w IK. 0,30. 1912 ieuw IZEN Gas- egen Zaterdag 6 April binnenland. Fettllleton. Haaf en Smarf. No. 83. 50e Jaargang. 1912. >en Fabriek staande. Verschijnt dageüjiks, uitgezonderd op Zon- Feesidagsti, j TELEFOONNUMMER 10. ^botinements-Bdoertenfiën op zeer ooordeelige uoorioaarden VAN DEN HAK OP DEN TAK. 'elephoon l4j heden. Kamerplanten. We SSEN. uur. ra. Irisi VLISSINGSCHE COURANT Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij de Uitgevers Firma f. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58. ADVERTENTIÈN van 1—4 regels ƒ0.40. Voor eiken regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie, wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Qroote letters en clichés naar plaatsruimte. De Bakkerswet. Wij vernemen dat er een niet zoo geringe kans is dat de Tweede Ka. mer voor het einde van dit zitting jaar toch nog een besiu't, althans een principieele beslissing neemt in zake de Bakkerswet. Dat zou dan wezen een beslissing over het amen dement- Snoeck Henkemans, („HbL") Tweede Kamerverkiezing Hoorn. De heer P. Teurissen te Amster dam, secretaris van den N.-derland- sctien Landbouwbond, heeft eene candidatuur voor het district Hoorn aangenomen en zal Maandag a.s. aldaar zijne eerste verkiezingswede houden. De heer T. treedt op als landbouw-candidaa'. Hij behoort tot de vrijzinnige partij, hoewel hij bij geen der politieke partijen is aange- sloten. Militaire berichten. De schietoefen!ngen lot verhooging van 's lands weerkracht zullen voort aan niet meer op Zon-en algemeen erkende Christelijke feestdagen wor den gehouden. Het legerbestuur heeft bepaald, dat in het vervolg geen cursussen tot opleiding voor voorgangers in de gymnastiek meer zuilen worden ge houden. De le luitenant J. W. M. Wins, van het 3e reg. infanterie, gede tacheerd aan de werkplaatsen voor draagbare wapenen aan de Hem- brug, tot het volgen van een cursus voor officier van wapening, wordt den 13 dezer van zijn de'acheering aldaar ontheven. Algem. Ned. Politiebond. De voorbereidende werkzaamhe den voor de feestvergadering van den Algemeenen Nederlandschen Po litiebond, ter herdenking van zijn 25 jarig bestaan met de daaraan te verbinden tentoonstelling, welke 11, 12 en 13 Juni in het Kurhaus te Scheveningen zullen worden gehou den, vorderen naar wensch. Jhr. mr. dr. H. A. van Karnebeek, burgemeester der residentie, heeft het eere voorzitterschap aanvaard van het eere-co.nité, waartoe zich bereid hebben verklaard als eerele- den toe te treden mr. T. G. H. Reitsma, procureur-generaal bij het Haagsche G:rechtshoi; kolonel G. A. van Haeften, inspecteur van het wapen der Kon. Marechaussee en de heeren H. J. Versteeg, hoofdcom missaris van politie ie 's Gravenhage en J. D. Ruys, gedelegeerd commis saris der Mij. „Zeebad Scheveningen". Het hoofdbestuur ontving o. m. toe zeggingen van H. H. M. M. de Ko- O— 14.) Bekoorlijk was zij en het vertrou wen dat zij hem schonk, bracht den man, die zoo lang alleen had geleefd in verrukking. Zij sprak zoo open- hartig tegen hem, toonde hem zoo helder de schaduwen van haar fami lieleven, plaatste zich zoo betooverend onder zijn bescherming, dat hij niet alleen haar maar ook zich zelf eene schoone toekomst tegemoet meende Ie kunnen voeren. De zon zond reeds haar brandende stralen naar de aarde, toen Hohenfels en zijne nicht weer aan den molen waren aangekomen en nu langzaam rijdend,voorbij den „Edelhof" kwamen. „Zie, daar staat het lieve meisje, öat heden morgen zoo ijverig bezig was met bloemen plukken", fluisterde Constance den vrijheer toe. Hij zag in de aangeduide richting ®n zag leunende tegen het venster, ningin en de Koningin-Moeder en van Z. K. H. den Prins der Neder landen, den Commissaris der Ko ningin in de provincie Zuid-Holland en den burgemeester van 's-Gra- venhage. Nieuw Raadhuis. B. en W. van Rotterdam hebben de volgende architecten uitgenoodigd om voor 3 November van dit jaar een ontwerp in te zenden voor den bouw van een nieuw raadhuis, t.w. de heerenK. P. C. de Bazel, ar chitect te BussumM. Brinkman en C. B. van der Tak, architecten te Rotterdamprof. Henri Evers, hoog leeraar te Delft; C. N. van Goor en W. F. Overeijnder, architecten te Rot.erdam; prof. J. F. Klinkhamer, hoogleeraar te DeittW. Kromhout Czn., architect te Rotterdam J. A. G. van der Sleur, architect te Den Haag, en Jan Stuijt, architect te Am sterdam. lederen winter zijn de bewoners der deitien Magdalena-eiianden in de St. Laurens baai (Canada) minstens zes maanden van de buitenwereld afgesloten, daar zelf de stoutste schip per de landing niet durft wagen. Men heeft daar 's winters slechts drie weertypenstorm, sneeuwstorm en mis*. Voorts zijn de eilanden van ondiepten omgeven, en hebben geen enkele haven. Zij worden bewoond door Fransch-Canadeesche visschers die nog het Fransch van de 18 eeuw spreken. Voor deze menschen, die geen telegraaf en telefoon en in den winter ook geen post hebben, za. de Canadeesche regeering, zooals de „Frankfurter Zeit." meldt een draad loos weekblad oprichten. Door een ervaren journalist, zullen nl. de be langrijkste gebeurtenissen der wereld in duizend woorden samengesteld,door middel van de draadlooze telegiafie naar de eilanden worden overgesthd. Dit nieuwsblad zal dan Zondags door den geestelijke na de godsdienstoe feningen worden voorgelezen. De eilandbewoners zullen dus wel blij zijn als de winter voorbij en de ge meenschap met de buitenwereld her steld is. Heel anders wordl of is de toestand te Aljaska, waar men den eeuwigen zomer schijnt te krijgen. In Aljaska begint zich het klimaat heelemaal te veranderen. Volgens den gouverneur heerscht er sedert Kerstmis ten warmte zcoals er nauwelijks in den zomer voorkomt. Ia de Zuidhelii van het schiereiland is sedert drie maanden geen sneeuw gevallen. De oorzaak schijnt een verandering in de zeestroomingen te zijn, die op haar beurt door vulkanische werkin- dat nog altijd door bloemen was om geven, hei evenbeeld van de eens zoo geliefde vrouw. De takken vol bloemen hingen haar over het hoofd en de kinderlijke blauwe oogen zagen naar hem. De dochter der overledene het lichaam geworden droombeeld zijner jeugdWeer boog hij groetend en weer kleurde het aanvallige gezichtje en het fijne kopje knikte. „Hildegrand riep plotseling een toornige "mannestem. „Wat doet gij daar aan 't vensier Grootmoeder wacht op u." Het meisje schrok en onmiddellijk was zij verdwenen. Den luin door, ging Hans Rainer het huis binnen, met diep geploegd voorhoofd, den heer Hohenfels een blik van onver- zoenlijken haat toewerpende. Terwijl hij zoo langzaam voorwaarts schreed in zich zelf woorden mompelende, die als vloeken klonken, kon men het hem aanzien, dat hij gaarne twist had gezocht. De uitdrukking van woede was door de jaren als op zijn gelaat versteend. Constance gaf haar paard den zweep en rende voorbij. Gisbert volg- i gen in de buurt van de Aleoeten ver oorzaakt wordt. Ook wij zijn blij, dat de winter is vertrokken en af en toe een lekker voorjaarszonnetje ons reeds verkwikt en ons hart zingt mee met de jeugd: „Weer komt er licht en leven En blijheid in Naluur". En blijheid komt er nu ook in de haften der huisvrouwen, nu de heer lijke schoonmaaktijd aanbreekt De nuttige, Schuierzwenkende, Vloerkieedzuigende, Stofverplaatscnde, Raagboizwaaiende, Spinnenverjsgende, Witkwastzuiverende, Rommelredderende, Weggeraakt - terugbrtngende, Hohandsch zindelijke Schoonmaaktijd Ja, de dames zijn thans weer in huer element en onbarmhartig zwaaien zij den schoonmaakschepter. De arme man echter weeklaagt: Waar berg ik mij Voor hem is in 't heele hu;s vaak geen plaatsje te vinden, waar hij rustig kar. ziUen, nog minder werken. Als een vreemdeling wordt hij verjaagd f.n verstoeten in tigen woning, u i t eigen woning. Eén van d e o.ngelukkigen, de heer G. B. Kui- tert, lucht in 't „N. v. h. N." zijn overkropt gemoed in 't volgende A. B. C. van een Nederlandsche schoon- maakarmoede A, is de Alarmkreet;de schoonmaak breekt aan I B, de Beroering die 't woord doet ontstaan C, liet Concert van weeklagende mannen, D, de Demonen die. samen gaan spannen E, lieeten de Emmers waar V water uit plast, F, is de Firma, dweil, boencK s en kwast <i, is 'tGedaver met vaten en tobben: H, is 't Heibeien, keistren en sckrobben I, dat is de Inval in manliefs verblijf, J, „ach, hoe berg ik in zoo'n Janboel mijn lijf K, zijn de ontredderde Kamers en Keuken, L, zijn de Loog-lucht en meer van die reuken M, is 't Misbaar, laat ons volk in den steek, N, beet de Nood, raakt de buisvrouw van streek, O, wat een Omballing, ontuig en rommel P, maar wat schaft nu de Pot, vöor den drommel Q, deze Quaestie, man, veeg 'k van de baan, R, lang dus gauw eens dien Ragebol aan S, is bet Stof, dat ge in wolken ziet dwarr'len, T, de Tractatie, daar rond in te scharr'len U, iedren lichtend spookt 't heviger weer, V, zijn de Ververs met potten vol smeer; W, zijn de Witters, van kalkwater lekkend, X, de Xantippen, wat breekbaar is nekkend IJ, in der IJl dan die schoon woede ontvlucht.... Z, is 't een Ziekte, een tragedie of klucht 1 Ztekte of tragédie, 't is om 't even. Gelukkig, dat zij is van voorbijgaan- den aard, en wij doen dus wel haar te beschouwen ais een „klucht", 't Is ook eenigszins een troost, dat het schoonmaakfeest niet is een modegril van den modernen tijd, maar al sinds lang bestaat, zooals het volgende oude verhaaltje herinnert Toen in het voorjaar 1586 Leyces- ler zijn eerste bezoek aan Amsterdam bracht, wilde het staatsbestuur hem met eer en statie ontvangen, maar ae voorjaarskermis kwam er door in wanorde en de kramen moesten oin de haar. „Wat een misnoegd woest mensch is dat," zei zij. „Wat heeft hij tegen u?' „Tusschen ons bestaat een oude vijandschap, kind", antwoordde hij. „Misschien vertel ik u nog wel eens, hoe dat alies is gekomen thans eenter niet." „Het jonge meisje beefde als een arme, kleine, vreesachtige ree", ver volgde zy half medelijdend, half spottend. „Ik zou mij in alle gevallen niet zoo bang laten maken. Wat zegt u er van, wanneer ik onze lieve buur vrouw eens uitnoodigde „Neen. ik twijfel er aan, of haar vader haar wel zou toestaan aan deze uitnoodiging gevolg te geven." „Toestaan?" riep de barones spot achtig glimlachen ie. „Haar lief ge zichtje drukte juist op 'toogenbiik een onbeschrijfelijken hoogmoed uit. Oom, wat gij zegt, klinkt bijna ko misch Deze boer zou zijne dochter verbieden met mij om te gaan? „Rainer is geen boer doch een ontwikkeld man, ofschoon hij, wat ik toegeef, zoo nu en dan den indruk geeft, dat hij het is", antwoordde Gisbert bijna streng. Hij is van eene zijnentwil verhuizen. De vroedschap der stad machtigde burgemeesteren om alies te doen, wat zij dienstig achtten om Leycesier in geen gr val minder statig in ie halen dan de steden Dordt, Deift en Leiden, waar hij bijzonder plechtig was ontvangen. Behalve tal van andere maatregelen, was ook de noodige zorg besteed aan het geven van een ruim loge ment, waarvoor het Prinsenhof was aangewezen. Een aantal heeren waren met com- missiën van allerlei aard belast en. voor het schoonmaken was niemand minder aangewezen dan de yrouw van den pensionnaris mr. Nico aas Stille, geheeten Jer.ne van Tnllo; aan haar viel de eer te beurt, zeker, omdat zij de schoonmaakkunst in perfectie verstond, het Prinsenhof eens onder handen te nemen, voor de hoogs gast er zijn intrek nam Zoodra Jetine benoemd was, mon sterde zij alle schrobsters, boensters, en schuursters van Amsterdam, koos er een dertiental uit, liet zand, bezems, zeemen en andere schoonmaak-waar- digheidsteekens aanrukken, en trok toen aan den arbeid, waarvoor aan werkloon en verschotten in rekening werd gebracht 118 gulden 10 stuivers en 8 penningen. Of die schoonmaak in alle opzichten heeft voldaan, be hoeft haast geen twijfel, wa: t een dichter keurde het waardig op de volgende wijze zijn t lent er voor beschikbaar te stellen „Heilig Holland 1 welk een w«elde Voor een vrouw Plassend, plompend, schrobbend, schreeuwend Hiedaar, houw Dey kommando8taf ce zwaaien, Over dertien schoonmaak wij ven En dat bezemvoerend leger Dwars door dik en dun te drijven Menig vrouw zou Ook nog wel in onze tijden Jeune zulk een pret benijden." Laten wij du3 onze huisvrouwen het genot en de weelde van den schoonmaak niet misgunnen, en die niet vergallen door onze ontstemming, laser ademen ook wij weer des te vrijer en billijk. Met éen klacht, een grief echter ook dezer dagen in zeker blad geuit kunnen wij wel accoord gaan, en waarschijnlijk de huisvrouw zelve ook wel. Moge zij daaraan dan ook gehoor geven'i zou ongetwijfeld èa de betrokkenen èn haar zelf, in haar schoonmaak, ten goede komen. Bedoelde klacht werd aldus geuit De schoonmaaktijd. Jan Truffelman, de stucadoor, En Toon zijn kameraad, Die stonden op een schoonmaakdag, Eens heel vroeg op de straat. Men kon het aan de twee zoo zien, Ze hadden weinig lust, Had noodzaak hen niet opgeklopt, Ze lagen nog in rust. „Een ding is vast vandaag", zei Jan „Verdraaid, ik drink geen drop, Ik heb van al 't gekregen nat goede familie en heeft gestudeerd aan een uitstekende landbouwschool Ik houd even weinig van hem, als hij van mijmaar toch kan ik hem mijn achting niet ontzeggen en ik herhaal het, hij zou zijn kind nooii veroor'oven het slot te betreden." „Werkelijk? Dat zou mij juist kunnen prikkelen om de kleine tot ongehoorzaamheid te verleiden." Ik wensch niet, dat gij zoo iets doetantwoordde de vrijheer mei nadruk. Het zou u bovendien niets baten. Hier hebben wij met een on mogelijkheid te doen". „Spreek mij niet van een onmoge lijkheid Dat woord prikkelt mij altijd tot allerlei dwaasheden. Iets, wat mij anders onverschillig laat, wordt plot seling het voorwerp mijner harts- tochteiijkste wenschen; zoodra men zegt: geef je geen moeite! ge krijgt het toch nooit! dan moet ik het hebbenDie onmogelijkheid, waar voor ik zou moeten wijken, schijnt mij te zijn een wezen van vleesch en bloed, een akelig schepsel, dat ik in het stof moet neerbuigen, den voet op den nek moest zetten. Ik geef den strijd niet op, voor de i Van gister, :t nog in mijn kop. Ik had er, bij mekaar geteld Geloof ik, acht gehad". „Ik zes", zei Toon, ,,'k was net als jij Den heelen dag op pad". „Ja 't is de pest voor ons", sprak Jan, „Die borrelschenkerij Je krijgt hem om en dat wel vaak Op 't netste karrewei" Ik nel „Ik heb onlangs een dag gewit Ginds bij den predikant, Toen beb ik niemendal gehad, Die had aan drank het land. Maar alles netjes op zijn tijd, Mijn koffie en mijn thee, Een lekker kopje chocola, Kreeg ik met allen mee. Ja, deden alle menschen zoo En bleef de borrel weg, Dat zou voor ons een zegen zijn En heel wat voordeel, zeg Want alB je wat gedronken hebt, Dan gaat het, o zoo gauw, Om nog een hap de herberg in Tot schade van de vrouw". Gij allen, die in voorjaarstijd Met ambachtslui in huis Uit oude sleur een borrel schenkt, Och spaart, hun toch dat kruis Keuvelaar. Uitbreiding van het Gasthuis. Door Burg. en Wetb. is een vo or- stel aan den gemeenteraad gedaan tot machtiging van Regenten van het gasthuis tot aankoop perceel Bellamy- park no. 3 en betreffende voorziening in de Ziekenverpleging. Door regenten van het gasthuis is krachtens art. 14, 2lid van het re glement, aan den gemeenteraad mach- ting gevraagd tot het doen een?r uitga ve buiten de begrooting vour 1912 van pl.m. f 12,600,ter bestrijding der kosten van aankoop en overdracht van het perceel Brilamypark no 3, welk per ceel regenten wenschen te bestemmen voor uitbreiding van het gesticht. Regenten zijn voornemens om daar na aan Ged. Siaten van Zeeland de in art. 16 der armenwet bedoelde machti ging te verzoeken voor den verkoop van een gedeeile van het in het Grootboek der 2'/a pet. Nat. Schuld ten hunnen name ingeschreven kapitaal, voor zoover dit in verband met den koers van den dag noodig zal zijn ter be- overwinning mij is. Deze kleine schuchtere Hildegard zou niet iemand voor mij zijn, om er mee om te gaan. Ik geloof, dat wij van elkaar verschil len, zooveel als de zon en de maan. ik zou haar kwellen, tiranneeren, angstig makenmaar niettemin wanneer gij zegt Rainer staal er op, dat zij van raij verwijderd blijft, dan krijg ik toch een onweerstaan bare lust haat aan mij te ketenen, om zijn wil te trotseeren." „Constance „O, spreek niet bid ik uviel zij hem lachend in de rede. „Ik zie dat gij op het punt staat mij te be rispen en gij kunt daartoe gelijk hebbenmaar ik ben nu eenmaal zoo en kan my niet veranderen. Mijn gebreken zijn sterker dan ik. Zij laten mij niet los, hoe ik my ook tegen hen tracht te verzetten." Het slotplein was bereikt. De heer von Hohenfels steeg af en hielp zyn nicht van het paard. Zy zag hem aan met een half smeekenden, half uitdagenden blik. (Wordl vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1912 | | pagina 1