29 April Maandag Dit naininer bestaa) oit2bladsn Dichter bij U. Feuilleton. Haaf en Smarf. No. 101. 50e Jaargang. 1912. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen. Brieven aait de jiofsfad VLISSINGSCHE COURANT Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij de Uitgevers Firma F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58. ADVERTENT1ÊNvan 1—4 regels ƒ0.40. Voor eiken regil meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie, wordt de prijs slechts twee maal berekend. Qroote letters en clichés naar plaatsruimte. TELEFOONNUMMER 10. fè&onnsmerrês-fldwsrtenfiën op zeer uoordeeiige voorwaarden Evenals na de verklaring van den oorlog van 1870, eensklaps een tot dusver half onbekend volkslied een ontzaglijke populariteit verkreeg, zoo verkrijgt thans ook zekere populariteit een roerend godsdienstig lied, waarvan de melodie aangeheven werd op het oogenblik dat de ongelukkigen die zich na de ramp nog op de „Titanic" bevonden, met dit zeekasteel in de diepte van den afgrond der zee ver dwenen. Dit feit heeft een soort van wijding aan deze tragische gebeurtenis gege ven maar het is, het hooge woord moet er ook uit, slechts een valsche wijding, waardoor wij ons niet op een dwaalspoor mogen laten leiden en waardoor wij inderdaad gevaar ioopen om datgeen uit het oog te verliezen, waarop deze ontzettende gebeurtenis zoo sprekend wijst. De muziek toch, van welken aard die ook moge zijn, en dit ziet dus ook wel degelijk op de bovenbedoelde muziek, is niets anders dan een deel van de ontzaglijke luxe, die op de drijvende zeekasteelen heerscht. Die zeekasteelen zijn middelen van ver voer; maar ze zijn meer, namelijk middelen om geld te verdienen en middelen van concurrentie. Het middel om veel geld te verdienen bestaat in het verschaffen van een overmatig weelderige levenswijze aan menschen die gedurende eenige dagen niets te doen hebben, en daarom de weelde, die zij betalen kunnen, ook wel ge nieten willen. De concurrentie bestaat hierin, dat geen maatschappij beneden de andere durft blijven. Zij concurreeren daarom letterlijk in het beste eten en drinken en de beste genot- en afleidingsmid delen, die men den passagiers zal kunnen voorzetten. Menschen van ondervinding verhalen echter dat ze het gelukkig vonden dat het niet langer duurde, want dat ze het op den duur niet zouden hebben kunnen verdragen maar men wordt verlokt om mee te doen, daar de ruimte zoo beperkt, de afwisseling zoo gering is, zoodat elke maaltijd als een fees telijke gebeurtenis wordt begroet. Wij lazen onlangs de beschrijving van een Duitsche zeestoomer, waarin zeven keukens door electrische liften ver bonden waren. Men duizelt bij de opsomming der ontzaglijke hoeveel heden fijne eetwaren en wijnen, die o 32.) De lamp vulde het behoorlijke vertrek met een tooverachtige sche mering en goot een matten, rozen- kleurigen schemer over de schouders en armen der schoone slaapster. HOOFDSTUK VIII. Graaf von der Lauen en Herald von Camory waren thans dikwijls gasten op „Hohenfels" van zijn kant deed ook de graaf menigvuldige uitnoodigingen, zoodat er spoedig een levendig verkeer bestond tusschen de bewoners dér omliggende ridder goederen. Gisbert kon niet weigeren aan deze gezelligheid deel te nemen en zoo bracht iedere dag freule von Arnheim in de nabijheid van Herald en zij voelde, hoe de hartstocht haar meer en meer meester werd. Of hij dicht bij was of verre, altijd straalden zijn oogen haar tegen en wekten een op de reis worden meegenomen voor dit drijvende dorp, door vierduizend menschen tijdelijk bemand. Tijdelijk want het is volstrekt onzeker, of deze duizenden het oord van bestemming zu'len bereiken, dan wel of ze, in een wellicht ondeel baar oogenblik, van al de weelde van dit vroolijke wereldsche leven, in het wijde graf, dat onder hen gaapt, zullen worden verplaatst. De groote waarheid, dat ook het fraaiste en beste schip tot op zekere hoogte een drijvende doodkist is, kan nie mand wegnemen of verminderen. Dit onderscheid met vroegere toe standen is alleen hierin gelegen, dat men voorheen zich den ernst van het oogenblik steeds bewust was en dat men tegenwoordig al het moge lijke doet om de menschen te doen vergeten dat er inderdaad gevaar dreigt. Onophoudelijk lekker eten en drinken, muziek, zang, bloemen, moeten daartoe meewerkenmaar wat blijft er op die wijze van den ernst des levens over Neen, op die wijze wordt het leven een leugen en dat mag het nimmer zijn. Van het leven voor eeuwig af scheid te nemen met een godsdienstig lied op de lippen, is een verheffende gedachte. Het Nader, mijn Mod, bij U U naderbij Zij ook de weg daartoe Een kruis voor mij is meer dan verheffend op zich zelf. Maar wanneer dit lied is een deel van een programma, een bij drage om het leven wat opwekken- der, wat weelderiger te maken, en op die wijze ook een middel om de menschen zoo lang mogelijk het ge vaar te doen voorbijzien, tot eens klaps, tot aller ontzetting, de onbe kende hand het „mene, mene, tekal upharsin" op den wand komt schrij ven, waar blijft dan dat verheffende In die omstandigheden is het gods dienstig lied een blinddoek en een leugen en het is geheel in strijd met de menschelijke natuur, dat bij zulk een overgang, zulk een ontgoocheling het hart kalm zal kunnen getuigen, Schoon op mijn pelgrimspad De zon verdwijn, Rustplaats voor 't moede hoofd Een steun moog zijn In U verheug ik mij. 't Is er verre van verwijderd, dat men zijn leven daar, inderdaad een kunstmatige pleziertocht, als een pel grimstocht zou beschouwen en het is een diep treurige waarheid, dat al het mogelijke wordt gedaan om den ernst ver te houden en de zorgeloos heid te doen heerschen. Zal het op die wijze blijven door gaan? Wij vreezen er voor, indien geen krachtige maatregelen genomen worden, en wanneer de aandrang zee van gloeiende wenschen in haar borst op. Constance bezat echter genoeg zelfbeheersching ora het innige ver langen en de benauwende angst te verbergen voor profane blikken. Slechts den Vrijheer en Alexandra kon zij niet om den tuin leiden, of schoon zij in geen geval zich in het oogvallend met Herald bezig hield. Wanneer het toeval hun een kort samenzijn toestond, klonk haar stem week en zachtdan scheen zij plot seling eene gansch andere te zijn geworden. Camory bemerkte dat wel, doch hij dacht er nauwelijks over, of het een coquet spel was, of het met kracht losbarstte van een diep gevoel. Het vleide hem, door haar voorgetrokken te worden. Haar over moedige luimen, exenirieke stellingen en zonderlinge inzichten hielden zijn belangstelling gaande en lieten geen plaats voor verveling en eentonig heid. Het onderhoud met'haar geleek een schitterend, bontgekleurd vuur werk; als raketten volgden elkaar de geestrijke en geestige invallen en daarom zocht Herald het gezelschap van Constance, bewonderde hij het daartoe niet uitgaat van hen die ge woon zijn, zich ter zee te bewegen. Er wordt nu een uitgebreid onderzoek ingesteld, waarbij vee! aan het licht komt en natuurlijk vee! niet aan het licht komtmaar tot zekere hoog'e laat dit onderzoek ons koud, daar het niet noodig is om de overtuiging te vestigen, dat de passagiers op mo derne zeereizen ten bate der maat schappijen worden geëxploiteerd en aan deze exploitatie de beste be langen worden opgeofferd, 't Is alles klatergoud, waarmee men de dingen bedekt en feitelijk is iedere beweging in staat om de passagiers nader te brengen aan een gruwelijk einde, terwijl de muziek speelt, wat leven moet in elke menschenziel, maar daar een leugen is Zóó voert mij ied're tred Nader bij buis. Al wat Gij inij bereidt; Voorspoed of Kruis. Vaische schijn is maar al te zeer het kenmerk van het nieuwere leven en het is dringend noodzakelijk, juist door de nieuwere wereldrichting en wereldbeschouwing, dat ons leven meer met waarheid en oprechtheid en met den ernst ervan in overeen stemming worde gebracht. Er is waarlijk genoeg dat ons aftrekt van roeping en plicht, en het is eenvoudig schandelijk, dat een ellendig egoïsme in den hatelijken vorm van concur rentie, dat zoo gruwelijk in de hand werkt. De bekende ellende van een ouderwetsche zeereis was uit een zedelijk oogpunt ver t" verkiezen bo ven het tegenwoordige. De zeerei ziger had voorheen Ion naam van godsdienstig te zijn; in ieder geval zal hij ernstiger en meer waard zijn geweest. De ernstige zeevaarder is een nazaat van den grooten zeeheld, die bij alle gevaar en nood wel zorgde dat Ood en de levensernst niet ver geten werden, in een mond van een Michiel Adriaanszoon de Ruyter was het schoone woord geen leugen Dan, als de morgen daagt, Wekt mij Uw mond Uw vriendelijk aangezicht, Vreugde verkondt De raad onzer gemeente heeft dan voor de eerste maal vergaderd in zijn nieuwe tehuis en men kon 'tden heeren aanzien, dat 't best beviel. Zij zaten daar zoo echt knusjes bij el kaar, 't was krek een gewoon thee praatje. De verschillende verslaggevers echter zullen ook een herinnering be waren aan deze nieuwe raadszaal, zij 't dan ook een minder aangename. De vertegenwoordigers der pers toch zijn nu niet juist al te beleefd be handeld. meisje, doch zijn hart bleef koud en had geen deel aan die bewondering. Zij vermoedde de ontgoocheling niet, welke het noodlot voor haar, de gevierde, yerborg. Toch bevreemd de het haar wel eenigszins, dat Ca mory, wiens oogen dik wij is zulk een gloeiende taal hadden gesproken, nog steeds zijn liefdesbekentenis achter wege hield onophoudelijk zocht zij dan ook naar de reden daarvan. Duifde hij misschien niet Niemand wist iets met zekerheid omtrent zijn toestand Opschik ed rijkdom waren haar zelf altijd toegeschreven als het meest begeerlijk thans schatte zij beiden gering. Begreep hij haar dan niet? Twijfelde hij aan zijn geluk Waarom zu'k zwijgen Zeker, een onbewaakt oogenbiik was haar zel den gegund. Al ijd bevonden, óf de vrijheer, of Alexandra zich in de nabijheid. Wanneer zij eens eenmaal onbeluïsierd konden spreken, zou zij zeker de lang verwachte en gehoopte woorden hooren. Zoo dacht Constance en daar er geen gunstig toeval kwam wilde zij het zoeken. De heer von der Lau.n had weer Prachtige, officieele uitnoodigingen hadden de diverse organen ontvan gen om de raadzaal te komen be zichtigen. En op den bewusten mid dag en 't bewuste uur trokken de heeren er op af, vol goeden moed en goede voornemens om nu toch dien nieuwen zetel van de vroeden der vroeden eens „schoon" te „verslaan," waardig, zooais 't voor een nieuwe Haagsche raadzaal betaamt. Men belt niets te bekennen, belt weer en nog eens en nu komt er een schilder in witten jas, die de heeren opendoet. Vreemde ontvangst, komt echter nog meer Ook de nakomende journalisten wor den op gelijke wijze ontvangen en vonden 't allen vreemd. Zoo komt de een na den ander en allen vinden, dat de ontvangst wel wat mooier had kunnen zijn. Intusschen, de tijd staat niet stil. Minuut na minuut verloopt en allen vinden 'tten tweeden male vreemd, dat nog steeds niet een van de „hooge" oomes daar is, om de heeren te vergezellen op hun tocht door 't „nieuwe" huis. De tijd vliegt de heeren worden ongeduldig de tijd vliegt meer de heeren worden nog ongeduldiger en eindelijk is 't zoo laat, dat men maar besluit zelf een kijkje te gaan nemen, de „hoogen" zullen zoo dadelijk wel komen. De verslaggevers gingen dan zelf op onderzoek uit. Nu, dat was hun best toevertrouwd, 't „Vader land" en „Nieuwe Courant" keken dit, „Nieuwe Rotterdammer" en „Dag blad" dat af, „Avondpost" en „Betje" van de Haagsche stonden op den uit kijk. Toen men 'theele gebouw had ge zien, was nog niemand komen op dagen, dus besloot men maar de heele zaak dood te zwijgen Zoo was 't dus mogelijk, dat de heeren de potlooden, verschrikkelijke vak-wapenen maar weer opbergden. De diverse dagbladen hebben dan ook de loftrompet niet gestoken over 't heuglijke feit, dat de raad dan ein delijk een goed nestje had, om de zoo zorgvuldig door Burgemeester en Wethouders gelegde eieren uit te broeden en de kiekens op te fokken, als brave kloekhennen. Wij kunnen de heeren verslagge vers niet anders dan groot gelijk ge ven. Men toont den heeren 't best de ontstemming, door de heele zaak dood te zwijgen, want openbare protesten helpen m. i. niet. Daaraan hebben de menschen toch lak, als 't er op aan komt. 't Eenige was in 't onderhavige gevalnegeeren. De eerste zitting van den raad in zijn nieuw lokaal, leverde reeds di rect een vermakelijk en toch bedenkelijk incident op. Men weet een uitstapje voorbereid, gedeeltelijk per wagen, gedeeltelp te paard. Freule von Arnheim ging te paard mee. Zij wist, dat zij er op haar vurig ros bekoorlijk uitzag en aller blikken tot zich trok. Harald von Camory reed naast haar. Terwijl zij de verschillende heeren in gesprek zag met de andere dames, gaf zij haar paard^ plotseling de sporen en galoppeerde zoo snel weg, dat de rijtuigen haar niet konden volgen. Gewend aan haar luimen en wetende dat zij de omgeving goed kende, liet men haar gaan. Gisbert fronsde het voorhoofd en scheen op het punt zijn nicht te bevelen terug te keeren doch het bevel werd niet uitgespro ken, want Constance wendde hel hoofd om en riep groetend„Bij de volgende bocht zien wij elkaar terug I Ik wil eens de barmhartige Samari- taansche spelen. De oude L<ze moet zich, zooals genny mij zei, bedenkelijk gewond hebben en lijdt gebrek. Een gave zal haar dus niet onwelkom zijn Haar hut ligt in de nabijheid". Camory vergezelde haar. Het pad, waar langs zij reden, was smal, de paarden moesten dicht haast elkander nl„ dat Burgemeester en Wethouders hebben voorgesteld het Vredespaleis een trap cadeau te doen, voor 't kleine sommetje van f 50.000. Daar had je de poppen aan 't dansen. De heer Helsdingen, sociaal-demo craat, wees er op dat 't toch niet aanging, maar eventjes 50,000 gulden uit te leggen voor een trap, zij 't ook een monumentaal stuk werk. Spreker is geen tegenstander van cadeautjes geven, maar in dit onderhavige geval wel. Voor een paskwil geeft men 50,000 'gulden uit, waar wij toch waarlijk niet zoo dik in 't geld zitten, 'tls toch, vond spreker, opmerkelijk, dat, als er iets voor de arbeiders ge daan moet worden, er nooit een cent is en dat, als er iets cadeau moet gegeven worden, aan iets, dat nu ja, veel - op een comedie gelijkt, men zelf een halve ton heeft te vergooien, Dat vredespaleis, wanneer ooit de vrede bereikt zal worden, heeft èn rijk èn gemeente reeds een aardig duitje gekost. Ten slotte kwam spreker nog met iets „sterks" aandragen. Hij had na melijk gehoord, dat Burgemees ter en Wethouders maar vast met 't werk hadden laten beginnen en dat vond spreker niet goed. Wat is dat voor een methode, kwam 't veront waardigd van 's heeren Helsdingen's lippen. Is men dan zoo zeker, dat men zijn zin krijgt bij 't college van B. en W. De trap werd natuurlijk gegeven met alleen de stemmen der sociaal democraten tegen. Toch mogen wij 't geen de heer Helsdingen heeft aangevoerd wei eens goed onder de oogen zien. Is 't werkelijk niet wat voorbarig geweest, van B. en W. om zoo maar, zonder uitspraak van den Raad, een werk te laten uitvoeren En dan kunnen wij niet anders dan volmon dig antwoordenJa. Waar zou dat heen moeten, in de toekomst als Burgemeester en Wet houders op hun eigen houtje maar gingen geven en bestellen In dezen staan wij dan ook naast den heer Helsdingen. 't Oordeel is aan den Raad en niet aan Burgemeester en Wethouders. Voor de Haagsche rechtbank heb ben dezer dagen eenige Leidsche studenten terecht gestaan, in verband met de treurige geschiedenis die zich in den Leidschen schouwburg heeft afgespeeld, tijdens den groentijd aldaar. Achter de zaak werd blijkbaar „bekwame spoed gezet", want de namen waren nauwelijks te hooren en 't ging rrt, rst, zoodat de pers 't geval haast niet bij kon houden, ter wijl tevens een deel van de zaak met gesloten deuren behandeld werd. draveneen welriekend windvlaagje speelde van tijd tot lijd met Con stance's sluier en sloeg dezen Camory in het gelaat. Het hart van den jongen man sloeg met wilde slagen. Hij had den arm slechts behoeven uit te strekken om de verleidelijke gestalte aan zijn hart te drukken. Hoe be koorlijk was zij; hoe liet het lange lijkleed de plastische vormen uit komen hoe speelden de gouden lichtvonken, die door het lommer drongen, op het blauw zwarte haar En die vochtige blik, de half ge opende lippen, de kleine in den stijg beugel rustende voetl Het bloed vloog door Harald's aderen. Zijn zelfbeheersching ver dween hij zag nog slechts de ver blindende, wellustige schoonheid, iie zich tot hem boog; wier schouders hij bijnajaanraakte en di?j woorden sprak, waarvan hij de beteekenis nauwelijks begreep, omdat hij slechts lette op den weeken, bevenden diepen klank der stem. Constance voelde met namelooze vreugde, dat haar overwinning nabij was. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1912 | | pagina 1