Zaterdag
18 Al ei
SCHOOLGELD.
Feuilleton.
Haat en Smart.
Fo. 117.
50e Jaargang.
1912.
BINNENLAND.
VLISSINGSCHE COURANT
Prijs per drie maanden L30. Franco per post l.SO.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij de Uitgevers
Firma F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58.
m
ADVERTENT1ÊNvan 1—4 regels 0.40. Voor eiken regsl
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie, wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Qroote
Setters en clichés naar plaatsruimte.
Verschijnt dageüjks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen. TELEFOONNUMMER 10. Pstionnements-Hdosrtentiën op zeer ooord@§iige oooru/aardsn
UI.
De oplossing is dus te vinden door
de verordening zoo in te richten dat
Ie het schoolgeld geëvenredigd worde
aan de draagkracht en 2e de kinderen
geplaatst kunnen worden naar aanleg.
in het slot van het voorafgaande
artikel beloofde ik u eenige bijzon
derheden teneinde het beeld eener
dergelijke heff ng duidelijker te maken.
Vooraf echter nog dit, of het ook
te billijken zou zijn, indien over het
algemeen genomen bij zulk een rege
ling iels meer van de ouders werd
gevergd.
Mijns inziens, ja, mits binnen de
grenzen van ieders draagkracht, want
ieder krijgt voor 't betaalde méér
waarde, méér recht op beter onder
wijs, ieder krijgt voor zijn kind(eren)
een betere levenskans. Dit geldt na
tuurlijk in hoofdzaak hen, wie het
tot heden voor U. L. O. gevorderde
schoolgeld ie hoog was. Wat die
ouders betreft welke dat voorrecht
voor hunne kinderen nu reeds konden
betalen geldt alleen dat zij, waar zij
toch nooit den kostenden prijs betalen
en altijd dus nog iets cadeau krijgen,
kunnen en moeten betalen naar mate
hunner middelen. Dit nu wil niet
zeggen, dat evenredig schoolgeld van
allen meer moei vorderen of zal vor
deren kleine inkomens zullen stellig
worden ontlast, maar ik heb alleen
even voorop willen zetten, dat de
verkregen tegenwaarde grooler is,
zoodat een verhooging ais contrapres
tatie niet geheel en al ongerijmd zou
zijn.
Nu de beloofde bijzonderheden.
Als het schooigeld zoo wordt ge
heven, dat beginnende met een gering
bedrag (bij voorbeeld 3 of f4) voor
een kind, waarvan de ouders zijn
aangeslagen in de ie klasse van den
Hoofdelijken omslag, dat bedrag voor
elke volgende klasse iets stijgt (bij
voorbeeld éen gulden of een daalder)
totdat het maximale schoolgeld is
bereikt dan is er sprake van evenredig
schoolgeld.
Stelt de verordening vast, dat voor
die bedragen, elk kind, dat voldoenden
aanleg en voldoende kennis bezit,
ook het U. L. O. en M. U. L. On
derwijs kan volgen, dan is aan de
vroeger gestelde finantiëeie en sociale
eischen voldaan.
Maar als twee gezinshoofden
zijn aangeslagen in dezelfde klasse
van den Hoofdelijken omslag, dan
zijn ze daarom nog niet beiden finaii-
tiëel even sterk (aangenomen, dat de
aanslag juist is, wat ook dikwijls niet
het geval is, maar dat erbuiten ge
laten.)
A. heeft 800 inkomen en 1 kind,
B heeft f.950 inkomen en 4 kinderen
—o—
48.)
„Doch altijd is het een beginsel
geweest van de Vrijheeren von Ho-
henfels om niet naar den schijn te
oordeelen, vooral niet waar het vij
anden betreft. Met opzet heb ik
daarom in mijn verklaring alles ver
meden, wat den schijn van haat kon
hebben en heb ik er op gewezen,
hoe de mogelijkheid, dat de aanklacht
ongerechtvaardigd was, nog altijd niet
was uitgesloten. Niemand heeft hem
immers de daad zien plegen. Dat een
vrijspraak is gevolgd, verheugt mij
om de beide vrouwen, die met doods
angst in de toekomst zienhaar is
het vreeselijke bespaard. De arme
kleine Hildegard
„Spreek niet van haar. Ik zou bijna
niemand kennen, die mij onaangena
mer is dan dit meisje, dat met haar
onschuldig gezicht en het zwaarmoe
dig gebogen hoofd een viooltje schijn^
beiden staan dus in dezelfde klasse
der belasting. C met 6 kinderen op
school en f1050 inkomen verkeert
in hetzelfde geval. Als het evenredige
schoolgeld voor die klasse bij voor
beeld f9,60 bedraagt, dan zou A
f 9,60, B f38,40 en C 57,60
schoolgeld moeten betaten. En nu
spreekt het vanzeif, dat de i 9,60 voor
A geen, de f57,60 voor C wel een
bezwaarlijke belasting uitmaken.
Daarom zal het noodig zijn aparte
maatregelen te treffen t.n einde
grootere gezinnen te ontlasten. Welke?
Laat eens zien welke wegen daartoe
openstaan zonfer te vervallen in
willekeur.
Ter ontlasting van groote gezinnen
zou men twee middelen kunnen toe
passen. Ten eerste vermindering voor
meerdere kinderen uit één gezinnu
reeds wordt 25°/o vermindering toege
staan, maar men zou op dien weg
verder kunnen gaan, door bijvoorbeeld
voor 't 2e en 3e 25%, voor 't 4e
en volgende eene grootere verminde
ring toe te staan, ten einde zoodoende
gezinnen met meer dan 3 schoolgaan
de kinderen verder te ontlasten. Ten
tweede zou in de verordening kunnen
worden vastgelegd een zeker maxi
mum, zoodat bij voorbeeld voor het
6e en volgende kind geen schoolgeld
zou behoeven te worden betaald.
Ook zou zoo'n maximum verander-
lijk kunnen worden genomen, d. w. z.
lager vcor de mindergegoeden, hooger
voor de beter bedeelden.
Dit is misschien niet duidelijk ge
noeg. Laat ons a's voorbeeld nemen
de A. B. en C. van daarstraks. Stel
dat voor het 2e en 3e kind 25 pC'.
en voor de volgende 50 pCt. vermin
dering wordt toegestaan. A, betaalt
gewoon f. 9 60B (1 7s)
X 9,60 f28.80 (in plaats van de
bovengenoemde f38.40) C (1 s/4
Va l/> Va)X f 9.60
f38.40 (in plaats van f 57.60),
Door deze bepaling zijn dasB. en
C. ontlast, C. in grootere mate dan
B. Nu komt evenwel nog eene bepa
ling dat het gezamenlijk bedrag der
schoolgelden een zeker maximum,
bij voorbeeld 3l/s maal het volle
schoolgeld, niet mag te boven gaan.
Hiervan profiteert B niet, maar Cwel
deze behoeft dan niet meer te betalen
dan 37, X 9,60= f33,60 (inphats
van f 38,40 of f 57,60.)
Nu heb ik een vierden persoon
noodig. ik stel u voor D., vader van
6 kinderen aangeslagen in een lage
klasse. (Schoolgeld f4 80 per kind).
Die zou volgens het voorgaande moe
ten betalen 37, X f4.80 f 16.80
(in plaats van f28,80) Wil men nu
dezen D. verder ontlasten dan zou
men een veranderlijk maximum kun
nen stellen, zóó dat deze bij voor
beeld niet meer dan 3 (des noods
en toch met de grootste geslepenheid
weet te handelen. Zulke wezens
specu'eeren zeer handig. Door een
roerende komedie krijgt men steeds
meer dan door een eerlijk open op
treden."
„Gij spreekt met een bitterheid, die
mij verbaast."
„Omdat ik een onweerstaanbaar
verlangen koester, om ieder huiche
laar het masker af te rukken."
„Dat was ook altijd mijn streven.
Dat reine lieve kind miskent gij ten
eenenmale."
„Gij zult mij moeten toestaan, dat
ik bij mijn meening blijf. Zullen wij
ook geen bloemen naar den „Edelhof"
sturen, opdat den terugkeerende een
waardige ontvangst wordt bereid
„Ik verzoek u thans ernstig, niet op
dezen toon te vervolgen. Op zulk een
harde proef moet gij mijn geduld
niet stellen. Liet Rainer zich werke
lijk tot zuik een misdaad meeslepen,
dan moet hij erkennen, dat de trek,
dien hij my speelde, zijn eigen hoofd
nog gevoeliger heeft getroffen. Hoe
mij het verlies ook trof toch ben ik
noch in mijn aanzien geschaad, noch
verarmd, ik blijf wie Ik ben, eenge-
2Va) keer het voile schoolgeld ver
schuldigd is. Vindt men het niet zoo
noodig de groote gezinnen uit de
hoogere klassen te ontlasten dan kan
daar het maximum hooger, bij voor
beeld op 4 maal het voile schoolgeld,
worden gesteld.
Vaders respectievelijk van 1, 2, 3,
4, 5, 6 of 7 kinderen zouden bij onze
veronderstelde regeling dus gemiddeld
per kind betalen
le. In de klasse van f4.80(maximum
2% X): 4.80; f 4.20f 3 60
f 3; f 2 40; f 2; f 1.72.
2e. in de klasse van f 9 60 (maxi
mum 37, X)f 9.60f8.408
7.20; f 6.72-, f 5.60 en 4.80.
3\ In de klasse van f30 (maxi
mum 4 X)- 30; f 26.25; f 25;
f 22 50f 21f 20 en 11.15
Ik hoop dat het u, lazers, duidelijk
is hoe door le toenemende vermin
dering voor meerdere kinderen uit
een gezin, 2e vaststellen van een (al
of niet) veranderlijk maximum, groote
gezinnen kunnen worden ontlast zon
der dat van de lijn van de bedoeling
wordt afgeweken, zonder dat aan het
begrip van evenredigheid afbreuk
wordt gedaan.
Nu nog iets over de invordering.
't Schoolgeld naar draagkracht lijkt
in velerlei opzicht op een be'asting.
(Schooibelasting bestaat trouwens
in andere landen al lang), Wat is er
tegen om het per aanslagbiljet in 12
maandelijksche termijnen vervallende,
invorderbaar te stellen. Ook dit is
niet nieuw, wat is nieuw onder de
zon Er zijn in ons land plaatsen
waar schooige'd zoo wordt geïnd.
ik hoop dat u een beeld hebt ge
kregen van wat.een schoolgeldheffing
zou kunnen zijn en laaf aan u, mijne
lezers, over de vergelijking te maken
tusschen wat is en wat wil ik hopen
(ik hoop, dat gij zeggen zultwillen
wij hopen) binnen niet te langen
tijd ook hier komen zalevenredig
schoolgeld, democratiseeriqg van het
lager onderwijs door gelijke ontwik
kelingskans voor alle kinderen.
Nóg een opmerking, naar aanlei
ding van het bijschrift der redactie
bij mijn eerste artikel. Nieuwsgierig
heid (wie of het wel zou geschreven
hebben) is een ondeugd, weetgierig
heid een deugd.
De redactie staat mij toe alsnog
inkomende vragen te beantwoorden.
De naam van eventueeie vragers blijft
natuurlijk een geheim tusschen redac-
rie en mij.
Tweede Kamer.
De Kamer heeft Woensdag voort
gezet de spoorweginterpeliati e van
den heer Treub.
acht en rijk man. Hij heeft echter een
brandmerk op zich gedrukt, dat hem
maakt tot een gemeenen paria. En
iaten wij nu de zaak laten rustan
Op de plaats van het paviljoen zal
spoedig een ander gebouw verrijzen
en aan een nauwkeurige bewaking
zal het niet ontbreken. Maak u daar
over geen zorgen. Gij hebt ongelijk
verwijten tot mij te richten. Niets gaat
mij meer ter harte dan uw welzijn
en nooit ben ik gelukkiger, dan
wanneer ik uw werschen kan ver
vullen. Doch bij aangelegenheden
zooais deze, volg ik mijn eigen wil
als richtsnoer en tevergeefs zal men
beproeven daaromtrent invloed op mij
uit te oefenen."
Hij kuste haar rp het voorhoofd en
ging in den tuin. Bleek als marmer,
de lippen stijf op tl kaar geklemd,
bleef Constance bewegingloos staan.
Dombrowsky, die dit tooneel had
bijgewoond, zonder in het geringste
te verraden, dat zij het opmerkte,
trad thans plotselii g nader en zei
„Ik moet Gisbert gelijk geven. Het
zou belachelijk zijn, wanneer hij, den
man op rijpen leeftijd en van erva
ring, zijn besluiten afhanke'ijk ioü
Minister Kolkman verklaarde 't in
hoofdzaak eens te zijn met de cijfers
van het rapport der staatscommissie.
Wei meende de minister dat de
commissie de afschrijvingscijfers te
veel heeft aangedikt.
De minister wees er op dat tegen
over de waardevermindering bij de
spoorwegen te wijzen valt op licht
punten ais op de welvaart ten gevolge
van onze spoorwegexploitatie en op
de bronnen van andere bsdrijfsin-
komsten. Voor onmiddellijk ingrijpen
bestond z. i. geen reden.
De minister van waterstaat sprak
in gelijken geest. Hij bestreed de
pessimistische beschouwingen van
den heer Treub over de spoorweg-
uiikomsten en protesteerde tegen de
critiek van den heer Treub op de
samenstelling en de praestatie van de
staatscommissie, een critiek, welke
volgens den minister voortsproot
uit het berijden van het stokpaardje
der staatsexploitatie door den heer
Treub. Gestreefd dient er echter te
worden naar een gezond stelsel van
afschrijving, opdat de staat bij even
tueeie naasting niet meer zal betalen
dan de werkelijke waard?.
De heer Van Doorn bestreed even
eens het betoog van den heer Treub.
Een Ministerie van Lands
verdediging
Het zal allicht menigeen zijn op
gevallen, dat het ontslag uit zijn
ministerieels functie, aan den vice-
admiraal Wentholt verleend, om zoo
te zeggen dadelijk is gevolgd op het
daartoe door hem gedaan verzoek.
Gemeenlijk verloopt daarover langer
tijd en meermalen zelfs kwamen
ontslag van een minister en benoe
ming van diens opvolger gelijktijdig
in de „Staatscourant".
Uit de vlugge behandeling der
ontslagaanvrage dit keer blijkt dus
wei duidelijk, dat in die enkele dagen
niet naar een nieuwen bewindsman
voor marine is gezochh En we
meenen te weten dat zulks ook na
den datum der ontslagverlening is
gerchied.
Inderdaad schijnt, nu de heer Colijn
eenmaal de portefeuille van marine
ad interium overnam, voorshands
niet te zullen worden gestreefd
naar het vinden van een nieuwen
titularis.
Het zou ons geenszins verwonderen,
zegt de „N. O.", wanneer de reden
hietvan zal blijken gelegen te zijn in
de omstandigheid, dat thans ernstig
de mogelijkheid onder de oogen
wordt gezien, om 't departement van
marine ais zoodanig op te heffen,
door het met dat van oorlog samen
te smelten tot een ministerie van
landsverdediging.
maken van uwe toestemming.®
Met toornïgen blik wendde Con
stance zich om en bittere spot lag in
haar woorden. „Gij scheenf weinig
op ons gesprek te letten doch het
is waar - voor krenkingen, welke
ik ontvang, hebt gij altijd een fijn ge
hoor. Daarom zal het u zeker hebben
verheugd, dat de zaken zulk een keer
hebben genomen."
„Ik verheug mij niet, doch ik zou
u willen waarschuwen om uw haat
tegen Hildegard niet al te duidelijk
te toonen", antwoordde Alexandra
lakoniek.
„Nog eensik wil niets meer van
dat meisje hoorenstoof de jonge
vrouw op. „Moet dan de gansche
wereld over haar spreken?"
„En daar het toch geschiedt, welke
voorzorgen zou ik moeten nemen
Waarom zou ik mijn gezindheid
moeten verbergen?"
„Omdat gij u zelt zoudt kunnen
verraden. Kalm bloed, lieve Constance,
kalm bloed. Zie, men mag over
Rainer denken, zooals men wil, doch
niemand kan de arme kleine verden
ken, dat zij hem bij zijn nietswaardige
daad heeft geholpendaarom moet
Dr. P. J. H. Guypers.
Dr. P. J. H. Cuypers, de nestor der
Nederlandsche bouwkunstenaars, vier
de gisteren zijn 85en verjaardag. Te
dier gelegenheid is het laatste num
mer van het Orgaan der Nederland
sche Baksteenfabrikanten „Klei" ge
heel aan hem gewijd.
Wij nemen er het volgende uit
over
Petrus Josephus Hubertus Cuypers
werd den 16en Mei 1827,alsde jongste
der negen kinderen van joannes
Hubertus Cuypers en Joanna Marie
Bex, te Roermond geboren. Na de
Latijnsche school in zijn geboot t ;p!aa!s
doorloopen te hebben, bezocht hij de
Academie a van Schoone Kunsten ie
Antwerpen en verwierf in 1849 den
„prix d'excehetice" en het architecten
diploma. Door talrijke reizen in het
buitenland hij bezocht schier alle
landen van Europa breidde hü
zijn horizon uit en ontwikkelde hij
zijn kunstzin-
In 1853 s ichtte hij te Roermond
zijn atelier voor beeldhouwkunst,
waar hij zelf ariisten vormde en
hetwelk de grondslag is geworden
van de thans zoo bloeiende kunst-
werkpiaatsen Cuypers en Co., waar
belangrijke onderdeden voor veie
groote bouwwerken worden vervaar
digd en die tevens een kweekschool
voor kunstenaars in verschillende
branches mag genoemd worden.
Tot 1864 bieef Cuypers ais archi
tect te Roermond gevestigd; toen
bracht hij zijn domicilie naar Amster
dam over, werd ieeraar aan de Nor
maal- en de Kunstnijverheidsschool,
aldaar, en architect van de Rijksmu-
seumgt bouwen. Tevens was hij mede
oprichter van de Quellinusschool. Van
1891—'96 was hij gemeenteraadslid
in de hoofdstad, doch sinds den dood
zijner vrouw heeft hij opnieuw Roer
mond tot woonplaats gekozendik
wijls echter vindt men hem op het
bouwkundig bureau van het Rijks
museum te Amsterdam.
Meermalen genoot dr. Cuypers de
eer, door de Nederlandsche Regeering
te worden benoemd tot gedelegeerde
naar het jaarlijksch internationaal
congres van architecten. Begin vorig
jaar maakte de in zijn hoogen ouder
dom nog zoo krasse kunstenaar, die
geen vermoeienis schijnt te kennen,
zelfs in het hartje van den winter een
reis naar Rusland en bezocht o. a.
Petersburg, Moskou en Warschau.
Dr. Cuypers, die zijn doctoralen
graad eersiialve in 1855 van de uni
versiteit te Utrecht verwierf, heefteen
harden strijd moeten voeren. Hij
voelde zich aangetrokken tot de ar
chitectuur der midden eeuwsche ge
wijde bouwwerken de Germaansche
of Gothische stijl vond bij hem hooge
waardeeringvan de Renaissance
nam hij eveneens het zijne over. Hij
verbittering uit een andere oorzaak
ontstaan. Gisbert zag reeds verbaasd
op. Hij verstaat het scherpe gevolg
trekkingen te maken en zou wanneer
hij zich verschillende omstandigheden
herinnert, licht de ware oorzaak van
uw buitergewone opgewondenheid
kunnen ontdekken."
„Wat meent gij vroeg Constance
op ijskouden toon, die geheel in
tegenspraak was met 't beven van hare
lippen en het fonkelen harer oogen.
Alexandra legde haar groote bieeke
hand op de borst van haar nicht.
„Dat het daar binnen nog altijd niet
rustig wil worden", antwoordde zij.
„De booze geesten van ijverzucht en
gekrenkte eigenliefde zijn moeilijk te
verbannen. Zij sleuren een arm, heet-
bloedig menschenkind mede in hun
dollen dans en draaien rond, tot het
door een duizeling wordtaangegrepen,
den vasten grond onder de voeten
verliest en den toeschouwers een
belachelijk tooneel aanbiedt. Daarom
tijdig naar een steun gegrepen en
deze is de trots. Hij drijft alle demo
nen weer terug in de duistere diepten
der ziel, welk ook niet de scherpste blik
kan onderzoeken," (Wordt vervo'gd.)