdurend een
stem „in mijroepenhet geschiedt,
omdat hij zich voor u schaamt.
Neen zoo zal het niet gaan, en
daarom spaar uw woorden. In dit
uur heb ik mijn deel van het aardsche
geluk genoten. Wat het mij voor
zoels en aangenaams heeft gebracht
kan men mij niet meer ontnemen,
en wanneer soms, door innig ver
langen gedrongen, de vraag mij op
de lippen komt: waarom juist ik
zooveel verdriet? dan wil ik mij
troosten met de gedachteik was
toch gezegend boven veel anderen,
want ik werd bemind".
„En wij, ik en je vader, die reeds
eerste moties in dien zin, dat zij
alleen zou geiden voor de onderwij
zers, werd na een langdurige en vaak
heftige discussie verworpen met 34
tegen 4 stemmen (vrijz. dem.)
Daarna kwam aan de orde een
voorstei-Den Hertog om het bezit van
de hoofdacte al3 eisch voor de aan
stelling tot onderwijzer te doen ver-
va'ltn.
De heer Den Hertog lichtte zijn
denkbeeld uitvoerig toe. De bedoeling
van het voorstel is om Amsterdam
in de gelegenheid te stellen te kiezen
utt de beste jongere onderwijzers
zonder hoofdacte, opdat Amsterdam
niet haar toevlucht behoeft te nemen
tot de oudere doch dikwijls ook
minder goede leerkrachten.
Het denkbeeld van den heer Den
Hertog werd door meer sprekers
ondersteund, door anderen bestreden
en ten slotte aangenomen met 20
tegen 19 slemmen.
Identiteitskaarten aan postkantoren.
Bij Kon. besluit is vasrgesteld.dat
aan de postkantooren verkrijgbaar
zullen zijn kaarten ten behoeve van
de vaststelling van de identiteit van
dengene te wiens name zij zijn gesteld,
waar deze identiteit, overeenkomstig
de wettelijke voorschriften ter zake
van de posterijen, telegrafi: of tele
fonie, den dienstdoenden ambtenaren
moet blijken. De kaart moet zijn
voorzien van een deugdelijke afbeel
ding, een korte omschrijving van het
uiterlijk, alsmede van de handteeke-
ning van hem, te wiens name zij, bij
voldoende gebleken gebleken identi
teit, zit worden gesteld. Dé kaart is
geldig gedurende een jaa', aanvan
gende met den dag van afgifte. Voor
de uitgifte van elke kaart is een recht
verschuldigd van f 0 50, te voldoen
doot een op de kaart te hechten
frankeerzegel. Het rijk is niet aan
sprakelijk voor schade, door het uil
geven van een kaart of door het ge
bruik of misbruik daarvan ontstaan.
De directeur-generaal der posterij
en en telegrafie zal het model van
bedoelde kaarten vaststellen en voorts
de voorschriften ter uitvoering van
het in dit besluit bepaalde, en tijd
stip waarop de kaarten het eerst ver
krijgbaar zullen zijn.
Raden en Ziektewet.
De Centrale Bond van Transport
en Havenarbeiders, te Rotterdam,
betuigt in een adres aan de Tweede
Kamer, sympathie aan het adres van
het Ned. Verbond van Vakvereni
gingen, dat, naar men zich herinnert,
te kennen gaf, dat de Nederlandsche
arbeidersklasse veie en belangrijke
wijzigingen noodzakelijk en dus zeer
gewenscht acht in de wetsoniwerpen
Radenwet en Ziektewet.
Adr. brengt als vertegenwoordiger
zoo zwaar beproefd zijn, zullen het
moeten aanzien, hoe alle vreugde,
alle levenslust van je verdwijnt?"
„Neen, ik zal thans niet meer zoo
aan mij zelf toegeven, mijn treurig
heid bestrijden en de kracht vinden
weer recht vroolijk te zijn, verzekerde
Hildegard, doch slechts een onbe
schrijflijk weemoedig glimlachje kwam
te voorschijn. Dat scheen zij zelf te
voelen, want zich spoedig afwendende
ging zij naar de kleine, ouderwetsche
secretaire, begon ijverig te schrijven
en overhandigde toen den brief aan
de grootmoeder met de woorden:
„Voor Haraid",
Diep bedroef! verliet de oude het
vertrek en zccht haar zoon, vond
hem echter niet en ging den tuin in
daar ontmoette zij hem.
„Gij behoeft mij niet: te vertellen;
ik stond aan het geopende venster en
heb alles gahoord", begon hij ruw en
met heesche s'em. „Geef den brief
maar hier; ik zal hem bezorgen".
„Gij zijt toch niet boos op haar
vroeg de moeder, want er lag een
zekere woestheid in zijnblik.
„Op haar niet, maar op de hoo-
v aardige zottin van het slot, oie mijn
van een bedrijf, waarin duizenden
losse arbeiders hun brood moeten
zoeken, zeer bijzonder den wensch
omtrent de opheffing van de uitslui
ting der losse arbeiders onder de
aandacht van de Kamer.
Bouw van een koopvaardijschip op
de marinewerf.
Naar het „Hbl." van welingelichte
zijde verneemt heeft te conferentie,
gehouden tusschen minister Colijn,
den hoofdingenieur en den heer
Goedkoop, directeur van de Ned.
Scheepsbouwmaatschappij, een zoo
dmig resultaat gehad, dat de minister
na afloop aan de vertegenwoordigers
der werklieden kon raededeelen, dat
de mogelijkheid bestaat dat op de
marinewerf voor particuliere rekening
een schip zal worden gebouwd, dat
vermoedelijk daaromtrent heden aan
de we küeden zekerheid zal worden
verschaft en dat, indien deze onder
handelingen slagen, het ontslag der
werklieden, althans voorloopig, ge
heel zal zijn voorkomen.
Ook met het Tweede Kamerlid
voor Amsterdam II den heer J. R.
Snoeck Henkemans, heelt de minister
een onderhoud gehad.
Met angst hadden de bestuursleden
der vereeniging „Middelburg Vooruit"
de laatste dagen van de vorige week
naar de lucht, naar de barometers
en naar de weervoorspellingen ge
keken, omdat voor het welslagen van
het eerste door haar georganiseerde
feest zooveel afhing van het weer.
Maar met een verlucht hart keken
allen, die by het festival betrokken
waren of die dachten daarbij zich te
amuseeren naar het voorjaarszonnetje
dat gisterenmo'gen door de gordijnen
hunner slaapkamer gluurde. Zeker er
woei wel een frisch w'nije, maar
men zou wel een groste nurks moe
ten zijn om nog over het weer te
mopperen.
Reeds om acht uur verzamelden
zich op de Markt een paar honderd
menschen, die, voorafgegaan door
„Vooruitgang is ons S'reven" van
Souburg, naar de Loskade trokken,
waar dit gezelschap tot kwart over
negen het eerste concert gaf.
In den loop van den morgen brach
ten treinen, trammen, booten en an
dere vervoermiddelen duizenden feest
gangers naar de stad en een groot
deel begaf zich naar het Schu'ters-
hof, waar het muziekgezelschap „De
Vereenigde Werklieden" van Terneu-
zen een alleszins prijzenswaardig
concert gaf, waarbij bleek over welke
goede solisten dit gezelschap beschikt.
Om omstreeks elf uur vereenigde
het bestuur en de commissaris
kind den giftigen doorn in het hart
heeft gedrukt. Mocht ook zij eens
ondervinden, hoe het een mensch te
moede is, wanneer hij beeft voor het
dierbaarste, wat hij bezit".
Maak je nu niet nog meer opge
wonden, dat verandert niets, ver
maande de moeder.
„Zeker niet. Ik geloof, dat daar
ginds achter het blauwe uitspansel
toch niemand is, die zich bekommert
om heigeen hier beneden gebeurt,
anders kon niet den een steeds wor
den gegeven en den ander ontnomen."
„Stil Hansl Zulke golslasterende
woorden wil ik niet hooren. Wat zou
er van mi) geworden zijn in den
langen, moeilijken tijd, wanneer ik het
geloof had verloren en de hoop, dat
de Almachtige toch alles ten goede
keert
„Ik hoop niets meer", antwoordde
hij somber. „Duidelijk staat het
rog voor oogen vreeselijk dui
delijk hoe alles zal gaan. Het
verdriet is een onbarmhartige wurg-
engelvoor de tweede maal heeft
hij zijn offer op den „Edelhof" ge
kozen en laat het niet los. Onze
machteloosheid verwenschende, zien
sen van „Middelburg Vooruit," welice
jonge vereeniging thans reeds ruim
700 leden telt, de besturen en direc
teuren der deelnemende gezelschap
pen voorzoover reeds aanwezig in de
g'oote zaal.
De heer W. F. J.van der Sluijs, voor
zitter van de feestvierende Vereeni
ging, nam hier het woord en heette
allen welkom. Het deed spr. genoegen
dat zoovelen aan den oproep tot deel
name gehoor hebben gegeven, en
hij hoopte dat de kennismaking met
de jonge vereeniging een aangename
moge zijn. De deelname verheugde
hem daarom zoo, omdat op meerdere
plaatsen in Zeeland een festival werd
gehouden.
Slechts 4 muziekgezelschappen,
die toezegden te zullen komen, waren
verhinderd, voornamelijk door ziekte
van meerdere leden.
Toch namen nog deel 12 muziek
gezelschappen, 8 zangverenigingen
en 1 turnvereniging er.aan deel.
Het speet spr. dat niet meer bui
tenlandsche vereenigingen opkwamen,
maar behalve de zangvereniging
uit Brussel, is aanwezig een buiten
lander, die zich bijzonder interesseert
voor het Terneuzensch muziekgezel
schap, hem bracht de voorzitter een
specialen welkomsgroet.
Deze toespraak werd met luid ap
plaus begroet, waarop de eerewijn
werd aangeboden.
Te half een had in de Rijschool
de repetitie plaats van het ensemble
nummer en werd daar vervolgens de
stoet, beslaande uit al de deelnemende
gezelschappen opgesteld, die door een
hossende en joelende menigte en
tusschen een aaneengesloten haag van
menschen naar de Markt trok, alwaar
de uitvoering van de in 1898 door
den heer Jan Morks gecomponeerde
wij aan hoe hij zyn werk der vernieti
ging voortzet en dan wordt op zekeren
dag een nieuw graf gegraven, onze
schat wordt er in neergelaten, de wind
speelt met de bloemen, die den
heuvel bedekken en alles gaat
zijn ouden gang, alsof er niets was
gebeurd. O, God, daaraan te denken
Wanneer het kind sterft, heb ook
ik niets meer te doen op deze
wereld".
„Wees kalm, Hans", verzocht de
oude vrouw. „Nog is er geen reden
voor zulk een vrees."
„Wij weten het beiden; Hildegard
is niet meer te redden, en ik even
min. De ellende neemt geen einde,
wanneer de waarheid niet aan het
licht komt. Maar zij zal aan het
licht komen, al moest ik mijn leven
ook ten offer brengen, om te bewijzen
dat ik geen brandstichter ben 1 Geen
vreemdeling kon in het park komen,
want de poorten waren gesloten.
Welnu, dan moest hij, die den brand
heeft aangestoken, in het slot zelf
wonen.
(Wordt vervolgd)