Donderdag 25 April Feuilleton. Haaf en Smart. No, 98. 50e Jaargang. 1912. Verschijnt dagelijks^, uitgezonderd op Zon- en feestdagen. Abonnements-flduertenfien op zeer ooordeeiige voorwaarden een Van week tot week. PROEF ZE NAAST ELKAAR VAN HOUTEN'S f^QINA DE VOLKSDRANK BIJ UITNEMENDHEID. f 1,50 - 0,80 0,42% 0,18 De St. Jacobsforen. VLISSINGSCHE COURANT. Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij de Uitgevers Firma F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58. ADVERTENT1ÊNvan 1—4 regels 0.40. Voor eiken re.gi 1 meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie, wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Oroote letters en clichés naar plaatsruimte. TELEFOONNUMMER 10. Waren wij er niet aan gehouden, onzen plicht als geschiedschrijver te vervullen, wij zouden, na het reeds geschrevene,gevoegelijk kunnen zwij gen over de wereldschokkende zee ramp, welke dezer dagen plaats had en zoover ons bekend is, de aller grootste was sedert de wereld door dergelijke rampen werd bezocht. Men zal nu waarschijnlijk door een ver beterde wetgeving en meer dergelijke middelen, trachten te bewerken, dat de omvang eener schipbreuk tot ge ringer afmetingen beperkt blijft, doch ziet daarbij wellicht over het hoofd, dat de ontwikkeling der zeevaart zelve daaraan vele hinderpalen ih den weg legt. Het aantal schipbreu ken schijnt door de aangebrachte ver beteringen in evenredigheid van de toeneming der scheepvaart wel te verminderen, maar indien een onzer moderne zeekasteelen door een on geval wordt getroffen, dan is het niet waarschijnlijk dat de treurige gevol gen ervan zullen afnemen en is eerder het tegendeel te vreezen. De reus achtige afmeting, de verbazende hoe veelheid menschen, de ingespannen dienst, de wijze waarop men aan boord leeft, dat alles is oorzaak, dat op een gegeven oogenblik een reu- zengeest noodig zou wezen, om door het behoud van orde en regel maat aan de zaken den meest moge lijk gunstigen loop te verzekeren. Wat met de „Titanic" gebeurd is, zal hoogst vermoedelijk een beeld zijn van hetgeen wij of het nageslacht in den hypermodernen zeeoorlog zullen aanschouwen, waarbij de voor vallen uit den Japansch-Russischen krijg wellicht nog slechts kinderspel zullen wezen. De wetenschap van het mogelijke op dit gebied bezitten wij niet en kunnen slechts hopen dat niemand ze ooit bezitten zal. Italië begaat in den oorlog flater op flater en heeft thans waarschijn lijk een nieuwe begaan, die al de vroegere in omvang overtreft. De aanslag op de Dardanellen heeft het gevolg gehad dat men er van hoopte, namelijk dat de doorvaart van dat water door de Turken gesloten is, maar dat de mogendheden daartegen zouden opkomen, die verwachting is niet vervuld en zal ook niet vervuld worden, omdat bezwaarlijk op te komen is tegen een volkomen recht matige daad. Het verwijt van het on gemak, hetwelk thans aan de scheep vaart in die streken wordt toege bracht, treft Italië en geenszins Tur kije. O— 29.) Op zekeren dag verliet hij veel vroeger dan anders het bed, met het plan de arbeiders op het veld te ver rassen en zoo geschiedde het dat hij de meisjes in een druk gesprek be trapte. Niet ver van den molen siond ven eeuwenoude eik, welks stam door een houten bank was omgeven. Hier zat Constance, het schoone hoofd achterover geleund en het sierlijke voetje geplaatst op een met mos be groeiden steen. Haar houding had iets voornaam-onverschilligs. Hilde- gard reikte haar juist eenige rozen toe, die zij zeker in den tuin had geplukt; toen zij echter haar vader bemerkte schrok zij en een gloeiend rood kleurde haar gezichtje. Hij be merkte dat en zijn wrevel werd daar door nog grooter. Zij was zich dus bewust, dat zij tegen zijn wil han delde en toch deed zij het en de Erger wordt de zaak voor Italië, nu de mogendhedenjuist bezig waren, Turkije nog eens omtrent eenige toe geeflijkheid te polsen en nu de aan slag, waarop Turkije sinds zoolang gerekend had, door de genomen voorzorgen mislukt is. Flauw is de bewering van de teleurgestelde itali- aansche regee'ring, dat slechts een demonstratie bedoeld werd. Als men er in geslaagd was de zee van Mar mora te bereiken, zou dat wel anders gebleken zijn. Of het antwoord, dat de regeering te Constantinopel aan de mogend heden heeft doen toekomen op het verzoek tot opgaaf van eventueele vredesvoorwaarden, verzonden is voor of na den aanval op de Darda nellen, is ons niet met zekerheid be kend. in ieder geval laat het geen twijfel omtrent de ware bedoeling der Turken, die er niet aan denken en ook geen reden hoegenaamd heb ben, om aan Italië hun bezit in Noord-Afrika af te staan. Als de vloot-actie voorafgegaan is, dan blijkt dat de Turken er zich niet bang door hebben laten maken en dat zal hun zaak in de oogen der groote mogendheden zeker geen kwaad doen, hoe lastig en hoe schadelijk, speciaal voor Rusland, de sluiting der Dardanellen dan ook wezen moge, Het leger van den sultan van Ma rokko in Fez, ontevreden over het Fransche protectoraat en naar men wil over het inkomen van een deel der soldij, is op ernstige wijze in opstand gekomen en verhoogt aizoo het genoegen, dat de Franschen van hun nieuw bezit smaken. Thans is het zaakje weer aan kant, maar ten koste van heel veel bloed. De Marokkanen hebben de Joodsche wijk geplunderd, veie Israëlieten ge dood en zoolang mogelijk aan de Fransche troepen tegenstand geboden. Het is te verwachten, dat men verder in de hoofdstad van inboorlingen als soldaten geen gebruik meer zal ma ken en dat de nieuwe beheerscher of resident van het land, de heer Reg- nault, zich voortaan door een vol doend Fransch leger zal beschermd zien. In de Vereenigde Staten van Noord- Amerika krijgt men weer last van de eeuwigdurende Mexicaansche opstan den. Al bepaalt de tegenwoordige op stand zich naar het schijnt meer tot de deelen van het land, die niet on middellijk aan het zuidelijk deel der Vereenigde Staten grenzen, de in Mexico vertoevende Amerikaansche onderdanen schijnen er toch last ge noeg van te hebben en wel in die mate, dat de regeering te Washington zich genoopt heeft gezien om weer andere zat daar als een vorstin die zich Iaat huldigen en zag hem zoo onverschillig aan, als wist zij in het geeel niet, hoe hij over de bewoners van het slot dacht en toch was dat voor niemand een geheim zij bekommerde er zich blijkbaar niet over; het deed haar misschien ge noegen hem te ergeren. Welnu, dan zou hij haar (oonen, dat zijn wii tenminste in dit opzicht even veel macht had als de hare en dat haar voorname afkomst eu haar trots hem niet den minsten eerbied inboezemden. Hij groette hoffelijk, maar koel en beval zijn dochter hem te volgen. Deze maakte zich dadelijk daartoe gereed toen Constance den wensch uitsprak, dat Hildegard haar nog een eind zou vergezellen. Ge wend, dat alles geschiedde, zooais zij het verlangde, voelde zij een onweerstaanbaar verlangen, den som beren, onvriendelijken man eveneens tot toegeven te dwingen. Zij wendde zich daarom met dit verzoek tot he m, doch sprak het uit op zulk een be velende wijs, dat het veeleer een bevel geleek. Dat prikkelde Rainer. Tamelijk ruw EN een ander merk goedkoope cacao EN GIJ BLIJFT BIJ Cacao vierkantf. bussen eens een schrijven totde Mexicaansche regeering te richten, dat nog al vrij scherp moet geweest zijn en waarbij met tusschenkomst gedreigd werd. De Mexicaansche regeering schijnt nog al op hoogen toon geantwoord te hebben, aan de regeering te Was hington het recht ontzeggende om zich met de zaak te bemoeien en onder betoog dat de regeering van Mexico niet verantwoordelijk gesteld kan worden voor hetgeen de opstande lingen in het gebied waar zij baas zijn, uithalen, hoewel men zich ten slotte toch voor de schade aanspra kelijk stelt. Het schijnt wel, dat men te Washington ook met de opstan delingen in verbinding staat, hetgeen vroeger ook al eens gebeurd is en waarover de Mexicaansche regeering zeer boos is. Wij weten nu eenmaal dat in Amerika alles een beetje an ders als elders toegaat. In den strijd om het president schap tusschen de republikeinen, met andere woorden tusschen Taft en Roosevelt, is de belangstelling maar matig, 't is ook niet veel meer dan een soort van sport en daarom kun nen wij hier de uitdrukking gebrui ken, dat Roosevelt aan de winnende antwoordde hij, dat zijn dochter geen gezelschap was voor de freule van het slot. Constance wist zeer goed, hoe hij dat meende, doch zij wilde hem niet begrijpen. De verzoeking hem iets vernederends te zeggen, deed haar met zekeren trots toevoegen „Ik geef niemand het recht, mijn hande lingen te beoordeelen. Wanneer het mij behaagt te gaan met een meisje uit den burgerstand, dan doe ik dat, al mag men mij nog zoo berispen." „U vat mijn woorden verkeerd op riep hij toornig. „Ik zou niet weten waarom men zou meenen dat mijn dochter een onverdiende gunst en eer ten deel viel, wanneer zij naast u mag wandelen. De „Edelhof is door eerlijken arbeid gebracht tot hetgeen zij nu ishet slot werd ge- erfd van geslacht tot geslacht en heeft zijn eerbiedwaardig aanzien verloren, sed rt de rijkdom moet dienen om fantastische huizen te bevredigen. Hildegard Rainer staat geen trede lager dan de freule von Anaheim. Dat is mijn meening en die verheel ik u even weinig ais an deren, die lust hebben haar aan te hand is. Maar daarom is hij nog geen president van de Vereenigde Staten en, om een bekend spreek woord te bezigen het zal ook wel lood om oud ijzer zijn. Uit het Chineesche gebied is het nieuws ook al merkwaardig gering. Behalve nu en dan wat over de af brokkeling van het rijk, hoort men niets van wezenlijke beteekenis. Zooals bekend is hebben de Chi- neezen het met de Thibetanen aan den stok gehad. Laatstgenoemd ge deelte van het Hemelsche rijk hangt er ongeveer aan vast als droog zand maar de Chineezen houden aan dat droge zand toch zoo goed mogelijk vast, op een manier waarvan de Thibetanen niets weten willen. Meer los van China schijnt daar de leus te wezen. Vandaar dat er pas weer eens een opstand heeft plaats gehad en men thans over een nieuwe regeling van de verhouding tusschen beide deelen van het rijk schijnt te onderhandelen. Ook met Mongolië zijn de zaken nog niet in orde, maar alle hoop om tot een schikking te komen schijnt toch nog niet vervlo- hooren." Constance verbleekte. Zij stond op en verwijderde zich, zonder de haar toegestoken hand van het jonge meisje aan te raken of het trotsche hoofd ook slechts te buigen tot een groet. De rozen, welke zij van Hil degard had gekregen, gleden haar uit de vingers, vielen op het gras en zij vertrapte ze, zonder dat men kon zeggen, dat het met opzet of toeval gebeurde. Rainer geloofde het eerste en maakte er zijn dochter opmerkzaam op. Deze trachtte de vertoornde vriendin te verdedigen, doch deed dit met een zekere schuchterheid, want zij wilde haar vader nog niet meer vertoornen. „Hoogmoedig en zonder hart, zoo zijn zij allen, die daar uit en ingaan riep hij, de hand uitstrekkende naar het slot. „Of zij bloemen vertrappen oi het geluk van een mensch, het gaat hun niet aan. Welnu, wie weet het? Misschien heeft het noodlot nog wel een duchtige les voor de hooggeboren nietsdoeners, die groote ieegioopers. Misschien komt er eens een einde aan al die heerlijkheid, gen te wezen, zoodat het Chineesche rijk in zijn nieuwe gedaante wellicht nog in zijn geheel blijft voortbestaan. (Vervolg en Slot) Prof. J. F. Klinkhamer te Delft schrijftDe bewuste S'. jacobstoren te Vlissingen staat mij niet goed genoeg meer voor den geest om ongezien de restauratie quaestie te beoordeelen. Dit als eerste reserve, en dan de opmerking dat ik uit uw brief opmaak dat u alleen de spits op het oog hebt en niet de schacht. Als die spits geheel met lood en leien bedekt wordt, zie ik niet in waarom u niet gerechtigd zoudt zijn het brandbare hout door gewapend beton te ver vangen indien de bouw overigens sterk genoeg is om het meerder ge wicht te dragen. Doet u dat dan hebt u zeker menschelijkerwijze gesproken met het oog op het materiaal, den meest veiligen weg gekozen ingeval v£n brand, want hei gewapend beton is daarbij, zelfs bij de hevigste bran den, als die te Baltimore die dagen lang heeft aangehouden, zegevierend uit de catastrophe te voorschijn ge komen. AUeen dient er voor gewaakt dat, waar men bijv. stijlen maakt van gew. bet n, het ijzer niet te dicht aan de oppervlakte ligt. Bij een hevig lang aanhoudend vuur caicineert n.l. een klein huidje af. Is het ijzer nu diep genoeg gelegen, dar. is hei na den brand nog vol komen genoeg beveiligd en het ge raamte zoO zonder meer bruikbaar. Een kleine zekerheidcoefficient dient men dus daarin te eischen. Hadden de middeleeuwsche bouw meesters dat materiaal gekend, dan zouden zij, als de prijs geen be zwaar ware, zeer gaarne ook van dat materiaal voor constructie hebben gebruik gemaakt. Ik herbaal echter dat ik aanneem dat het geheeie geraamte overigens gedekt is en nergens imitatie-steen, van gewapend beton, in uw plan ligt. De heer D. C. E. Knuttel, rijks bouwmeester te 's Gravenhage Wanneer men een bouwwerk res taureert, d. w. z. tracht het zooveel mogelijk in den vorigen tozstand tc herstellen, zou het bij mij eenige bedenking ontmoeten een geheel an dere constructie toe te passen en een destijds onbekend materiaal te bezigen, daar de vormen van het bouwwerk samenhangen met de sa menstelling. Waar echter in Vlissingen geen sprake is van restauratie, maar van herbouw, waarbij het denkbeeld voor zit het Historische standbeeld te be houden, daar acht ik het zeer geoor loofd en uit practisch oogpunt aan voor men er op bedacht is, Op den dag waarop dit zou geschieden, zou het er lustig toegaan op den „Edel hof". Terwijl Hans Rainer zich hoe langer hoe meer opwond, dook achter het kreupelhout naast hem de gestalte eener vrouw op. Het was de oude Lize, die kruiden had verzameld en thans naar het dorp wilde gaan, om ze te verkoopen. Vriendelijk groetend sloop zij nader en bood het meisje eenige planten aan, terwijl zij zei „Die brengen geluk, wanneer uze in het corset innaait." De slechte stemming van den op gewonden man werd hierdoor nog slechter. Met een hard woord wees hij de oude vrouw weg en verbood haar zulke dwaze, bijgeioovige praat jes te houden, die alleen maar ge schikt waren om de jonge deerne het hoofd op hol te brengen. Zacht voor zich heen mompelend, zooais zij steeds gewoon was, wan neer zij boos was, ging Lize haren weg. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1912 | | pagina 1